Levensverhaal van Cornelis Visser (Cor Panne): 1961
Het natte weer zette zich in januari dan toch om in twee vorst periodes waarin geschaatst kon worden. Achter de tramdijk waren er slootjes genoeg om je de kunst van het schaatsenrijden eigen te maken. Uiteraard had ik ook van die houten doorlopers met een krul er voor op. Volgens mij nog van pake geweest. Later kreeg ik wat van die modernere “Friese doorlopers” maar dan zonder krul.
Achter een stoel of aan de hand van mem werden de eerste streken gezet. Het zal wel vele blauwe plekken hebben opgeleverd. Zo nu en dan, als het zo uitkwam, hielp mijn broer Sake mij. Hij achteruit schaatsend en mij dan voorwaarts op sleeptouw nemend. En dat allemaal op een slootje dat nog geen 2 meter breed was. Helaas was het niet een standvastige winter. Twee korte periodes.
Ondertussen werd de grenswijziging van Lemsterland en de Noord-Oost-Polder, in officiële banen geleid en zal Lemmer dus qua grond gebied worden uitgebreid met het latere Lemstervaart.
Ook werd er gestart met een klas voor schipperskinderen. Naar ik mij kan herinneren in een van de lokalen van de Rooms Katholieke lagere school St. Jozef aan de Schoolstraat, terwijl het onder het openbare lagere onderwijs van Lemsterland zou gaan vallen. Maar in de Dam was er blijkbaar geen ruimte genoeg. Inmiddels waren Jan Koehoorn en ik begonnen aan ons tweede jaar op de zondagsschool in Lemmer.
Elke zondag morgen gingen we samen lopend door de Zuiderzeestraat naar het gebouw aan de Nieuwburen, om daar op een speelse manier kennis van de godsdienst en dan in het bijzonder natuurlijk de christelijke, op te doen. Ook wij moesten nu elke week een verhaaltje of liedje (psalm) uit ons hoofd leren en opzeggen.
Daar kreeg je dan als je het goed deed, stempels voor in je zondagsschoolboekje, had je genoeg stempels dan kreeg je een plakplaatje wat je in je boekje kon plakken. Dit jaar waren onze begeleiders, Hogeterp en van der Veen. Van der Veen was volgens mij de man met een groentewinkel in Lemmer.
Ook in januari wordt een melding gemaakt in de gemeenteraad, dat er door het ministerie van Economische Zaken medewerking verleend zal worden aan het aanleggen van een rondweg om Lemmer, die het nieuwe industrie terrein wat aangelegd wordt, waar eerst het strand van Lemmer was, verbindt met de Rijksweg naar Sneek. (in de volksmond de Straatweg genoemd.) De kosten hiervan, worden geramd op één miljoen gulden.
In februari is de winter toch echt wel voorbij en op sommige dagen kan men zelfs al in het overhemd buiten lopen, zo mooi zijn de temperaturen voor de tijd van het jaar. Wel heeft men in het begin van de maand nog wel behoorlijk last van de ijsschotsen die naar de Friese kust waaien en daar dan op en over elkaar heen schuiven zodat er voor de scheepsvaart soms moeilijk te nemen horden ontstaan.
Het voorjaar lonkt en ik ontdek aan de hand (letterlijk) van mijn vader, meer van de natuur, doordat hij mij meeneemt om te gaan kievitseieren zoeken. ’s Morgens vroeg bij Heit achterop de fiets en via de Straatweg naar de reet (menning) van boer Prins, en zo naar de eierzoek gebieden, tegen de Brekken aan.
Ik wist nog van niets. Wist niet eens hoe een kievitsei eruit zag. Bij deze eerste keren was volgens mij ook mijn broer Jelle hierbij aanwezig. We sjouwden het ene na het andere stuk weiland af, later zou ik pas leren dat het ook anders en makkelijker kon. Of we ook wat gevonden hebben? Ik kan het me niet herinneren.
Maar het zaad voor een levenslange liefde voor de natuur en het kievitseieren zoeken was gezaaid. Het zou nooit meer overgaan. Je mocht toen tot 19 april eierzoeken, wat een verschil met later.
