Verslag van Eppie Bultsma
350 Vereniging Friesland 1940 – 1945 (Documentatiecommissie) Tresoar
Archief toegang: Mark Wierda:
1431 Verslag van E. Bultsma, ten tijde van de oorlog organisator van het Provinciale verzet in Friesland, betreffende het verzetswerk van Mark Wierda, NBS’er in district X, en voornamelijk belast met inlichtingenwerk.
Mark Wierda
De familie Wierda kende ik reeds jaren, doch de gebroeders kwam ik zo goed als nooit mee in aanraking. Zij waren een 10 tal jaren jonger dan ik, zoodat ik hen persoonlijk practies niet kende.
Toen kwam Sept.’44. Alle flinke kerels die iets durfden aanpakken, bundelden zich in het algemeen verzet, wat onder leiding van Prins Bernhard zou worden “de Nederlandse Binnenlandsche Strijdkrachten”.
Mijn plaats was bij de Provinciale leiding der K.P. en mijn opdracht was, om wegen te vinden de Leeuwarder gevangenis op een bepaald moment te openen. Bij deze voorbereiding ontmoette ik voor het eerst in ons verzetswerk Mark Wierda. Hij was het die geregeld contact onderhield met verschillende gevangenisbewaarders en op die wijze regelmatig op de hoogte bleef wat er zoo al in het Huis van Bewaring gebeurde.
Mark, eenigzins vermoedende mijn werkzaamheden, vraagt mij of ik me in contact wil stellen met 2 prima bewaarders, n.l. v.d. Vegte en Kuipers, die een plan zouden hebben om op eenvoudige wijze het H.v.B. te overvallen. In zijn bijzijn heeft dat onderhoud plaats gehad. De plannen waren erg eenvoudig, doch niet genoeg doorgedacht. In hun wil om te helpen, hadden zij dingen over het hoofd gezien, die toch voor een dergelijke operatie te belangrijk waren. Echter hield ik sindsdien geregeld contact met Mark en de bewaarders. Van Mark ontving ik veel steun bij mijn verdere pogingen.
Begin October werd, door een helaas te vroeg gegeven opdracht om de gevangenis te openen, door een der leiders in de K.P., deze opdracht door Mark op en eenigzins ontactische wijze overgebracht aan een bewaarder, die zijn mond niet kon houden, zoodat de eerste ontijdige poging om een aantal gevangenen te bevrijden, bij voorbaat al mislukte. Het was in dezen Mark zijn jeugdige overmoed en enthousiasme wat hem parten speelde. Door deze kwestie is mijn contact wat betreft de gevangenis met hem verflauwt.
Eenige weken later kwam ik echter weer met Mark in aanraking en toen was het zijn actief optreden waardoor de K.P. de kans kreeg de hand te leggen op een S.D. agent. Mark had n.l. de opdracht gekregen na te gaan uit welke bron de oranje kaarten afkomstig waren, die illegaal verspreid werden, doch die kennelijk de indruk gaven afkomstig te zijn van een provocateur. In 3 á 4 dagen tijds zag Mark kans de herkomst op te sporen en wat meer beteekende ook de man te vinden die ze in omloop bracht. Hij ontdekte dit op een nacht van Zaterdag op Zondag omstreeks 4 uur. Hij controleerde de juistheid van de gegevens en om goed 5 uur klauterde hij op mijn onderduikersadres over de schutting en stond voor mijn slaapkamerraam. Nadat ik hem had binnengelaten en het relaas hoorde, begon onze jacht op de S.D. agent Piet Gallyard.
De heele Zondag is daaraan gewerkt, ’s-middags om 12 uur hadden wij een medewerker van Piet G. in de handen, ’s-avonds omstreeks half acht moest Piet G. zelf ondervinden, dat de ondergrondsche ook over flinke kerels beschikte en werd hij gearresteerd. Dit resultaat was mede te danken aan de actieviteit van Mark Wierda. In deze heeft hij een prima stukje rechercheurswerk verricht. Door de inschakeling van Mark in de gevechtsgroepen, kwam ik niet meer zoveel met hem in aanraking. Bij de groote kraak op de gevangenis van 8 Dec. is hij in het kader van de medewerking der gevechtsgroepen als zoodanig nog ingeschakeld geweest, wat precies zijn werk is geweest is mij echter niet bekend.
