Zondagsschool Echten

Deze pagina bevat meerdere delen, waaronder:

  • Groentewinkel Hulzinga
  • De IJsvereniging "De Eendracht"

Een aantal keren hebben we, na het verschijnen van het eerste boek, het verzoek gekregen om foto's te plaatsen van wat recentere datum. Omdat het verenigingsleven van vroeger in deze uitgave wat meer aan de orde komt, plaatsen wij 2 foto's van de zondagsschoolvereniging van de Ned. Herv. Kerk te Echten. Ze zijn gemaakt in 1953. De leiding was in handen van Berend Bakker, zijn vrouw Ynskje Bakker-Wind en Sjouke Roukema. In januari 1947 volgde Berend Bakker Jan Bron op, die naar Lemmer was verhuisd. Bakker is 23 jaar zondagsschoolleider geweest. Wij geven U uiteraard de namen van de kinderen. Dit zijn mooie foto's om eens uit te pluizen, wie er op staan, vooral voor mensen van onze generatie uit de oorlog en vlak er na.

1 Mevr. Y.Bakker- Wind, 2 Aaltje Slump, 3 ??, 4 Tine Veldman, 5 Jan(t)je Verhoeff, 6 Corry Bakker, 7 Sjouke Roukema, 8 Geesje Seefat, 9 Ruurtje de Witte, 10 Jan de Vlas, 11 Ronald Ketting Olivier, 12 ??, 13 Albert Stuiver, 14 Berend Bakker, 15 ?, 16 Aaltje Dam, 17 Jan Kroes, 18 Froukje Wiarda, 19 Marietje Kelderhuis, 20 ??, 21 Thijsje Bakker, 22 ??, 23 ??, 24 ??, 25 Sint Oosterhof, 26 ??, 27 Dirk Gadsonides, 28 ??, 29 ??, 30 Berend de Weerd, 31 Nanne de Haan, 32 ??, 33 ??, 34 Jacob Pen, 35 Roelie de Jong, 36 Jannie Dam, 37 ??, 38 ? de Jong.

1 Mevr. Y. Bakker-Wind, 2 Betje Gadsonides, 3 ??, 4 Renskje de Haan, 5 Pietje Heida, 6 Wiegertje de Jong, 7 ??, 8 Sjouke Roukema., 9 Grietje Bakker, 10 Hinke van der Molen, 11 Margje Ruiter, 12 Hieke Jansma, 13 ??, 14 ?, 15 Berend Bakker, 16 Tine Muurling, 17 Meintje de Jong, 18 Mepie Ketting Olivier, 19 Sietske Gadsonides, 20 Jannie Veldman, 21 Wimmie de Weerd, 22 Antje de Haan, 23 ??, 24 ??, 25 Henk Buis, 26 ??, 27 Tiede Koopman, 28 ??, 29 Wiebren Bourgonje, 30 Frederika Slump, 31 Dienie Oosterhof, 32 Renske de Jong, 33 Fimmie de Witte, 34 Brenda Ketting Olivier, 35 Antje de Weerd, 36 ??, 37 Pieter H. Dam, 38 Jan Diever, 39 Pieter G.Dam, 40 Oene H. Dam, 41 Sint Oosterhof, 42 Riekele de Jong

GROENTEWINKEL HULZINGA

Een foto van Beene Hulzinga voor de groentewinkel van zijn ouders Pieter en Jente Hulzinga aan de tegenwoordige Marwei 12, waar nu de fam. B. Baanstra een snackbar heeft. Het pand dateert uit de vorige eeuw. Van de eerste bewoners weten we niets, maar vanaf plm. 1890 tot 1910 woonden er twee zusters in, die er een winkel in kruidenierswaren hadden.

In 1910 huurde Pieter Hulzinga het pand, in eigendom bij de Ned. Herv. kerk en begon er zijn groenten en fruitwinkel. Zoon Beene en later de andere kinderen hielpen mee in het bedrijf, want in de wijde omgeving werden de producten uitgevent. De foto is in 1924 gemaakt en de advertentie dateert ook uit dat jaar. 

Tegenwoordig maken vrijwel alle supermarkten deel uit van supermarktketens, maar dat kwam in de twintiger jaren ook al voor, want Pieter Hulzinga was aangesloten bij de inkoopmaatschappij ,Albino'. Naast groenten, fruit en aardappelen ging Hulzinga verder meer over op kruidenierswaren en levensmiddelen. Ook in Lemmer was een Albino filiaal en de advertentie geeft de verscheidenheid van producten aan, die verkocht werden.

