Levensverhaal van Cornelis Visser (Cor Panne): 1957

En zo zijn we aanbeland in 1957, het jaar waarin in het jeugdige leven van mij, diverse belangrijke wendingen stonden te gebeuren. Het begin van het jaar was behoorlijk nat en het Woudagemaal moest onder stoom. Het werd een jaar waarin ik ondanks mijn jeugdige leeftijd zou ontdekken dat er meer bestond dan alleen maar de Schans, waar ik geboren was. Ik ben in de gelukkige omstandigheid opgegroeid, dat mijn ouders een foto toestel hadden en mijn moeder het ook graag gebruikte. Zo zijn er van de vele gebeurtenissen van die tijd, diverse foto’s voorhanden.

Met heit.

Wieger, Frans, Jelle, ik en Sake

Als het weer het ook maar enigszins toeliet, ging mijn moeder er op uit. Zo werd er in ons geval vaak richting Noord Oost Polder gewandeld. Richting de Bumasluis. Uiteraard door de Schans, beneden of boven? Ik weet het niet. Maar bij ons (nr. 37) vandaan, kwam je langs de fotograaf Hollander, iets verderop in de beneden Schans de oude Joodse Synagoge en even verder het kippenbuurtje met daarnaast  "Us Thûs”. Een bijzaaltje naast de R.K Kerk. In dat zaaltje werden zeker in latere tijden ook feestjes gehouden.

Ik kan mij tenminste herinneren dat ik er 1x ben geweest, waarom en wanneer weet ik niet meer maar het zal al wel in de tijd zijn geweest dat ik op de MULO zat, immers, anders was je nog te jong voor dat soort zaken. En zo langs de RK Kerk en in de bovenschans, garage Weber, kwam je aan het einde van de Schans. Met aan de rechterhand nog enkele huisjes beneden tegen de zeedijk gebouwd. Daar voor je lag de oude spuisluis waar je kwam via een oud houten brug over de Rien richting Houtmolen en Noord Oost Polder.

Men is al begonnen met de aanleg van de nieuwe Riensluis en in de verbinding vanuit Lemmer en dan vanaf de Vissersburen en niet meer de Schans, zal ook de oude brug worden vervangen door een nieuwe brug. Maar zover is het in dit voorjaar nog niet. Wij liepen door, nou ja, ik liet mij rijden. Dus langs de nieuw te bouwen Riensluis, richting polder. Naar ik aanneem over de weg, maar het kan ook over de oude zeedijk zijn geweest. Links in de diepte ligt de Houtmolen, waar vele Lemsters, die niet in de visserij werkzaam waren, hun brood verdienden.

Einde Schans.

Houtmolen.

Wij volgden de oude zeedijk en kwamen dan langs het nieuw te ontwikkelen industrieterrein` van Lemmer, waar tegen de oude vluchthaven aan losplaatsen en grind en zand opslag zouden worden gecreëerd. In later jaren kwam daar de asfaltmolen van de Fa M. van der Wal wegenbouw. Gewoon rechtdoor was/werd een scheepswerf gebouwd, De Friesland, waar men coasters bouwde.

Ja, dat hele eind liepen wij en daar heb ik waarschijnlijk toch ook mijn liefde voor wandelen en natuur aan overgehouden. Zeer waarschijnlijk wandelden wij dit op zondag middag. Wanneer moest dit anders? Sake was er ook vaak bij. Zoals hij in die tijd nog vaak mee op pad ging. Hij was tenslotte ook nog niet zo oud. En zo gaan we richting de zomer en worden er op hoog niveau besluiten genomen die van behoorlijke invloed zullen zijn op het dorp Lemmer.

Uit Leeuwarder Courant

Met Sake bij Scheepswerf Friesland.

En dan gaat het voorjaar langzaam over in de zomer van 1957. Ik speel met de kinderen in de buurt op een oud hobbelpaard. Kinderen van de stoffenhandelaar even verder op in de beneden Schans, Beersma. René en Wiesje. (Het hobbelpaard zou echter nog verscheidene jaren meegaan)

Met René en Wiesje Beersma op hobbelpaard.

