LE 74

  • a= ansjovis, b=bot, g=geep, h=haring, ha=hoekaal, kv="kustvisscherij", p=paling of aal, sn=snoekbaars, sp=spiering, zz="op de Zuiderzee"
  • Visserijregister kaarten van Zuiderzeecollectie

LE 74

  • Naam schip: LE 74 Vijf Gebroeders
  • Type: halfgedekte platbodem
  • Vergunn.periode: 1911-1934
  • Eigenaar: Visser, Steven St.
  • vis: a,b,h Opm. {=ijzeren aak, gebouwd door Pier de Boer in 1900 voor "Steven van Koosje" of "Grote Steven" Visser, Huitema, Lemsteraken, 243}
  • Verhaal: De LE 74 was het tweede schip dat werd gebouwd door Gebr. de Boer. Dit vaartuig speelde een cruciale rol in 1906 toen Steven en zijn bemanning, met grote moed en vastberadenheid, mensen redden van een zekere dood. Deze reddingsactie vond plaats vanuit de mast van de gezonken stoomboot "De Leeuwarden II". Steven was gehuwd met Koosje ten Veen, wier vader een smederij bezat aan de Lijnbaan, destijds bekend als Jan Gort. In 1910 verhuisde de familie Ten Veen naar Hilversum. Steven stond bekend als een zwaarmoedig man en had te kampen met ernstige slaapproblemen. Het kwam regelmatig voor dat hij ’s nachts lange wandelingen maakte langs de haven. Wanneer het schip voor anker lag tijdens de ansjovisvangst, vond Steven nauwelijks rust, een aanzienlijke belemmering voor iemand in zijn positie. In 1908 woonde het gezin aan de Weverswal, waarna zij later verhuisden naar de Zeedijk. Van hun kinderen bleven zonen Steven en Frans in Lemmer wonen, terwijl dochter Jansje trouwde met Eelke Rippen.
  • De Lemster vissersvloot van ± 1915 volgens Jan Wouda: LE 74: (Eerder LE 174) Eigenaar: Steven Visser. Bijnaam: Grote Steven en Steven van Koosje. Woonplaats: Lemmer. Soort: Aak vt 40. Naam Schip: "De Vijf Gebroeders" Bouwjaar: 1900. Werf: Gebr. de Boer. - 1900 - LE 74 - 't Kan Verkeren.

Aanvulling. Deze 'Vijf Gebroeders' van Steven Visser (Steven van Koosje) was het tweede ijzeren schip van Pier de Boer. Het model was al beter, zodat we moeten aannemen dat hetzij Dirk z'n tekening heeft verbeterd, hetzij het 'oog' en de ervaring van de oude Pier z'n invloed deed gelden.

Steven Visser, tot op de dag van vandaag in alle Zuiderzeehaventjes bekend als 'Grote Steven', gaf destijds de opdracht voor de bouw van 'een handzaam aakje om samen met mijn zoon te kunnen varen'. Jaarlijks melden zich vele bezoekers bij de huidige eigenaar om te vertellen dat zij destijds hebben gevaren op 'de aak van Steven', samen met de jonge Steven en Frans Visser, die vanaf 1935 de eigenaren waren.

Frans Visser schreef over hem. "In 1906 heeft mijn vader met nog zes vissersknechten, vijf mensen gered met de schuit, bij een zware septemberstorm. Vader was vroeg in 't donker op de haven, toen hij vuurpijlen zag afschieten, en ging andere vissers kloppen, en zorgvuldig de schuit voorbereiden. Gereefd, en onder halve fok, gingen ze met de grote haringvlet er achter aan, zeewaarts. Na anderhalf uur zeilen vonden ze van het wrak van de stoomboot Leeuwarden II nog het topje van de mast, 3 meter boven water, met 5 mensen er in. Er stond toen nog geen motor in de aak, en ze zijn boven het wrak ten anker gegaan, en hebben toen de vlet boven het schip laten vieren, en zodoende mochten ze het genoegen beleven de vijf mensen te redden. 'Zwarte Jan' stond al gloeiend in de roef, en ook de machinist, die alleen een hemd aanhad kwam weer bij van de kou. Natuurlijk zijn getuigschrift en medaille van deze redding een gewaardeerd familiebezit!"

