Ten tijde van de bezetting van ons land door de Duitse troepen bevonden zich hier nog drie Joodse medeburgers, namelijk:
Mevrouw Sarah Blok, geboren op 25 juni 1876 te Lemmer,
De heer Jozeph Blok, geboren op 10 oktober 1878 te Lemmer, en
Mevrouw Jantje Jacobs, geboren op 6 november 1883 te Lemmer.
Op 19 november 1942 werden zij, evenals vele andere Joodse personen, omgebracht in het concentratiekamp Auschwitz.
Jozeph en Sarah Blok, broer en zus, vormden samen een huishouden en woonden aan de Nieuwburen in Lemmer.
Jantje Jacobs (ongehuwd) vervulde gedurende vele jaren de functie van wijkzuster bij de afdeling Oosterzee-Echten van het Groene Kruis. Na een dienstverband van 22 jaar werd op 21 december 1940, tijdens een buitengewone ledenvergadering van de genoemde afdeling, officieel afscheid van haar genomen.
Jozeph Blok
Sarah Blok
Jantje Jacobs
LEMMER – Enkele jaren geleden werd tijdens de begrotingsvergadering van de Raad van Lemsterland het voorstel gedaan om het plein, gelegen tussen De Helling en de Bantegastraat, te vernoemen naar de laatste twee Joodse inwoners van Lemmer, Jozeph en Sarah Blok, die tragisch om het leven zijn gebracht in Auschwitz.
Dit voorstel werd met enthousiasme ontvangen, maar voorlopig opgeschort. Er werd besloten eerst de verdere ontwikkelingen op en rondom dit plein af te wachten. Na verloop van tijd werd duidelijk dat dit plein uiteindelijk niet de meest geschikte locatie bleek om de herinnering aan deze personen te verankeren.
Er is onderzoek verricht naar het park gelegen tussen de Markerstraat en het oude kerkhof. Dit park sluit in bepaalde mate aan bij de Onderweegshof en het Rienplan, waar de straten zijn vernoemd naar verzetsstrijders die omkwamen tijdens de oorlog en naar Yme Willem van Dijk, een Lemster die het leven liet in Indië. Van het oorspronkelijk aangelegde park met vijver resteerde door de jaren heen niet meer dan een grasveld. Slechts een schelpenpad met enkele zitbanken is nog aanwezig.
Het vernoemen van deze locatie naar de betreffende personen zou destijds ongepast zijn geweest. Het terrein diende eerst te worden heringericht om weer als een volwaardig park te kunnen worden beschouwd. De mogelijkheid tot het opknappen van het gebied deed zich voor toen Lyaemer Wonen, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de instelling, de Gemeente honderd bomen schonk. Een deel van deze bomen werd in het betreffende park geplant. Vervolgens werden enkele verhogingen aangelegd, waarop inmiddels ook struiken zijn geplant.
Hoewel het gebied momenteel nog een enigszins lege uitstraling heeft, begint het weer de kenmerken van een park te vertonen. Dit vormde voor de Gemeente aanleiding om over te gaan tot het vaststellen van een officiële naam. Op 28 maart heeft het college van burgemeester en wethouders besloten het gebied de naam "Jozeph en Sarah Blok Park" toe te kennen.
Plaquette.
Het vernoemen van locaties naar personen brengt het risico met zich mee dat na verloop van tijd vrijwel niemand zich nog herinnert wie deze personen waren en welke betekenis zij hadden. Om dit te voorkomen, zal er een plaquette worden geplaatst waarop beknopte informatie wordt verstrekt over de achtergrond en verdiensten van de naamgevers. Het streven is om deze plaquette te onthullen op 4 mei, de dag van de Nationale Dodenherdenking. Het is echter de vraag of dit plan binnen de gestelde termijn gerealiseerd kan worden.
Jozeph en Sarah in de Lemster gemeenschap
Sarah Blok, officieel geregistreerd als Saartje, werd geboren in Lemmer op 25 juni 1876. Haar broer, Jozeph, kwam eveneens ter wereld in Lemmer op 10 oktober 1878. Beiden waren kinderen van Hartog Blok en Natje Schrijver. Het gezin woonde gezamenlijk aan Nieuwburen 11, gelegen tegenover de huidige locatie van apotheek De Waag.