Verder heb ik mijn broers om me mee te vermaken, dus waar zul je je druk over maken niet? Nou niet in ieder geval over de op handen zijnde verhuizing van de Schans naar een heel ander deel van Lemmer. Daar had ik toen nog geen weet van. Misschien voelde ik het wel, net zoals dieren soms dingen voorvoelen. Maar bewust? Nee! Mijn vader deed zijn werk in de visverkoop, mijn moeder haar werk in de huishouding en Frans, Wieger, Jelle en Sake, waren aan het werk of zaten op school. In de weekends was er buiten de gebruikelijke wandelingen ook nog een ander uitje. Mijn vader kaatste, en dat in een hoek van Friesland waar dat niet direct algemeen goed was.

Jaren lang zijn we er op uitgetrokken en ik was er dus in 1957 al bij. Met Heit en Mem en Sake op de fiets naar Sint Nicolaasga. Naar het kaats veldje gelegen bij de “Oorsprong” in de bossen net buiten het dorp. Er stond daar een groot gebouw achter een vijver. Wat het was en waar het voor diende heb ik in die tijd nooit geweten. Dat deed er ook niet toe. Heit ging daar steevast naar toe, waarschijnlijk meerdere malen per jaar en nam dan natuurlijk ook paling mee om daar aan de liefhebbers te verkopen. Hij bleef tenslotte naast kaatser ook handelsman nietwaar.

Met Sake in St. Nicolaasga.

Met Jelle op de Kermis.

Tijdens het kaatsen, wat mij op deze leeftijd niet bijster interesseerde, zwierf ik met Mem en Sake door de bossen. Pas vele jaren later zou ik gaan kaatsemerken. Zo werd het natuurlijk ook Lemster Wyke. Voor het eerst mee naar de kermis en met Jelle op zo’n groot houten paard. De voorloper van menig kermis attribuut uit later jaren die sneller en hoger gingen. Ook deze kermis maakte ik uiteraard niet bewust mee. Maar die schade zou ik in later jaren voldoende inhalen. Zo ook die van de Lemster week.

Kort na de zomer is een groot deel van de renovatie van het centrum van Lemmer voltooid. In het hart van het dorp dat voorheen bestond uit waterwegen en een drukke scheepvaart, is het nu overgenomen door auto’s en autobussen. In het centrum is een soort van busstation aangelegd. Waar men in en uit kan stappen voor de bussen richting Sneek, Heerenveen en Emmeloord. Het water is hard geworden, maar geen ijs, maar harde steen.

Centrum Lemmer met bushalte

Tevens wordt er in de weg Lemmer-Sondel, in welke men in de toekomst een belangrijke schakel ziet worden in de ontsluiting van Zuidwest Friesland in de richting van de Zuiderzee polders, een nieuwe brug aangelegd over het stroomkanaal bij Tacozijl. Zoals de Leeuwarder Courant op 10 september meldt in haar krant. Nu ligt er nog een smalle (3 meter) en 90 meter lange brug. Ernaast zal een nieuwe brug van uiteraard dezelfde lengte worden gelegd, maar deze wordt 6 meter breed. Tevens zal de oude brug blijven liggen voor fiets en voetganger verkeer. En ja, dan is het zo langzamerhand tijd om de koffers, dozen en andere zaken in te gaan pakken.

“Hier gaan wij naar toe, de houtrijke woningen”

Het verhuizen komt nu erg dichtbij. Het gaat van de Schans naar de Urkerstraat, nr. 31. Naar de z.g. houtrijke woningen. En dat zijn ze. Op naar de Zeebuurt! Och, voor een kind op mijn leeftijd stelt een dergelijke gebeurtenis niks voor. Ik kan mij er tenminste niets van herinneren. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog.

Enfin. Cornelis, zoals ik toen nog heette, werd ook ingeladen en ergens anders weer uitgeladen en het leven ging weer verder. Een woning met een plat dak, 3 slaapkamers, en och heden, een echte douche, met warm stromend water. (Tenminste als je braaf je muntjes, kwartjes of guldens in de meter deed, ontdekte ik pas vele jaren later) Een woonkamer, een keuken, gescheiden door een glazen wand en een bijkeuken met een lavet. Een tuintje voor en een tuintje achter.

