'De Wildeman' Lemmer |2|
Hier zien we de gevel zoals die er jaren geleden uitzag. De meest opvallende verandering is wel het verdwijnen van de deur die toegang tot de stal gaf. Die is verdwenen en daar kwam later een slijterij in. De laatste jaren was die ruimte ingericht als receptie en garderobe. De stalling was in de jaren na de oorlog meest in gebruik als fietsenstalling.
Op deze foto is de slijterij te zien
Foto van Betty Wienia: Nanne Wienia
Interview Zuid-Friesland met oud eigenaar Nanne Wienia.
LEMMER - "Van verre Schokland en den toren van Kampen gezien hebbende kwamen wij te vier ure aan de Lemmer aan, waar wij in de herberg De Wildeman onzen intrek namen." Aldus een aantekening in het dagboek van Jacob van Lennep, die in 1823 met zijn vriend Dirk van Hogendorp, te voet, per trekschuit en per diligence een reis door de Noord Nederlandse provinciën maakte. Deze tekst staat te lezen op de menukaart van het hedendaagse Hotelcafé-restaurant 'De Wildeman' aan de Schulpen in onze gemeente. Ruim 180 jaar geleden heeft de beschreven gebeurtenis plaatsgevonden. Sindsdien is er veel en tegelijkertijd niets veranderd. Vervoermiddelen als diligence en trekschuit dateren uit al lang vervlogen tijden, maar reizigers komen er nog steeds. Soms te voet zoals toen, soms per fiets, maar meestal per al dan niet 21e eeuwse 'bolide'. Het zal niet al te lang meer zijn, het pand is verkocht aan een Lemster ondernemer.
De herberg van weleer wordt als hoofdbestemming omgebouwd tot een appartementencomplex. Of daarnaast nog een café-restaurant zal worden geëxploiteerd, is niet zeker. Maar zeker is wel dat aan een eeuwenoud, traditioneel reizigershotel met zijn vele andere, in de loop der tijden daarmee verbonden nevenbestemmingen, een einde komt. Gelet op de betekenis die het gebouw en het bedrijf van oudsher voor Lemmer en haar inwoners heeft gehad, zal dat de plaatselijke gemeenschap niet onberoerd laten. In verband daarmee sprak de Zuid Friesland met de vorige eigenaar, Nanne Wienia over zijn persoonlijke indrukken en belevenissen. Hij is vanaf 1967 in het bedrijf werkzaam geweest. Eerst als hulp van zijn ouders en vanaf 1978 als zelfstandig ondernemer. Historische beschrijvingen omlijsten zijn verhaal. Daarbij is ook informatie verkregen van Jelle de Jong, architect in Lemmer en schrijver van het boekje 'Wandelingen langs de monumenten.
Monumentaal middelpunt.
Vanaf de Oudesluisbrug richting Schulpen lopende, springen voor de oplettende wandelaar onmiddellijk de contouren in het oog van dat statige, voor het centrum van Lemmer beeldbepalende gebouw van 'De Wildeman'. De grandeur die het uitstraalt en de rijke, daaraan verbonden historie, heeft er toe geleid, dat het pand in 1970 is geplaatst op de Rijksmonumentenlijst. Zodoende blijft dit monument, dat doet denken aan een classicistisch gerelateerde vorm van bouwkunst, ook voor toekomstige generaties bewaard, ongeacht de toekomstige bestemming.
Als de wandelaar de historische bronnen er op nagelezen heeft kan hij vaststellen, dat de beschrijvingen van het gebouw allemaal precies kloppen "Het is 7 traveeën breed. Het telt 2 bouwlagen onder een groot schilddak met hoekschoorstenen. De Vlaamse top met klokgeveltje is versierd met beeldhouwwerk en gedateerd 1773. In de top staat de Wildeman afgebeeld (Beschrijving 'Havenplaats Lemmer' door Pieter Terpstra). Dat is nog ruim voor de Franse Revolutie (1789) om maar eens iets te noemen. De vraag rijst of Stadhouder Willem V hier nog gelogeerd heeft, voor hij in 1795 vanuit Friesland naar Engeland vluchtte. Voor Nanne Wienia is dat ook een vraag. Maar het zou hem niet verbazen als dat waar zou zijn. "Ik heb helaas. niet meer de beschikking over originele historische stukken, maar ik weet dat De Wildeman eeuwenlang een toevluchtsoord is geweest voor reizigers."
