SONDEL
Ten westen van Sondel liggen de oude bouwlanden op de Sondeler Gaast.Ten zuiden van deze Gaast geven Schotanus (1718) en Vegilin (1739) tussen stemmende huizen en stemmende "stellen" (verlatende huisplaatsen) de hierna volgende vier stinswieren aan. In de historiografie worden tussen 1422 en 1453 verschillende gewelddaden en tenminste één stins in Sondel genoemd.
Twee wieren bij 't Krûspaed
Eén wier lag ten zuiden van de Gaast, ten noorden van de afsplitsing van het Krûspaed van de Hereweg. De kadasterkaart van 1828 geeft hier een klein, onbehuisd perceel aan, mogelijk herinnerend aan de plaats van de wier.. Een tweede wier lag ten zuiden van de Hereweg, direct ten westen van de meest westelijke boerderij; zowel deze boerderij als de wier lagen ten westen van de door Eekhoff aangegeven dorpsgrens tussen Nijemirdum en Sondel. Beide wieren worden in 1850 niet meer aangegeven.
Twee wieren aan de Sondeler Laan.
Ten oosten van de Sondeler Laan lagen twee wieren op hetzelfde perceel. De meest zuidelijke daarvan wordt ook nog op de kaart van Eekhoff (1854) aangegeven.
Agge heer Pieters stins te Sondel
In de jaren '20 van de 15de eeuw is in de historische bronnen sprake van een stins in Sondel. Hij is dan bezit van een familie die zowel in de wereld als in de kerk een belangrijke positie had. In de Friese landen waren in de Middeleeuwen zulke families niet zeldzaam. In 1422 was een lid van deze familie, heer Pieter, pastoor in het naburige dorp Wyckel en tevens hoofdeling of heerschip. Hij was in dat jaar als Vetkoper betrokken bij de grote zoen van Vetkoper en Schieringer hoofdelingen. In 1428 nam Wybe Minnema uit Harich met andere Schieringer hoofdelingen heer Pieter in de kosterie of in de kerk van Wyckel gevangen. Zij sloegen hem vor Aggen styns,3899 dus voor het huis van zijn zoon Agge heer Pietersz, in Sondel dood toen deze zijn huis niet wilde overgeven.
Met hulp van buitenlandse huursoldaten nam Agge wraak en doodde het jaar daarop Wybe Minnema. In hetzelfde jaar belegde Wybes schoonzoon Hille Bonninga Agges huis in Sondel, maar Agge wist de Schieringers te verdrijven. Twaalf jaar later laaide deze vete opnieuw op. Rombert Gabbinga en andere Schieringers veroverden in 1442 Agges huis en verwondden daarbij Agge. Agges vriendin (amye ofte buelschap) verzorgde zijn wonden (ze zoog zijn wonden uit), waardoor hij opknapte. Door een sluipmoordenaar werd hij in opdracht van de Gabbinga's echter alsnog vermoord, terwijl hij in zijn bed lag. De vete tussen Schier en Vet in de zuidwesthoek woedde daarna nog enige tijd door. Het strijd toneel verlegde zich daarbij in 1443 echter naar Hemelum (de Spycker), Noordwolde (Galamahuis) en Westhem (Juwinga of Albada aan de Hemdijk); in 1454 werd Rombert Gabbinga's zoon Syds in Sondel doodgeslagen. Of en met welke van de stinswieren onder Sondel Agge heer Pieters huis - en Gabbinga's huis - kunnen worden geïdentificeerd, is onbekend.
Gabbinga
De Schieringer hoofdeling Rombert Gabbinga veroverde in 1442 Agge heer Pieters' huis; later liet hij Agge vermoorden. In 1454 werd zijn zoon Syds in Sondel doodgeslagen. Omdat beide gebeurtenissen in Sondel plaats hadden, lijkt het huis van Gabbinga in Sondel te hebben gestaan. Het ging waarschijnlijk dus (mede) om een vete tussen twee hoofdelingen in hetzelfde dorp. Een dochter van Rommert Gabbinga trouwde met Ebe Solkez Solckema van Oldeouwer. Die van Gabbinga op Geesterlant worden door Rennert van Solckema een vroem, edel ende geachte geslacht genoemd. Misschien was het huwelijk Solckema-Gabbinga een gearrangeerd huwelijk bij een verzoening tussen Schieringers en Vetkopers. Rommert was in 1442 immers Schieringer, Solcke in 1458 Vetkoper.
P.N. Noomen: De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners
Ontginning van bos en heide te Sondel.
Haventje van Sondel.
Jac. Boomsmastraat, te Sondel.
'De Poarte' Christelijk Vakantie Centrum te Sondel.
Eetzaal van het vakantie Centrum
Ingang van het Recreatiecentrum Sondel.
Foto van: Sondel digitaal
Reactie plaatsen
Reacties