Een foto uit rond 1930 met daarop v.l.n.r. Cornelia Koehoorn, de dochter van smid Joh. Koehoorn, die tegenover deze winkel woonde, dan Rens Hulzinga, Thijs de knecht, Kine Hulzinga en rechts Anna, de vrouw van Bene.

De 'wite garaazje' aan de Duimstraat, eigendom van de fam. Slump, is jarenlang verhuurd aan Pieter Hulzinga. Zo hield o.a. de vrouwenvereniging er voor de oorlog bazar in. Maar Hulzinga had naast opslag van zijn producten er ook wel een fietsenstalling in.

Het echtpaar Jente en Pieter Hulzinga achter hun groentezaak. De foto is nog vóór de oorlog gemaakt. Pieter is in 1946 op 65 jarige leeftijd overleden. Jente is daarna niet alleen met de winkel doorgegaan. Beene en de andere zoon Jaap, verzetten ook veel werk met o.a. de groentekar.

Bene en Jaap waren echte natuurmensen: vissen, jagen en ze waren uitstekende eierzoekers. In 1951 kwamen Jaap en Wieke, zijn vrouw met Janke en Pieter, hun kinderen, in het winkelpand te wonen. In 1955 nam de andere plaatselijke groenteboer Kerst Poorte de groentewinkel van fam. Jaap Hulzinga over. Zij hadden daarvoor hun groenten- en fruitzaak aan het Hellingpad en dat pand werd aan Egbert v.d. Molen verkocht en hij betrok het als woning.

De fam. K. Poorte heeft hier tot 1980 te groentezaak gehad. De zaak werd verkocht aan Ko Trouwborst, die er met Akkie Vaders, zijn vrouw, een snackbar in begon en in 1986 namen de huidige bewoners de fam. Baanstra, het snackbedrijf over.

DE IJSVERENIGING "DE EENDRACHT"

Een zevental meisjes uit Echten en Echtenerbrug op de ijsbaan aan de Hoofdweg te Echten. Op de achtergrond de boerderij van S. Bakker. De namen van de meisjes zijn v.l.n.r.: Lies Kerkstra, Geertje Bootsma, Cornelia Koehoorn, Pietje Bakker, Lamkje of Anna Herder, Lummigje Slump en Trijntje Brouwer. De foto is van 1928.

Deze baan was in gebruik bij de vereniging "de Eendracht". Deze had de baan gratis in gebruik van de eigenaar, de vervener Cornelis Vaartjes. Vaartjes bezat in de vorige eeuw alle landerijen die tegenwoordig de veehouderijen van Leffertsma, Hagen en S. Bakker omvatten.

Begin jaren dertig werd het Waterschap "de Lemstersluis" eigenaar. Ook van de rietkraag, waarop de ijsbaan was gelegen. De rietkraag was 1°ha. groot. Over de ijsclub zullen we u wat meer vertellen. De vereniging is op 28 december 1895 ten huize van de kastelein R. Moedt te Echten opgericht. Moedt had zijn café op de plaats waar nu de fam. J.M. de Heer woont. Op zaterdag 4 januari 1896 vond er een algemene vergadering plaats ten huize van de kastelein Y.de Boer (later café Seefat) ook te Echten 2e Brug.

Uit oude geschriften blijkt, dat de vergaderingen van de directie, zoals het bestuur werd genoemd, en de algemene vergaderingen eerlijk werden verdeeld tussen de beide cafés. Pas later, in de twintiger jaren werden de cafés van Muurling, later Sloothaak en Gadsonides te Echtenerbrug er bij betrokken. Het liep bepaald nog geen storm op de eerste vergadering, want er waren slechts 15 aanwezigen. Uit deze aanwezigen werd een bestuur gekozen met de volgende samenstelling:

  • A. Hubenet, voorzitter
  • J. Bunt, secretaris
  • A. Huisman, penningmeester
  • J. Jager, vice-voorzitter
  • J. Akkerman, vice-secretaris
  • H.P. v. Eyck, dir. lid
  • H. Schippers, dir. lid
  • A.A. Koopman, dir.lid
  • W. Geertsrna, dir. lid

Met deze samenstelling heeft dit bestuur maar 1 jaar gefunctioneerd, want Geertsma werd op 14 november 1986 opgevolgd door A. Ruiter. In 1897 veranderde het bestuur alweer en komen we de namen P. Hesschoe, beurtschipper te Echtenerbrug en Jacob Hulzinga, paardenhandelaar te Echten, tegen. Latere' directiewijzigingen ' zullen we niet meer behandelen.

