Voorbeelden van ijzeren visaken uit Drachten, Joure, Echtenerbrug en IJlst
Visaak TD 2 uit Eernewoude
Bouw: Jan Oebeles van der Werff. Scheepswerf aan het Buitensvallaat te Drachten. Bouwcontract getekend op 6 december 1909
Ontwerp: Jan Oebeles van der Werff
Naam: ‘Neeltje’, naar de vrouw van Auke Veenstra
Opdrachtgever: Auke Veenstra, visser en handelaar te Eernewoud
Functie: visaak voor het binnenwater en in 1911 voor de Zuiderzee geregistreerd in de gemeente Tietjerksteradiel als TD 2
Afmetingen: Lengte 40 voet = 11.32 meter, Breedte 15.5 voet = 4.52 meter.
Geschiedenis:
De visaak die Auke Veenstra in 1909 liet bouwen in Drachten, viel op door z’n lengte van 40 voet. Normaal zijn visaken voor de binnenvisserij 23 – 32 voet, zo tussen de 6.50 en 9.20 meter lengte. Visaken van 40 voet werden gebouwd voor de visserij op zee. De Lemsteraken hadden meer zeeg, een smaller vlak en een iets wekere kim dan de ijzeren visaak die Van der Werff bouwde voor Veenstra. De Wieringeraken van Zwolsman waren veel lomper en zwaarder dan de visaakjes voor het Friese binnenwater. De ‘Neeltje’ was qua vorm een visaak voor het binnenwater, maar wel met een ongebruikelijke lengte.
In het ‘Werf(f)boek’ dat A. van der Werff in 2009 publiceerde is niet alleen de geschiedenis van de scheepsbouwersfamilie Van der Werff opgenomen, maar staan ook lijsten van gebouwde schepen. De werfboeken van scheepswerf ‘De Nijverheid’ aan het Buitenstvallaat worden bewaard in het Fries Scheepvaart Museum te Sneek. Onder nummer 52 is de “staalijzeren Visschersaak” opgenomen, die Jan Oebeles van der Werff in 1909 voor opdrachtgever Auke
Veenstra bouwde.
Uit: A. van der Werff: Werf(f)boek, Den Haag, 2009. p.16.
Langweerder Wielen, 1921. Arend Roelofs Toering op de TD 1. Voor de mast staat Roel Toering. (Foto: Arend Toering, kleinzoon van Arend Roelofs Toering. De afbeelding is ietsje uitvergroot van een ansichtkaart.)
Veenstra was zelf visser en handelaar. Op de 40-voets aak uit Drachten liet hij zijn zwager, Arend Roelofs Toering uit Eernewoude vissen op de Zuiderzee (visserijregistratie voor de Zuiderzee in 1911 voor Arend Toering: TD 2), terwijl hij zelf blijkbaar wel eens op de Zuiderzee viste met de kleinere aak die Arend Toering rond 1910 bij Auke van der Zee in Joure had laten bouwen (visserijregistratie gemeente 1911 voor Feenstra: TD 1). Auke Veenstra is geboren in Irnsum op 2 april 1876 en overleed in Drachten op 13 maart 1953. Hij trouwde in 1907 met Neeltje Toering, dochter van Keimpe Willems Toering en Jantje Roelofs Mast. De Eernewoudster visser Arend Roelofs Toering was een neef van Neeltje Toering. Voor Toering was De Lemmer de uitvalsbasis om ansjovis te vangen.
Visserijregistratie van Arend Toering bij de gemeente Tietjerksteradeel. In 1911 werd de Zuiderzee formeel een kustwater en moesten alle vissers zich opnieuw laten registreren. Dat jaar is Toering overigens niet met zijn aak op de Zuiderzee actief geweest. In 1919, na W.O. I, werd de aak uitgeschreven en is hij verkocht naar IJmuiden.
