Rooms-katholieke Sint-Willibrorduskerk te Lemmer
Sint Willibrorduskerk, Lemmer in 2001 'Honderd jaar'.
Reeds in het jaar 1677 wordt er melding gemaakt van een R.K. kerk te Follega, met als pastoor Theodorus Pellenrock, die de belangen behartigde voor de parochianen te Follega-Eesterga en Lemmer. Maar in 1767 onder pastoor Stalmeijer, is de R.K. kerk en pastorie overgegaan naar Lemmer, een bescheiden bouwwerk (kapel) verscheen op de erfpachtgrond van de Grietman Lemsterland Daniël Livius de Kempenaer (1752-1772)
Daarna verrees op deze plek het verenigingsgebouw 'Us Thus' in die tijd was er nog geen bebouwing aan de Schans en Vissersburen.
In het jaar 1809 telde Eesterga 48 roomsen. Follega 53. Vanaf 1853 werd Lemmer een zelfstandige parochie, waarbij bovenstaande foto u een indruk weergeeft van de R.K. in Lemmer.
De nu bekende Willibrordus kerk, is gebouwd tussen 1897-1901 onder architectuur van Nicolaas Molenaar. Deze prachtige kerk is aangekocht voor f 61.752.78½
Op 24 juni 1901 werd de Sint Willibrorduskerk in de Schans in Lemmer, officieel in gebruik genomen. Afgelopen zondag 24 juni 2001, werd dit feit herdacht met een feestelijke dienst in de kerk. Hans Huikeshoven, lid van het kerkbestuur en vanwege zijn achtergrond als bouwkundige buitengewoon geïnteresseerd, verdiepte zich in de geschiedenis van het kerkgebouw. Zijn bevindingen resulteerden in een fraai geïllustreerde en informatieve jubileumuitgave, die na de herdenkingsdienst werd gepresenteerd. Regelmatig wordt er aan de deur gerammeld, geïnteresseerde toeristen willen het markante gebouw in neogotische stijl ook van binnen bezichtigen.
"Toen we hier aan het werk waren namen we graag de moeite om belangstellenden rond te leiden, maar voor het overige is de kerk alleen tijdens diensten geopend. Mensen die de kerk willen bezichtigen, kunnen een afspraak maken, maar dat moet dan door vrijwilligers worden ingevuld" vertelt Huikeshoven.
Het kerkgebouw is het echter zowel qua architectuur als interieur waard om bezichtigd te worden. De kerk is van binnen verrassend licht en de onderste gedeeltes van de muren en pilaren zijn tijdens de onlangs uitgevoerde renovatie in warme terra-kleuren geschilderd.
Huikeshoven kent als een ervaren gids feilloos alle bijzonderheden over de kerk. "Ik ben er de afgelopen tijd helemaal ingedoken vanwege het boek, maar ik weet niet of ik dit over een jaar allemaal nog kan navertellen", merkt hij terzijde bescheiden op. Vooralsnog geeft hij echter een interessante rondleiding langs de architectonische details en de vergaarde kunstschatten in de kerk.
Er volgden een paar stevige klussen onder Cuypers inspirerende leiding. Vanaf het midden van de jaren 1870 kon Nicolaas Molenaar, zich vanuit Den Haag ontplooien als zelfstandig architect van neogotische kerken. Van zijn vele tientallen, zeer gevarieerd aangepakte kerken, kwam er maar één in Friesland terecht: de Sint Willibrorduskerk van Lemmer.
Pierre Cuypers in 1913
Neo-gotisch
De kerk is in 1898 ontwerpen door Nicolaas Molenaar uit Den Haag, zoon van een uit Lemmer afkomstige timmerman en leerling van de grote Cuypers (architect van het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam).
In 1870, op slechts negentienjarige leeftijd, werd Molenaar door Cuypers belast met het toezicht op de bouw van de Sint Martinuskerk in Sneek. Daarna vestigde hij zich als architect en werd één van de belangrijkste uitdragers van de Neogotische bouwstijl.
Ook de Willibrorduskerk met een toren van 49 meter hoog is een neogotisch bouwwerk. Het betreft een driebeukige pseudo-basiliek (pseudo, omdat in de middenbeuk boven de beide zijbeuken geen ramen zijn aangebracht) zonder dwarsbeuk.
Molenaar heeft de kerk ontworpen met in zijn achterhoofd de neogotische afwerking van alles beschilderen, polychromeren. Dat weten we uit schetsen waarop hij polychromeerwerk heeft aangebracht. Maar uiteindelijk is de kerk helemaal kaal en wit opgeleverd, vanwege gebrek aan geld. Het zou uiteindelijk vijftig jaar duren voor de inrichting compleet was.
Eerst werden de beide zijaltaren en het preek gestoelte aangeschaft en van lieverlee werden de gebrandschilderde ramen en het veelkleurige schilderwerk aangebracht. In de middenbeuk stonden aanvankelijk slechts twaalf banken. De plaatsing van alle kerkbanken waarin nu zo'n driehonderd mensen plaats kunnen nemen, nam zeker veertig jaar in beslag.