Sinds Januari 1945 kwam ik steeds meer met Mark in aanraking. In Distr. X, (Leeuwarden) was niemand speciaal belast met de inlichtingendienst op militair gebied. Dit werd aan mij opgedragen, doch mijn drukke werkzaamheden lieten niet toe, dat ik die heele afdeeling nog voormijn rekening nam, waarom ik dan ook aan Epke Wiersma, de commandant, voorstelde om Mark Wierda te belasten. Dit heeft toen eenige moeilijkheden gegeven met Mark, aangezien hij toen moest veranderen van werk. Als hij in de inlichtingendienst werkzaam zou worden, moest hij zijn sectiecommando neer leggen en dat was voor Mark een zware stap. Hij wilde actief aan den strijd deelnemen. Hij wilde met het wapen in den hand met de jongens er op uit tegen de zoo gehate mof. En in de inlichtingendienst was het werk zooveel anders. Na veel gepraat en geweeg, heeft hij uiteindelijk op ons advies de beslissing genomen. Hij heeft zijn sectiecommando overgedragen aan iemand anders en werd mijn directe medewerker in de inlichtingendienst, speciaal zou hij het militaire gedeelte voor zijn rekening nemen. Dit was omstreeks maart dat deze samenwerking tot stand kwam. Toen ontmoette ik Mark dagelijks, verschillende malen was hij ’s nachts bij mij en bespraken wij verschillende plannen. Ik hen Mark toen goed leeren kennen en wardeeren. Zijn werklust was enorm, niets was Mark teveel, hij stond altijd voor zijn werk klaar. Zeer enthousiast was hij altijd in alle werk wat hij aanpakte bracht hij in den regel tot een goed einde. Ook was hij mij zeer behulpzaam bij het opsporen van provocateurs en verdachte personen. De rapporten welke van hem binnenkwamen, getuigden altijd van zijn groote wil om alles serieus te behandelen. Wij hebben prettig samengewerkt, samen een drukke tijd beleefd.
Kort voor de bevrijding heeft Mark nog twee mooie opdrachten prima uitgevoerd. Begin April werd door de Districtscommandant de wenschelijkheid uitgesproken om een afwerpterrein te hebben kort bij Leeuwarden. Mark ging er na gezamenlijk overleg op uit en kwam na een dag met volledige gegevens en een teekening terug. Dit afwerpterrein wed door de commandant wel goedgekeurd, doch het is niet meer naar Engeland doorgegeven aangezien er geen tijd meer voor was. De bevrijding was te kort bij.
Op Donderdag 5 April kwam ik in het bezit van een blokje trottiel, dat was een der 72 blokjes die het P.T.T. kantoor in den lucht zouden doen vliegen. Dit wilden wij voorkomen, de oplossing werd gevonden. 72 blokjes volgens het model laten namaken van hout en die op een juist moment omruilen voor de echten. Mark ging er Vrijdag morgen vroeg op uit, verschillende adressen van personen die medewerking moesten verleenen kon ik hem opgeven en ’s-avonds deelde hij mij reeds mede, dat het wel los zou loopen. In de vroege morgen van Zaterdag gingen de S.D. weer op het arrestatiepad. Zij hoopten Henk Visser en Kopie Koopmans te arresteeren in de St. Jacobsstr. bij “Expresse”. Deze vonden zij hier niet doch wel Toon de leider van de Leeuwarden sabotagegroepen. Deze zag kans van de tweede verdieping uit het raam te springen en te ontkomen, doch de S.D. namen den Heer de Jong, de kostbaas, mee en vonden tevens een tasch van Toon met een aantal namen van jongens der Sab.groepen. Dit werd voor Leeuwarden bijna fataal. Van de 20 adressen welke op deze lijst voorkwamen werden 3 personen gearresteerd, de andere konden wij nog tijdig waarschuwen, doch deze 3 personen wisten teveel en enkelen van hen waren niet in staat alles te verzwijgen.
De verhooren duurden de gehele dag en nacht door en verschillende namen van N.B.S.ers werden genoemd. Onze luisterpost die de verhooren geheel kon volgen via onze microfoon installatie, werkte op hoogspanning. Alle personen konden gewaarschuwd worden.’s-Middags werd door ons zelf het advies gegeven aan alle leden der N.B.S. blijf niet thuis, want het gevaar voor arrestatie is erg groot. Ook Mark werkte mee aan het waarschuwen van personen. Hij wasvolkomen bekend met het bestaan der L.P. de juiste plaats waar de L.P. was ondergebracht was hem nooit mee gedeeld, alhoewel ik sterk het vermoeden had, dat hij er wel mee op de hoogte was.