Tijdens de oprichtingsvergadering wordt er een reglement vastgesteld. We hebben daar helaas geen gegevens van. Op voorstel van J. Jager wordt er een renteloze lening uitgeschreven in aandelen ter grootte van één gulden, die werd afgelost bij loting. De vereniging moest startkapitaal hebben en er kwam f 52,- binnen. Dat bleek al gauw te weinig te zijn, want op 29 oktober 1898 gaven 10 leden een voorschot van f 100,- met een jaarlijkse rente van 4%. In 1904 was deze lening afgelost, dus financieel zat het wel goed.

Op de ledenlijst van de beginjaren kwamen meer dan 70 namen voor en daar kwamen natuurlijk ook contributiegelden vandaan, per persoon f 1,-. Een voorstel van J. Akkerman om een prijs van f 40,- en een premie van f 10,- te verrijden bij de "eerste ijsgelegenheid" werd met 11 stemmen vóór en 4 stemmen tegen aangenomen. Een flinke aderlating, maar men moest wel met andere verenigingen concurreren. Ook werd een voorstel van R. Moedt, de zoon van café- en logementhouder Roelof Moedt, aangenomen om het bestuur te machtigen muziek te nemen tot een bedrag van ten hoogste f 25,-. In de winter van 1899 werd dit bedrag verhoogd tot f 30,-. Deze muziek werd gedeeltelijk verzorgd door het muziekkorps Excelsior te Echten, dat daar f 18,- voor ontving. Tot zover iets over de eerste algemene vergadering.

Langzamerhand werden er meerdere dingen aangeschaft en geregeld, die noodzakelijk zijn voor een vereniging. Zo werd op 6 november 1897 een 'presidentshamer' aangeboden door H. v. Eyck en in oktober 1898 stelde het bestuur voor, om f 100,- te lenen voor een directiekeet. Men had deze zaak waarschijnlijk wat te goedkoop ingeschat, want er kon geen dak op. Pas in de vergadering op 11 nov. 1899 werd met 9 stemmen vóór en 7 stemmen tegen een voorstel van de directie aangenomen, om een dak op de keet te plaatsen.

Op het gebied van de "ijsvermaken" was de vereniging zeer actief. Allerlei hardrijderijen werden er in diverse varianten gehouden. Zoals hardrijden voor manspersonen, die nog geen prijs hadden gewonnen, jeugd tot 18 jaar, mannen of vrouwen zonder uitzondering, rijderij voor de leden van de ijsclub in 2 klassen en andere soorten hardrijderijen. De inschrijving voor wedstrijden en de prijsuitreiking werden door het bestuur eerlijk verdeeld over de beide plaatselijke café's. Naar aanleiding hiervan vermelden we hier nog een wat dorstig aandoend voorstel van J. Hulzinga, nl. dat het bestuur het recht krijgt, om bij "elke prijsuitdeeling 5 flesch wijn te drinken voor rekening der club." Het voorstel werd tijdens de vergadering op 12 januari 1901 met algemene stemmen aangenomen.

Toch was de financiële toestand dermate slecht, dat het uitloten van aandelen moest worden uitgesteld.

De inkomsten in 1901 bedroegen 
De uitgaven waren
Zodat het batig saldo

f 281,571/2
f 279,811/2
f 1,76 bedroeg

Zelfs het aanschaffen van vlaggen bij de baan was al een probleem, maar de vlaggen van de zustervereniging "de Harmonie" uit Oosterzee konden worden gebruikt. Die vereniging bestond al veel langer. Deze was in 1869 opgericht.

Een jaar later, 1902, ging het de ijsclub wat meer voor de wind en was er een batig saldo van f 124,331/2 en tijdens de vergadering op 15 november gaf H. v. Eyck een bedrag van f 10,- voor het kopen van vlaggen. Dat bleek veel te weinig want in 1904 moest er nog geld voor vlaggen worden geleend. Een steeds weer terugkerend punt tijdens de vergaderingen was het regelen van de muziek tijdens de wedstrijden. Ook het periodieke aftreden van bestuursleden, vaststelling van rijderijen, de hoogte van de contributie, kaartjesverkoop bij de keet en benoemen van keurmeester, baanwachters en de bode, stonden altijd op de agenda.

