Oude Sluis, Lemmer |1|

|   1   |   2   |   3   |   4   |   5   |

Voormalige zee-keersluis, waar nu de naam Oude Sluis gedragen wordt.

Wat een prachtexemplaar, de Oude Sluis vóór 1885

In deze nauwe doorvaart tot na de brug, is de vroegere zeesluis geweest. Deze in steen opgebouwde sluis werd in 1658 gemaakt op de plaats van een eerdere houten sluis, en werd de Lemsterzijl genoemd. Reeds in 1411 was er sprake van een zijl, waardoor schepen konden varen, maar het bestaan ervan is zonder twijfel veel ouder. Het onderhoud van de sluis berustte vroeger bij de drie dorpen Eesterga, Follega en Lemmer. Dit heeft tot 1872 geduurd, toen de Provincie kans zag het complex in het waterschap "De Lemstersluis" onder te brengen. Omdat de lusten (tol) de lasten (onderhoud) ver overtroffen hebben de dorpen er maar moeilijk afstand van kunnen doen. In 1888 raakte de sluis buitengebruik, omdat er een nieuwe sluis was gebouwd inde monding van de vroegere buitenhaven. De oude sluiskolk is nog lang zichtbaar geweest, maar de bezetter heeft in de Tweede Wereldoorlog de doorgang verbreed, waardoor ook de laatste herinnering aan de Oude Sluis verdween. Alleen de doorkassen van het bovenhoofd zijn nog te zien. Vóór het pand Oudesluis 7 bevonden zich klippen waarin de sluisdeuren zich bevonden en van waaraf de deuren werden bediend. De klippen, onderling met elkaar verbonden door een muur, stakenruim een meter boven het straatniveau uit. De buiten-klippen, aan de zeezijde van de sluis, bevonden zich ter hoogte van het pand Oudesluis 1. De doorgang langs dit pand, van de Schulpen naar de Oudesluis bedroeg hier niet meer dan een meter. Boven op deze buitenklippen bevond zich een ophaalbrug. Deze werd in 1862 vervangen door een basculebrug, die buiten de klippen werd geplaatst op de vleugelmuren van de sluis. Deze nieuwe brug werd in de volksmond de "Blokjesbrug" genoemd. Ook de huidige brug, die weer verder naar het zuiden werd gelegd, wordt nog steeds zo genoemd. De gedenksteen in de sluiswand herinnert aan het herstel, uitgevoerd in 1838.

Bron: Stichting Oud Lemmer

De voorm. zee-keersluis (bij Oudesluis 2) werd in 1618 aangelegd en in 1838 verbeterd. Als zeewering heeft de sluis tot 1886 dienst gedaan, waarna deze een binnensluis werd.

De mannen maken de gedenkplaat bij de Blokjesbrug weer leesbaar.

1942 -Uit de oude sluis te Lemmer.

De oude sluis te Lemmer, die de Zijlroede verbindt met het IJsselmeer, is drooggelegd, uitgediept en bij de hoofden verbreed. Daarbij kwamen tal van Nederlandsche, Duitsche, Fransche, Belgische, Engelsche en zelfs Amerikaansche geldstukjes voor den dag, die door de passeerende schippers verloren werden bij het betalen van sluisgeld of het koopen van waren.

Daar deze sluis in 1799 geheel vernieuwd werd, dateert het merendeel der gevonden munten uit de vorige eeuw, tot 1877. Een enkele is bij uitzondering van 1912. Sedert den bouw van de meer buitenwaarts gelegen nieuwe sluis deed de oude weinig dienst meer.

Verder kwamen er talrijke, aardig geglazuurde zalfpotjes te voorschijn, eveneens uit de vorige eeuw, behalve een ouder type, grijs-wit, dat herinnert aan de vroeg Delftsche ceramiek.
Door bemiddeling van den hoofdingenieur ir. Volker zijn deze vondsten afgestaan aan het Friesch Museum. In dit verband moge herinnerd worden aan een der oudste christelijke beeldhouwwerken van het Friesch Museum. Een zerkfragment van rooden zandsteen met Christushoofd, omgeven door rankenornament Dit kunstwerk is in 1877 aangetroffen tusschen puin uit de sluis te Lemmer.

