LE 10
- a= ansjovis, b=bot, g=geep, h=haring, ha=hoekaal, kv="kustvisscherij", p=paling of aal, sn=snoekbaars, sp=spiering, zz="op de Zuiderzee"
- Visserijregister kaarten van Zuiderzeecollectie
- Naam schip: LE 10 Twee Gebroeders
- Type: halfgedekte platbodem
- Vergunn.periode: 1911-1921
- Eigenaar: Stienstra, Jacob
- vis: a, b, h
- Opm. {aak, "De Drie Gebroeders", LE 10 in 1915 door Gebr. de Boer te Lemmer gebouwd voor Marten Raadsveld, Huitema, Lemsteraken, 254, Brilleman. De LE 10, monografie, 323ev}
- Verhaal: Het was een klein maar mooi aakje, in 1907 gebouwd bij Gebr. de Boer en was 8.60 lang. Later hebben Jan en Jacob Wouda ermee gevist en is daarna als plezierjacht in handen gekomen van Henny Kingma, die weer in Lemmer kwam wonen. Marten is op oudere leeftijd getrouwd met een vrouw uit Hindeloopen Tjitske Poeze? (leuk bericht in het gastenboek over de LE 10 van Roel Kingma) (Leuk artikel over de LE-10, het aakje dat mijn vader gekocht en omgebouwd heeft tot jachtje en het bijzondere feit dat Brilleman het terug gerestaureerd heeft. Het schip is weer terug in Lemmer, mooi initiatief van plaatsgenoot Schirm. Jammer dat mijn vader Hendrik die op 21 juni2005 op de leeftijd van 87 jaar is gestorven, dit niet meer heeft meegemaakt. Deze week (17 mei 2008) zag ik de Lemmer-10 vanuit mijn huiskamer langs varen: een prachtig en zelfs ontroerend moment!) Deze kleine aak, De Drie Gebroeders, 'een mooi scheepje van 8.60 meter lengte', werd door de opdrachtgever Maarten Raadsveld (Lytse Marten) later verkocht aan Jacob en Jan Wouda. Daarna werd het overgedaan aan H. Kingma, eerst woonachtig in Oostzaan en thans weer in Lemmer. Stofberg haalde de bun er uit en later kwam er een soort kajuit je op. De aak werd vervolgens eigendom van J.J. de Korte in Aerdenhout onder de naam Grote Pier, die het schip in 1981 verkocht aan H. Hijdra te Leimuiden, die het aakje weer terugbracht in visserman-uitvoering. Deze restauratie wordt thans voortgezet door de nieuwe eigenaar, J. Brilleman te Leeuwarden.
- De Lemster vissersvloot van ± 1915 volgens Jan Wouda: LE 10: Eigenaar: Marten Raadsveld. Bijnaam: Lytse Marten. Woonplaats: Lemmer. Soort: Aak vt 31. Naam Schip: "Twee gebroeders" Bouwjaar: 1907 Werf: Gebr. de Boer. - LE 10: gebouwd in 1912 bij Gebr. de Boer te Lemmer, in opdracht van Jacob Stienstra, later Gebr. Wouda, genaamd "Twee Gebroeders" - LE 10 - 1915- De Drie Gebroeders-Gebr. de Boer.
- Uit het archief van 'De Mastmaakster Wed. de Vries: Marten Raadsveld, bijgenaamd "Lytse" (kleine) is de eigenaar van de ijzeren aak, Drie Gebroeders, LE 10, een mooi scheepje van 8.60 meter lengte. De aak is in 1915 in zijn opdracht door de Gebr. De Boer gebouwd. Voor zijn schuit schaft Raadsveld in 1922 1 Boegspriet 16 Voet aan voor ƒ 6,75. Hij koopt meteen een nieuwe stok voor zijn kor waarmee hij op mosselvangst toogt.
- Sommige blokken hebben een bijzondere vorm. Een staartblok is een soort stropblok waarvan het omhulsel niet van metaal is, maar van touw dat in de lengte strak om het blok is gesplitst. Om het stropblok aan een rondhout of lijn te bevestigen zit er meestal een lus aan, maar in het geval van een staartblok een los eindje touw, vandaar zijn naam. Marten Raadsveld, koopt in 1927 een Eénschijfs- staartblok 5½ dm, Bek. Schroef+ Loosend' (ƒ 3,90)' voor zijn ijzeren aak LE 10
Een foto van rond 1930, want de Werkhaven is inmiddels al aangelegd. Op de LE 10 en op de LE 31 van Kuipers, wordt o.a. gewerkt aan het hoekwanten, en het repareren van de netten.
Auke Coehoorn, vertelt: "De kotter is van Toering de LE 62, schouw is de LE 44 Jurjen van Jouke, Marten de Haan staat op de plecht dan de LE 31 Tjalling van Rouke, Bart Thijseling zit op de plecht van de schouw, Rauke en omke Rienk Coehoorn hoekwant aan het opspleten, dan de LE 10 ook met de hele bemanning aan het opspeten van het hoekwant voor het volgende schot".
DE LE 10 door Jan Brilleman
Lemsteraak uit 1912 na omzwervingen terug in Friesland.