’s-Avonds om 7 uur bezocht ik Mark nog op zijn huisadres en bespraken wij nog even de moeilijkheden van die dag, die wij grootendeels hadden overwonnen. Tevens deelde Mark mij toen mede, dat hij, ondanks alle narigheden van dien dag zijn opdracht niet had vergeten en zoover was klaar gekomen, dat alle ingridenten voor het namaken van de trottielblokjes besteld waren en dat binnen twee dagen een 75 stuks klaar zouden komen. Hij kon mij toen precies mededeelen wie het zou uitvoeren en hoe de handelwijze zou zijn. Dit was een prima prestatie van Mark, nu ondanks alle narigheden van dien dag toch nog zoo’n belangrijke opdracht voor elkaar te krijgen. Helaas heeft hij zelf zijn voorbereidend werk niet voltooid gezien, want in die nacht werd hij zelf gearresteerd. Toen ik vlak voor acht uur bij hem vandaan ging, vroeg ik hem nog, “heb je een goed onderkomen voor vannacht?” waarop hij meedeelde, dichtbij een prima adres te hebben, ik deelde hem nog mijn telefoonnummer mede, doch niet het adres waar ik heenging.
Dit prima adres werd zijn ongeluk. Zooals ook hem bekend was, was die dag bij de S. meerdere malen de naam genoemd van “Taco” de Bakker, hier werd ernstig naar gezocht, als woonplaats noemde een der arrestanten een huis tusschen Vliet en Emmakade, maar precies wist hij het niet. Aan de hand van deze gegevens ging de S.D. waarschijnlijk het adresboek nakijken, en vonden het adres van Teake Bakker, Alma Tademastraat. Zoodat zij hier een inval deden, die nacht. Zij vonden niet Teake Bakker maar wel Mark Wierda op dit adres en hij werd meegenomen. Omstreeks 7 uur ‘s morgens hoorden wij op de L.P. de namen van Klaas en Mark Wierda noemen. Zelfs een gedeelte van het verhoor van Klaas die ondervraagd werd naar zijn broer Mark konden wij volgen.
Wij hoorden de naam van van Dijk noemen van de Inlichtingdienst en begrepen dat het gevaar voor onze L.P. heel groot was. Die zondag hebben wij een moeilijke dag gehad. Wij hebben lang en breed den moeilijkheden besproken van het Burmaniahuis te bestormen en de daar aanwezige arrestanten te bevrijden. Echter hadden wij dan moeten afzien van onze andere plannen, n.l. het tegemoed gaan van de Canadeeze legers, welke reeds in het Zuiden der Provincie waren aangekomen. Al onze Sabotage groepen uit Leeuwarden en omgeving waren voor dit doel reeds samengetrokken ten Zuiden van Leeuwarden. Uiteindelijk heeft de Provinciale Sabotage Leider beslist, dat het belang van een snelle opmarsch door Friesland grooter was dan het vrijmaken van een 20 tal arrestanten uit het Burmaniahuis, zoodat Zondagmiddag om 4 uur de leider met een kleine kern afreisde naar het Zuiden, terwijl de Sabotagegroepen ’s maandags zouden volgen.
Door deze beslissing was het lot van de Arrestanten in het Burmaniahuis practisch beslist. Wij hebben onze medewerkers overgelaten in de klauwen van de S.D., doch tevens wetend, dat er een God is, die alles bestuurd en hoopende en biddende dat hij alles willen leiden als Hij wist wat voor ons volk het beste was. Onze L.P. ving geen verhoren van Mark meer op, doch uit het feit dat er die dag en nacht geen arrestaties meer plaats vonden, zelfs geen pogingen daartoe, maakten wij op dat Mark in staat gesteld was om niet te spreken. Zij kenden de methoden, die de heeren van de S.D. toepasten het was ons ook bekend, dat zij in Mark een der menschen van de Inlichtingendienst in handen te hebben, zoodat wij overtuigd waren, dat Mark het niet gemakkelijk zou hebben. Doch God heeft hem gesterkt de martelingen te doorstaan.
Wij kunnen alleen aan God de eer geven dat hij zijn kinderen niet verlaat in de hoogste nood. Veel is er voor Mark gebeden, ook door zijn vrienden van de Inlichtingendienst. Hoog hebben wij hem geacht toen al spoedig bleek, dat hij niets los liet over het bestaan van onze L.P. en andere adressen. Sinds Zondagavond bemerkten wij, dat de S.D. was opgehouden met de verhooren. De oprukkende Canadeezen gaven ook hun te veel andere bezigheden. Onze hoop herleefde eenigzins, mogelijk kon de door ons genomen beslissing ook voor de gevangenen nog zijn voordeel hebben.