Dergelijk puin waarmede oudtijds de zeeweringen versterkt werden, was soms afkomstig van bij de Reformatie afgebroken kloosters. Vermoedelijk is hier bedoeld de nieuwe sluis, die omstreeks 1877 gebouwd werd.

Mr. P. C. J. A. Boeles

Christushoofd

Tekening van Siemen van der Wal: Omstreeks 1860, in ieder geval voor 1880: De brug links vormde de verbinding tussen de Kortestreek en de straat langs de sluis.

  • Tom Meijer: Murk Bouma, op weg naar een klusje zo te zien??
  • Froukje Zandstra: Aan beide zijkanten van Beljons viswinkel was vroeger een bakkerswinkel.
  • Nelly de Koe: Froukje Zandstra, Ja ook bakker de Koe, Piet zijn vader nog een tijdje daar een bakkers winkel
  • Froukje Zandstra: Nelly de Koe, Ja weet ik nog. Aan de andere kant was bakker Bouma. Die is later naar de Schulpen verhuisd.
  • Leeuwke Bootsma: Links van Beljon heeft later de fam. Zuur een manufacturenwinkel gehad.

Afdruk van Wim de Roos

De Blokjesbrug is geopend voor de Suup, dit was het Sneker bootje, dat vracht tussen Sneek en Lemmer vervoerde. De vracht werd in Lemmer overgeslagen in en uit de bootdienst Groningen-Lemmer-Amsterdam, met een pakhuis aan de binnenhaven. De latere Lemster vishandel van Jouke Bootsma. De Suup had een stoomfluit met een zeer herkenbaar geluid, die zich elke werkdag liet horen om de 'Blokjesbrug' geopend te krijgen.

De stoombeurtvaarder (Tieleman) tegen de wal van de Langestreek is de latere 'SS Coehoorn', die een beurtdienst op Bolsward uitvoerde en toen eigendom was van de gebroeders Coehoorn. Deze hadden een garagebedrijf aan de Nieuwedijk (later Weber) met tevens vrachtvervoer en een autobusdienst op Bolsward. Machinist was destijds Arnold Drent. Op zondag werd dan de ketel opgestookt om maandagochtend vroeg te kunnen vertrekken. Het gevolg was, dat wij -de familie Jager woonde op de Langestreek 4 -last hadden van de rookwolken en dus geen raam konden openen.

Het nog zichtbare pand is van de toenmalige ijzer en gereedschapshandel Koksma, in dit pand had Koksma een verkoopruimte voor steengoed zoals kopjes, bekers, en anderen artikelen, kortom 'diggelguod'. Het tweede niet helemaal zichtbare pand was de ijzerwaren en gereedschapswinkel van Koksma. Daar zwaaide de zuster van Koksma de scepter, zij, Griet Koksma, had een bewonderenswaardig grote kennis van maten en soorten bouten, schroeven, en spijkers, gereedschappen en dergelijke.

Achter het pand stond een pakhuis dat beheerd werd door de knecht Rein Platte. Er liep van dat pakhuis een smalspoor door de steeg tot aan het Dok. De aanvoer werd dan vanuit de beurtvaarders rechtstreeks op een lorrie gezet en naar het pakhuis gereden. Naast genoemd pand was oorspronkelijk een groentewinkel. Dit pand werd in 1921 door mijn ouders gekocht. Deze vestigden daar het eerste elektrotechnisch installatiebureau van Zuidelijk Friesland. Mijn broer Ulrik heeft dat voortgezet en later verhuurd zoals het nu is aan de Pays Bas. De kelderverdieping van het huis waar Coehoorn, woonde was in gebruik als aardappelopslag van van der Veen.

Er is ook nog een hoge paal zichtbaar. Deze diende voor de eerste telefoonlijnen vanaf het postkantoor, zo stonden er nog enkelen hoge palen, die staande mast verkeer toelieten. Naast het pand van Coehoorn, staat het eveneens monumentale pand van Gosse Wierda. Die had een grote brandstoffen handel waarvan het kantoor in het huidige aldaar gevestigde restaurant was. De opslag plaatsen van Wierda waren gevestigd naast het tramstation.

Aan de overkant van de oude sluis is links het pand van schoenmaker Euverman. In het lage deel met deur was de ouderwetse schoenmakerij waar ook echt schoenen gemaakt werden. Daarnaast was de woning, het pand daar weer naast was van vishandel en viswinkel Bosma. Daarnaast hadden de familie Hölscher een textielwinkel. Brugwachter Wouter Kingma, had de woning naast Hölscher.