Op de kaart uit het bevolkingsregister wordt hij vermeld als incasseerder, terwijl andere bronnen hem aanduiden als veehandelaar. Het is aannemelijk dat hij werkzaam was als een kleine zelfstandige handelaar, gespecialiseerd in de verkoop van onder andere kippen, kleinvee, kalveren en wat minder vee. Mogelijk hield hij zich daarnaast bezig met activiteiten op het gebied van fotografie. Tijdens de bezetting werd hem als Jood echter verboden om zijn handelsactiviteiten voort te zetten. Als alternatief was hij uitsluitend nog in staat langs de deuren te gaan om schuurpoeder, een product vergelijkbaar met Vim, te verkopen. Dit beperkte handelsrecht bood slechts een minimale mogelijkheid om te voorzien in het levensonderhoud voor hemzelf en zijn zuster. Gedurende deze periode ontving hij, naar alle waarschijnlijkheid, aanvullende steun vanuit de lokale bevolking.
Jozeph was een bekende verschijning in Lemmer, terwijl zijn zuster Sarah zelden buitenshuis werd gezien vanwege haar vrijwel volledige blindheid. Samen voorzagen zij in de huishoudelijke taken. Het was hen niet onbekend wat er met de Joodse bevolking in Duitsland gebeurde. Beide droegen de fatale letter 'J' op hun persoonsbewijzen, een aanduiding die eveneens in de bevolkingsadministratie was opgenomen.
Van meerdere zijden werden zij dringend gewaarschuwd om te vertrekken voordat het te laat zou zijn. Helaas werd er geen gehoor gegeven aan deze welgemeende raad. Deze mensen vertrouwden erop dat er voor hen geen gevaar dreigde. In hun overtuiging waren Hitler en zijn medestanders uitsluitend gericht op de welgestelde Joodse bevolking. Dit vertrouwen bleek echter misplaatst. Op 29 april 1942 werden zij door de Nederlandse politie opgehaald. Nog geen zeven maanden later, op 19 november 1942, kwamen Jozeph en Sarah Blok, evenals Jantje Jacobs, uit Echtenerbrug om het leven in het concentratiekamp Auschwitz.
Geïntegreerd.
De familie Blok, als de laatst overgebleven leden van de voorheen aanzienlijke Joodse gemeenschap in Lemmer, was volledig geaccepteerd en diep geworteld in de lokale bevolking. Jozeph Blok was tevens actief betrokken bij het maatschappelijk verenigingsleven in Lemmer. Hij vervulde onder andere de rol van bestuurslid bij de plaatselijke IJsvereniging. In 1938, ter gelegenheid van het 40-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina, droeg hij bij aan de feestelijke versieringen van de Nieuwburen. Zijn betrokkenheid en die van zijn zuster getuigen van hun natuurlijke integratie en gewaardeerde aanwezigheid binnen de gemeenschap.
Jozeph Blok was actief bij 'Us Ideael', de voorloper van Excelsior. Op de bijgevoegde foto is hij te zien als vierde van links, te midden van een groep muzikanten. Deze groep vormde destijds tevens een hechte vriendengroep. Gedurende vele jaren heeft op het graf van Siebe Schirm een bak met een tak kunstbloemen gestaan, geschonken door deze groep, waarvan Blok een onderdeel uitmaakte.
Johannes de Vries, die de onderstaande toespraak voordraagt.
Aanwezigen.
Het zal vier of vijf jaar geleden zijn dat ik door Afke Klijnsma gebeld werd. Zij merkte op dat Jozeph en Sarah Blok hier in Lemmer op geen enkele wijze zichtbaar werden herdacht. Wel op het monumentje op de begraafplaats in Tacozijl, niet in Lemmer. Zij opperde of het niet wat zou zijn iets naar hen te vernoemen zoals ook met de gevallen verzetsstrijders is gebeurd in het Rienplan in Lemmer. Misschien het plein achter dorpshuis De Helling. We zaten dicht tegen de algemene beschouwingen in de Gemeenteraad aan. Dat leek onze fractie een goede gelegenheid om deze vraag onder de aandacht te brengen van de college Raadsleden. De gedachte van een naamgeving werd wel positief ontvangen. Maar het zou de ontwikkeling van dat gebied moeten afwachten. Het kon immers best zijn dat na afloop van de werkzaamheden het hele plein verdwenen was.