"De zee was in ieder geval vlakbij. Hier was vóór 1888 de haven waar de beurtschepen aanlegden. Evenwijdig met de gevels rond dit gebied, circa 6 meter uit de bebouwingslijn, lag de kade, aan eb en vloed onderhevig. Bijkans het geloof te boven gaat hier het getal der Reizigers welke, dag aan dag, van en naar Amsterdam hunnen weg over de Lemmer nemen " (Jacobus Kok in zijn Vaderlandsch Woordenboek 1790). Wienia vervolgt: "Maar niet alleen reizigers beeft De Wildeman onder zijn dak gehad. Ook soldaten zijn hier binnen geweest toen de Bataafse Republiek in oorlog was met de Engelse vloot". Lees maar: "Plotseling werd langs de Friese kust de Engelse vloot gesignaleerd. Het lot wilde dat door de harde wind een Engelse sloep met 8 man aan boord, bij Lemmer aan lager wal werd gedreven. De bemanning werd overmeesterd en opgebracht. Een dag later verscheen de Engelse captain James Border, alias William Bolton, met 3 brikken voor de haven en liet zich vervolgens in een sloep met witte vlag en getooid met oranje linten op de hoed en borst op de kade van Lemmer afzetten. Het was in Herberg de Wildeman, waar hij met de Raad van de Gemeente over de vrijlating van zijn mannen onderhandelde" (Uit: Nederlandse Historiën)
Oorsprong.
Wanneer is er voor het eerst sprake van De Wildeman? In 'Nederlandse Historiën' staat te lezen dat het 'vanzelfsprekend' niet ondenkbaar is, dat voor 1773 op dezelfde plaats ook al een herberg heeft gestaan en dat toen dus van 'nieuwbouw' sprake is geweest. Een historisch overzicht met alle wetens waardigheden van de herberg en nevenbestemmingen ontbreekt echter. En waar vindt de naam zijn oorsprong? Wienia veronderstelt dat het te maken heeft met een handelsmerk. In 'Nederlandse Historiën' staat het volgende te lezen: "De handel in onder andere koloniale waren, die tussen Amsterdam via de Zuiderzee met Noord-Duitse en verder gelegen streken werd gedreven en die voor een deel via Lemmer verliep, zal zeer waarschijnlijk hebben bijgedragen tot de benaming 'De Wildeman'. Ook tabakswinkels plachten immers vaak een moor - identiek aan een wilde in die dagen - tot handelsmerk te kiezen".
De bouw van een herberg op deze plaats is gelet op de situering erg logisch. De Wildeman lag op een kruispunt van wegen en water, direct aan de Zuiderzee. Maar de eerste aanzet tot vestiging van een herberg zou wel eens hoe gek dat in de hedendaagse verhoudingen ook mag klinken bij een burgemeester gelegen kunnen hebben. Het was burgemeester, of zoals de benaming vroeger was 'grietman' Regnerus van Andringa, die in de 18-de eeuw de bouw en de bloei van de herberg heeft gestimuleerd. "Hij liet wegen verbeteren en bevorderde de instelling van postwagendiensten van Lemmer naar steden in Friesland en Groningen. Vooral streefde hij naar welgeregelde veer en vrachtschuit verbindingen met Amsterdam, waartoe ruime en gemakkelijke schepen op de Zuiderzee werden ingezet. Voor deze reisroute ontstond een dermate grote belangstelling, dat al 3 weken voor het voorgenomen vertrek uit Lemmer een plaats in de kajuit besproken diende te worden" ( Uit: Nederlandse Historiën). Het legde De Wildeman geen windeieren. "De meestal laat of te vroeg aangekomenen wilden voor de afvaart van de veerschuit of voor het vertrek van de postwagen, bij een glaasje bitter, een kom koffie of een goede maaltijd wel even op verhaal komen."