Links het pand van schoenmaker Euverman

Foto van Tjeerd de Vries: Dit is de plek waar mijn vader Henk Bosma (Hendrik bittertje ) is geboren, zijn moeder Clara Bot had hier een viswinkeltje. Mijn opa Durk Bosma had een viswinkel op Turfland no 32. Heerlijke gerookte paling werd daar verkocht.

Durk Bosma

Sindsdien is er erg veel veranderd en verdween de oude situatie rond de belangrijke kern Oudesluis, met winkels die graag de klandizie hadden van langsvarende schippers. Direct na de bezetting in 1940 werd de Oudesluis door de bezetter vernield door deze tot een lelijk recht stukje kanaal te maken. Het mooie intieme van de sluiskolk met hoofde en deuren voor eb en vloed zijn toen bijna helemaal verdwenen.

Dit is nog een vooroorlogse opname, dat is te zien aan de versmalling van het water op de plaats waar de sluisdeur zat. De winkel in rookwaren, de beide bakkerijen, de rijwielhandel en de brandstofhandel, hebben plaats gemaakt voor bedrijven die meer bij de tegenwoordige tijd passen. Op het linkerpand zien we de naam Propsma. Daar had Jurjen Propsma, een winkel in rookartikelen en een kantoor voor scheepsbevrachting. Hij is jong overleden en zijn weduwe Pietje Propsma-Zeilstra, heeft nog jarenlang de zaak voortgezet.

Daarnaast de bakkerij van Oldendorp. Deze is heel lang zelfstandig gebleven, maar in het laatst van de oorlog kregen de bakkers zo weinig brandstof toegewezen, dat er besloten werd om ook voor de vier niet aangesloten bedrijven, in de Centrale Bakkerij te bakken. Bij het volgende pand hangt een uithangbord over rijwielen. Dat was een eerdere handel van Anton Beljon, de vader van Henny en Age.

Op deze foto zien we de oude toestand op de plaats van De Helling, De latere ULO school met gymnastieklokaal is hier nog in gebruik als lagere school( de kaart is in 1909 verzonden) De oude muziektent staat nog aan de wal. Links van de school is een deel van de smederij van Van Putten te zien, rechts de woning van de familie Visser. In het Dok is een klein stukje van een schip te zien dat met turf geladen lijkt te zijn. Dan ligt er een aak voor de wal en verder naar links een binnenschip. Het zou nog zo'n halve eeuw duren voordat de pleziervaart hier zou overheersen.

De bebouwing aan de rechterzijde van de Oude Sluis bestaat uit: Geheel rechts de bakkerij van de familie van Loen, daarnaast de slagerij van Wiersma, de manufacturenzaak van Holscher, met daar tussen de woning van brugwachter (later havenmeester) Wouter Kingma, vervolgens de viswinkel van Steven Bosma en de winkel van schoenmaker Sander Euverman. De bomenrij, hier nog volop in blad, werd in later jaren gerooid ten behoeve van het verkeer.

Oude Sluis 1920, aan de Kortestreek op de achtergrond: gymnastieklokaal met o.l school (later U.L.O.), woning aannemer Visser, woning Dolstra (later arbeidsbureau en Gorter). winkel A. Bosma (later Jamin en restaurant), gebouw van de Waterschap "De zeven grietenijen en de stad Sloten", kruidenierswinkel van Joh. Zwart, niet zichtbaar kapper van der Horst en boekhandel W.A.F. Koopman. De bomen rechts op de kaart zijn reeds lang verdwenen.

De Oude Sluis. Een foto van rond de eeuwwisseling, de Oude Sluis dankt zijn naam aan de zeesluis, die hier vroeger dienst deed. Links zien we de bakkerij van Oldendorp, daarnaast de rijwiel en kachelzaak van Anton Beljon, vervolgens de bakkerij van, van der Geest en tot slot de brandstofhandel van Gosse Wierda. Het grote gebouw op de achtergrond is de Openbare ULO school, annex gymnastiek lokaal. Vermoedelijk ter bescherming van de kademuren, liggen langs de kant houten vlotten in de oude sluis.

|   1   |   2   |   3   |   4   |   5   |