Uit Zuid Friesland
In maart was er ook de jaarlijkse uitvoering van de gymnastiek vereniging K.E.V. (Kracht En Vriendschap) waar ik inmiddels ook bij was gekomen door mijn buurjongens Jan en Kor Koehoorn. Deze avonden werden gehouden in het Nutsgebouw en de gymnastiek vereniging vroeg zich af wanneer er in Lemmer eens haast zou worden gemaakt met een goede zaalruimte in Lemmer voor dergelijke activiteiten.
Nutsgebouw
Ondanks deze slechte accommodaties in Lemmer deden de sporters uit Lemmer het bijzonder goed. Op 25 maart werd het eerste elftal van de v.v. Lemmer kampioen van de 4e klasse en mocht promotie wedstrijden gaan spelen en in april wist Hans Zwart voor de tweede achtereenvolgende keer Fries kampioen tafeltennis in de eerste klasse te worden. Door in de finale te winnen van een andere Lemster, Roelof Gebben. In de tweede klasse was het Kier Vlig uit Lemmer die daar tweede werd en in de vierde klasse werden Jelle Lemstra en Sjoerd Koehoorn respectievelijk tweede en derde. De Lemsters stonden met tafeltennis in Friesland op een hoog niveau.
Uit Leeuwarder Courant
Zo vulde mijn leven zich steeds meer met vastigheden, die in wekelijkse, maandelijkse of jaarlijkse cyclussen steeds weer terug zouden keren.
Op 17 mei wordt er in de Leeuwarder Courant vermeldt dat er gehoopt wordt dat er dit jaar nog gestart kan worden met de bouw van een nieuwe Christelijke LTS in Lemmer. Het gebouw zal er inderdaad gaan komen en zal ook weer een groot deel van mijn leven gaan vullen, maar zover is het nog lang niet, ik zit immers nog maar op de kleuterschool en heb er geen notie van dat het onderwijs zo’n grote rol in mijn leven zal gaan spelen.
Uit Zuid-Friesland
Het weer wordt beter en zo kan het dat ik op een dag mooi in een bult zand zit te spelen, die achter de Openbare Mulo, tegenover de kleuterschool de Aak, in de Schoklandstraat ligt. Zonder dat ik het in de gaten heb, zit ik daar na verloop van tijd totaal in mijn uppie te spelen.
Ook toen al kon ik mijzelf dus blijkbaar goed alleen vermaken, zonder daar anderen bij nodig te hebben. Ik had dan ook totaal niet in de gaten dat de kleuterschool al was begonnen. Men miste mij blijkbaar ook niet. Een rustig onopvallend jongetje dus! Men had mij bij wijze van spreken aan de andere kant van de weg kunnen zien zitten. Enfin, ik spijbelde dus! Wist wel niet wat dat was, maar toch.
Het zal een tijdje geduurd hebben toen één van mijn broers, Jelle dacht ik, mij daar zag zitten, terwijl hij op weg naar zijn school was. Nadat hij mij had gevraagd wat ik daar deed en niet in de klas was, zal ik hem wel verbaasd hebben aangekeken en niets gezegd hebben, denk ik. Maar hij achtte het zijn taak om mij de kleuterschool binnen te brengen (van je familie moet je het maar hebben nietwaar).
Daar werd ik met open armen ontvangen en gelijk in de hoek gezet, wat overigens moeilijk ging in het ronde gymzaaltje van de kleuterschool, maar vooruit ik mocht mijn zonden overdenken. Niet dat ik wist wat ik misdaan had, was me zelfs waarschijnlijk niet eens bewust dat ik wat verkeerd gedaan had, wat was het verschil? Spelen in het zand achter de Mulo of in de zandbak van de kleuterschool? De klasgenootjes vonden het waarschijnlijk prachtig of waren ze jaloers?
Uit Leeuwarder Courant
Op een feestdag in mei, worden er door de buurtvereniging “De Zeebuurt” kinderenspelen gehouden. Bij de jongens van 5 tot 6 jaar wist ik een tweede plaats te behalen bij het blokjesrapen. Een soortement estafette met jezelf, je had het ook in de vorm van vlaggetjes in of uit een stoof halen. Enfin, ik bleek toen al redelijk snel te zijn en de jongens die met mij in de prijzen vielen, zouden nog jaren tot mijn vrienden kring behoren. We naderen alweer langzaam de zomer en de laatste maanden op de Aak gaan dus al snel. En dan naar de grote school.