Afdruk van Henk Klaassen: Vergunning LE 74 van Frans en Bouke Visser

Afdruk van Henk Klaassen: Vergunning LE 76 Steven Visser 

Afdruk van Henk Klaassen: Vergunning LE 74 Frans Visser en toetreding Steven Visser

  • Geertje Visser: De vergunning, stond altijd op mijn schoonvader, Steven Visser zijn naam. Die heeft altijd door gevist, in de oorlog ook, terwijl Frans er een paar jaar uit is geweest. Toen hij een ongelukje heeft gehad en niet meer kon vissen, heeft hij de vergunning aan Bouke over moeten doen. Anders kon die niet doorvissen. Ook is hij altijd eigenaar mee geweest van de Aak LE 74 en later de kotter.
  • Margje Wierda-Visser: De LE74 is voor de tweede keer verkocht. Het schip is nu weer terug bij de familie Steven Visser. De LE 74 is yn 1959 ferkocht oan de famylje Schreuder. Se ha it skip de namme “t kan verkeren” joun. No it skip wer werom is by de famylje Steven Visser kin it net oars, it kriget ek de oarspronklike namme werom. De Vijf Gebroeders. Dit binne de nammen fan myn oerpake (grutte) Steven en syn bruorren Andries, Rinze, Jan en Alle Visser.

LE74 - De Vijf Gebroeders

Drie foto's zijn van Geertje Visser.

Steven Visser, beter bekend als “Grote Steven”, werd in 1906 onderscheiden met de Grote Bronzen Medaille van de K.Z.M.R.S. vanwege zijn uitzonderlijke bijdrage aan de redding van de bemanning van het ss “LEEUWARDEN II”.

Er waren nog 8 andere redders betrokken bij de redding, t.w. Harmen Wouda / Hermanus Wouda/ Teade Wouda/ Jan Scheffer / Andries Scheffer / Wiebren Scheffer / Rinse Hoekstra en Meye Bootsma.

Van Grote Steven gaat het verhaal dat hij midscheeps in de aak staande beide zwaarden gelijk kon optrekken! In 1959 besloot de familie, onder andere omdat de motor voor het soort visserij niet groot genoeg meer was tegenover de concurrerende kotters, het schip te verkopen. We zagen het schip aan het havenhoofd in de sneeuw, zo schrijft de heer F. Schreuder uit Bloemendaal, opvallend met z'n hoge kop en sterke zeeg, gaaf op alle spanten, en in de roef was zelfs het zout droog!

Begin april ging de aak bij de Boer op de helling. 'Hij is onder water nog mooier dan er boven, zo glad als een aal' zei de Boer. Die laatste aal werd uit de bun gespoten, en onder het schip zie je hoe direct achter de bun de scheg van hout, met ijzeren slof erop, begint. Ook de stevens zijn nog steeds (na 80 jaar!) van hout tussen de ijzers. Maar het houten berghout hebben we laten vervangen. 't Was de tweede aak die de Boer van ijzer bouwde, het eerste zusterschip werd door Steven Visser niet genomen, hij wilde een hogere kop.

5 April'59 voeren we met dit stuk van het hart van Lemmer weg, in 7 uur naar het Buiten IJ, aldus Schreuder. '59 Was een mooie zomer, we genoten van de ruime kuip,3% x 5 m, en van de nog origineel beschilderde roef, met het zwarte schouwtje waar 'Zwarte Jan' zijn warmte geeft, en we besloten dit mooie interieur niet te veranderen.

Ook nu blijkt de oudste in originele staat gehouden ijzeren aak van de Boer al een paar maal als voorbeeld voor nieuwbouw gediend te hebben, en ook voor gebruik op de oude manier, zij het niet met een diesel die na indraaien van lontjes met handkracht op het 400 kilo zware vliegwiel moet worden aangeslingerd.

Ook wij hadden belevenissen genoeg: De Gouwzee eens uitzeilend vraagt een opstapper waar hij alzo op moet letten. Toen ik zei dat alles wat hij rondom in het water zag mogelijk van belang was, keek hij eens rond en zei: dus die bal daar zou een hoofd kunnen zijn? Hoewel een ander schip er net vrij dicht langs gevaren was, verlegden we dus koers en zien een kleine zwemmende Volendammer naast een eigen geknutseld volgelopen kano-tje met de wind de Gouwzee uitdrijven. Kano-tje aan dek, 'en' zeggen we 'wou jij alleen gaan varen?' terwijl we koers Volendam gaan liggen. 'Daar liggen er nog twee' zegt 't joch, en jawel een groter, even lek bouwsel met nog twee 9-jarige Volendammers.

