Vissersburen
Deze buurt werd al vóór 1800 zo genoemd en het zal duidelijk zijn dat zich hier meest de vissers ophielden. Tot 1957 liep hier het vaarwater De Rien, dat Lemmer met het Tjeukemeer verbond. Met name in de 19e eeuw toen Lemmer als vissersplaats in opkomst kwam, werden er talrijke kleine één-kamerwoninkjes langs het water opgericht, op plaatsen die tot dan onbebouwd waren.
Na de Tweede Wereldoorlog werd tot de demping van de Rien besloten, om een betere verbinding met de toen nieuwe Noordoostpolder te realiseren. Het is met name dit gebied waar Lemmer veel dorps-schoon heeft moeten prijs geven. Ooit werd de Vissersburen tot één van de mooiste dorpsgezichten van Friesland gerekend. Enkele panden aan de noordzijde herinneren nog aan vroeger tijden. De zuidzijde bezit echter geen enkel vooroorlogs bouwwerk meer.
Bron: Monumentenwandeling
De Bewoners van de Vissersburen in het jaar 1928. Van oudsher kende de gemeente, behoudens enige uitzonderingen, geen officiële straatnamen.
Vroeger werden de huizen aangeduid met een letter ( G=Vissersburen en Nieuwburen; H=Achterom) en een huisnummer. Wanneer precies de straten officieel een naam hebben gekregen? waarschijnlijk rond 1933.
G 31
G 33
G 33
G 34
G 35
G 36
G 38
G 46
G 49
G 50
G 51
G 52
G 53
G 56
G 57
G 58
G 62
G 63
G 64
G 65
G 66
G 67
G 69
G 70
G 75
G 76
G 77
G 78
G 79
G 80
G 81
G 82
G 86a
G 87
G. A., A.D.M. en G. J. A. Visser – likeurstokers
G. Tromp-matroos
Abe Verbeek – schilder. Was tweelingbroer van
Wiebe Verbeek – ook schilder
A. Kuperus – oud-schilder
Jelte Dijkstra – schoenmaker(-winkel)
Pieter Koopmans - bakker. Was broer van Jan Koopmans, die op de Schans woonde
G. v.d. Laan – Kruidenier
K.C. v.d. Wolf – timmerman
J.C. Gaastra – postbode
S. Kooistra - visser
H.M. de Blauw – armmeester
H.H. Visser – aannemer
G. de Blaauw – visser
H. Waterborg – zonder beroep
Tj. Kingma – visser
M.M. Rottne – loods
K. Eilers – zonder beroep
A. Huitema – zonder beroep
J. Visser – winkelier
R. Kingma – visser
J. v.d. Zande – werkman
S.H. Blinksma – loods
H.R. Brandenburg – houtwerker
E. Scheepstra – loods
H. en P, Frankema – timmerlieden
G. Visser – winkelier
J. Steensma – aannemer
Willem Dam – zeilmaker
W. Schokker – best. NTM
H. Kooy – smid
Tj. van Brug – kruidenier
C.G.A. Raadt – verpleegster
A. Zeilstra – reiziger
1956
Dorpsbeeld van Lemmer wordt gewijzigd.
Lemmer staat voor grote veranderingen. De plannen liggen gereed voor een grootscheepse oplossing van het onontwarbare verkeersprobleem, waarin de plaats is terechtgekomen, toen de Noordoostpolder een feit werd. Te lang al heeft de onmogelijke situatie in het centrum geduurd, waarbij de bussen, die voor de verbinding met de buitenwereld zorgen, op twee verschillende plaatsen gestationeerd moeten staan, door een vaarwater gescheiden. Nu eindelijk gekozen is voor een verbinding met de polder om Lemmer heen, moet ook het hart van de plaats zich daarop instellen.
Welnu: binnenkort komt een voorstel in de raad om te besluiten tot en de financiële consequenties te aanvaarden van het volgende project: dempen van de Vissersburen, die de Lemster Rien verbindt met de Zijlroede;
-Verwijderen van de bestaande spuisluis tussen Rien en Vissershaven en bouw van een 50 meter lange en 9 meter brede schutsluis;
-Aanleg van een rond de Vissershaven gelegen industrieterrein;
-Demping van gedeelten van de Rien en van de tegenwoordige woonschepenligplaats en overbrenging van deze schepen naar een te maken haven in de afgesloten Rien;
-Aansluiting van het tracé door Lemmer op de nieuwe Rijksweg Joure-Noordoostpolder, waarvan voorlopig alleen de rondweg, welke de bestaande Rijksweg Lemmer- Sneek zal verbinden met de N.0.P., wordt uitgevoerd (in de toekomst is het de bedoeling Rijksweg 38 naar Joure aan te leggen op de gedeeltelijk gedempte — versmalde — Lemster Rien).
Voor- en nadelen.
Ziehier een even koen als omvangrijk project, dat verder voorziet in het scheppen van een plein (Markt) vóór het gemeentehuis met parkeerruimte voor bussen en auto's, het aanleggen van parkeerplaatsen voor 20 auto's halverwege de gedempte Vissersburen, het overbrengen van de Truitjezijlsbrug naar de nieuwe schutsluis.
Dit plan heeft het voordeel, dat geen landbouwgronden worden versneden, dat de traverse door Lemmer met één slag „uit de knoop" raakt en dat het mogelijk zal zijn de verkeersverbindingen (ook wat de bussen betreft) belangrijk te verbeteren.
