Titanic, LE 119/WON 119
Door: Dirk Huizinga
Ontwerp: Eeltje Romkema
Bouw: Auke van der Zee, Joure, 1908
Opdrachtgever: Klaas Poepjes, Delfstrahuizen.
Lengte: 13.40 meter, wat voor een visaak lang is en het schip de bijnaam ‘Titanic’ (“tietanik”) opleverde.
Huidige eigenaar: ‘Zeilwerk’, een behoudsorganisatie voor oud Hollandse vaartuigen, die vaartochten met de schepen organiseert voor betalende gasten.
Geschiedenis
In 1908 liet Klaas H. Poepjes uit Delfstrahuizen bij Auke van der Zee een grote aak van 13.42 m. De eerste registratie was STL 9. In 1920 ging zijn broer Jan Poepjes ermee vissen vanuit De Lemmer. De aak kreeg de visserijregistratie LE 119. In 1951 besloot Jan te gaan vissen vanuit Makkum. De aak kreeg visserijnummer WON 119 (Wûnseradiel). Zijn zonen Jan (1904), Klaas (1913) en Jacob (1922) werden mede-eigenaren. In 1955 werd de aak voor de visserij uitgeschreven en verhuurd aan de Visserij-inspectie te Amsterdam. Twee jaren later werd het schip weer ingeschreven door Klaas Poepjes. Het werd in 1958 voorzien van een stuurhut bij scheepswerf Amels in Makkum en ingeschreven als motoraak. De zeilende visserij was voorbij.
In 1961 ging de aak over naar de recreatie en verdween het schip uit beeld. Veel later, in 2003, vond werfbaas Jan-Willem (“Pils”) Stofberg uit Enkhuizen de aak terug in Hellevoetsluis, verbouwd als woonschip. Hij nam de voormalige visaak over en bood het casco te koop aan. In 2008 nam ‘Zeilwerk’ de WON 119 over van Stofberg en samen met Stofberg en scheepswerf ‘De Hoop’ in Workum heeft ‘Zeilwerk’ (Martin Tanis en Moniek Buijzen) het schip gerestaureerd tot de visserman die het vroeger was. (www.zeilwerk.nl). Stofberg zorgde dat van de roestende aak, die in erbarmelijke staat verkeerde, het ijzerwerk werd gerestaureerd en in Workum, bij scheepswerf De Hoop, zorgde de toenmalige werfbaas Erick Mulder voor restauratie van het houtwerk. Zowel bij Stofberg als bij Mulder konden de nieuwe eigenaren ook zelf meewerken aan de restauratie.
Opmerkelijk is, dat zij bij het restaureren van het casco niet kozen voor modern laswerk, maar voor het ‘ouderwets’ klinken van de stalen delen. Ook het visserijteken is bij deze terugkeer naar de oorspronkelijke vormen teruggekomen op het boeisel. Alleen was het de vraag welk visserijteken het moest worden. Uiteindelijk is gekozen voor de registratie WON 119, vanwege de belangrijke beslissing die de Poepjesen namen om van De Lemmer te verkassen naar Makkum, toen de visserij bij De Lemmer voor hen te weinig perspectief bood.
De LE 119 van Jan Poepjes in de Lemster vluchthaven. Opmerkelijk zijn de twee bolders voor, terwijl de STL 8 maar één bolder heeft. Bolders worden echter gegoten en met bouten bevestigd aan het boeisel. Jan heeft een extra stel bolders laten monteren. Ook opmerkelijk is de korte botteloef op de STL 8 voor het voorstag, zoals gebruikelijk bij aken van Auke van der Zee, die we ook terugzien op de LE 119, maar die niet ‘mee is genomen’ bij de restauratie van het schip.
De visaak STL 8 (Schoterland) van Klaas Poepjes uit Delfstrahuizen. Ging zijn broer Jan Poepjes in 1920 hiermee vissen vanuit De Lemmer onder nummer LE 119? Van der Zee zette een korte botteloef op zijn aken, De Boer niet. Waar deze STL 8 van Klaas Poepjes is gebleven, is onbekend.
Volgens het consent uit Makkum is de STL 9 van Poepjes hetzelfde schip als de LE 119 en de WON 119. Dat is mogelijk, maar de STL 9 op deze foto is helemaal geen aak, maar een botter. Er kunnen natuurlijk wel verschillende schepen als STL 9 zijn geregistreerd. (Foto: collectie Dick van Dijk, Lemmer)
Makkum, vissersschepen van de Poepjesen in de Grote Zijlroede met vooraan de WON 119.
Workum, 2010: De gerestaureerde WON 119 tijdens Visserijdagen. (Foto: Hajo Olij)
Nota uit de werfboeken van Auke van der Zee m.b.t. de bouw van de visaak voor Klaas Poepjes in 1907-1908. Twee extra bolders zijn apart bijgeleverd en meegenomen op de aankoopnota. (Uit: Werfboeken Van der Zee, Tresoar, Leeuwarden, collectie Martin Tanis)
Het visserijconsent voor Klaas Poepjes in Makkum, 1951. Bij bijzonderheden wordt de STL 9 genoemd.
Poepjesen die visten vanuit Lemmer op de Zuiderzee
Poepjesen in 1909: Vlnr. Staand: Lykele, Douwe, Klaas, Pieter, Jan (1850-1939), Johannes; zittend vlnr.: Arend, Klaasje, pake Hans Poepejs (1846-1936), beppe Geertje v.d. Lende (18491924), Renskje en Jacob.
Jan Pieters Poepjes (1850-1939) liet in 1901 bij Bos in Echtenerbrug de LE 78 bouwen
Aaltje Vledder (1855 – 1929)
Kinderen van Jan en Aaltje: vlnr.: Klaas, Lykle, Jan, Pieter, Jacob, Hans, Trijntje, Bontje, Fintje, Klaasje.
Houtbouw bij de ijzeren scheepsbouw van Auke van der Zee in Joure
Joure, 1912. De tewaterlating van de boeier ‘Almeri’, een schip van ruim 18 meter lengte met de lijnen van een inspectieboier (zie hfst.6) Hoewel Auke van der Zee in 1901 de werf overnam en overschakelde op ijzerbouw, betekende dat niet, dat hij geen houten schepen meer bouwde. Onder: de Almeri in later jaren. (Foto’s: FSM)
De lijnenplannen van de aken van Auke van der Zee zijn van de hand van Eeltje Romkema (1880-1953). Hij was de enige zoon van Klaas Romkema en Antje van der Zee, een zus van Auke, en ging werken op de werf van zijn oom Auke. Diverse houten schepen, vooral boeiers, heeft Romkema achteraf opgemeten en uitgetekend.
Reactie plaatsen
Reacties