Ongeveer een jaar geleden vroeg burgemeester Bosma of het parkje naast het oude kerkhof niet geschikt zou zijn voor de naamgeving naar deze mensen. Dat leek wel een goed idee maar dan zou het parkje toch eerst behoorlijk opgeknapt moeten worden. Wat dat laatste betreft liep het mee want Woningstichting Lyaemer Wonen bestaat dit jaar 100 jaar. Als jubileum cadeau bood deze instelling de Gemeente Lemsterland een aantal bomen aan.
Een deel daarvan is in het tot dan toe karig ingerichte parkje geplant. De Gemeente vond dat er dan ook een monumentje voor deze mensen moest komen. Daarmee moesten degenen die hier kwamen ook in de toekomst weten dat deze broer en zuster in Lemmer hebben gewoond en dat zij in een Duits concentratiekamp aan hun einde zijn gekomen. Nerus Goïnga ging zoveel mogelijk gegevens over Jozeph en Sarah Blok verzamelen en Marcus Noordmans maakte een ontwerp voor het monumentje. Letterlux uit Joure voerde het ontwerp uit en wij zochten er een plaatsje voor bij de treurboom in wat ondertussen al officieel het Jozeph en Sarah Blok Park heet.
Ontwerper: Marcus Noordmans
Onthulling: 24 november 2006
Monument Ter Nagedachtenis aan Jozeph en Sarah Blok: Foto van wikipedia
Het is meer dan 65 jaar geleden dat de Nederlandse politie deze Lemsters uit huis haalde als begin van hun reis naar Auschwitaz– Birkenau. Een reis waarvan geen terugkeer mogelijk was. Er zullen hier niet veel mensen aanwezig zijn die hun nog gekend hebben. Daarom wil ik even in herinnering roepen wie deze mensen waren.
Een broer en een zuster uit het gezin van Hartog Blok en Naatje Schrijver. Een gezin waarin acht kinderen geboren werden. Drie daarvan werden levenloos geboren, drie anderen leefden hooguit een paar maanden .Slechts twee werden volwassen, Jozeph en Sarah. Samen woonden zij aan de Nieuwburen in een klein huis dat al lang afgebroken is. Dat stond ongeveer tegenover de tegenwoordige apotheek.
Sarah deed de huishouding. Zij kon ook weinig anders want zij was bijna blind. Op straat kwam zij zelden, zij leek mensenschuw. Jozeph moest de kost voor beiden verdienen. De meeste Joden hadden geen vaste baan; het waren vooral meest handelslui. Jozeph was daarop geen uitzondering. Hij schijnt, net als zijn vader, ook wat in de veehandel gedaan te hebben. Op zijn persoonskaart uit het bevolkingsregister staat hij vermeld als ‘incasseerder’. Ik meen dat hij de elektriciteitsmeters opnam. Daarbij werd dan meteen afgerekend. Maar hij kon ook grafstenen leveren.
Ik meen dat hij ook wat in de fotografie deed. Dinsdagavond belde mevrouw Haveman, een negentiger die hen ook goed gekend heeft. Als Sarah in de winkel kwam vroeg zij altijd of ze door de achterdeur weer naar buiten mocht. Dat was dan minder opvallend. Van haar hoorde ik ook dat Jozeph ventte met sigaren. In ieder geval langs de boeren in Eesterga en Follega. Waarschijnlijk zal hij wel meerdere richtingen uitgegaan zijn met die handel. Hij kwam dan op een wat buitenmodel fietsje en hij had er geen bezwaar tegen om zo hier en daar een kop koffie of zelfs een maal eten toegeschoven te krijgen.
Naast die verschillende werkzaamheden nam hij ook aan het dorpsleven deel. Zo speelde hij in muziekkorps Excelsior, of misschien nog bij de voorganger daarvan, Us Ideael. Van de IJsvereniging Lemmer is hij zelfs voorzitter geweest.
Deze mensen waren zo goed van vertrouwen dat zij niet wilden onderduiken. Toen dat werd voorgesteld was hun commentaar dat zij niets te vrezen hadden. ‘Het gaat de Duitsers om de rijke Joden en wij zijn arm.’ Hoe anders is het gelopen.
Woensdagmorgen hebben collega Raadslid Kingma en ik aan de kinderen van de St. Jozeph School e.a. verteld over deze mensen, over de Joodse gemeenschap die hier in Lemmer geweest is en over de Joodse Begraafplaats in Tacozijl. De enige zichtbare herinnering aan de Joodse gemeenschap is de nog enigszins herkenbare synagoge in de Schans. Echtenerbrug heeft de Zuster Jacobsstraat die herinnert aan wijkzuster Jantje Jacobs, bij Tacozijl vinden we nog de kleine begraafplaats waar de Lemster Joden hun laatste rustplaats vonden.
