LE 86

  • a= ansjovis, b=bot, g=geep, h=haring, ha=hoekaal, kv="kustvisscherij", p=paling of aal, sn=snoekbaars, sp=spiering, zz="op de Zuiderzee"
  • Visserijregister kaarten van Zuiderzeecollectie

LE 86

  • Naam schip: LE 86 Twee Gebroeders
  • Type: halfgedekte platbodem
  • Vergunn.periode: 1912-1923
  • Eigenaar: Haan, Bastiaan de
  • vis: a,b,h
  • Verhaal: Bastiaan en Jan de Haan waren twee markante persoonlijkheden. Bastiaan onderscheidde zich door zijn ingetogen en serieuze aard. Hij bleef ongehuwd gedurende zijn leven. Jan daarentegen was gehuwd met Rika, afkomstig uit Joure. Jan stond bekend als een meer uitgesproken persoonlijkheid, met een sterke voorkeur voor gesprekken over politiek. Na de bevrijding van Lemmer maakte een zoon van Jan indruk door met een vuurwapen te zwaaien; hij had deel uitgemaakt van de ondergrondse knokploeg.
  • De Lemster vissersvloot van ± 1915 volgens Jan Wouda: LE 86: Eigenaar: Gebr. de Haan. Bijnaam: De Haantjes. Woonplaats: Lemmer. Soort: Schouw. Naam Schip: "Twee gebroeders"

Marten de Haan voor zijn huis.

OOSTERZEE - Marten de Haan werd op 2 maart 1931 geboren in Lemmer als één van de negen kinderen van Jan de Haan en Rieke Sloothaak. Veertig jaar zat hij bij de koopvaardij en woonde in Amsterdam, zeventien jaar geleden keerde hij terug naar Friesland, niet naar Lemmer maar naar Oosterzee.

Wie als argeloze voorbijganger of toerist toevallig door Oosterzee rijdt, kan bijna niet om de met tegeltjes beplakte, voormalige Rabofiliaal heen. Tegenwoordig is het al weer heel wat jaren de woning van Marten de Haan en de Lemster heeft zijn eigen, al even eigenzinnige handtekening op de woning gezet: 1600 tegeltjes sieren de muren van zijn huis.

Wrokkich

,,Us heit wie fisker op de Lemmer 86 en ús mem stie op De Lemmer bekend as ‘dikke Rieke’. It wie de tiid foar de oarloch, grutte earmoede, ek foar de fiskerij.” De Haan groeide als tiener op in de oorlogstijd en hij bewaart er bepaald geen goede herinneringen aan, hij toont zich zelfs ietwat ‘wrokkich’ over zijn schooltijd in de oorlog. ,,Der wie altyd wat, dan wie der gjin inkt, dan wer gjin papier en de helte fan de tiid ha’k net op skoalle sitten.” Iets minder onschuldig was zijn herinnering dat hij als dertienjarig kind naar Westerbork werd afgevoerd, een combinatie van kinderlijke speelsheid en volwassen dwaasheid.

Westerbork

,,Op de seedyk by Lemmer stienen seis as sân sykljochten foar de fleantugen dy’t oerkamen. Der stiene altiten Dútse soldaten op wacht, betiden mei in slok op. Op in kear, it wie 1944, pakte ik it gewear fan sa’n soldaat en rôp fan boem. In bern no? Ik waard oppakt en nei Westerbork ôffierd. Us heit hat my wer ophelle, tegearre mei Bertus Verschoor.” Drie broers moesten in 1940 onder de wapens en alle drie zijn ongeschonden terug gekeerd. De oudste broer, Jitze, kwam in het verzet terecht en De Haan weet nog van die keer thuis dat Hitler voor de ‘distributieradio’ te horen was: ,,Us heit hat doe de hiele radio kapot slein.”

De Haan ‘koe goed meikomme op skoalle’ zoals hij zelf zegt en wilde na de oorlog graag naar de Uloschool. Heit Jan dacht er echter anders over, ,,Ik moast brea fertsjinje en dus mei te fiskjen op de Lemmer 86 en letter ek noch even op de Lemmer 25.” Vissen met staande netten en hoekwanten, en in het seizoen met de dwarskuil op paling, in de herfst met sleepnetten vissen op snoekbaars en platvis, allemaal op het IJsselmeer, zes jaar lang. Hij weet nog dat zijn vader op goede dagen 0,86 cent kreeg voor een pond paling.

Toch kon het vissen hem niet in Lemmer houden, in 1951 ging hij richting Amsterdam om als matroos aan te monsteren bij de Hollandse Stoomboot Maatschappij. Zes jaar lang door Europa en af en toe naar West Afrika, eerst als matroos later als bootsman. Hij herinnert zich nog hoe in 1956 bij stormachtig weer de lading containers begon te schuiven. Bij het vastsjorren werd de bootsman aan boord letterlijk door schuivende containers onthoofd.