Het is dit jaar al vroeg mooi weer en waar het oude strand van Lemmer wordt veranderd in een industrie terrein, waar men al druk doende is om middels het opspuiten van het terrein dit op de gewenste hoogte te brengen en men ook al de toezegging binnen heeft dat de firma Mulder en Rijke naar Lemmer zal komen, wordt het nu nieuwe kleine stukje strand al druk bezocht.
Opspuiten nieuw industrie terrein
Bij Follega wordt er hard gewerkt aan een nieuwe brug over de Follega sloot. Dit om het drukker wordende verkeer dat door het nieuwe industrie terrein gaat ontstaan, beter te kunnen verwerken. De brug zal een stuk breder worden. Men hoopt dat de brug in augustus klaar zal zijn voor het verkeer en dat de oude brug dan is verwijderd.
Uit Leeuwarder Courant
In juli trouwt Tabina Visser(dochter van omke Sake en tante Bienke) met Roel de Vries. Of ik bij deze gebeurtenis aanwezig ben geweest, kan ik nergens terug vinden, maar het zou best zo geweest kunnen zijn. Ze gingen in Steenwijk wonen. Dat kwam dan voor mijn broer Frans mooi uit.
Deze was na anderhalf jaar uitstel voor de militaire dienst (omdat hij op de grote vaart zat) dan toch opgeroepen. Hij werd vooreerst geplaatst in Roermond. (Een voor mij later bekende plaats) En dat was wel een heel eind van Lemmer vandaan. Later kon hij gelukkig overgeplaatst worden naar Steenwijk en zo kon het gebeuren dat hij dikwijls bij Roel en Tabina, zich kon omkleden om naar huis of de stad in te gaan.
Roel de Vries en Tabina Visser.
Door het uitstel van mijn broer Frans was het zo dat ook mijn broer Wieger inmiddels onder de wapenen was geroepen. Niet dat hij daar nu veel zin in had, maar ja toen had je nog dienstplicht en kwam je op voor je nummer. Het gebeurde dan ook nog wel eens, dat agent Buitenga aan de deur kwam om te melden dat een van de twee (meestal Wieger) het weekend niet met verlof thuis kwam en dat hij dus voor straf in de kazerne moest blijven. Frans daarentegen schopte het tot wat hogere rangen. Wieger bleef dacht ik altijd “normaal” soldaat. Zo kon het natuurlijk gebeuren dat ze wel eens allebei in uniform thuis waren.
Wieger en Frans
Lemmer 1 promoveert via een z.g. promotiecompetitie, nu zouden ze dat nacompetitie noemen, maar vooruit, naar de 3e klasse K.N.V.B.
En wat nog belangrijker voor geheel Lemmer is, Lemmer behoud zijn strand, ondanks de industriële uitbreiding aan het IJsselmeer. Lemmer zonder strand, het is ondenkbaar!
Uit Leeuwarder Courant
Met de grote zomervakantie in aantocht of al begonnen, werkt Lemsterland ook weer aan zijn toekomst. Men denkt aan een nieuw dorpshuis. Dit omdat de andere beschikbare ruimtes in Lemmer, de bovenzalen van De Wildeman en De Haas niet groot genoeg zijn. Het 100 jaar oude nutsgebouw voldoet qua ruimte nog het beste, maar is eigenlijk te oud en voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Ondanks dat er een zaal is en een podium. Maar meer dan zo’n 230 man kunnen er niet in, omdat de Lemsters bij bijeenkomsten gezellig aan tafeltjes willen zitten. Het gemeentebestuur wil dan ook haast maken met de plannen voor een groter en moderner dorpshuis. Hiertoe wordt een werkcommissie gevormd. Voor de rest is er in Lemmer maar weinig als het om een slecht weer accommodatie of ander soort groot evenement gaat. Het zal helaas ook in de toekomst een van de zwakke punten van Lemmer blijven.
Uit Leeuwarder Courant
Er wordt hard gewerkt in het nieuwe uitbreidingsplan van Lemmer, het Rienplan. En er wordt gewikt en gewogen over welke namen de straten in het Rienplan moeten gaan krijgen, zo is te lezen in de Zuid Friesland van 21 juli.
Uit Zuid Friesland
Uiteraard wordt er in de vakantie weer volop gebruik gemaakt van het strand van Lemmer en gaan we als het werk en het weer het toelaat op de fiets erop uit. Nog steeds moet ik achterop bij Heit, een eigen fiets kunnen we ons nog niet permitteren. Desondanks zijn de uitstapjes voor mij altijd weer hoogtepunten.