Grietman Van Andringa kon het allemaal van nabij observeren. Zijn 'Grietmanshuis! stond recht tegenover de herberg. Volgens Jelle de Jong wilden de grietmannen in die tijd ook voor zichzelf een café voor de deur. Hij kijkt veelbetekenend. En warempel, laat de tegenwoordige grietman, burgemeester Jo Bosma vanuit zijn gemeentekantoor nou ook uitkijken op een café-restaurant. Er lijkt niets te zijn veranderd! De Jong vertelt dat hier niet alleen een herberg heeft gestaan. Oorspronkelijk was er eerst een boerderij en naast het cafégedeelte was een wagenschuur (koetshuis) en een paarden en koestal aanwezig. De eigenaren dronken dan na de 'stalling' van die vervoermiddelen hun glaasje in het café of overnachtten daar. Door de ideale ligging op een kruispunt van wegen en water, was hier duidelijk sprake van een regionale functie. En tot na de 2e Wereldoorlog was er het doktershuis van dokter van der Ham gevestigd, deze verhuisde later naar de Prinsessekade.
Uit de stukken die in het bezit zijn van Wienia blijkt dat ook de plaatselijke notaris in het verleden daar zijn akten passeerde. Multifunctionele functie van het geheel blijkt ten overvloede nog eens uit een notariële akte van 11 mei 1869. Wethouder(!) Wilco van Andringa de Kempenaer verkocht toen het perceel huizinge, koetshuis, stalling turfschuur en ruim erf? aan Andries Lupkes Visser, barbier, geboren op 18 februari 1808 te Lemmer, overleden op 26 augustus 1879 aldaar, zoon van Lupke Franzes Visser en Pietje Andries de Blauw. Andries is getrouwd op 3 december 1837 te Lemmer met Pietje Jans Witteveen, geboren, rond 1805 te Lemmer, overleden op 27 maart 1894 aldaar, dochter van Jan Hermanus Witteveen (kofschipper ) en Sijkje Willems. De koopsom was fl. 4.000,- te betalen in goed gangbare grof zilveren muntspeciën met uitsluiting van voor geld gaande papieren of effecten.
Van 'booming' naar neergang.
Als de wandelaar op een middag vanuit de kletsnatte en winderige Schulpen over de 'uitgesleten drempel' het café binnengaat, zit daar een aantal gasten dat het blijkbaar erg naar de zin heeft. Kennelijk toeristen, die zoals de historie vermeldt, zich aan een glaasje bitter of een kom koffie willen warmen! Rondkijkend valt het op dat de wanden zijn volgehangen met talloze foto's, die als parameters de op en neergang, het wel en wee uit het verleden illustreren. Zij tonen de geïnteresseerde bezoeker de rijke geschiedenis van deze pleisterplaats. Wienia: "Toen ik het bedrijf overnam zaten we midden in een 'booming-periode'. We hebben, toen de economie in de zestiger jaren aantrok, de opgang van het toerisme in Lemmer meegemaakt. We konden dat ook letterlijk met eigen ogen aanschouwen. Vanuit het hotelgedeelte kon je namelijk het strand zien liggen. Het was hier in die tijd echt de zoete inval. Zowel jong als oud kwam hier binnen. Ik durf te zeggen dat we toen min of meer het middelpunt van het uitgaansleven in Lemmer waren. De jaren 70-80 van de vorige eeuw waren voor ons de hoogtijdagen. In de jaren '80 werd eerst de achterzaal verbouwd. Begin 1970 is het hotelgedeelte vergroot en aan de eisen van die tijd aangepast. In het begin van de jaren '90 tenslotte, heeft er opnieuw een drastische verbouwing plaatsgevonden. We hebben toen het bruincafé ingericht en het voorste gedeelte de vroegere dokterswoning kreeg een restaurantbestemming".
Wienia wordt steeds enthousiaster. "We hebben daarbij steeds getracht de intieme, knusse sfeer te behouden. De mensen moeten hier even op verhaal kunnen komen in een gezellige ambiance." Veelbetekenend kijkend naar de steeds luidruchtiger wordende gasten van het moment: "Maar dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat je dan ook de geluidsbarrière doorbreekt". Wienia vervolgt: "Maar er gebeuren hier nooit gekke dingen. Lemsters staan bekend als vechtersbazen. Daar hebben wij nooit iets van gemerkt. Kennelijk waakt 'de geest van De Wildeman' over ons, hoe tegenstrijdig die naam daarmee ook lijkt te zijn. Ik moet trouwens toegeven dat ook ons iets hogere prijspeil in de praktijk voor een zekere selectie zorgde". Hij glimlacht: "Dat prijspeil was inderdaad 'iets' hoger dan in 1823, toen Van Hogendorp en Van Lennep hier logeerden ". Hij wijst weer naar de tekst op de menukaart: "Te half vijf sprongen wij ten bedde uit en betaalden voor thee, wijn, avondeten, logies en een uitmuntende bediening twee gulden per hoofd ".
