Delfstrahuister Kerk
De huidige Ned. Herv. kerk te Delfstrahuizen dateert uit 1908. Zoals bekend stond het vroegere kerkje op het kerkhof, gelegen aan het Tjeukemeer. Veel mensen hebben zich wel eens afgevraagd, hoe dat kerkje er uit gezien zou hebben. Het zou, wat ouderdom betreft, heel goed gefotografeerd kunnen zijn. Helaas, dat is nooit gebeurd .
Ook is er geen tekening van gemaakt door Stellingwerf. Deze Stellingwerf heeft rond de jaren 1720 een groot aantal tekeningen van kerken, oude (kerk) ruïnes en andere gebouwen gemaakt. Zoals bekend, heeft hij dat niet in Delfstrahuizen gedaan. Iemand, die dat gelukkig wel heeft gedaan, is de Amsterdammer Andries Schoemaker. In 1730 heeft hij vanaf de zuidkant het kerkje met klokkenstoel getekend. Hij was toen al 70 jaar. De tekening blinkt overigens niet uit door vakmanschap en nauwkeurigheid. In vergelijkbaar materiaal van Stellingwerf heeft Schoemaker er een potje van gemaakt en ook de bijgeschreven tekst laat aan duidelijkheid te wensen over.
De originele tekst, die we natuurlijk hebben vertaald: Delfstahuijsen een dorp in de Grietenije genaampt Schoterland in de Sevenwolden; is gelegen aan 't meer genaamd tyeuckemeer; en de broeresloot die syn water in dit meer ontfangt en in de tZjonger of Cuynre uytstoot de rijwegh na Heereveen loopt daar door de buurt vierhuysen lyt daar dicht bij maar aan de andere sijde van de sloot daar lyt noch een sloot genaampt pier karstenssloot welke de grietenije lemsterland en schoterland van een schyt.
Andries Schoemaker was eigenlijk ook geen schilder of tekenaar maar stond meer bekend als 'zonderlingen liefhebber, ijverigen en oudsten verzamelaar van 's Lands Historiepenningen, zo luiden de gegevens in deel 4 van het boek van G. van Loon, over Nederlandse Historiepenningen uit 1731. Van Loon vermeldt nog over Schoemaker, dat de "vele Penningen, Wapens en Kastelen voorkomen, door hem op eene schetsachtige wijze wetenschappelijk geteekend."
Dus Schoemaker is vermoedelijk meer verzamelaar dan tekenaar geweest. Er is ter ere van hem een zeer grote gedenkpenning geslagen. Hij werd op 9 oktober 1660 in Amsterdam geboren en is op 23 december 1735 daar ook overleden. De voorgaande gegevens zijn ontleend aan het boek van Christiaan Kramm. De levenswerken van Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters.
Tot zover enige gegevens over de man, die als enige het oude kerkje nog heeft vereeuwigd. Het is een kopie van de originele tekening, die zich in de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage bevindt.
Het kerkje van de tekening is vermoedelijk ook niet het eerste kerkje geweest. In 1408 komen we de naam Olde Delsterhuysen al tegen maar wanneer de eerste kerk hier is gesticht weten we niet. Tot de reformatie was het hier te lande uiteraard Katholiek. De laatste pastoor die in Delfstrahuizen heeft gestaan was dhr. Willem Karstiens. Dat was tot 1582 toen kerk en kerkelijke bezittingen en landerijen overgingen naar de Hervormde kerk. Dit hebben we af kunnen leiden uit gegevens van de inventarisatie van kerkelijke bezittingen, die werd gehouden op 6 maart 1580 door de Grietman van Schoterland Jacob Tijebbes. Die inventarisatie vond plaats op last van Gedeputeerde Staten van Friesland, die op 27 februari van dat jaar daartoe een' ordinancie' hadden uitgevaardigd. De Grietman had er dus geen gras over laten groeien en trok met zijn secretaris al na een week na die uitvaardiging van het ene dorp van zijn Grietenij naar het andere, te beginnen in Delfstrahuizen.
In de kerk op de pastorie werden met de pastoor Willem Karstiens, de dorpsrechter Marck Piers en de kerkvoogd Jacob Gatthiens de "kercke ende geestelijcke goederen beijde mobile en imrnobile, linnen, clenodien ende allen anderen tot die kercke ende leenen behoerende", vastgesteld. Hierna volgen een paar beschrijvingen van enige percelen land en de ligging daarvan. Een stuk land van 36 dagmaat aan de oostkant van Karste Piers zoon zijn landen (landerijen) strekkende uit het meer, doorgaand tot in de Cuijnder (Tjonger), met "sijn begraevinge ende bepalinge", Zouden we hier uit af kunnen leiden, dat de Pier Christiaanvaart in 1580 al gegraven is? De zoon van Karste Piers zou heel goed Pier Karstens (Pier Christiaan) kunnen zijn geweest. Het lijkt aannemelijk.
Alvorens we verder gaan, zullen we eerst het begrip 'dagmaat' verduidelijken. Een dagmaat is de oppervlakte, die gemiddeld door 1 man in 1 dag met de zeis kon worden gemaaid. Dat was ca. 1,5 pondemaat en 3 pondematen is een bunder. Vermeldenswaardig is ook de "drie dachmadt ackeren achter die kerck daer de pastorije huys op staet streckende van de wech int meer."
Uitgaande van het gegeven, dat dit kerkje op dezelfde plaats stond, op het huidige kerkhof, kunnen we concluderen, dat de pastorie in de jaren rond 1580 op een perceel land stond, dat in de richting van het Tjeukemeer was gelegen. Later is door het oprukkende water van het meer dit gehele perceel weggeslagen en de pastorie is aan de andere kant van de weg gebouwd. Voorts worden er nog een aantal percelen weiland aangegeven, die minder interessant zijn. Er is nog wel sprake van "tijmmerage van het clockhuys, daer van sjaers toe huere compt twee philips guldens." Ook blijkt, "datter geen ornamenten van sijlverwarck, clenodie ofte anderssins in de kercke waeren."