Toering deed zijn aak na de Eerste Wereldoorlog, in 1919, van de hand. Op zijn Visserijregistratie is vermeld dat hij zich op 6 mei als kustvisser in Tietjerksteradeel liet uitschrijven en dat de aak naar IJmuiden ging. Arend Toering bleef na 1919 binnenvisser in Eernewoude. Decennia later breken enige liefhebbers van ronde schepen zich het hoofd over de oorsprong van een fraai gelijnde ‘boeier’ die ontdekt is in een Engelse haven. Ze vinden later een naamplaat van jachtwerf wed.J. Boot uit Woubrugge, maar de voorgeschiedenis van deze ‘boeier’ blijft ongewis. Doordat er vooral gezocht werd naar ‘een boeier’, zag men blijkbaar niet dat de romp van het schip duidelijk die van een visaak voor het Friese binnenwater is. Wel werd de geschiedenis van dit schip vanaf omstreeks 1929 beter bekend. Na de vermoedelijke verbouwing tot boeierjacht in Woubrugge werd het schip via IJmuiden naar Frankrijk gebracht, met als thuishaven Honfleur, Normandië. Vijf jaren later, in 1934, werd de boeier verkocht aan D.G. Dowling in Engeland en geregistreerd in het Register of the Port of London onder nr. 163534. Uit dit Register blijkt de ‘boeier’ in de jaren die volgden nog tien andere eigenaren te krijgen. Het jacht lag aanvankelijk in de Thamesmonding, maar ook wel op de Solent en de River Hamble in Zuid Engeland. Na de oorlog woonde er zelfs een Canadees met zijn gezin op de ‘boeier’ en werd ermee langs de kust gezeild.
Engeland, 1937. De Miclou op de rivier Hamble. Blauw geverfd en met de nog originele zwaarden van een Friese visaak.
In 1978 troffen dus twee platbodemliefhebbers uit Friesland, Harry de Vries en diens zwager Rein van den Berg, het schip in zwaar verwaarloosde toestand aan in een haventje te Maldon (Essex). De Vries kocht de ‘boeier’ voor 1200 Engelse ponden. Het wrak haalden de mannen daarna met een viskotter op en sleepten het naast de kotter naar De Lemmer. Daar kwam de Miclou achter de mastenmakerij van Van der Neut op het droge te staan. Tijdens de tocht over de Noordzee kwam de Miclou steeds dieper te liggen. Ze lekte, zodat het een wonder is dat ze De Lemmer zonder ernstige problemen bereikt heeft. Samen begonnen De Vries en Van den Berg aan de restauratie van het schip. Rein van den Berg had aan de Polderdijk vlakbij Van der Neut de smederij van zijn vader overgenomen en was inmiddels actief in het scheepsreparatiewerk. Hij was ook betrokken bij de restauratie van de grote Lemsteraak ‘Rommerswael’ van Croles.
Tijdens de sloop van het wrak kwam het werfplaatje van scheepswerf Wed.J. Boot te Woubrugge tevoorschijn. Dat werd gezien als een concrete aanwijzing waar deze ‘boeier’ gebouwd was. De restauratie verliep volgens plan. Het geheel opgeknapte schip, waarbij de houten dekken en kajuit zijn vervangen door stalen, kreeg de naam ‘Dageraad’ (naar de naam van de jachtwerf van Wed. J. Boot) en werd in 1982 verkocht als ‘boeieraak’. Het schip werd vervolgens geëxploiteerd door ‘Master Charters’ op Colijnsplaat. Als charterschip werd de ‘Dageraad’ gepresenteerd als een uit de 19e eeuw stammende boeieraak, “een oudHollandse boeier”, waarmee men zorgeloos kon genieten op de Oosterschelde. In 1997 werd de ‘Dageraad’ verkocht aan Dick Sluis, advocaat te Amsterdam. Deze gaf zijn ‘boeieraak’ de naam ‘Miclou’ terug. Vele personen en instanties in binnen- en buitenland werden door deze nieuwe eigenaar aangeschreven met de vraag of zij misschien iets wisten over de geschiedenis van de ‘Miclou’. Dankzij dit jarenlange onderzoek werd haar geschiedenis vanaf ca. 1929 bekend, maar haar oorsprong bleef ongewis.
