Foto van Jan Wouter Jellema: Deze foto is genomen op de Kortestreek te Lemmer, ter hoogte van de muziektent, van de onafhankelijkheidsfeesten in de Lemmer, op 27 augustus 1913. De tekst achterop de kaart is van de afzender, die het feest zelf meemaakte en daar nogal opgetogen over was.
De panden op de achtergrond zijn, links: Het pand van Bakkerij Jan Knol, met daarnaast 2 panden van Van Putten. Aan de kant van de steeg was later een grote schuifdeur gemaakt, daar stond de brandweerauto achter. In het middelste pand zat de Kachelmakerij en in het rechtse pand de Hoefsmederij. Om 9 uur 's ochtends was er een optocht van de schoolkinderen met muziek. Hierna een rede van de heer A. Brouwer, voorzitter van de feestcommissie, 's avonds vuurwerk en een nachtfeest.
Foto van Jan Wouter Jellema
Volgens de verhalen van Oud-Lemsters, is dit mijn vader (Sake Visser) verkleed op de fiets.
Ned. Herv. Kerk Lemmer. Maar het meest in het oog springend is toch wel de helft van de tweelinghuisjes die voorheen voor de kerk stonden. Wat is er destijds een strijd gestreden om deze huisjes te behouden, er waren veel liefhebbers voor om ze te kopen en te restaureren. Maar ze moesten weg, koste wat het kost.
Het verkeer moest meer ruimte hebben. Aan het instellen van eenrichtingsverkeer had niemand gedacht. In dat geval had afbraak niet nodig geweest. Het gedeelte wat we hier zien, zal op dat moment in gebruik zijn geweest bij rijwielhuis Dijken, daarvoor was het jaren in gebruik van de schilders familie Van Slageren. In de anderen helft woonde de familie Poppe, die eveneens in het schildersvak zat. Even verder naar rechts zien we het transformatorhokje van de PEB.
-1972: Het slopersbedrijf van Fa. de Vries en Steeginga uit Oosterzee, zijn begonnen met de afbraak van de twee panden Kortestreek 1 en 2, genaamd de Tweelinghuisjes. De P.E.B. heeft inmiddels de elektrische kabels naar de beide woningen verwijderd. Naar verwacht wordt, zal het slopersbedrijf over ongeveer een maand de beide panden volledig hebben afgebroken. Daarna kunnen de gemeentelijke plantsoenendienst en de stratenmakers, beginnen met de aanleg van trottoirs en plantsoen, zodat vóór het toeristenseizoen op de wonde van de afbraak de pleister van een verzorgde nieuwe aanblik kan worden gelegd.
-Herinnering-
Het verleden is geen -heden
Noch hetgeen het nu zal zijn
't is een denken aan het oude
Dat vergaan is en dat doet pijn.
Wij behoren straks tot het verleden
En zullen dan tot puin vergaan
Mensen uit het heden
Deden dit ons beide aan
Langs ons stroomde eens het water
Van een mooie oude gracht.
Wij vertellen dit voor later
Als u nog eens denkt aan die pracht
Ook een brug was hier eens
en in het avondrood
brachten paard en wagen mensen
naar de Lemsterboot.
Vissersboten rijk beladen voeren met
ansjovis buit
Zo was dat in 't verleden,
maar die tijd is nu uit.
Ook kinderen speelden langs ons heen
hun spel met hoepels en knikkers
och u weet dat wel
En de oude klokkentoren, riep keer
op keer" Hebben jullie wel tijd voor
God de Heer".
Toeristen uit vreemde landen
Kiekten ons in alle standen
Veel geslachten hebben wij zien gaan
en komen.
Maar wat zullen wij langer dromen
U weet immers het raadsbesluit
En de hoop die nog brandde, bliezen
zij voor immer uit.
Er blijft tot slot nog één ding
Wij blijven "een herinnering"
"De Tweeling"
1968
Wat is er indertijd een strijd gevoerd om deze woningen te behouden, de tweelinghuisjes naast de kerk. Maar het mocht niet baten, ze moesten en zouden plat. Jammer dat zulke beslissingen onomkeerbaar zijn. Op het tijdstip waarop deze foto is gemaakt, zat rijwielhandel Dijken in het rechterpandje en het schildersbedrijf van Poppe in de linkerhelft.
Op de hoek van de Gedempte Gracht en Oudesluis, staat het nieuwe pand van Noppert al, kinderwagens en meubelen verkondigen grote letters op de muur. Het woninkje van Steven Bosma, vishandel, later de Bierstube is nog net te zien. Tussen de tweelingen en de gebouwen van de Kortestreek hebben we een mooi gezicht op de oude toren. Om die goed te laten uitkomen was de afbraak ook niet nodig geweest.
Van de huizen op de Kortestreek zien we van de eerste beide alleen het zonnescherm van groentehandel Lemstra en dan de Lemster Boekhandel, de kapperszaak van Van der Horst, de kruidenierswinkel van Johs. Zwart, het gebouw van het Waterschap Zeven Grietenijen en Stad Slooten. Meer op de voorgrond de Jamin winkel (Anna Bosma) en de juwelierszaak van Gorter.