Deze begraafplaats lag er tientallen jaren als een wildernis bij. Op 20 november 1986 werd de Stichting Joodse Begraafplaats “Tacozijl” opgericht met het doel deze begraafplaats te restaureren. Op 18 April 1990 was het zover dat met het plaatsen van een monumentje voor broer en zus Blok en wijkzuster Jantje Jacobs de restauratie kon worden afgesloten. Het doet ons goed dat er onder de aanwezigen vanmiddag bestuursleden van de Stichting aanwezig zijn w.o. voorzitter en initiatiefneemster mevr. Mabs Bastian – Pen. Ook de aanwezigheid van mevr. Klijnsma stellen wij zeer op prijs.
Ik wil dank uitspreken aan iedereen die op welke wijze dan ook medewerking heeft verleend aan het tot stand komen van dit monument. Wij hopen dat dit monument nog jarenlang mag herinneren aan het grote onrecht dat onder het Nazibewind onze Joodse medemensen is aangedaan en speciaal aan de laatste twee Lemster Joden.
Kinderen hebben gedichten bij het monument geplaatst.
Uitleg van Johannes de Vries a.g bovenstaand briefje: Vorige week kwam Albert Spaan mij een brief brengen. Gevonden tussen oude papieren van Excelsior. De inhoud was echt verrassend. Een briefje van Jozef Blok uit 1941 aan het bestuur van de muziekvereniging. Dat hij door de veranderde omstandigheden moest bedanken als lid van de vereniging. Met nog de opmerking dat zijn naam uit de boeken moest verdwijnen. Sprekend was ook het streepje onder moest. Het laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Dan zit je in gedachten weer midden in die jaren van de oorlog. Dat juist nu we in april en mei de Bevrijding en de gevallenen herdenken. Dit was een onbetekenend maar toch veelzeggend briefje. Zoiets mag niet verloren gaan. In overleg met de vinder heb ik het maandagmorgen naar de Oudheidkamer gebracht. Daar wordt het opgeborgen maar er komt wel een beschrijving bij. Anders zou na verloop van jaren niemand zich de betekenis hiervan kunnen herinneren.
Foto van Wikipedia
In het jaar 1802 wordt de Joodse gemeenschap voor het eerst vermeld in een koopakte betreffende een stuk grond bestemd voor een begraafplaats. Wegens de lage kosten van de grond koos men destijds voor deze afgelegen locatie. Het was gebruikelijk dat een rouwstoet ongeveer een uur nodig had om de begraafplaats te bereiken vanuit Lemmer, waar de synagoge van de Joodse gemeente gevestigd was. Het aangekochte perceel bevond zich echter op een dusdanig laag gelegen terrein dat men voortdurend te maken had met wateroverlast. In 1876 werd dit probleem gedeeltelijk opgelost. De toenmalige burgemeester van Gaasterland, de heer J.H.F.K. Van Swinderen, schonk de Joodse gemeente een hoger gelegen stuk grond, direct grenzend aan de bestaande begraafplaats, waarmee de situatie aanzienlijk werd verbeterd.
(De begraafplaats in Tacozijl stamt uit de 19e eeuw. De oudste grafstenen, daterend vanaf 1817, zijn vermoedelijk oorspronkelijk afkomstig uit Sneek. Dit aangezien de Joodse gemeente van Lemmer pas in het jaar 1876 over een eigen begraafplaats beschikte.)
De laatst begravene in Tacozijl was de koopman Simon Jacobs, die in 1939 kwam te overlijden. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog telde Lemmer nog drie Joodse inwoners: Jozef Blok, zijn zus Sara en Mette Jacobs. Deze werden door de Duitse bezetter gedeporteerd en verloren tragisch genoeg hun leven onder het naziregime.
