De verbinding met de Schans-hoogte: Voor het jaar 1890 bevond zich de eerste Truitjezijlsbrug over de Rien, die een verbinding vormde tussen de Markt en de Nieuwburen. De naam van deze brug is afgeleid van een nabijgelegen watergang, bekend als het zogenaamde Truytiesgat. Deze eerste Truitjezijlsbrug stond tevens bekend onder de naam Hottingabrêge. Vanaf 1525 wordt Truytie's gat in het charterboek als volgt omschreven: "In het noorden van de Lemmer, bij Taekesyl, bevindt zich een watergang genaamd Truyties gat. Deze watergang heeft een lengte van ongeveer vijf staven en een diepte van een man, en eindigt aan beide zijden in het land."

1838: De grietenijraad heeft een besluit genomen tot verlaging van de pacht voor de Truitjezijlbrug, toegekend aan de heren Gosse Egberts Hottinga en Hillebrand Dirks Plug, respectievelijk pachters van de Langebrug, waarbij aan ieder een bedrag van 60,- in mindering wordt gebracht. De oorspronkelijke pachtbedragen waren f 362,50 en f 189,25. Deze verlaging van de pachtprijs is het gevolg van de belemmering van de doorvaart via de grote Lemsterzijl. De betreffende verlaging had betrekking op het jaar 1837.

• 1860: Jan Kok, hoefsmid te Lemmer, brengt hierbij ter kennis dat paarden, die door hem worden beslagen, zijn vrijgesteld van het betalen van tol bij het passeren van de Truitje-Zijlsbrug.

• 1888: Lemmer, 23 Mei. Op de vroege ochtend van gisteren is, namens de provincie, een aanvang gemaakt met de ontmanteling van een van de twee bruggen die over het te dempen kanaal in deze gemeente zijn gelegen. Het betreft de Truitjezijlsbrug, een relatief nieuwe constructie die grotendeels uit ijzer is vervaardigd. Na demontage zal deze brug zo spoedig mogelijk worden getransporteerd naar de Schans nabij Heerenveen. Daar zal zij worden herplaatst over de Heeresloot, een provinciale waterweg die eerder dit jaar aanzienlijk is verbreed en verdiept.

Hier manoeuvreert een zeiljacht behoedzaam door de Truitjezijlsbrug. Voor de brug wachten passanten geduldig tot deze weer gesloten wordt. Echter, dit kon een uitdaging vormen voor de brugwachter wanneer dit rond het middaguur plaatsvond. Op dat moment stonden de arbeiders van de Houtmolen en de scheepswerf ongeduldig te wachten om hun werk te hervatten. Dit leidde regelmatig tot het uitwisselen van opmerkingen tussen de betrokkenen.

Deze afbeelding toont de oude haven en haar directe omgeving. Op de voorgrond is de brug naar de Schans zichtbaar. In de hoek, waar destijds tol werd geïnd en waar een hengel met een klompje gereed hangt, bevindt zich Jelte de Jong. Hij vervulde destijds de functies van brugwachter en stoffeerder in de linkerhelft van het pand dat tegenwoordig eigendom is van Van der Wal. De haven en de sluis worden, zoals gebruikelijk, gekenmerkt door een levendige stroom aan scheepvaartverkeer. Links op de afbeelding is een herberg zichtbaar, gevestigd in het pand waar tegenwoordig "Het Hoekje" is gesitueerd. Dit onderdeel van de locatiegeschiedenis lijkt zich dus opnieuw te hebben voltrokken.

Na de periode waarin de Albino-winkel in het pand gevestigd was, heeft het gebouw opnieuw een horecabestemming gekregen. De tijdelijke noodwoningen waren op dat moment nog niet gerealiseerd, waardoor er een onbelemmerd uitzicht bestond op de haven, de sluiswoningen en het sluishuisje. Aan de Prinsessekade bevond zich destijds de woning van de familie De Rook, die later werd overgenomen door de familie Eerdmans. Aangrenzend stond de woning waarin de praktijk van dokter De Vries was ondergebracht. De derde woning, bewoond door de dames Katsma, moest uiteindelijk plaatsmaken voor de nieuwbouw van Schirm.

Op de foto zien we van links naar rechts: Jilling Kingma (Het Lange Lint) Klaas Wouda, Jan Atsma, visrokersknecht, Evert de Vries, kijk hoe leuk Evert met zijn hand op mijn vaders hoofd staat; Jan Visser, visser; Jan Duim, Sake Visser (Reade Sake) visrokersknecht. Op de brug, achter Klaas Wouda, Maarten Kokje, postbode