Een ander detail zijn de dertien bogen boven de ingang en onder het orgel, bedoeld voor afbeeldingen van Jezus en zijn twaalf apostelen. Men kan aan de oorspronkelijke bouwtekeningen zien dat die bogen er bij voorbaat in gedacht zijn, maar de afbeeldingen zijn ergens in de jaren twintig aangebracht.
Nederlands schilder en glazenier Charles Eyck, geboren 24 maart 1897 te Meerssen en overleden in 1983. Legde zich voornamelijk toe op de monumentale schilderkunst: wandschilderingen, glas in lood, grisailles op opaline-glas. Leerling van de Rijksacademie te Amsterdam. Zijn grote wandschilderingen kenmerken zich door de vrije en losse vorm van de compositie, de grote decoratieve kracht ontleend aan de zuivere wijze waarop de kleuren op elkaar afgestemd zijn en het epische talent van de schilder: altaarwand en kruiswegstaties te Zeist, ramen in de Rk-HBS te Heerlen, 24 ramen in de kerk van Achterveld, kruiswegstaties te Enschede en Scheyndel, de beschildering van gewelf en apsis te Beek Genhouts, kerkschildering te Wittem.
Mythe.
Als tienjarige wordt Charles blijvend doof en ernstig spraak-belemmerd als gevolg van roodvonk met hoge koorts. Het kind, met wie nauwelijks te communiceren valt, blijkt over een bijzonder tekentalent te beschikken.
Bekende kunstenaars.
De gebrandschilderde ramen in de zijbeuken zijn het laatst aangebracht vlak na de Tweede Wereldoorlog.
Het eenvoudige dorp Lemmer wist ook hier prominente kunstenaars voor aan te trekken. Deze ramen zijn ontworpen door Charles Eyck, een bekende Limburgse kunstenaar, en ze zijn gemaakt in 1940 door Johan Colette die een heel vooraanstaand glazenier blijkt te zijn.
De ramen in het priesterkoor zijn van Joep Nicolai, de kunstenaar die ook de ramen, van de Grote Kerk in Delft heeft ontworpen. Deze zijn als eerste geplaatst in de jaren twintig. De omlijsting van de beeltenissen op de gebrandschilderde ramen achter het orgel doen denken aan de Stijlgroep. De maker van de Mondriaan-achtige ontwerpen is echter niet bekend.
De gids loodst de bezoeker naar een schildering en beeldengroep links achter in de kerk. Dit is in '47 aangebracht door Charles Eyck met een schildering over Lemmer. Een schilder uit Limburg heeft hier dus een aantal weken op een steigertje gezeten en wij vragen ons nu af hoe de toenmalige, pastoor het voor elkaar heeft gekregen, om een toen toch al bekende Limburgse schilder hier naartoe te halen.
Het schilderij lijkt te zijn opgedragen aan Fatima, omdat de havenplaats Lemmer tijdens den oorlog van rampen bleef bespaard.. Een beschermheilige dus. 'Nee', zet Huikeshoven recht, Fatima heeft daar niets mee te maken. Zij was ergens in de negentiende eeuw een verschijningsvorm in Portugal, waarbij Maria aan drie herderskinderen verscheen. De pastoor was daar kennelijk zo gecharmeerd van dat hij Eijck de opdracht gaf om eens iets te maken met Fatima en daar zijn deze schildering en beeldengroep het resultaat van (Volgens een naslagwerk is het werk van Eyck veelal religieus getint. Hij maakte onder andere het bevrijdingsraam in de St.-Janskerk in Gouda.)
Aan weerszijden van de kerk hangen een aantal donkere schilderijen, de, zogeheten kruiswegstaties. Huikeshoven legt uit: 'Elke katholieke kerk heeft veertien kruiswegstaties, dat zijn voorgeschreven afbeeldingen of situeringen uit het lijdensverhaal van Christus op weg naar zijn kruisdood. Wij wisten uit onze eigen archieven dat deze kruiswegstaties uit 1875 stammen. Vanwege de schilderwerkzaamheden in de kerk zijn ze van de muur af geweest en toen zagen wij dat ze in slechte staat zijn. We hebben er deskundigen bijgehaald en die constateerden dat ze niet alleen erg goed, maar ook zeker tweehonderd jaar oud zijn. En dat zijn hele leuke verrassingen.'
De makers van de schilderijen zijn niet bekend. 'Dat is bij kruiswegstaties ook niet vreemd. Het gaat om het onderwerp en niet om de schilder, dus ze zijn niet gesigneerd. Nu zijn we bezig om geld te verzamelen voor een opknapbeurt en misschien dat ze dan aan de achterkant, ergens achter de panelen een aanwijzing vinden over de schilders.'
Tweede Beeldenstorm.
De kruiswegstaties leiden naar de altaren, die alleen al vanwege hun herkomst uit het atelier van Mengelberg in Utrecht, meer dan gewone waarde hebben. 'Nu is dit natuurlijk geen handel, een taxatie is enkel bedoeld om ze te verzekeren tegen vervangingswaarde. De preekstoel, communiebank en het kruisbeeld komen allemaal uit datzelfde atelier. In het denken van kunsthistorici hebben wij iets heel bijzonders, afgezien van het feit dat het' sowieso' mooi is.'