Trots op de fiets van Mem
Met Mem in riet langs de Grietenijdijk
En ja dan is het zover, de grote school. De Dam. Mem zal mij er uiteraard de eerste keer wel heengebracht hebben, lopend, want zo ging dat toen. Dit ondanks dat Sake, mijn broer, er ook nog op school zat en naar klas 5 was gegaan. Jelle zat op de LTS en leerde op de afdeling metaal. Ja, als je klein bent en naar de grote school gaat, is alles ook groot. Een gebouw, behoorlijk groter dan de kleuterschool De Aak.
Een groot stalen hekwerk geheel rondom, wat hoger was dan dat jezelf was. Een schoolplein, dat bijna niet te overzien was, met al die rennende en schreeuwende kinderen. Je kon er wel verdwalen. Als je voor de school stond, had het iets van een misvormde letter H. De twee poten aan de zijkant en een te groot verbindingsstuk in het midden. Links de lokalen van de laagste klassen, rechts 1 leslokaal en een handwerk lokaal, met een ruimte voor het personeel om te pauzeren en te vergaderen.
En in het midden de hoogste klassen. Ook was er nog een fietsenhok achter de school, maar dat was meer voor het personeel dan voor de kinderen, waarvan er slechts een enkeling op de fiets op school kwam. Wie kon zich dat ook veroorloven? Hoofd van de school was de heer Kloosterman, wiens zoon Nico, bij mij in de klas kwam te zitten. Hij was de voorloper van de heer Hoekstra.
Openbare Lagere School “De Dam”
In de eerste klas kreeg ik en met mij de andere kinderen te maken met juf Grijpsma. Zij woonde in een woninkje op het Turfland, bijna tegen de trambaan aan. Waar als je verder ging bij de gasfabriek kwam. Ze had meende ik ook een bijnaam, net als zo vele Lemsters. Deze hoorde ik later van mijn broer. “Hikkespringer” ik heb nooit de betekenis kunnen achterhalen maar ze was er niet blij mee. Toen we dan ook eens vrij waren en voor haar lokaal op het ijzeren hek staande deze scheldnaam schreeuwden, konden we de volgende dag wat straf op komen halen.
Juf Grijpsma
De eerste jaren was het zeker bij het binnen gaan van de school, allemaal keurig per klas in de rij staan en dan op teken van de hoofdmeester naar binnen. Bij elk lokaal had je aan de buitenkant een rij kapstokken waar de jassen konden hangen en eventueel de klompen konden staan. Wij zaten dacht ik, dat eerste jaar het diepst in de linker poot van de letter H. Het was allemaal nieuw en vreemd.
Natuurlijk zaten er veel kinderen bij je in de klas die je al wel kende omdat ze ook bij je op de kleuterschool zaten, maar de Rooms Katholieke en Christelijke kinderen waren verdwenen naar hun “eigen” lagere scholen, de Sint Jozefschool (94) aan de Schoolstraat en de Wilhelminaschool (78) aan de Lennastraat en wij op De Dam (79) aan de Bantegastraat.
Daarvoor in de plaats kwamen de kinderen van buiten Lemmer, de Straatweg en zelfs van de Hopweg uit de Noord Oost Polder welke dus niet op de kleuterschool bij ons zaten. Bedenkende dat er toen nog geen Lemstervaart, Rienplan, Plan West of Plan Noord bestond. De klassen zullen evenwel uit zo’n dertig leerlingen hebben bestaan, klassengrootte was destijds een begrip wat nog niet bestond. De lagere scholen stonden eigenlijk allemaal dicht bij elkaar op een kluitje, gevangen tussen Lijnbaan, Flevostraat, Parkstraat en Bantegastraat, zoals op bijgaande plattegrond duidelijk is te zien.
Lemmer ten Noord Oosten van Dok en Zijlroede
Ja, vrienden had je niet direct natuurlijk, maar er waren er altijd wel een paar die dezelfde kant uit moesten en zo leerde ik enkelen al wat beter kennen, Roelof Lammers, 1 dag jonger en Hielke Sloothaak, beiden uit de vijfde Parkstraat. Kees de bruin, twee weken ouder, en Appie Coehoorn, beiden uit de Zuiderzeestraat. Voor zover ik mij herinner, speelde ik in het begin vaak met Roelof Lammers en Hielke Sloothaak en dan vooral met Hielke.