De begraafplaats is opgedeeld in twee secties: een lager gelegen gedeelte en een hoger gelegen gedeelte. Deze twee delen vormen samen één geheel. In het lagere gedeelte bevinden zich 21 grafzerken, voorzien van grafschriften in het Hebreeuws, aangevuld met Nederlandse teksten in sommige gevallen. Op het hogere gedeelte zijn 8 grafstenen gesitueerd die geen of zeer weinig Hebreeuwse inscripties bevatten. De laatste persoon die op deze begraafplaats werd begraven, was Simon Jacobs (geboren op 26 oktober 1850, koopman van beroep), die op 30 oktober 1938 is overleden. Ter nagedachtenis aan de tragische gebeurtenissen tijdens de periode 1940-1945, is in 1990 een gedenkplaat geplaatst. Deze gedenkplaat eert ook de drie joodse bewoners die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd en omkwamen in Auschwitz. Symbolisch heeft de gedenkplaat Sarah en Joseph Blok en Jantje Jacobs herenigd met hun ouders, die allen op de begraafplaats bij Tacozijl zijn begraven.
Jantje Jacobs, Lemsterland, 6 november 1883, Auschwitz, 19 november 1942. Bereikte de leeftijd van 59 jaar.
Jantje Jacobs was de dochter van Heiman Jacobs en Duifje van Dam. Het echtpaar Jacobs woonde aan het Achterom (Wijde Steeg) te Lemmer en had drie kinderen: Mette, Jantje en een derde kind. Heiman Jacobs was actief als koopman en overleed in december 1923; Duifje van Dam volgde in december 1934. Jantje Jacobs bleef ongehuwd. Gedurende een aanzienlijke periode was zij werkzaam als wijkzuster bij de afdeling Oosterzee-Echten van Het Groene Kruis. Op 21 december 1940 werd, na een dienstverband van maar liefst 22 jaar, tijdens een buitengewone ledenvergadering officieel afscheid van haar genomen.
De toenmalige voorzitter van de afdeling, de heer Johs. Zijlstra, sprak haar zijn waardering uit voor haar jarenlange toewijding en inzet. Vervolgens werd zij door nog eens zeventien andere sprekers geprezen. Ter gelegenheid van haar afscheid is haar een fiets overhandigd als blijk van waardering. Jantje Jacobs is tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd naar Auschwitz, terwijl haar zuster Mette naar Sobibor werd afgevoerd. Hun namen zijn vereeuwigd op het herdenkingsmonument dat is geplaatst op de Joodse Begraafplaats te Tacozijl. Daarnaast is in Echtenerbrug een straat naar Jantje Jacobs vernoemd, als blijvende herinnering aan haar leven en lot.
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de afgelegen begraafplaats lange tijd weinig aandacht, waardoor de onderhoudsstaat snel verslechterde. In 1986 werd de Stichting Joodse Begraafplaats Tacozijl opgericht, die sindsdien het beheer van de begraafplaats uitvoert in opdracht van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap in Amsterdam. Daarnaast wordt de begraafplaats ook beheerd door It Fryske Gea. Dankzij deze gezamenlijke inspanningen blijft de herinnering aan de Joodse gemeenschap van Lemmer behouden.
Aantal joden in Lemmer:
1809: 32
1840: 71
1869: 109
1899: 53
1930: 12
Foto van Wikipedia
De inscriptie op de gedenksteen vermeldt:
'JUSTER BARDE IT BY US 1940-1945
FAN UT DE LEMMER TRANSPORTEARE EN YN AUSWITZ OMBROCHT.
OANTINKEN LIEDT TA FERLOSSING. FERJITTEN TA BALLINGSKAP.
MOARN IS 'T WER EARNE OARS.'
Het monument ter nagedachtenis aan Jozeph en Sarah Blok in Lemmer, gelegen in de gemeente Lemsterland, is opgericht om respect te betuigen aan de joodse broer en zus Jozeph en Sarah Blok. Tijdens de bezettingsjaren zijn zij gevangengenomen en op 19 november 1942 in het concentratiekamp Auschwitz door de bezetter om het leven gebracht.
Oprichting: Het monument werd opgericht op initiatief van de gemeente Lemsterland.
Onthulling: De officiële onthulling van het monument vond plaats op 24 november 2006.
Afdrukken van Roel Kingma: Lemsters Sarah/Saartje, Joseph Blok en Jantje Jacobs, genoemd op het Nationaal Holocaust Namenmonument aan de Weesperstraat in Amsterdam.