Dus ondanks het feit, dat het in 1580 nog een katholieke kerk was, die toch doorgaans een rijkere inrichting heeft dan de protestantse, blijkt dat de pastorie, afgezien van wat landerijen, niet rijk moet zijn geweest. Ook had de parochie van Rohel nogal wat bezittingen in Delfstrahuizen. Zo is er sprake van een perceel land op de Broessloets wall dus gelegen aan de Broeresloot, de Vierhuistervaart. Er komen meer bezittingen voor in deze streken. Dat is wel verklaarbaar, want de Broeresloot was kort voor 1580 gegraven. Hij doorsneed dus landerijen, die voordien bij elkaar hoorden.
Ook komen we veelvuldig de naam Santhuysen tegen. Een naam, die in onze jaren nog steeds onder de naam Zandhuister veld bestaat. Het is een groot perceel weiland, gelegen achter de boerderij Marwei 126 van de fam. Kl. Snijder te Delfstrahuizen. Wat de naam Santhuysen betreft, valt er te denken aan een hele kleine buurtschap, mogelijk ontstaan in de nabijheid van de plaats, waar de weg tussen Delfstrahuizen en Heerenveen en de pas gegraven Broeresloot elkaar kruisten. Wellicht gebouwd op een zandrug, die in deze omgeving nog steeds aanwijsbaar is. De parochie van Rotsterhaule bezat ook enige landerijen in het gebied van Delfstrahuizen en zelfs in het Echter Velt en op de Schoter Uitterdijken. Nu moeten we ons de "ackeren" uit deze periode wel anders voorstellen dan de huidige landerijen. De percelen waren klein en omzoomd door rietlanden, geboomte en struikgewas.
Naar aanleiding van deze beschrijving van de kerkelijke bezittingen is het landschap nogal aan de orde geweest en i.v.b. daarmee het Zandhuister Veld. Vermeldenswaard is ook het stuk land, dat daar in Zuidelijke richting tegenaan ligt, nl. de 'Kattendans'. S.J. V.d. Molen vertelt hierover in zijn 'Frysk Segeboek' het volgende: "dizze namme bewarret sûnder mis it oantinken oan fleurige tsjoenstergearkomsten."
We willen het hierbij, wat deze vroege periode betreft, laten. Alleen nog, dat de Delfstrahuister pastoor Willem Karstiens n.a.v. de hervorming in ballingschap is gegaan.
Door landafslag langs het meer werden, met name in de vorige eeuw diverse boerderijen aan de westkant van de huidige Marwei afgebroken en aan de veilige kant, de Oostkant weer herbouwd. Zo werd er rond 1850 ook een nieuwe pastorie gebouwd, tegenover de ingang van het huidige kerkhof. Hierbij een foto van de pastorie uit de jaren '20. Mijnheer Te Loo was toen de godsdienstonderwijzer en zijn vrouw en hij staan voor de woning. De vrouw links is onbekend.
De prachtig uitgewerkte dakkapel is een sieraad, evenals het bruggetje op de voorgrond. Tot 1954 heeft deze woning als pastorie gefungeerd. Toen heeft de predikant Ds. Miedema met zijn gezin de nieuwe pastorie betrokken, die tegenover de kerk was gelegen. De oude pastorie is verkocht en wordt tegenwoordig bewoond door de fam. Novica. Links op de foto nog een deel van de boerderij van de fam. H. Pen sr.
Een foto van het interieur van de kerk. Alleen de preekstoel en het orgel bestaan nog in deze vorm, want de oude banken het hekwerk met deur zijn in 1963 vervangen door nieuwe banken. Ook het interieur werd gemoderniseerd, wat het authentieke karakter overigens niet ten goede kwam. De dubbele deuren rechts achterin werden betimmerd met mahonie triplex en de oude tekstborden werden vervangen door moderne exemplaren. De nieuwe banken, doopvont, knielbankje en avondmaalstafel werden door de fa. Schuitmaker te Echtenerbrug geleverd. De modernisering werd ook door medewerkers van dezelfde firma verzorgd. In het laatst van de tachtiger jaren zijn een aantal veranderingen weer in oude staat gebracht en zijn de originele tekstborden ook weer opgedoken en opgehangen. Overigens niet op hun oude plaats.
Hier een kijkje in de kerk vanaf de kreake, de galerij. Op de preekstoel mijnheer Te Loo, staande voor een lege kerk, om voor het nageslacht vereeuwigd te worden. Daar is hij dan ook goed in geslaagd. Mijnheer Te Loo is hier van 1914 tot 1931 godsdienstonderwijzer geweest. De foto's zijn afkomstig uit het familiearchief van dhr. S. Kok te Leeuwarden.
We sluiten dit stukje over de kerk af met het plaatsen van een foto uit de vijftiger jaren. Het is nog voor de vernieuwing van de Delfstrahuister weg, die in 1962 plaatsvond. Hier ligt de sloot nog voor de kerk, met het oprijpad met het fraaie smeedijzeren hekwerk.
Verantwoording: In de beschrijving van de gegevens rond 1580 zijn gegevens verwerkt uit het boek 'Administratieve en Fiskale boarnen oangeande Fryslän yn de ier-moderne tiid", uitgegeven door P.L.G. van der Meer, J.A. Mol en P. Nieuwland, dat is uitgegeven bij de Fryske Akademy te Leeuwarden.
Reactie plaatsen
Reacties