’s-Maandags had ik een onderhoud met A. de Jong, ook één onzer medewerkers, die de taak van Mark overnam de 72 trotylblokjes nagemaakt te krijgen. Dank zij de voorbereidingen van Mark zag de Jong kans ’s-Maandags klaar te hebben het totale aantal namaakblokjes, welke Donderdags aan mij werden afgeleverd. Vrijdags werden deze namaakblokjes door een P.T.T. ambtenaar verwisseld met de echte en Zaterdagsmiddags gaven de Duitschers opdracht aan de bewoners van de Tweebaksmarkt om hun huizen te ontruimen, ’s avonds wilden zij het gebouw in de lucht laten vliegen. Zij hebben de lont aangestoken, doch de explocie bleef uit. Ons bedrog hebben zij toen ontdekt en uit kwaadheid hebben zij toen enkele instrumenten met een stuk gaspijp kapot geslagen, doch het gebouw is bewaard gebleven, een voor Friesland zeer belangrijk feit. Helaas heeft Mark het resultaat van zijn werk niet mogen beleven, want hij had reeds onder de wrede hand der moffen zijn leven gegeven.
Toen Dinsdags de opdrachten gegeven werden tot algemeene sabotagedaden in de Provincie, vreesden wij voor het lot van de arrestanten in het Burmaniahuis. En onze vrees werd bewaarheid toen de S.D. te Leeuwarden des anderen morgens aan Groningen vroeg hen voor represaille te mogen nemen. Groningen antwoordde, 2 x 20 personen doodschieten, o.a. te Franeker en Buitenpost. Direct hebben wij nog maatregelen genomen om deze executie te voorkomen. Zoowel te Franeker als te Buitenpost werden de gevechtsgroepen der N.B.S. samengetrokken om de S.D. aan te vallen en de slachtoffers te bevrijden. Helaas heeft het niet mogen baten, want de S.D.die uit Leeuwarden vertrok in de richting Franeker, zwaaiden bij Dronrijp links van de straatweg af en hebben hun wrede dood voltrokken vlak buiten Dronrijp, zoodat onze N.B.S.-ers geen kans kregen iets te verhinderen. 13 jonge menschen werden het slachtoffer o.a. de drie gebroeders Wierda. Een wrede en harde slag voor de familie en vrienden.
Zij hadden gestreden voor vrijheid en recht en zij hebben gebracht het hoogste offer dat een mensch kan brengen, hun leven. Hun offer zal door hun medestrijders nimmer vergeten worden. Zij vielen, wij bleven strijden, nog slechts enkele dagen en de overwinning was ook voor Leeuwarden een feit geworden. Zij waren de laatsten die door repressailledaden hun leven lieten. Nog meerdere kameraden hebben in die laatste strijd hun leven ten offer gebracht. Aan hen allen zijn wij een groote dank verschuldigd, want door hun offers hebben wij nu het voorrecht in vrijheid te leven. De executie in Buitenpost is gelukkig niet doorgegaan, aangezien de disorganisatie bij de Duitschers zo groot was, dat zij hiervoor geen auto’s ter beschikking hadden, terwijl de snelle opmars der Canadezen hun alleen nog maar de tijd gaf om voor zichzelf een goed heenkomen te zoeken.
Beste Mark, je offer is groot geweest, je familie heeft in jou veel verloren, de slag is zwaar geweest. Doch de kracht die jij ontving van Boven om tot je dood te blijven strijden, niet in eigen kracht, doch alleen vertrouwend op je Hemelschen Vader, die je in alles erkende als je Leidsman en voor wiens wil jij altijd gestreden hebt, die kracht om de slag te dragen zal zeker ook het deel zijn voor allen die je liefhadden.
En je medestrijders die je van nabij gekend hebben, weten, dat jij alles wat je deed, gedaan hebt uit liefde tot je volk en vaderland, niet om zelf geëerd te worden, doch omdat je de gehele strijd gezien hebt als een plicht die je van God was opgelegd. En zoo zal ook ik je blijven gedenken als een getrouwe medestrijder, die alleen datgene deed wat God van hem vroeg. En de zekerheid die je ons zelf vlak voor je dood nog gegeven hebt is voor ons allen een groote troost en rijkdom. Het weten dat jij het reeds bezit, de groote vrijheid bij God in de Hemel, die wij nog niet bezitten, kan ons uiteindelijk alleen nog maar jaloersch doen zijn. Jou strijd was grootsch, jou offer was verheven, jou loon is onze troost.
15 augustus 1945 - Eppie Bultsma