Allemaal aan boord en in een Waddenzeetrui. Wat bleek? De weg was vernieuwd, en van wat afval hout en een rest teer in een vat hadden ze snel twee kano's gebouwd! Ineens duiken ze weg als er een bootje langs komt: 'hem z'n zus zit er in' zegt de grootste! In de haven laten we 't kano-tje te water en zeggen nou spring er maar naast, je kan toch zwemmen! 'Maar ik kan niet springen' huilt de kleinste. Mooier nog zijn de verhalen van onze vissers zelf, en ook die zijn waar gebeurd!

Zo gingen Frans en Steven in de jaren '30 met de LE 74 richting Urk voor een lange trek met de dwarskuil, maar al gauw woei 't zo hard, dat ze voor het kleinste puntje fok al te hard lensden. Maar ze zagen kans om Oost van 't Vormt en Urk te komen. Min of meer In 't oppertje lag daar een grote aak al voor anker, maar hij lag zo te slingeren, en 't oppertje was zo smal, dat ze geen zin hadden daar met kans op een schiftende wind te gaan liggen. Dus werd het tweede rif gestoken, wat maar héél zelden gebeurde!, en met twee ringen fok gekruist naar de haven van Urk toe.

Voor ons onbegrijpelijk, maar ze kwamen bij het havenhoofd, waar veel volk stond. Het tegen wind gooien van een lijn lukte niet, dus de haven uit, en opnieuw er weer naar toegekruist, en aangelegd. Nou lagen de vissers van Lemmer en Urk bepaald niet bij elkaar over de vloer, maar dit had gemaakt dat de bekende reder Lankhorst naar ze toe. kwam en zei: 'daar neem ik mijn hoed voor af, en hij deed het ook. Daarna vroeg hij ze om mee te gaan naar zijn huis, en bood ze droge kleren aan. 'Nou meneer, graag wat droge sokken', zeiden ze, verder was 't niet nodig. Ze hebben koffie bij hem gedronken, en gingen kijken hoe het verder er buiten uitzag. De schepen die geankerd waren, waren tot bij Nijkerk weggezet, en èr was veel averij maar vergaan is er niemand'.

Hier is er nog één: 'een vijf jaar geleden liggen we in Makkum voor de steiger, waar een oude visserman met hoedje, naast onze LE 74 komt staan. Na een tijd veert hij rechtop, schopt met z'n klomp bij de mast tegen het boeisel, en roept: Daer, jong, daer zat ik er bovenop, op het Krabbersgat! en Steven skreeuwen jong!' Het was de oude Poepjes, die in de jaren '30 met z'n botter de Enkhuizer haven uitkruisend, de aak van Steven niet onder de fok had gezien', en nu de oude deuk in het boeisel weer herkende.

Foto van: Albert Aukema

  • Arend Toering: De zeilen -Twee klufokken een grote fok grootzeil en bazaan en daar onder blien

Van: Frans Visser

Afdruk van Henk Klaassen: Afbeelding van de EH 7 later de LE 74 (Poolster) in de haven van Enkhuizen. Naast onze toenmalige kotter EH 49.

Foto van Anneke Koehof (zie reactie onderaan pagina)  Het zijn van links naar rechts mijn moeder Boukje Visser, haar jongste zuster Clara en 'tante' Koosje zoals ze werd genoemd.

2018 Lemsteraak LE 74 T Kan Verkeren Pdf
PDF – 810,1 KB 4 downloads

Reactie plaatsen

Reacties

Anneke
8 jaar geleden

Wat een prachtige verhalen over de LE 74! Vooral het verhaal over de geredde 9-jarige Volendammertjes is prachtig! 'Grutte Steven' was volgens mij een held! Ik heb zijn vrouw, 'tante Koosje', nog gekend. Ze woonde aan de Zeedijk waar ik altijd bij mijn oom Wieb en tante Clara logeerde, een broer en zus van mijn moeder. In mijn herinnering was tante Koosje altijd in het zwart gekleed. Ze had in haar tuin een pruimenboom staan waaruit ik een keer pruimen heb gepikt. Ze had alles gezien en ik werd gestraft met flinke buikkrampen, want ze waren nog niet rijp. Ik denk dat ze heel oud is geworden. Later woonde haar zoon en zijn gezin in haar woning aan de Zeedijk.