Wat een weelde, voor al die arbeiders die daar zijn komen wonen. Maar naar ik ook later pas ontdekte. Ja, wijsheid komt met de jaren. Het waren niet alleen maar arbeiders, nee! Schoolmeesters en zelfs directeuren van scholen kwamen er in deze straten en woningen te wonen.

Die woningen van die directeuren, althans enkele daarvan, waren wel iets groter dan die woning van ons. Zij hadden er een kantoortje naast. Maar toch! Heit en Mem op de voorste slaapkamer, met het zicht op de straat en wij, waarschijnlijk al zonder Frans, met z’n vieren 2 slaapkamers verdelen. Wij zagen uit over de weilanden, in de verte, links, het stoomgemaal en de Prinses Margriet sluis en rechts, de boerderij van Prins. En dan natuurlijk veel dichterbij, de trambaan.

Uitzicht op Stoomgemaal 1958

Uitzicht op boerderij Prins 1958

Een nieuwe wereld, die uiteraard in den beginne bestaat uit een stukje straat, maar voor mocht ik denk ik nog niet komen en dus enkele tuinen achter de woningen en tegen de trambaan geklemd. Nou ja tuinen kon je het toen nog niet noemen. Het waren kale stukken zand met daar tussen door de aangelegde paden naar de huizen toe. Direct naast ons op nummer 33 woonde de familie Koehoorn, met een K.

Deze ouders waren een stukje jonger dan mijn ouders en heten Piet en Pietsje, dat was in ieder geval makkelijk te onthouden. Verder bestond hun gezin toen uit, hun oudste dochter Boukje en twee zonen, Cor en Jan en de dit jaar net geboren dochter Nelleke. Cor was net even wat ouder dan ik en Jan net even jonger. De rest van de buurt zou ik pas in een later stadium wat beter leren kennen. Maar ze waren er natuurlijk wel in dit stukje Zeebuurt. Ik zal me dan ook eerst beperken tot het kleine stukje Urkerstraat waar wij woonden en de daarbij behorende directe buren.

Op de bijgevoegde tekening is te zien waar ik woonde, (zwarte stip) dat was in een blok van zes gezinnen.

Daarnaast aan dezelfde kant van de straat stond nog een blok van zes woningen. Tegenover ons blok ook weer een blok met 6 woningen. Dan net in de bocht tegenover een klein grasperkje stond nog een blokje van 4 woningen. Dat was de wereld waarin het leven van mij zich eind 1957 zich afspeelde. Wel zal ik alvast alle toenmalige buren even voorstellen. Ik moet er wel even bij vermelden dat alle genoemde kinderen toen nog niet allemaal waren geboren. Velen kwamen dus pas later in de buurt wonen.

In “ons” blok woonden de volgende gezinnen: Op nummer 23 woonde één van de directeuren van een school, de heer en mevrouw van Asselt. Met hun kinderen, de dochters Janny, Hennie, Ria en Marjo en hun zoon Jan.

De Heer van Asselt was zoals genoemd directeur van de Chr. LTS in Lemmer, helaas voor hem zat er aan zijn woning geen extra ruimte. Daarnaast op nummer 25 woonde de familie Bakker. Vader, moeder en dochter Bea (BB) en de zonen Klaas en Theo??? Op nummer 27 woonde de familie van der Berg, vader, moeder en de dochters Tinemarie, Sjoukje en Suzanne en zoon Wim. Op nummer 29 de familie van der Hof, vader, moeder en hun twee dochters Liesje en Marjon.

Achter, Urkerstraat 29-31-33.

Wij zelf dus op nummer 31 en op 33 de eerder genoemde familie Koehoorn die later nog behoorlijk werd uitgebreid met de dochters Aukje, Yvonne en de tweeling Tineke en Jeannette en daar tussen door zat nog zoon Rolf. Het blok tegenover ons werd bewoond door op nummer 20 de familie Drenth, de vader, (was werkzaam bij de waterpolitie) moeder en hun twee zonen Jan en Roel. Daarnaast op nummer 22 de familie Eilers, vader Henk, moeder Johanne en de twee zonen Johan en Gerke. Daarnaast op nummer 24 de familie de Graaf, met hun 2 zonen Klaas Ruurd en Johan, hij was onderwijzer op de lagere school de Dam. Op nummer 26 woonde de familie Rottiné, vader Lolle, (zwarte Lolle) moeder Geeske en de kinderen Gerrit, Corry en Pieter.