Een visaakje lang 8.25 breed over de spanten 2.90 voor de Heer J. Stienstra, Lemmer, zo staat de LE 10 in de boeken van scheepswerf de Boer. De Lemster onderneming bestaat nu niet meer, maar in 1912 en nog lang daarna was het een bloeiende scheepswerf "De Lemmer" liet zijn schepen bouwen bij de Boer.
Ruim 70 jaar later klopte iemand anders aan bij de Zuid-Friese haven, maar hij kon geen werf meer vinden onder de oude vertrouwde naam. Wel kwam de Leeuwarder douaneambtenaar Jan Brilleman in contact met mevrouw de Boer, die de bouworder boven water haalde. In het nota boek van de werf staat Stienstra's aakje genoteerd onder nummer 291, met een volledig uit gewerkte nota.
Alle werkuren staan er in, de duur van het kloppen van het plaatijzer, gewicht van het gebruikte ijzer (2755 Kg) en het gewicht van de klinknagels 188 Kg. Dirk de Boer was toentertijd de boekhouder en hij bracht de nota op 26 september 1912 naar de opdrachtgever.
Ruim 70 jaar later kreeg Jan Brilleman een rekening van Hielke Tromp, werfbaas in Gaastmeer. De opstelling van de nota lijkt op die van de Dirk de Boer, maar de bedragen zijn wel even wat anders, dat is mooi van Hielke, hij wilde het net zo mooi doen als de bouwer. Een vakman hoor daar in Gaastmeer. Zoals hij het IJzer bewerkt, dat zie je niet zo gauw meer, zegt een geestdriftige Jan Brilleman. Hij is de nieuwe eigenaar van de LE 10 die op een Zaterdag in Juni met zomerweer in de Harlinger Rommelhaven ligt.
Onderdeks werkt scheeps-beschieter Johan Prins. Hij moest er voor op de knieën, want de kleinere type Lemsteraak en de LE 10 hoorden tot deze categorie. De aak bezat weinig comfort, althans gezien door de laatste twintiger eeuwen. In de punt lag gewoonlijk de schipper, de knechten konden tussen het harde werken door hun benen strekken op de harde banken aan stuur en bakboord. De kooi in de punt is niet groot maar dat was voor de latere eigenaar-schipper van de LE 10 geen bezwaar. Zijn naam: Marten Raadsveld, indertijd bekend als Lytse Marten, hij zou 1.60 meter groot zijn geweest. Marten was de stiefzoon van Stienstra, die de LE 10 liet bouwen.
Haring en Ansjovis.
De Lemsteraak , inhoud acht m³, 'Twee Gebroeders' van Stienstra en later van Raadsveld, visten op de Zuiderzee op haring, ansjovis en bot. Marten Raadsveld, sedert januari 1923 alleen eigenaar van de 'Twee Gebroeders' door het overlijden van Stienstra, liet een motor inbouwen in 1931, een ford van twaalf PK.
Een jaar later werd het visserijregister afgeschaft in verband met de afsluiting van de Zuiderzee, de grootste morele klap die de vissers van de oude binnenzee ooit werd toegedeeld. Jan Brilleman die zoveel mogelijk gegevens heeft verzameld over zijn nieuwe oude aanwinst, constateerde dat de LE 10 in 1928 een besomming maakte van ƒ 2109,- en dat kon er mee door. De visserij was toen niet gemakkelijk met zo'n zeilaak, een vlet met een bootje met vistuig er achter aan. Volgens de boeken van S.J. de Vries, de onderneming waar reparaties werden uitgevoerd had de LE 10 vaak een nieuwe boegspriet nodig.
De naspeuringen van Brilleman maakte ook duidelijk dat de Zuiderzeevisserij, direct na het afdamming in het Noorden een catastrofale duikeling van de visopbrengsten had veroorzaakt. In handschrift word daar melding van gemaakt.
De LE 10 kwam in 1937 niet verder dan een besomming van ƒ 456.40,- de knecht kreeg ƒ 129.75 en de premie voor de verzekering bedroeg ƒ 19.70. Beste tijden beleefde de Zuiderzeevisserij in de eerste wereldoorlog, toen onze neutrale status de oorlogvoerenden buiten de deur hield, en er althans op eigen wateren naar hartenlust kon worden gevist. Het tij nam zelfs letterlijk een kering toen het gat in de Afsluitdijk werd gedicht. De steunmaatregelen voor de Zuiderzeevissers waren op het oog misschien voldoende, in de praktijk, of als gevolg van allerlei manipulaties? vielen de resultaten van de Zuiderzee- steun-wet bar tegen. De mensen zijn belazerd door de steun-wet, zegt Brilleman beslist.
Steun voor vissers.
Zijn beide boeken met het verhaal over het reilen en zeilen van de LE 10 geven de opgang en teloorgang van de Zuiderzee visserij in Lemmer weer.
