De situatie in Lemmer aan de westkant in de dertiger jaren. Aan de linkerkant de dijk aan de Zuiderzee, Onderaan dit stukje dijk waren twee 'zwemplanken' aangebracht, de z.g. eerste en tweede zwemplank, waarover men via de basalt-stenen in zee kon komen. badhokjes waren er in die tijd nog niet, het ging allemaal met kunst en vliegwerk. Verder ziet u aan de Plattedijk een boerderij-hooischuur met stal en voorhuis, het z.g. 'Witte Húske', dat jammer genoeg wegens doeleinden moest verdwijnen. Tegenover het '' Witte Húske' stond een schuur, waarin opslag en gebruikt voor timmerwerkzaamheden ten behoeve van het waterschap 'De Zeven Grietenijen en stad Sloten' Achter deze schuur liep een breed pad naar de vuilstortplaats, ook te bereiken met het 'vlaggeschip' de 'tonnepream'. De hek-afscheiding, was voor het vee, hier werkten aan dat hek Jaap en Herre van der Veen, wonende op de Pietersbuurt.

In aansluiting op de tekening over de vuilstortplaats 'Siberië' tegenover het 'Witte Húske' een tekening waarop een schuur, waarin nog een familie heeft gewoond. Links van de molen, de ijsbaan, waar eens o.m. Arend Poepjes zijn triomfen vierde. Bij de overkapping ligt de praam met faecaliën, om gelost te worden. later werd de 'opslag' als compost naar Holland vervoerd. De naam 'strontrace' vanuit Makkum, herinnert aan dit speciale vervoer. Tussen de bomen aan de Plattedijk door, een boerderij destijds bewoond door de familie Nagelhout. Op dit terrein kwam de latere Lemster camping. Op de achtergrond het Ir. D. F. Woudagemaal, in de volksmond het 'Stoomgemaal'. Het nieuwe clubhuis van de watersportvereniging is op de plaats gekomen waar de genoemde overkapping is geweest.

Waar voor het bruggetje op de tekening lang geleden - als ingang van het Lemster Hop, waar het voetbalveld van Lemmers eerste voetbalclub LVV was gelegen, (op zondag, 22 april 1923, speelde LVV zijn eerste wedstrijd. Later kwam verhuizing van het Lemsterhop naar de Lemstervaart) lag in zee aan de rechterkant vaak een klein bootje met een visserman, die toebehoorde aan een bekende Lemster, Zwarte Germ, een ruig heerschap, gebruind en getaand door weer, wind en zout water. Zijn stem had het bulderen van de zee overgenomen en zijn woordkeuze was dienovereenkomstig - krachtige taal die aan duidelijkheid niets overliet.

Ook stond er een klein gemaaltje, om het Zuiderzeewater wat bij storm in het Hop kwam weer droog te malen. In 1940 stond hier afweergeschut op

Vele Duitse barakken waren gebouwd langs de Sluisweg in het ,,Hop”, nabij het oude voetbalveld, in het Patrimonium (waar nu fa. Slump zit), met de daarbij behorende bunkers, zoeklichten en afweergeschut.

Skiepedykje en het Swarte Hikje: Plekje aan de Zeedijk, op dat plekje werd gevoetbald, geknikkerd, gebosterd, getiepeld enz. Op de voorgrond de N.T.M.-lijn, waarover eens de tram tufte, met de machinisten Prins en Langenberg. Links het 'swarte hikje' dat toegang gaf tot het Skiepedykje.

Noodlanding bij Kuinre 1943

Molentje bij Siberië, 1930

Klipper - Figaro

Gezicht op Lemmer, linksonder het Achterom.

Follega

Straatweg Lemmer, 'Eerste brugje'

Oude Sluis met Blokjesbrug

De Lemster Toer

Een paling-aak zeilt de haven van Lemmer uit, aquarel van W.A. Visser 1811-1886

Kortestreek