Op 28 de familie Brondijk, vader, hij was docent (volgens mij bestond dat woord toen nog niet eens) op de Chr. Mulo, moeder en hun kinderen Detty, Annie en Marten. En tenslotte op het hoekhuis op nummer 30, de familie Hoekstra, vader Siete en moeder Oppie met hun kinderen Akke en Trienus. Dan was er dus nog dat derde blok wat naast het onze stond aan dezelfde kant van de straat, alleen een stukje verder naar achteren. Zij hadden dus grotere voortuinen en kleinere achter tuinen.

Direct naast de steeg op nummer 35 woonde het al op leeftijd zijnde echtpaar Bus. Met hun zoon Tonni. Daarnaast op nummer 37, de familie Scheffer, vader Jan, ook wel bekend als Jan Klem, moeder Eefje en de kinderen Meta, Ada en Jan Klem junior. Daarnaast op nummer 39 de familie van der Berg, vader Jelle, was postbode, moeder en hun kinderen. De zoon Wopke en de dochters, Gretha, Fimja, Regina, Marietje, Ida, Hilda en Martha.

Op nummer 41 woonde weer een schoolmeester en wel Smit. Zij hebben er niet zolang gewoond, zij hadden een zoon, Geert en een dochter, Janneke, de vader is meen ik bij een ongeluk omgekomen en kort daarna zijn ze vertrokken. Op nummer 43, het hoekhuis, woonde de familie Hulzinga, Jan en Grietje met hun kinderen Rinskje, Jaap-Jan en Jan-Sipke. Vader Jan was conciërge op de Openbare Mulo en beheerder van het badhuis.

Zo dit zijn zo’n beetje de eerste bewoners van deze kleine gemeenschap waarin ik terecht was gekomen. Ik kan er hier en daar ietsje naast zitten, maar voor het verhaal maakt dat verder niet zoveel uit. Immers degenen die je je niet goed herinnerd hebben geen invloed gehad op wat je hebt beleefd en meegemaakt.

Vooreerst moest ik het alleen redden of met Sake. En dat ging best, ik werd veelal meegenomen op wandeltochten langs de trambaan en vermaakte me goed. We kregen ook onze eerste visite in ons nieuwe huis. Het was “tante” Gré, de evacué vanuit de oorlog, die nog steeds contact met ons onderhield.

De klok staat op de schoorsteen mantel en de nieuwe kolen kachel staat al klaar om ons door de winter heen te helpen. Oktober en november gaan voorbij en december komt in zicht. Sinterklaas en mijn verjaardag.

Met Sake op tramdijk.

Sake, Jelle, tante Gré en ik.

Uit Leeuwarder Courant

Maar eerst gebeurt er nog iets anders. In de nacht van 3 op 4 december komt de burgemeester, dhr. Krijger, door een auto ongeluk om het leven.

Ik krijg als bijna 3 jarige van dit alles natuurlijk maar bitter weinig mee. Maar in de Lemmer vervallen diverse festiviteiten die gepland stonden bij de opening van de nieuwe sluis in de Rien.

Ook de nieuwe brug die de verbinding tussen de Noord Oost Polder en Lemmer beter tot stand doet komen is gereed.

Zo is er weer een jaar voorbij gegaan, zonder dat ik daar veel van opgestoken heb. Je leeft op deze leeftijd in je eigen kleine belevingswereldje en verder ontdek je die pas in later jaren, doordat je verhalen hoort en foto’s ziet. De sneeuw begint langzaam te vallen en we beleven weer een witte Kerst. In de gemeente raad wordt besloten om met ingang van 1 januari het in het centrum van de Lemmer ontstane plein, in de volksmond “Markt” om te dopen in het Burgemeester Krijgerplein.

Zo wordt het dan toch 8 december en word ik weer een jaartje ouder. Ook in het nieuwe huis zijn er uiteraard cadeautjes.

3e verjaardag.

Uit Leeuwarder Courant

Riensluis

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.