Maar serieus, het is ons uitstekend gelukt, ongeacht afkomst, leeftijd en opleiding, aan iedere gast een beetje een thuisgevoel te kunnen bieden. Nou ja, toegegeven, daar past natuurlijk geen harde rockmuziek bij." Wienia vist uit een stapel oude paperassen een brief, gedateerd 4 mei 1939, van een zekere P.C. Kooijman, woonachtig in Amsterdam. Hij is gericht aan Wietze Faber, overgrootvader van Wienia." Hij leest een stukje voor: "Waarde Faber, Zeg Faber, 't Zal momenteel in de Lemmer wel weer een en al leven zijn met de Zuiderzeewerken. 'k Geloof dat ik van den zomer nog weer even kom kijken. 't Is me 't vorig jaar uitstekend bevallen. Toen ik terugging vertrok de boot om twee uur 's nachts, maar 'k heb goed geslapen en had er dus niet zoo heel veel weet van."
Wienia pakt de draad van het gesprek weer op. "Als ik terugkijk, dan constateer ik dat in de loop der jaren een bonte stoet van allerlei slag mensen hier is komen aanwaaien. Dat is altijd al zo geweest. Behalve toeristen, waren daar ook veel zakenmensen bij die in vroeger tijden ook bleven slapen." "Te midden van al die bedrijvigheid stond 'De Wildeman' hét logement aan de haven. Het was er altijd een komen en gaan van reizigers, die vaak 's avonds laat in Lemmer arriveerden. Vanuit 'De Wildeman' aan de Schulpen ( vroeger een Schelpenplein) had men een prachtig uitzicht over de haven en de Zuiderzee. Talrijke voorname personen hebben er de afgelopen decennia verbleven' ( Uit: Recreatiegids 1989).
Wienia benadrukt dat het niet alleen reizigers zijn die nu en in het verleden van de gastvrijheid van 'De Wildeman' hebben geprofiteerd. "Wij zijn ook nu nog steeds gastheer van veel Lemster verenigingen. De bridge, dam en schaakverenigingen, de Nederlands christelijke Plattelandsvrouwen en de Herensociëteit en niet te vergeten de 'palaver bijeenkomsten' in verband met het skûtsjesilen, hebben hier hun thuisbasis (Palaver bijeenkomsten: Bijeenkomst die wordt gehouden voor aanvang van een zeilwedstrijd waarbij deelnemers op de hoogte worden gebracht van het wedstrijdreglement, de wedstrijdbaan en de weersomstandigheden). Al die clubs zullen straks een ander onderkomen moeten zien te vinden. Dat zal ze niet gemakkelijk vallen. Wij rekenen voor het gebruik van onze ruimten geen zaalhuur. Dat is een stukje stille sponsoring, die de verenigingen extra financiële armslag geeft. Voor hen is dat dus straks een neergang. Maar voor ons is die neergang al veel eerder begonnen. Dat was al goed merkbaar toen de TV in de huiskamers zijn intrede deed. De mensen bleven lekker thuis of gingen naar één van de buurthuizen, die in die periode in veel wijken werden gebouwd.
