De Sterken blijven
Door: Dirk Huizinga
De belangrijkste hangbaas en vishandelaar van De Lemmer blijkt uiteindelijk de familie Sterk te zijn. Hoe belangrijk de ondernemers De Rook, Pen en De Jager en in mindere mate Scheffer en De Blaauw ook waren, hun ondernemingen bestaan niet meer. Het zijn ‘de Sterken’, enige leden van de grote familie van vishandelaren Sterk uit De Lemmer, die tot op de dag van vandaag een succesvolle onderneming leiden in de visverwerking en vishandel.
In de tweede helft van de 19e eeuw waren in De Lemmer visrokers actief die vooral werkten voor vissers van de Hollandse kust, voor Durgerdammers bijvoorbeeld. Die lieten aan de lage wal bij De Lemmer daar hun vis verwerken om niet tegen de zuidwestenwind in terug te hoeven kruisen naar hun thuishavens. Poppe de Rook had zich in De Lemmer gevestigd als belangrijke hangbaas, als eigenaar van een visrokerij, maar ook Johannes Sterk. Die koopt in 1882 aan de haven een pandje voor het verwerken en roken van vis die aangeleverd wordt door Zuiderzeevissers.
Johannes was in De Lemmer de eerste vishandelaar die besloot om arme, werkloze veenarbeiders om te scholen tot visser en ze te laten vissen met een schip dat hij voor hen financierde. Hij liet in 1895 bij Pier de Boer in De Lemmer een botter bouwen voor de nieuwbakken visser Jelle Koornstra. Ook was Johannes Sterk de opdrachtgever voor de ijzeren visaak LE 50 die in 1901 gebouwd werd bij Sjoerdje Visser, de vrouw van Pier de Boer die het bedrijf even bestierde totdat haar zoons de werf als Gebroeders de Boer voortzetten. Sterk verhuurde deze aak aan Sake Visser (LE 17). Pas later, in 1946, kreeg dit schip de registratie LE 50 waarmee het de geschiedenis in is gegaan bij de gebroeders Poorting. In 1902 financierde Johannes Sterk ook nog de ijzeren visaak LE 6 die bij De Gebroeders de Boer werd gebouwd voor de visser Auke Bakker. In 2012 werd dit schip, dat verbouwd was tot Lemsteraakjacht, gekocht door André Sterk in de Lemmer, de achterkleinzoon van Johannes Sterk. André liet het scheepje geheel restaureren en terugbrengen in de vorm van de half gedekte visaak die het ooit was.
Natuurlijk deed Johannes deze financiering niet zonder als ondernemer ook eigenbelangen te hebben. De vissers moesten de lening aflossen en bovendien de vangsten aan Johannes verkopen tegen een niet te hoge prijs. Deze praktijk van ‘gedwongen winkelnering’ was in die jaren overigens heel gebruikelijk. Over en weer zorgde dat voor een bepaalde mate van bestaanszekerheid.
De gerestaureerde LE 6 voor de woning van vishandelaar André Sterk aan de Binnenhaven van De Lemmer.
De Sterken kwamen, anders dan de families De Rook en Pen, niet uit het Friese waterland, maar oorspronkelijk uit Duitsland. In het begin van de 19e eeuw trok ene Antoon Starck, zoon van een weversfamilie, van het plaatsje Vreden (in Pruisen) naar Friesland, waar ze zich vestigden in Heerenveen. Daar vond hij werk als weversknecht. Van vlas werd linnen gemaakt, dat algemeen gebruikt werd voor kleding, linnengoed, zeilen voor schepen etc. Anton trouwt er met Janke Kempes, de dochter van de weversbaas. Zijn kinderen krijgen niet de Duitse achternaam Starck, maar de Nederlandse namen Starke, of Sterk en Sterke. Via Oosterzee en Follega belanden de Sterken in het midden van de 19e eeuw in het havenplaatsje De Lemmer.
Antoon Starck, geboren in 1781 te Vreden, overlijdt in De Lemmer in 1869. Zijn zoon Gerardus (1819-1899) trouwt in 1851 met Meintjen Neits (1825-1915). Aanvankelijk is Gerardus arbeider, maar later visventer. Uit dat huwelijk werd in 1856 Johannes Sterk geboren.
Johannes Sterk (1856-1932) trouwt in 1880 met Dina Visser (1860-1927) uit De Lemmer. Johannes was visventer en Dina dienstmeid. Even na hun huwelijk, in 1882, verhuizen zij naar de Emmakade, waar Johannes een visrokerij begint. Omstreeks 1895 laat Johannes naast de rokerij een huis met winkelruimte bouwen (Emmakade 7) en even later een groter huis, waar hij met Dina in trekt, terwijl hun zoon Steven in de woning met winkel naast de rokerij gaat wonen.
Het gezin Sterk: Johannes, Dina en de kinderen
De Lemmer, op de Emmakade bij de zouterij en hang van Sterk.
Bij de hang van Sterk aan de Emmakade. Rechts Johannes en links met bolhoed Steven Sterk. Van de kinderen van Sterk zal Steven met zijn vader het bedrijf in De Lemmer blijven runnen. Ook had Steven een winkel aan huis.
In 1884 krijgen Johannes Sterk en Dina Visser nog een zoon die in De Lemmer actief zal worden als vishandelaar: Gerardus Sterk (1884-1962). In 1908 trouwt die met Maria Wierdsma (1883-1931) en na het overlijden van Maria in 1931 hertrouwt Gerardus in 1946 met Cornelia Lijten.