In het gewelf van het priesterkoor is het oorspronkelijke polychromeerwerk nog duidelijk aanwezig. Op vroegere foto's is te zien, dat de muren van het koor, die nu schuilgaan achter lange gordijnen, eens helemaal met veelkleurig schilderwerk waren bedekt.
Het originele polychromeerwerk op de triomfboog is met de laatste renovatie in ere hersteld, maar herstel van al de randen in de kerk is een te kostbare zaak. 'In de jaren zestig van de vorige eeuw heeft men daar klakkeloos overheen geschilderd. Dat zie je ook aan de beelden hier bij de altaren. We komen niet voor de beelden en alle poespas, want daardoor worden we alleen maar afgeleid. We komen voor de priester.'
Dat was het denken in die tijd, we noemen dat ook wel de tweede Beeldenstorm. Er is in die tijd in veel katholieke kerken heel veel van de versieringen weggehaald, omdat 'het zo zou afleiden' Het beeld rechts in het priesterkoor, uit 1887, verraadt langs de randen van het gewaad nog enig polychromeerwerk onder de laag bruine verf waarmee het hele beeld bedekt is.
In de sacristie staat de tegenhanger, het Mariabeeld, dat in 1960 moesten wijken voor de preekstoel. Het beeld is daardoor tijdig aan de Beeldenstorm ontkomen en nog geheel in authentieke staat. Vaklui komen echter niet alleen van buiten Lemmer, Om te beginnen heeft Bertus Thijsseling, het aangedurfd, en hij is er héél goed in geslaagd om het beeld in het linker zijaltaar opnieuw van kleur te voorzien.
Een ander opmerkelijke restauratie blijkt te zijn uitgevoerd door plaats genoot, wijlen Johan Bosma. Toen de communiebank gedeeltelijk moest wijken voor een hulpaltaar, zaagde hij vakkundig het middenpaneel eruit en maakte van de ene bank twee, alsof het nooit anders geweest was.
Het middenpaneel kreeg een opvallende plaats in het hulpaltaar; en twee nieuwe paneeltjes in de communiebank werden vervolgens door Chris van Slageren, eveneens uit Lemmer afkomstig, fraai beschilderd in de stijl van de originele panelen. 'De kunstkenners die in de jaren negentig onze kerk bezochten en alles wat van kunst is noteerden, om het beter te kunnen bewaken, hebben het niet in de gaten gehad.'
(Ook bij deze kerk is de luidklok in de 2e Wereldoorlog verwijderd door de Duitsers, maar in 1948 is er een nieuwe klok geplaatst)
De communiebank.
1993 -Nieuwe leien op torenspits.
Teun de Boer en Simon Wijbenga van leidekker bedrijf Maurix uit Tjerkwerd, hebben een mooi uitzicht op Lemmer, tijdens hun werkzaamheden aan de toren van de rooms-katholieke Sint Willibrordus-kerk. Ze verwijderen de bitumen leien en vervangen ze door natuurlei.
Nadat de toren van binnen en buiten is opgeknapt, komen het dak van de kerk en de goten aan de beurt. Daarna zouden de glas-in-lood ramen gerestaureerd moeten worden, maar het hangt van het beschikbare geld af of dat haalbaar is. De totale restauratie van de kerk is geraamd op f 1,1 miljoen. De gemeente Lemsterland heeft f 250,000 bijgedragen en de parochie verwacht eenzelfde bijdrage van de provincie.
In 1901 was er nog geen nieuwe pastorie vanwege de kosten gebouwd. Deze kwam pas in 1908, gebouwd door aannemer Albert Bosma uit Lemmer onder leiding van architect Herman Kroes uit Amersfoort.
Geheel rechts is nog de boerderij van de familie Huitema te zien en links het huis van Jan Pen. Een deel van de woningen in de Beneden Schans is reeds lang verdwenen.
Een kaart uit ongeveer 1932, We zien de kerk met de pastorie hier heel mooi afgebeeld, waarschijnlijk gefotografeerd uit de richting van de spuisluis. Links van de kerk zien we de zijmuur van het rijtje woningen waar onder andere Willem de Blauw woonde en rechts ervan zijn timmerwinkel met de kar ervoor. Er is nog een stukje te zien van het hek om de bleekjes van het rijtje huis dat tussen de timmerschuur en de boerderij van Teake Huitema stond.
De kerk is hier nog helemaal omgeven door het hoge hek dat we daar tot nog niet zo lang geleden gekend hebben. Inmiddels heeft deze veel meer onderhoud vergende afscheiding plaats gemaakt voor een vriendelijker aandoende afzetting met wat paaltjes en kettinkjes. Ook het hek dat de boven en Beneden-Schans van elkaar scheidt is hier nog veel hoger dan wat er tegenwoordig staat. Drie jongens hangen tegen het hek waarvan één met een fiets.
Tegen de kerk staat het uit 1927 daterende verenigingsgebouw 'Us Thús'. De pastorie rechts dateert uit 1908
Foto van Klaas Faber.
Reactie plaatsen
Reacties