De bode van de ijsvereniging was iemand die de contributie ophaalde, de kaartjes aan het loket verkocht en de uitnodigingen voor vergaderingen rond bracht. Het was een betaalde functie, want zo werd Koendert de Boer in 1924 tot bode benoemd en ontving daarvoor het bedrag van acht gulden. Het hield wel in, dat hij altijd op de baan aanwezig diende te zijn. In 1907 kwam Hendrik van Eyck met een voorstel om de baan te verplaatsen naar het Tjeukemeer of naar het 'buitenland'. Van Eyck zal vermoedelijk wel bûtlân hebben bedoeld. Het voorstel werd maar net verworpen, met 12 stemmen tegen en 11 voor.

Er werd een enkele keer wel eens op de Tweedebrugster vaart gereden. Zo werd er op 12 februari 1907 een hardrijderij tussen de brug en de sluis gehouden. Bij het vaststellen van de rijderijen zijn we tot in het begin van de twintiger jaren, de zgn. spekrijderij nog niet tegengekomen. Toch diende dhr. J.J.de Jong op de vergadering op 25 nov. 1916 al een voorstel in tot het laten verrijden van een vet varken onder de arbeiders. We laten de secretaris dhr. Kiestra even aan het woord. "Dit vreemdsoortige voorstel wekt algemeene hilaritiet en brengt veler tongen en hoofden en harten enz. enz. in beweging. Hoewel een flinke brok van een doode krulstaart zeker door niemand is te versmaden, is men toch algemeen van gevoelen, dat een hardrijderij toch eigenlijk niet de gewenschte manier is, om daarvan in het bezit te geraken. Men oppert de gedachte: dat 't eigenlijk beleedigend zou zijn voor den arbeider die zich daarvoor aanmeldde; dat de animo van 'rijders' en 'kijkers' waarschijnlijk niet groot zou zijn."

De voorzitter ontraadde het voorstel ook omdat 't niet aangaat, zoo in eens een bedrag van honderd gulden te laten verrijden. Het voorstel haalde het dus niet. Op 28 nov. 1922 kwam Ubo Bijstra weer met een dergelijk voorstel. Ook dit haalde het niet. Maar in 1925 begon de mening over spekrijderijen duidelijk te veranderen, want het directielid Sj. de Vries stelde tijdens de vergadering op 21 dec. 1925 voor, om een rijderij te houden onder de arbeiders die lid zijn van de vereeniging; prijzen spek. Het voorstel werd aangenomen.

's Zomers moest de baan ook goed worden onderhouden. De baan bestond gedeeltelijk uit een rietkraag maar er was ook grasland, dat gemaaid en gehooid moest worden. De leden konden dat per jaar aannemen door per briefjes er op in te schrijven. Dat er nogal wat verschil in de hoogte van het bedrag zat, bleek wel in 1928, toen de hoogste inschrijver f 50,- schreef en de laagste, Geert Gadsonides, het onderhoud wilde aannemen voor f 9,80.

Hier een uitnodiging voor de vergadering op 5 nov. 1931. Op deze agenda dus ook de aanbesteding van het maaien en hooien. Onder punt 8 een wat vreemd voorstel over de muziek op de baan. Dit werd sinds jaren verzorgd door de muziekvereniging van Rotstergaast. Het bestuur wil dus een aansluiting op de radiocentrale maar tijdens hier genoemde ledenvergadering gaf K. Visser, deskundige op het gebied van radio's de volgende mening: zulke muziek is voor een hardrijderij niet aan te bevelen. Ten tweede zegt spreker, zal er bij rijders en publiek weinig belangstelling bestaan, wanneer de radio naaien knipcursus demonstreert. De mening van Visser was goed overgekomen, want het bestuursvoorstel werd ingetrokken.

Andere activiteiten van de IJsclub zo rond de dertiger jaren.

Ook de cafés in Echtenerbrug werden bij de ijsvermaken betrokken, gezien de advertentie van begin 1928. De inschrijving vond plaats bij café Gadsonides aan het Hellingpad. Ook de bestuursvergaderingen vonden plaats in de cafés van Andries Sloothaak, later Egbert Muurling aan de Duimstraat en van Wed. Gadsonides. We geven hier voor de aardigheid ook de uitslagen van de voornoemde hardrijderij onder de leden van de ijsclub.