De Lemmer, de Binnenhaven omstreeks 1930, waar de ‘ankers’ gezouten ansjovis van de firma Gebroeders Sterk klaar staan voor transport naar de vemen in Amsterdam. Het waren de hoogtijdagen voor de Zuiderzeevisserij. De ansjovis werd uiteindelijk verkocht aan Duitse afnemers. De ankers werden met de trein van Amsterdam naar Zuid-Duitsland getransporteerd.
De kade voor het woning van André Sterk en Dowine is (dankzij inspanningen van André) ingericht als aanlegplaats voor authentieke visaken, als herinnering aan het verleden in de Binnenhaven. (Foto: Dirk Huizinga)
Johannes Sterk (1856-1932)
Dina Visser (1860-1927)
Steven Sterk (1886-1943 met Dora de Jong
Steven Sterk als hangbaas
Gerardus Sterk (1884-1962)
Maria Wierdsma (1883 – 1931)
De zoon van Gerardus Sterk en Maria Wierdsma, Wiero Johannes Sterk (1912 – 1996) volgt Gerardus als vishandelaar in De Lemmer op. Hij trouwt met Euphemia Hogeling (1918 – 2007) Na de Tweede Wereldoorlog slagen Wiero en Euphemia erin het visverwerkingsbedrijf er weer bovenop helpen en tot bloei brengen. Vanaf 1959 daarbij geholpen door hun zoon André Sterk. (Bron voor de geschiedenis van deze familie: zie Spanvis, Genealogie fam. Sterk)
Na de oorlog beginnen de IJsselmeervissers weer paling te vangen. Met kuilnetten, maar ook met het hoekwant. Met een honderden meters lange lijn voorzien van zijlijntjes met haken waar aas aan zit. IJsselmeerpaling wordt in die jaren een succes voor de vissers. In De Lemmer kunnen de paar overgebleven vissers hun vangsten kwijt bij de Gebroeders Sterk, bij een bedrijf dat vanaf 1882 actief is in De Lemmer en groot is geworden met het verwerken en verhandelen van ansjovis en Zuiderzeeharing. Met veel inspanning weet de familie Sterk hun in moeilijkheden verkerende bedrijf toch weer tot bloei te brengen. André Sterk (geb. 1944) vertelt: ‘Mijn vader heeft, toen de oorlog voorbij was, het bedrijf met z’n twee broers overgenomen van mijn opa Gerardus. Zij startten met het roken van haring en makreel en van paling uit het IJsselmeer. Ik weet nog dat de haven van De Lemmer in de jaren vijftig en zestig ‘s zomers vol lag met schepen die met de kuil op aal visten. Paling was er toen volop!’ Na de oorlog was van de hang van de fa. Sterk alleen het pandje aan de Binnenhaven overgebleven. Wiero Sterk en zijn twee broers begonnen vanuit dat pand weer met het roken van vis. Ze gaan nu naast bokking, makreel en spekbokking in de zomer ook paling roken. Per vrachtwagen wordt de gerookte vis in de provincie verhandeld. André Sterk: ‘De gerookte paling leverde op de kermissen in Brabant en Limburg het meeste op. Friezen vonden paling te duur!’
In 1959 komt André op 14-jarige leeftijd bij zijn vader Wiero in het bedrijf. Lang naar school is hij niet geweest. Zodra de leerplicht voorbij was, ging hij aan de slag in het visbedrijf. Er werkten toen acht man in de rokerij en het bedrijf had een jaaromzet van 350.000 gulden. Het was hard werken en André moest onderaan beginnen. André: ‘Eigenlijk ging alles in het bedrijf er nog hetzelfde aan toe als direct na de oorlog. Het inleggen van haring en het paling roken gebeurde nog op precies dezelfde manier. We begonnen op maandagmorgen om vijf uur ‘s morgens. In het rookhok gebruikten we als brandstof hout, spaanders en zaagsel van fabriekjes uit de omgeving, zoals de klompenfabriek in Hoogeveen of de timmerfabriek voor kerkbanken en doodskisten bij Woudsend. ’s Avonds haalde Van Gend & Loos 200 tot 400 doosjes op met twaalf pond gerookte aaltjes, zo dik als een pink. De volgende morgen lag de vers gerookte paling dan in de winkels.’ In 1970 stapte de fa. Sterk over op zeevis en werd niet veel later de grootste platvisverwerker van Nederland. Daarna werden ze, dankzij dat succes, opgekocht door een Britse multinational, waarna André Sterk als visverwerker en vishandelaar weer voor zichzelf begon onder de naam ‘Sterk Trading’. Het huidige bedrijf ‘Sterk Seafood BV’ dat gespecialiseerd is in diepvries vis, heeft zich uiteindelijk ontwikkeld uit deze herstart en wordt op dit moment geleid door zoons van André en Dowine. Hun jongste zoon Laurens is in 2019 gestart met ‘Sterk Plant-Based Food’, het groene logo van Sterk, dat vlees- en visvervangers produceert.
André Sterk, geb. 1944
Dowine Sterk
Het 15 meter lange lemsteraakjacht ‘De Visotter’ van de fam. Sterk uit De Lemmer.
Reactie plaatsen
Reacties