De waarde van Marten Raadsveld visuitrusting word door de directie voor de uitvoering van de steunwet vastgesteld op ƒ 650,- nog niet het derde deel wat de eigenaar ervan had verwacht. Hij bezat de aak, een vlet, een bootje speet-aalwant, botnetten, garnalenkorren, ankers en haringreep-netten, ansjovis-netten, zo maar een opsomming. In juli 1933 krijgt Raadsveld een uitkering van ƒ 9,- gulden per week. 's winters vijf gulden meer.
Drie jaar later word de visser afgescheept met f 6.50,- en daar moet hij ook vrouw en kind van onderhouden. De Lemsters Jaap en Jan Wouda, de bemanning, nemen de aak over als Marten Raadsveld komt te overlijden. Jaap en Jan visten waren de laatsten die met de LE 10 visten, samen met de twee zoons van Jan, Harm en Jacob Wouda. (Jacob was een goede visser. In 1967 is hij onwel geworden tijdens een voetbalwedstrijd, en ging op huis aan. In de steeg bij zijn huis is hij gevallen, waar hij door de gebroeders Rottiné dood werd gevonden)
De oud Lemster Hindrik (Henny) Kingma die toen in Amsterdam woonde thans weer in zijn geboorteplaats, kocht de LE 10 en hij maakte er een plezier vaartuig van, door er een kajuit op te zetten. De vaste mast werd vervangen door er een strijkbaar exemplaar op te zetten.
Kingma is een telg van de bekende Lemster visser familie van wie Jilling Kingma zelfs enige faam genoot. Minder bekend bij de Friezen die zich bezig houden met de oude zeilsport is wellicht het feit dat de Lemsters visser meermalen en met succes hebben deelgenomen aan zeilwedstrijden bij Amsterdam. Opgetuigd als het even kon. Raasden de aken over het ruime water bij de hoofdstad, op weg naar een goede prijs.
De LE 10 heeft zijn naoorlogse jaren onder de naam 'Roela' gevaren bij de zoons Roelof en Jan Kingma. In Durgerdan was de aak een bekende verschijning tot 1963, toen J.J. de Korte uit Aerdehout, haar overnam. De Korte liet in Lemmer een nieuwe Fok en een nieuw grootzeil maken, bij de Vries, en van der Neut leverde in 1963 een nieuwe mast af, geschaafd uit een oude Tjalkmast. De LE 10 werd van af toen 'Grote Pier' genoemd.
Enkele jaren daarna kocht Henk Hijdra, uit Leimuiden het verwaarloosde scheepje, toen hij het zag liggen bij werf van Stapel in Sparendam. Hijdra sloopte de onechte kajuit, maar zijn poging om er weer een echte aak van te maken moest hij opgeven.
In de spiegel der zeilvaart lazen Jan en Tine Brilleman de advertentie waarin de LE 10 te koop werd aangeboden. Het beste was er toen al af, herinnert Jan Brilleman zich. Hij had al een tijd gezocht naar een zeilschip of scheepje. We hebben ons echt dingen moeten ontzeggen om de aak te kunnen kopen. Nu is het ook echt afgelopen we kunnen het niet meer, zegt de geboren Twentenaar die zich al jong verknocht voelde aan Friesland.
Foto van Roel Kingma
- Roel Kingma: 16 augustus 2018; De Lemmer 10. Door mijn vader in 1956 gekocht, tot wit jacht gerestaureerd en later weer terug gerestaureerd. Prachtige jeugd op gehad. Ligt nu weer in zijn thuishaven Lemmer.
Zo mooi rond.
De Foto's herinneren aan de drukke dagen die de familie heeft doorgebracht op Tromp/Hielke Wildschut's werf in Gaastmeer, om de LE 10 weer in uitstekende staat te brengen. Alles moest eruit en eraf, mast, motor noem maar op. De polyesterlaag onder het bergijzer hebben wij eraf moeten branden. Branden en schrapen tot vervelens toe. Hielke haalde de motorsteunen eruit, voordek en mastkoker weden gesloopt. Maar toen kwam het echte schip tevoorschijn, zo mooi rond. Je hoort dat wel eens zeggen dat er niets stil staat, alles is rond, nou zo was dat ook met onze aak.
Na het ontroesten werd het vlak in de teer gezet, het boeisel in de primer, voordek en achterschip in de lijnolie. Een nieuwe motor werd binnenboord getakeld (Volvo Penta) en in de kist geplaatst. Half mei voer de LE 10, toen weer als 'De Twee Gebroeders', van Gaastmeer naar Harlingen, naar de Rommelhaven. Volgende week wordt de LE 10 in Gaastmeer officieel herdoopt, ruim zeventig jaar nadat de Lemster werfarbeiders werkend voor zestien cent per uur, de aak fabriceerden.
Dit is de eerste LE 10 van ongeveer 1896 - 1903, later is er weer een nieuwe aak gemaakt ook met het nummer LE 10, overgenomen in verband met het vis-recht-nummer.
Foto van Roelof Varkevisser: De LE 10 droogleggend voor de (wadden)kust van Vlieland. (23-7-2013)
Dirk Huizinga: De Twee Gebroeders, LE 10
Dirk Huizinga: De Langste
Hielke Roelevink: Lemsteraak LE 10
Reactie plaatsen
Reacties