Hans Vandersmissen, maritiem publicist, reageerde op een artikel van D. Sluis over de Miclou in de Waterkampioen (WK, 2001-7, p. 14) Voor Vandersmissen kon er wat betreft de Miclou absoluut geen sprake zijn van een ‘oud-Hollandse boeier’. Het schip had veel te weinig zeeg. En hij vervolgde: “Voor een (Friese) boeier is het boeisel in de mooie kop echter te smal”. Wel deed het model hem denken aan een Lemsteraak. Hij stelde voor de Miclou een ‘Lemsterjacht’ te noemen, gezien de voorgeschiedenis van het schip als jacht. Dick Sluis ging verder op zoek in Friesland. Twaalf jaren later schrijft hij in een Hotmail: “Ik ben op het spoor gezet van werf Van der Werff, Buitenstvallaat, Drachten, door ene Simon van der Meulen die een schildersbedrijf in Warten (onder Leeuwarden) heeft. Deze – wat vreemde- man, met zelf een antieke aak, ook gebouwd bij Van der Werff, bekeek het klinkwerk van de Miclou aan de binnenkant van kop en kont en wist “voor 99.9% zeker” dat ook zij bij Van der Werff gebouwd is.” In 2012 verkocht Sluis de aak aan J.H. Freije en C.J. Koningsberger. Door het werfboek en bestek van de visaak uit het Fries Scheepvaart Museum werd duidelijk, dat de Miclou niet als boeier was gebouwd, maar van oorsprong een 40-voets visaak voor het Friese binnenwater is. Daarvan is er maar één gebouwd, in Drachten bij Van der Werff. De nieuwe eigenaren hebben de aak laten opknappen en het schip zijn eerste naam (‘Neeltje’) terug gegeven.
Drachten, 1909. Bestek van de visaak die Jan Oebeles van der Werff bouwde voor Auke Veenstra te Eernewoude. (FSM)
De toestand waarin Van den Berg en De Vries de Miclou in 1978 aantroffen in de Engelse haven Maldon (Essex). Het was een tijd dat jonge mensen niet terugschrokken voor een klus als deze.
De Lemmer, Harry de Vries met de haakse slijper aan het werk tijdens de restauratie van de ‘boeieraak’ Miclou. De aak is nu voorzien van stalen dekken en een stalen kajuit. De romp is gerestaureerd. Het met het boeisel ge ntegreerde zetboord is niet origineel en maakt de romp minder slank dan ze oorspronkelijk was. (Foto: Friesland Post)
De ‘Dageraad’ (ex-Miclou) na de restauratie als charterschip. Opmerkelijk is de stompe voor- en achterkant. Bij Friese visaken was dit wel een gebruikelijke vormgeving.
Amsterdam, 1998. De ‘boeieraak’ Miclou van D. Sluis c.s. op de helling bij Groenland. De aak valt op door een opmerkelijk fraai verloop van de zes (!) smalle gangen in de kop. “Van voren en achteren met smalle boegen en strokende naden”, schreef Van der Werff in het bestek. Zowel de vorm van de romp als de bouw ervan zijn kenmerkend voor een Friese visaak. Het enige dat anders is dan bij een dergelijke visaakje, is de lengte van 40 voet. Normaal is dit type visaak 7 8 meter lang. De grotere gingen tot 32 voet, ruim 9 meter. Met 40 voet, meer dan elf meter, is de Miclou een uitzondering. Bij mijn weten is er slechts eén visaak voor het binnenwater gebouwd van 40 voet en wel bij Van der Werff in Drachten. Lengte 11,32 meter, breedte 4.52 meter, wat breder is dan bij een Lemster visaak. (Foto: D. Sluis)
De Neeltje, in 2015 geheel gerestaureerd, in het jaar 2020 te koop bij Dirk Blom te Workum.
Drachten, 2009. Scheepswerf De Nijverheid van Haiko van der Werff met vooraan de visaak (32 voet) die in 1923 op het Buitenstvallaat is gebouwd voor Berend Stuiver uit Gorredijk. Deze visaak van 9.20 meter is door Simon van der Meulen geheel gerestaureerd. Zodoende was hij nauwkeurig op de hoogte van de aard van het klinkwerk van Jan Oebeles van der Werff en keek hij direct naar het klinkwerk van de Miclou. (Foto: Dirk Huizinga)
Drachten, 1924. Tekening van de visaak voor Berend Stuiver uit Gorredijk van Jan Oebeles van der Werff, Buitenstvallaat. (FSM)
Reactie plaatsen
Reacties