Natuurlijk zijn er ook nadelen: een deel van de scheepvaart naar het Tjeukemeer wordt afgesneden, waar tegenover staat, dat via Zijlroede, Brekken en Follegasloot deze verbinding toch mogelijk is, al betekent dit een omweg van vier kilometer; bedrijven als de Scheepswerf en de NV Stoomhoutzagerij waren tot nu toe van twee kanten te water bereikbaar, waarvan nu een vervalt; het aanlicht van het betreffende deel van Lemmer zal een ernstig esthetisch verlies lijden door het dempen van het aardige vaartje (oude Rien) door de Vissersburen.'
Afdruk van Gerrit Rottiné
1927: De Rien nog open en de oude bebouwing langs de Weverswal nog intact. Geen pronkstukken wat er stond maar toch wel karakteristiek. Van alles wat hier afgebeeld is staat alleen de Katholieke kerk nog overeind. Op de rechterkant zien we wasgoed hangen. Dat is van de familie Sterk die woonden in een huis dat daar een beetje achteraf stond. Daarna volgt een vroegere boerderij. Die was in gebruik bij de firma W. en H. Visser die er het materiaal voor hun aannemersbedrijf in waterwerken in opsloegen.
Daarnaast was een brede steeg naar het Achterom. Het volgende huisje werd later afgebroken en vervangen door een nieuwe woning voor de familie Lemstra, de agent van De Telegraaf. Dan stonden er een stuk of drie woningen waar onder andere Kok woonde, smidsknecht bij v.d. Berg in de Schans. Daar werd nieuw gebouwd door de Fa. A. M. Bosma. De Bosma’s woonden zo vlak naast hun timmerwinkel waarvan we nog een topje boven de andere huizen zien uitsteken.
De panden die links staan zijn wel ongeveer zo bewaard gebleven. Rechts staan de huizen die inmiddels zijn afgebroken. De namen Weverswal en 'Spinhuispolle' zijn daarmee ook verdwenen.
Hier moest ik aan denken toen ik bladerde in 'Focus op Lemmer' van Gerrit Kalfsvel en Gerrit de Vries.
Bij een foto van het verbreden van de bocht in de Rien vragen zij zich af waarom men indertijd bij het dempen van de oude loop van het water dit Gedempte Gracht heeft genoemd en niet Gedempte Rien. 'Zou men dit laatste stukje Rien achter de kerk in de volksmond soms 'gracht' hebben genoemd?' schrijven zij.
Ik heb oudere mensen die dit nog hadden meegemaakt altijd horen zeggen dat de Rien voorheen rechtdoor liep; het woord gracht werd nooit genoemd. Met de brieven van Postma in gedachten bedacht ik dat dit gewoon een zaak is geweest van de bestuurlijke bovenlaag die de zaken regelde en vaak Nederlandstalig was en er niet aan dacht de taal van het volk te gebruiken voor een straatnaam.
Ik kreeg ook wel eens mensen in de winkel die vertelden dat zij met hun boot in de gracht lagen. Daar kon ik mij altijd vreselijk aan ergeren. Maar het bewijst voor mij wel dat het gebruik van het woord gracht toch wel uit die richting moet komen.
Johannes de Vries
Gezicht op de Vissersburen vanaf de brug over de spuisluis, omstreeks 1920: De boerderij links werd bewoond door de familie Huitema. Via een naastgelegen brug kon de boerderij worden bereikt. Links vooraan een tilbury, met daarnaast een paal, waaraan bij het open zijn van de spuisluis, een ijzeren bal werd gehesen. Hier is ook de bomenrij nog te zien. 't Laatste huis op de Vissersburen werd later de winkel van Bouw Opperdijk.
Rechts: De boerderij van de familie Huitema, links is nog net een stukje van de spuisluis te zien.
Toen het er zo nog uitzag als op deze foto met de open Rien kon er niet zo hard met auto’s gereden worden. Er ging wel eens een auto de Vissersburen uit, vaak de ziekenauto. Die moest dan wel voorzichtig zijn om geen schade op te lopen.
Aan de andere kant, de Weverswal, was het na de eerste meters, al even smal. In de tijd dat mijn vader zijn ijs van De Jong uit Heerenveen kreeg, kon de auto het Achterom niet in door werkzaamheden, Jaap besloot toen dat we langs de Weverswal moesten gaan. Door de brede steeg bij Meine Oebeles kwamen we dan zo weer in het Achterom en op de Spinhuispolle. Het was maar een kleine auto en het kon allemaal net. Tot aan de steeg. Daar kon hij de draai niet krijgen. Achteruit terug en toen naar de Schans. Het ijs door de steeg naar het pakhuis gebracht.
Dat was wel een paar keer lopen maar het moest in de diepvries. Mijn vader had alles uit de ijswagen gevolgd en was niet erg vriendelijk tegen Jaap toen we terug kwamen. Van alles wat hier aan de Weverswal staat is niets meer terug te vinden. Aan de kant van de Vissersburen is het eerste stuk verdwenen.
Johannes de Vries
Hierbij een zeer oude kaart van de spuisluis. In die jaren woonde daar havenmeester Lacrooy met zijn vrouw en twee dochters, Lies en Minke. Lies trouwde met een schoolmeester en verliet Lemmer tijdelijk. Minke trouwde met Pier Schroor. Pier lag met een vissersscheepje achter de spuisluis. Hij bediende ook de schuiven van de spuisluis. In dat gebouw waren schuifdeuren; als het binnenwater hoog was en de wind oost, zakte het buitenwater. Dan draaide Schroor de schuiven omhoog en stroomde het water naar de haven en zo de Zuiderzee in. Na Lacrooy woonde hier de havenmeester Rein Kool. Koert de Vries en Aant van der Bijl assisteerden de havenmeester wel bij drukke scheepvaart.
10-01-1941