Koperen Ploeg

‘Mear thús’ was de reden dat De Haan zijn varend leven inwisselde voor werk in de haven, hij werd lid van de ‘vletterlieden’ verenigd in de Koperen Ploeg, het boot- en stuurlieden-coöperatief van de Amsterdamse haven. In de volksmond stonden zij bekend als de roeiers, trossensjouwers om de zeeschepen vast en los te maken die werkzaam waren in en om de Amsterdamse haven en op het Noordzeekanaal. Het was echter meer dan alleen trossensjouwers, het was een servicebedrijf dat uitgroeide tot een efficiënt nautisch en technisch serviceloket. Later raakte De Haan betrokken bij de zogenaamde technische ‘trial trips’, proefvaarten van drie weken om bepaalde tankeronderdelen werden getest, ankerdelen of navigatiedelen, die dan werden verkocht.

De Haan mocht zijn gemiste Ulo-tijd inhalen, ,,Ik hie net folle foaroplieding, dus it foel betiden net ta”, met vier jaar Zeevaartschool waar hij het radardiploma haalde, gevolgd door een sleepvaartcursus, een radio en telegrafistencursus en tot slot nog een ‘Captain permit’.

Al die tijd woonde hij in Amsterdam samen met zijn broer Jitze en zijn schoonzuster. Toen De Haan in 1990 afscheid nam van de koopvaardij had hij heimelijk de wens terug te keren naar Friesland. ,,Wy ha noch in skoft yn Almere wenne, mar ik woe werom want myn suster wenne yn Gietersebrug. En dan leaver nei Eastersee dan nei Lemmer.” En zo geschiedde zeventien jaar geleden, samen met broer en schoonzuster naar Oosterzee.
Jitze de Haan is inmiddels overleden en ook zijn schoonzuster is een drietal jaren geleden op 94-jarige leeftijd overleden.

Man bijt hond

Ooit kwam De Haan een bootsman tegen uit Marken die tegeltjes verzamelde en deze op zijn vakantiehuisje op de muur plakte. ,,Ik krige in pear fan him en doe bin ik ek mar begûn. Ik hie mei my sels ôfsprutsen fan as ik in frijsteand hûs krij doch ik it ek.” Het levert hem veel belangstelling op, een optreden in het tv-programma Man bijt Hond en van toeristen en soms nemen mensen zelf tegeltjes mee, ze moeten echter wel geglazuurd zijn vanwege de weerselementen.

Een andere erfenis uit het verleden is schilderen, inmiddels heeft hij zo’n 200 tot 250 schilderijen in huis. Hij heeft het geleerd van Jan Kiers, een kunstschilder in Amsterdam. Het biedt verstrooiing en troost want Marten de Haan is nog de enige van het gezin van Jan en Rieke de Haan die in leven is en dan heb je soms wel een tegeltjeswijsheid nodig om verder te leven.

Door Rynk Bosma

Een historische afbeelding van de Lemster vissersvloot in de haven, vastgelegd tijdens de laatste periode van de actieve visserij. Op de achtergrond zijn reeds de eerste contouren van de Noordoostpolder zichtbaar, een teken van de naderende veranderingen in het landschap. Op de voorgrond zien we een aantal Lemster aken, traditionele schepen die in de nacht met een dwarskuil op paling hebben gevist. Deze schepen liggen nu aangemeerd in de haven, met de kuil in de mast gehangen om te drogen. De man op de remming is Bastiaan de Haan, een ervaren visser die de opmerkelijke leeftijd van 100 jaar heeft bereikt.

Foto van Leeuwke Bootsma: Marten de Haan heeft Leeuwke thuis opgehaald om de schouw te bezichtigen. Tijdens dit bezoek is er tevens een foto gemaakt van Sake Bootsma, de laatst overgebleven Lemster Zuiderzeevisser, bij het scheepje. Op de foto bevindt Marten zich op het dek van de schouw.

Leeuwke heeft hierbij ook enkele opmerkingen van zijn vader over de LE 10 overgebracht. Volgens Sake Bootsma was Marten Raadsveld de oorspronkelijke eigenaar van de LE 10. Later heeft Raadsveld het aakje doorverkocht aan Jan en Jaap Wouda (ook bekend als 'lytse Jaep').

De LE 86, voorheen van Jan de Haan, later eigendom van Hans v.d. Meiden, tandarts op Terschelling. Hier derde van rechts. De aak ligt meestal in Oosterzee en wordt onderhouden door Marten de Haan, zoon van de vroegere eigenaar. Links van hem zit Auke Coehoorn, rechts van Marten, Leeuwke Bootsma. Helemaal rechts staat havenmeester Leeuwke Bootsma.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.