1948 -Uitbreiding en vernieuwing van zaken te Lemmer: Aan de Kortestreek heeft de heer G. v. d. Gaast zijn pand geheel voor winkel ingericht, zodat deze nu overzichtelijk alles op het gebied van elektriciteit. waterleiding enz. bij elkaar heeft! De slagerij van Sonsma heeft een geheel nieuwe voorgevel gekregen, in moderne stijl.
De kroon op het werk zet de heer T. Gorter, die in het voormalige arbeidsbureau een geheel nieuwe zaak krijgt in goud- en zilverwerk, welke op 18 December officieel geopend zal worden. De fruitwinkel van de heer W. Lemstra, is met de helft vergroot.
De Lemster Boekhandel, boekbinderij, boekdrukkerij van W.A.F. Koopman. (Nu Kortestreek 5) Ten tijde van deze foto was de Gedempte Gracht nog gewoon de Lemster Rien. Rechts ziet u de leuning van de brug.
Zie ook: Thomas Berends Tijsseling
Het rechter pand is nu Kortestreek 5 te Lemmer (Nu Focus) voorheen W.A.F. Koopman.
Afdruk van Harald Hadders: Kortestreek 5 (Nu Focus) We hebben op de balken bij de verbouwing deze tekst en onderstaande tekst gevonden van 1887 en 1956.
Afdruk van Harald Hadders: Kortestreek 5 (Nu Focus).
- Henk En Esther Haveman: Jaap Zwart. Ome Jaap en tante Geartsje, seine wy , wennen der boppe. Hans Zwart, stie juster noch moai yn de Ljouwerter. Ien fan de bûtengewoane Lemster sportminsken. De Hoeden en Petten, en Dameskorsetten, haw ik net meimakke. Kapper Fan der Horst. Wy seagen wol interlands by hun boppe. Se hiene al gau tillefyzje.
- Nelleke Koehoorn: A&O..mijn werk plekje.12,5 jaar met plezier gewerkt. Fam. Hendrikse was zeer begaan met hun personeel, we waren 1 grote fam.
Op de voorgrond zien we de muziektent nog op de oude plaats. Op de hoeken van de tent zijn schoolkinderen te zien. In het Dok liggen twee turfschepen, waarschijnlijk van de gebroeders Booi. Deze venten de turf in Lemmer uit. Op de achtergrond zien we de openbare school, kachelmakerij, de smederij en de woning van Van Putten, de bakkerij van Jan Knol (later Wieger de Bruin, en Anton Kroes, nog later het woonhuis van Henk Kroes) en het notarishuis, waar toen notaris Elzer woonde. Hendrik Ponne, schildert de muziektent.
Vlakbij de muziektent kreeg oud Lemster en columnist Evert de Vries, in 1903 een standplaats voor de verkoop van vis. 's Avonds was er in de school, nog de visserij en avondschool, voor jongens, die er na hun werk nog wat bij wilden leren.
Op een avond hoorde Evert een plons en hulpgeroep. Eén van de leerlingen was uit 't licht van de school de donkere straat opgelopen en pardoes te water gevallen. Toen Evert hem op het droge trok, was het Peke Bangma, uit Oosterzee. Jaren later werd Evert op dezelfde plaats met de bakfiets met ijs te water gereden.
De Krant.
Vrijdagavond tijdens de openluchtmeeting van de afd. van de Partij van de Arbeid had de ijscoventer E. de Vries in de onmiddellijke nabijheid van de plaats van samenkomst post gevat om liefhebbers van een koud hapje te kunnen bedienen. Juist nadat de tweede spreker aan het woord was gekomen passeerde langs de Kortestreek, een jeep die even de kar van de Vries raakte, waardoor het vehikel begon te rijden en bij de wal neer in het Dok tuimelde. Ook de Vries, die achter de kar stond moest zich een onvrijwillig bad laten welgevallen en ging eveneens kopje onder.
Hulpvaardige omstanders trokken hem spoedig op het droge en haalden ook de ijscokar weer op de begane grond. De inhoud was echter geheel verloren en ook een hoeveelheid kleingeld, dat als wisselgeld op een deksel lag. Voor de Vries nog al een belangrijke schadepost. De chauffeur werd door de politie aangehouden, die de toezegging heeft gedaan de geleden schade te vergoeden.
Verhaal van Evert de Vries:
Ien kear doe wie der flak nei de bifrijing in meeting by de ãld iepenbiere skoalle hjir op 'e Lemmer, dêr wie een soad folk. Ik hie by it suteljen noch een pear staven iis oerhâlden, dat ik tochte: Lit ik it dêr kwyrwurde. Oars moat ik dy pear staven wer tusken it iis lizze, dat wie eins tofolle gedonder. Nou, ik stie dêr mei de karre, en ik fotkocht ek wol in bytsje, al gong it net sa hurd. Mar der ried hytyd mar in auto om, dat fortrouwde it net. En doe ynienen kaem du auto der wer oan riden. Ik gong al in bytsje by de karre wei, mar dy fint ried der sa tsjin oan. It gong sa hurd, dat ik waers ek skept, en ik foel sa yn't wetter. It wie doe kâld, dat wit ik nou noch wol. Dat ik wie der sa hurd út, dat myn petnet iens wiet wurden wie. Dy fint, dy't my der ynried, wie een âld- NSB'er. Hy wie op dy meeting tsjin, mar hy hat letter fiifentweintig goune as skeaforgoeding bitelje moatten