De Joodse begraafplaats werd in 1801/1802 aangekocht en bevond zich aan de voet van de Zeedijk. De oudste grafsteen dateert uit het jaar 1817. In het document “Pinkas” wordt vermeld dat, vanwege herhaaldelijke overstromingen, werd besloten de overledenen op een andere locatie te begraven. In 1876 schonk de burgemeester van het nabijgelegen dorp Tacozijl, jonkheer Jan Hendrik Frans Karel van Swinderen, hiervoor een stuk land. Het kadaster van 1832 toont echter reeds een perceel op de huidige locatie (BLK C 532, 620 m²), dat als begraafplaats wordt geregistreerd en eigendom is van de Israëlitische Gemeente. Dit perceel wordt ook in 1930 op de topografische kaart nog als begraafplaats aangeduid. Uit verder onderzoek blijkt dat het door jonkheer Van Swinderen geschonken stuk land aansloot op de bestaande begraafplaats, maar hoger gelegen was. De huidige begraafplaats bestaat daardoor uit een hoger en een lager gelegen deel.
De Leeuwarder Courant van 14 augustus 1876 laat over het aanbod van Jhr. Van Swinderen geen twijfel bestaan: “Lemmer De Israëlitische begraafplaats alhier was ten eenenmale geheel onbruikbaar geworden, hetgeen voor de kleine gemeente reden van bezorgdheid gaf om daarvoor een nieuw terrein aan te schaffen, terwijl een zoodanige aankoop een niet te gering te schatten uitgaaf vereischte. Goede raad was duur. Na vergeefse pogingen te hebben aangewend vervoegde het kerkbestuur zich tot Jonkheer van Swinderen, burgemeester van Gaasterland, die ons niet alleen met financiële raad bijstond , maar bovendien ons een groote uitgestrektheid lands ten geschenke gaf, dat ons een begraafplaats verschafte, trots het beste onder de begraafplaatsen in ons vaderland. Aangezien wij geheel buiten de kom der gemeente van dien edelen gever woonachtig zijn, vragen wij ieder weldenkend mensch, of genoemde heer te vergeefs met aardsche goederen is gezegend. De Israëlitische gemeenteleden betuigen jonkheer van Swinderen daarvoor dan ook hunnen duizendvoudigen dank”.
Jonkheer van Swinderen bracht het tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw, en was Lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, en ook Lid van de Tweede Kamer voor het kiesdistrict Dokkum. Voorts was hij dijk gedeputeerde van het waterschap Zeven Grietenijen en de stad Sloten, voorzitter van de Grote Noordwolder polder en voorzitter van de Vereniging van burgemeesters en gemeentesecretarissen van Friesland. Ook was hij lid van de Provinciale Staten van Friesland voor het kiesdistrict Sneek. Bij zijn overlijden op 64 jarige leeftijd in 1902 te Rijs vermeldt de Leeuwarder Courant ook nog dat de overledene gedurende zijn gehele leven een weldoener van honderden geweest was, en in zijn gemeente waar hij geboren en getogen was zich een grote mate van populariteit had weten te verwerven. In ieder geval zullen ook de Friese Joden hem ten goede hebben herdacht.
De Joodse Begraafplaats Tacozijl werd omstreeks 1989 behoed voor verdere verwaarlozing dankzij de inspanningen van een groep betrokken inwoners uit Lemsterland, onder leiding van mevrouw M. Bastian-Pen. Ter ondersteuning van dit initiatief werd de ‘Stichting Joodse Begraafplaats Tacozijl’ opgericht. Deze stichting heeft sindsdien zorg gedragen voor de volledige restauratie van de begraafplaats. Financiële steun wordt geleverd door circa honderd donateurs, afkomstig uit zowel Lemsterland als andere regio’s. Tot op heden ziet de Stichting toe op het onderhoud van dit historische en karakteristieke deel van Lemsterland, in nauwe samenwerking met de gemeente Lemsterland en Werkvoorzieningsschap Caparis (voorheen Waghenbrugghe).
- Het aantal bewaard gebleven grafstenen bedraagt 29 tot het jaar 1938.
- Het geregistreerde aantal overleden Joodse inwoners is circa 123.
- Het aantal Joden geboren in Lemsterland en Gaasterland, die zijn omgekomen in concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog, bedraagt 55.
De nummering der grafstenen op de Begraafplaats te Tacozijl
Reactie plaatsen
Reacties
Zo triest en toch ook weer mooi dat op deze manier de weinige Joden hier worden herdacht en dat zo laat na dato toch Jozeph en Sarah Blok zijn herdacht met een mooi memorie teken in het park.