Waar we later de trambaan vaak gebruikten als verbindingspad, deden we dat toen niet. Werd denk ik streng verboden door mijn ouders en de trambaan was nog in gebruik dus liep het ook niet zo makkelijk op de losse stenen tussen de rails. Ik liep dan ook vanuit de Urkerstraat via de Zuiderzeestraat en de Gale Hamkema straat naar de Parkstraat.
5e Parkstraat gezien vanaf Trambaan
Bij Hielke hadden ze postduiven, van Lammers weet ik dat niet meer. Ja, wat speelden we zoal? Geen idee! Er was niet zoveel speelgoed voorhanden, dus rondhangen (toen al??), visjes vangen in de sloten achter de trambaan, voor zover je dat stiekem voor elkaar kreeg, want bij de sloten komen was er natuurlijk ook niet bij. Verstoppertje, tikkertje, graven in het zand van de trambaan, etc. etc.
Op school werd je “gepest” met schoonschrijven en de eerste beginselen van rekenen, of te wel het klassikaal opdreunen van de tafels die op het schoolbord stonden geschreven. Lezen en dan was er nog het klassikaal zingen. Ik weet niet of het woord playbacken al bestond, maar wij hadden het al uitgevonden hoe het moest.
Onderweg naar school
In september wordt er een sigaren fabriek in Lemmer geopend, aan de Langestreek en daardoor is er weer wat meer werkgelegenheid in het dorp dat zo langzamerhand zijn visserij verleden los moet laten. Ik begin me op school ondanks mijn natuurlijke verlegenheid, wat beter thuis te voelen in dat grote gebouw en op dat grote schoolplein en als eerste klassers claimen we ons plekje op dat schoolplein en wordt er touwtje gesprongen (meestal de meisjes) en wij als jongens rennen, vliegen en stuiteren (ADHD wat was dat???) over het schoolplein.
Een geliefd spelletje was “overkommertje”, waarbij je van de ene kant van het schoolplein naar de andere kant moest zien te komen, zonder getikt te worden. In die tijd moeten we vaak vermoeid en bezweet in de klas gezeten hebben, van al dat rennen.
In oktober wordt door 'It Krite toniel' het door mijn oom Meint Visser geschreven toneel stuk “Dochs fakânsje” opgepikt om tot uitvoering te brengen. Het culturele leven was destijds nog echt een dorpse aangelegenheid, waarin velen hun creativiteit kwijt konden na een week hard werken. Bijlhout opende een moderne zaak aan de Schulpen en daarmee werd het aangezicht van het eerst zo statige “Andringa state” verder gewijzigd.
Ondertussen kabbelt het leven zonder verder noemenswaardige zaken verder en gaat het via St. Maarten en het daaraan gekoppelde hoeveelheden snoep ophalen en het proefvaren met de nieuwe reddingsboot “De Hilda” naar het einde van het jaar en dus de maand december.
Uit Zuid Friesland, “De Hilda” vaart uit
Eerst Sinterklaas, waar ook voor mij het geloven in, zo langzamerhand wel tanende was, mede door de verhalen van klasgenoten die al een stapje verder zijn in de werkelijkheid van het leven en al niet meer in sprookjes geloven, ondanks dat ben je toch altijd weer bang en zenuwachtig als het zover is. En natuurlijk wil je wel even extra braaf zijn voor de pakjes avond.
En dan mijn zevende verjaardag, ditmaal zonder de gebruikelijke foto sessie. Op de zondagsschool wordt er hard toegewerkt naar het naderende kerstfeest en onze groep onder leiding van Hogeterp en van der Veen doet daar volop aan mee. Zo wordt het dus Kerst, met ineens volop vorst, waardoor Friesland een waar schaatsparadijs wordt voor de liefhebbers.
Uit Leeuwarder Courant
Helaas verdrinken er ook 6 personen die zich buiten de veilige sloten en routes wagen, wat is dat toch in de mens om altijd het gevaar te zoeken. Tijdens de kerstviering in de Hervormde kerk in Lemmer kreeg ik het door mij verdiende boek uitgereikt.
Binnenblad en boek van de zondagschool
Reactie plaatsen
Reacties