In 1932 vond er een aanbesteding plaats voor een nieuw te bouwen keet. Er werd besloten om de aanbesteding onder de leden van de vereniging te laten doen en de aannemers werd verplicht om de werkkrachten ook uit de leden te nemen.

Een en ander leverde een heftige discussie op. Zodanig heftig, dat voorzitter Sipke Hulzinga de voorzittershamer aan Pier Cuiper gaf. Maar het meningsverschil werd bijgelegd. De aanbesteding vond plaats en wij geven u hier de uitslag ervan, zoals die in de krant werd geplaatst.

Na de Duitse inval in mei 1940 gingen de activiteiten van de ijsclub gewoon door. Tijdens de vergadering op 3 nov. 1942 kwam R.M. de Jong met een voorstel om jongens, die in het buitenland werken, gratis op de baan te laten rijden, wanneer ze met verlof thuis zijn. Op dat moment had de "Arbeitseinsatz" zijn intrede al gedaan.

In 1943 werd er door het plotseling overlijden van Sipke Hulzinga een nieuwe voorzitter gekozen. Dat werd Pier Cuiper, later ook vele jaren voorzitter van de voetbalvereniging te Delfstrahuizen.

Tijdens de eerste algemene vergadering na de oorlog op 24 okt. 1945, stelde de voorzitter vast, dat de vereniging er met 170 leden goed voor stond. Ook merkte hij nog op, dat iedereen zich na het vertrek van de Sicherheitspolizei weer vrij kon bewegen.
Wellicht toepasselijk in dit deel over de ijsclub leek ons een gedicht uit begin jaren' 40 van de Bantegaaster dichter en boer Kees Jongsma.

In 1947 dienden er zich problemen aan over het verder huren van de baan. De baan werd sinds 1930 van het waterschap "de Lemster Sluis" gehuurd voor f 2,50 per jaar. De rietkraag, waarop de baan was gelegen, kwam langzamerhand ook in aanmerking voor landverbetering. Wanneer de baan 30 jaar in huur zou zijn geweest bij de ijsclub, zou de verjaringstijd ingaan. Daar had het Waterschap weinig mee op en wilde er wel af. In 1952 werd de fam. H. en P. Kerkstra eigenaar en het land werd met subsidie door de Werkverschaffing aangemaakt. Zo raakte de vereniging de baan kwijt en de directiekeet werd overgenomen door de Voetbalvereniging Delfstrahuizen.

Dat betekende nog niet het einde van "de Eendracht". Er waren verschillende opties. Het Tjeukemeer leende zich goed voor het houden van hardrijderijen en ook achter de school van Delfstrahuizen was daarvoor gelegenheid. Ook was er een mogelijkheid om samen te gaan met "de Harmonie" uit Oosterzee. en van de pleitbezorgers voor het voortbestaan was Piet van der Veen. Tijdens een vergadering in 1953 wees hij op het belang voor beide ijsclubs, om een gezamenlijke baan aan te leggen. Men kon dan rekenen op zo'n 400 leden. Uiteindelijk is het er niet van gekomen.

In 1955 had het bestuur besprekingen met de burgemeesters van Lemsterland en Haskerland over een aan te leggen ijsbaan en voetbalterrein bij Echtenerbrug op het land van Leffertsma aan de Hoofdweg te Echtenerbrug, toen nog in eigendom van H. Visser. Dat plan is ook niet levensvatbaar gebleken. Men kreeg te weinig steun bij de gemeente. In 1963 stelde Nuttert Kraak te Echten een stuk land beschikbaar en er werden berekeningen gemaakt van de kosten. Die bleken plm. f 8000,- te bedragen. Op een vergadering waren velen voor dit plan. Behalve G. Dam, raadslid voor de A.R. uit Echten. Hij kon zich niet met het plan verenigen en hij pleitte voor een baan die dichter bij Echtenerbrug moest liggen. Het betoog van Dam veroorzaakte tweespalt in de vergadering en men kwam niet tot een besluit.

In 1964 kwam er een bericht van de gemeente Lemsterland, dat een afwijzing inhield, omdat Lemmer eerder aan beurt bleek te zijn. Dat was het definitieve einde van de mogelijkheid voor een ijsbaan in Echten. De vereniging is overigens nooit officieel opgeheven en bestaat eigenlijk nog als "slapende vereniging."

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.