Gaastra, Jacobus
Jacobus (Koos) Gaastra, (fabrikant) geboren op 14 augustus 1913 te Sneek, overleden op 19 september 1944 te St. Nicolaasga, zoon van Douwe Jacobs Gaastra en Riemke Jacobusdr. Martens. Gehuwd met Martzen Johannesdr ten Hoeve
Jacobus (Koos) Gaastra
Op 17 september 1944, de dag waarop de geallieerde luchtlandingstroepen in het kader van operatie 'Market Garden' bij Arnhem en Nijmegen werden neergelaten om een overgang over de grote rivieren te forceren, werd aan het spoor- en tramweg personeel order gegeven om in staking te gaan. Op 18 september reed er nog een tram bij St.Nicolaasga in de richting van Lemmer.
De plaatselijke Knokploeg greep in. De passagiers moesten uitstappen en de vuren werden gedoofd. Het personeel kreeg te horen dat ze voorlopig wel met vakantie konden gaan. Dit voorval werd door de bezetter hoog opgenomen en als represaille werden op 19 september, de dag waarop de landelijke staking volledig was, bij St.Nicolaasga drie verzetsmensen geëxecuteerd, te weten: Jacobus Gaastra, Berend Julius en Johannes Prins.
Op 17 maart 1945 heeft de bezetter op het erf van een boerderij in Doniaga tien politieke gevangenen uit de Heerenveense gevangenis Crackstate gefusilleerd, te weten: Albert Koopman, Jeen Hornstra, Hotze Brouwer, Thomas Kuurstra, Jelle Boersma, Roelof Knol, Wiepke Hof, Yde Yntema, Dirk de Ruiter en Siebe de Ruiter.
Koos was een felle strijder voor vrijheid en recht. Zijn calvinistische levensovertuiging gaf hem de kracht en de volharding, tot daden die hem ver boven vele van zijn geloofsgenoten deed uitsteken. Van een lijdelijk christendom moest hij niets, maar dan ook niets hebben.
Reeds, in de zomer van 1942, toen de bezettende macht steeds intensiever tegen onze Joodse medeburgers ging optreden was hij bereid wanneer dit zou moeten, zijn huis open te stellen en zoveel te herbergen, als maar enigszins mogelijk was. Zijn gezegde was steeds: ,,'k Heb mijn leven er voor over, waarom zou ik dan mijn geld en goed er niet aan wagen".
Toen hij als oud-militair zich moest melden voor krijgsgevangenschap heeft hij persoonlijk verschillende jongens bezocht en bewerkt om in geen geval een „Ausweis" te halen en wanneer ze het thuis niet vertrouwen, konden ze bij hem wel onderduiken.
Vanaf die tijd is er door Koos veel werk verricht. Joden kwamen en gingen, vaak moesten ze worden geholpen- aan kleding enz. Geallieerde piloten uit neergestorte vliegtuigen werden door Koos geplaatst. Steeds kon men hem op een oude damesfiets dag in dag uit, van het ene adres naar het andere zien gaan.
Verschillende malen is de Centrale van L.O'. bij hem aan huis geweest en verschillende vergaderingen werden hier gehouden. Toen de K.P. meer georganiseerd werd, vonden ook daarvan velen een schuilplaats bij hem en zijn oordeel werd steeds op prijs gesteld, hij stond steeds op de bres om de idealen in eigen kring hoog te houden.
In de dolle Septemberdagen begaf Koos zich, na enige dagen te voren een gedwongen (Frans- Duitse) matroos ondergebracht te hebben naar Harlingen om nog een matroos op te halen. Onbewust moet hij zich in het spergebied hebben begeven, en hij werd hier dan ook door de Duitsers gearresteerd.
Hij heeft het materiaal, dat hij meende bij zich te hebben kunnen vernietigen zoals brieven enz., zodat deze niet in handen der S.D. vielen. Een uiterst pijnlijk moment moet het echter voor hem geweest zijn, toen bleek bij fouillering dat hij nog een armband met opschrift „Oranje" bij zich droeg. Dit is hem dan ook noodlottig geworden. Hij werd overgebracht naar het Politiebureau te Harlingen.
Plannen werden gemaakt om hem met behulp der K.P. te bevrijden, doch de volgende dag werd hij ondergebracht bij de Duitse Weermacht, alwaar bevrijding niet meer mogelijk was. In de morgen van Donderdag werd hij onder begeleiding van een S.D.-er en een Opperwachtmeester, een gewezen Nederlander, naar Leeuwarden vervoerd.
Op 19 september 1944 werd hij met 2 andere vrijheidshelden gevonden te St. Nicolaasga, gefusilleerd als represaille voor de tramstaking in Zuidwest Friesland. Hij laat een vrouw en twee kinderen na.
Zijn medewerkers en vrienden zullen hem niet vergeten, maar gedenken wat hij voor ons Vaderland heeft gedaan en ook persoonlijk voor hen is geweest.
1946: Weekblad 'De Zwerver.
KOOS GAASTRA
Reactie plaatsen
Reacties