Maar dat was het niet alleen. Met de toename van de mobiliteit gingen de vertegenwoordigers vroeger vaak op de fiets met hun snelle auto's liever direct naar huis. In het verleden waren ook de toeristen, die met de passagiersboten een tocht hadden gemaakt bij ons te gast. Dat gebeurt niet meer, want de moderne schepen hebben zelf alle denkbare, luxe accommodatie aan boord. Die hadden ons hotel niet meer nodig. En tenslotte gingen bedrijven door de economische malaise minder vaak uit eten. Dat scheelde weer inkomsten voor ons restaurant. Reken daar ook nog eens bij dat er in de loop van de jaren, binnen en buiten Lemmer, steeds meer concurrentie ontstond, dan is het begrijpelijk dat de soep steeds dunner werd. En denk nu maar niet dat wij daardoor minder tijd in de zaak hoefden te steken. Integendeel, het aantal uren werd steeds groter. Vroeger werd het café op zaterdagavond half elf gesloten; op zondagavond viel de deur om 9 uur al in het slot. Kom daar nou eens om. Als je het hoofd boven water wilt houden, moet je van 's morgens vroeg tot diep in de nacht in de weer zijn. En dat terwijl het seizoen in de loop der jaren steeds langer is geworden. Vooral onze kinderen hebben daardoor geen gemakkelijk leven gehad. Geen wonder dat ze er niet over gepiekerd hebben de zaak over te nemen. De tijd die je er in moet steken is maximaal de inkomsten in verhouding minimaal.
Deur in het slot.
Buiten is het inmiddels droog geworden. De bezoekers zijn zo langzamerhand aan hun laatste 'glaasje bitter' toe. Wienia is dat ook op zijn manier en wel in dubbel opzicht. Hij zucht eens diep. "Ach, ik heb deze situatie al enkele jaren zien aankomen en uiteindelijk ook geaccepteerd. Ik heb als ik terugkijk, toch een plezierig en enerverend bestaan geleid. Hoewel, het is eerlijk gezegd wel een beetje ten koste gegaan van mijn gezondheid. Dat is ook de directe aanleiding geweest er mee te stoppen. Nog heel even, dan valt de 'massief houten deur voor de laatste maal in het slot. Dan volgt bij de notariële overdracht ook de laatste afrekening. Niet voor een nachtje slapen, zoals Van Hogendorp en Van Lennep deden, of bijvoorbeeld die mijnheer uit Amsterdam, maar in feite na een lang en intensief bestaan. Samen met mijn vrouw ga ik nu een heel nieuw leven beginnen. Ik zie daar echt naar uit. Er is geen enkele reden tot treurigheid.
Maar tegelijkertijd besef ik heel goed, dat als de deur zich achter ons heeft gesloten, dat het einde is van wat 4 generaties met hart en ziel hebben opgebouwd. Het zij zo."
Louis van Mal.
- Van Anne en Saakje Visser uit Lemmer de volgende info: Wytze Faber was gehuwd met Grietje Knol. Op 12 januari 1911 koopt Faber logement 'De Wildeman'. De koopsom was f.7500.- Grietje en Wytze krijgen op 17 mei 1902 een dochter, genaamd Zuster. Zuster Faber, was gehuwd met Nanne Semplonius, die 'De Wildeman' overnam. Hun dochter Grietje Semplonius huwde met Anne Wienia, die het hotel ging exploiteren. Uit het huwelijk van Griet en Anne worden 2 kinderen geboren, Nanne en Betty. Nanne neemt dan 'De Wildeman' over. In 2005 is de Wildeman verkocht. Dus van 12 januari 1911 tot augustus 2005 is de Wildeman een familie hotel geweest.
- Op 20 augustus 2005 heeft hotel ‘De Wildeman’ te Lemmer voorgoed zijn deuren gesloten. Dit familiehotel – dat sinds jaar en dag al in het bezit is van de familie Wienia – is verkocht aan de heer Goudberg. Hij bouwt het hotel om tot een appartementen-complex, met tien tot vijftien hotelkamers. Op 24 februari 2009 is het faillissement uitgesproken van J. D. Goudberg.
- 10 juli 2014: Na het faillissement is na enkele jaren leegstand het pand gehuurd door J. Riedstra en J. de Jong uit Lemmer. Waarna het hotel in 2016 opnieuw gesloten werd.
Gezicht op de achttiende eeuwse gevels van de Friesche bank en Hotel 'De Wildeman' te Lemmer.
Hier nog te zien met stal/rijwielstalling
Op deze afdruk is het pand er naast er al bijgetrokken
Op deze afdruk is de stal/rijwielstalling slijterij geworden.
De afbeelding is de bovenkant van een lucifersdoosje.
Foto van Betty Wienia
Foto van Betty Wienia
Twee foto's van Betty Wienia: Optocht Sinterklaas & Zwartepiet, voorbij de Wildeman de Nieuwedijk in.
Foto van Betty Wienia
Foto's van Betty Wienia