Sluis |3|
In 1927 zagen de sluis en de haven er zo uit. Toen Lemmer nog eb en vloed kende, werden de hoge sluisdeuren gebruikt bij hoge waterstand. Aan de paal rechts van de sluishokjes werd een bal gehesen wanneer men storm verwachtte. Opvallend is de bebouwing achter het hekwerk rechts. Geheel rechts is een stukje te zien van de oude trambrug. In de buitenhaven liggen vrijwel geen vrachtschepen.
Een afdruk van een tekening van brug- en sluiswachter Leeuwke Bootsma, gewoond hebbende aan het Vrouwezand te Lemmer.
Op de plek waar nu de Riensluis is, werd een spuisluis gebouwd om bij eb, water uit de de Friese boezem op de Zuiderzee te kunnen lozen. De nieuwe havendammen beschermden de vluchthaven, waar de groeiende Lemster vissersvloot een goede ligplaats vond. De vuurtoren op de Westdam, geleidde de schepen veilig naar binnen. Op het eindje van de dam nam bij slecht zicht de misthoorn die taak over.
Uit de Leeuwarder Courant van dinsdag 31 januari 1882.
Aan het havenhoofd is een mistklok geplaatst, ten behoeve der scheepvaart op de Zuiderzee. Deze klok doet gemiddeld 12 slagen per minuut en loopt tien uren achtereen. Bij meerdere diepte van den koker, waarin het gewigt op- en afloopt, zou, naar men verzekert, het uurwerk nog twee uren meer in gang blijven. Ofschoon de plaatsing werkelijk in eene behoefte voorziet, is het geluid, dat de klok geeft, volgens deskundigen, toch te zwak.
Een sirene te Lemmer. -1924
Het bestuur van het waterschap „de Lemstersluis" heeft gemeend, met den tijd mee te moeten gaan en daarom, nu de kabel van het provinciaal electriciteitsbedrijf ook Lemmer heeft bereikt, een nieuwe electrisch gedreven mist-sirene doen plaatsen op den westelijken havendam. Het oude toestel was zeer primitief ingericht. Als de mist opkwam en eindelijk geconstateerd werd, dat de sirene moest werken, werden eenige heden gehaald, om ze te bedienen. Ze werd dan in beweging gebracht door middel van een krukas.
Buiten Lemmer had men er geen last van, omdat het geluid niet zoover doordrong. Heel anders is het nu geworden. Het oude houten gebouwtje is vervangen door een inrichting, opgetrokken van gewapend beton, waarin de nieuwe sirene, geleverd door de N. V. machinerieën- en apparatenfabriek „M. E. A. F." te Utrecht, geplaatst is.
Gisteren is het toestel voor het eerst in werking gesteld, en de meeste Lemsters zijn geschrokken van het geluid. Een geloei, dat twee seconden duurt en viermaal wordt herhaald met een pauze van vijf seconden, waarna het na 30 seconden opnieuw begint en zoo vervolgens, tot men door „een druk op den knop" er een einde aan maakt. Vele inwoners hebben den eersten nacht geen oog dicht gedaan en zelfs achter Joure weet er van mee te praten. Met dat al is Lemmer een zeer nuttige inrichting rijker geworden. Binnenkomende schippers rapporteerden ten minste, dat zij het geluid tot op zeer verren afstand hebben gehoord en dat zij zeer ingenomen waren met de nieuwe sirene.
Waar de verlichting op de nieuwe schutsluis en in de vuurtorens ook geheel electrisch is geworden, is het geheel een groote verbetering en komt het bestuur van het waterschap „De Lemstersluis" een woord van dank toe voor het initiatief. Omtrent de verlichting van den vuurtoren zij nog opgemerkt, dat deze is voorzien van een zoogenaamde blauwgasinstallatie. Komt er nu storing in het electrisch bedrijf, dan schakelt het blauwgas zich automatisch in, zoodat de vuurtoren ook in geval van stagnatie toch wordt verlicht. Op dezelfde wijze schakelt het blauwgaslicht zich uit, als het electrisch lichtweder begint te branden.
De Lemstersluis 1920; Een bekend plaatje met opvallend veel publiek. Geheel rechts een wagon van de N.T.M. De stoomtram Lemmer-Joure reed voor het eerst op 10 augustus 1901, ter vervanging van de paarden-omnibus die tweemaal per dag een dienst onderhield tussen Lemmer en Joure. Het terrein achter het hekwerk rechts is hier nog onbebouwd.
Sluis met haven De Lemster Sluis, zoals iedereen hem kent. In een van de huisjes die op het sluishoofd zijn neergezet, woonde de knecht van de sluiswachter. De foto is uit 1927 de stormpaal naast het sluishokje is allang verdwenen, naast de sluiswachter woning (links) werden in later jaren nog 2 woningen aangebouwd. Linksachter de vluchthaven voor de vissers.
Zeesluis te Lemmer. De lampen boven de palen ter weerzijden van de sluis konden gedraaid worden, ze hadden rode en groene glazen. Naast de "sluisknechtswoning" de stormpaal, waaraan de stormballen werden gehesen, (ronde en halfronde). De ronde werden gehesen bij storm uit het zuidwesten, en de halfronde puntballen bij storm uit het noordwesten. Deze foto werd in 1907 verzonden door IJke Bangma, aan haar zuster Froukje.
De Lemstersluis 1915; Op de achtergrond de binnenhaven met voor de wal de Groningen III en de Groningen IV. Links het tramstation met torentje, dat in de oorlog werd afgebroken en plaats maakte voor luchtafweer geschut. Het hoge huis daarnaast werd na de brand in 1921 vervangen voor laagbouw. De sluisdeuren werden uiteraard nog handmatig bediend.
Midden vijftiger jaren is het een stuk rustiger bij de oude sluis in Lemmer dan een paar jaar daarvoor. De in 1951 geopende nieuwe sluis nam het leeuwendeel van de scheepsbewegingen voor zijn rekening. Kleinere schepen, zoals deze motorklipper, voeren nog wel eens binnendoor. Voordeel was dat er in elk geval nog even tijd was om de waterslang in de tank te hangen. Ook de beurtmotor Veehandel V koos de oude sluis, waarschijnlijk schut hij af naar de polder. Opmerkelijk is dat het scheepje niet met de gebruikelijke mast en giek is uitgerust, maar met een kleine kraan en een handbediende lier.
Geknield is de heer Rippen, de vader van de Aardappelhandelaar, die zijn opslag aan de Lijnbaan had.
De nieuwe Lemster sluis; Op deze oude foto is het in de sluis erg rustig; wel heeft de fotograaf belangstelling voor de kinderen die zo te zien druk aan het breien zijn. Behalve het torentje van het tramstation, zijn ook de torens van de Hervormde en de Gereformeerde kerk te zien. Ook is het tramgebouw en de remise te zien, waar de trams stonden als ze niet reden. De tram werd in 1900 al in gebruik genomen en heeft gereden tot 1968.