Bij de discussie over de moderne aken krijg je wel eens de indruk, dat het gaat om het ontwerpen van steeds lichtere en steeds snellere schepen, waarbij aanpassingen aan het aakmodel worden aangebracht die ertoe leiden dat deze schepen ‘geen Lemsteraakjachten’ meer mogen worden genoemd. Er zijn door dezelfde ontwerpers echter ook fraaie aakjachten ontworpen die eveneens modern zijn vormgegeven, maar die voor een relatieve buitenstaander gewoon fraaie aakjachten zijn die vooral bewondering en zeker geen gefronste wenkbrauwen oproepen.

Een voorbeeld van die laatste categorie is zondermeer het grootste aakjacht van Nederland, de ‘Groenevecht’, uit het jaar 2000, ontworpen door Hoek Design Edam en in z’n verschijning en gebruik vergelijkbaar met de boeier Almeri van honderd jaar geleden. Een plezieraak van 18.50 meter lang en 5.50 meter breed, met een masthoogte van meer dan 27 meter. Een vaste schipper en een knecht zorgen voor het zware werk en de vaartechnische behandeling van het schip.

Drachten, 2016. Van Zadelhoff met zijn ‘Groenevecht’ voor de wal in jachthaven ‘De Drait’. (Foto: Dirk Huizinga)

Drachten, 2016. Van Zadelhoff met zijn ‘Groenevecht’ voor de wal in jachthaven ‘De Drait’. (Foto: Dirk Huizinga)