De veranderingen in de scheepvaart, zoals die zich na 1850 deden gelden, zijn terug te vinden in de structuur van het centrumgebied. In de route Sloten, Zijlroede, Zuiderzee, werd de sluis te klein. Een verbreding of verlenging ter plaatse was niet mogelijk, zo dat een verlegging in Zuidelijke richting werd overwogen. Op de route Tjeukemeer, de Rien, Zuiderzee deden zich andere problemen voor.
Ter plaatse van de Nieuwburen en de Kortestreek moesten twee bruggen worden geplaatst. Te samen met de vernauwing van de gracht ter plaatse van het gemeentehuis gaf dit problemen. De schepen konden namelijk moeilijk de bocht naar de sluis maken. Samen met het ruimteprobleem in de sluis was dit aanleiding tot het verleggen van de sluis in Zuidelijke richting en het scheppen van een nieuwe en ruimere doorvaart mogelijkheid, van de Rien naar de Zuiderzee.
Hiervoor werd De Markt doorgraven en moest een 10 tal panden worden gesloopt. Tegelijkertijd werd de gracht gedempt. Toch waren nog niet alle waterstaatkundige problemen op gelost. Het afwateringsprobleem bleef nog over. Via de oude sluiskolk werd overtollig regenwater gespuid, Wanneer bij sterke noordoostelijke wind werd gespuid, veroorzaakte dat in de nauwe sluiskolk een dergelijke stroomversnelling, dat het voor de schepen onmogelijk werd om hier tegenin te varen.
Daarom werd aan het einde van de Schans een spuisluis gebouwd. Toen in de vijftigerjaren het tracé voor R.W 50 definitieve vorm kreeg, betekende dit dat de Lemster Rien als scheepvaartroute verviel. De Visserburen werd gedempt en de doorgraving van de Markt werd ongedaan gemaakt. Om de bedrijven aan het open blijvende deel van de Rien voor schepen bereikbaar te houden werd de spuisluis vervangen door een schutsluis.
Door deze verandering werd de doorgaande route via de Schans richting Oosterzee verlegt naar de Vissersburen. Gelukkig is het gemotoriseerde verkeer op veel plaatsen binnen het aanwezige profiel opgevangen, zodat de beslotenheid van de historisch gegroeide structuur op veel plaatsen aanwezig is. De beslotenheid wordt echter op een aantal plaatsen bedreigd door grootschalige nieuwbouw en parkeer voorzieningen.
De demping van de Rien 1957
Na de demping
1957 -Lemmer kreeg een nieuw, ruim hart.
In Lemmer, waar de bewoners geruime tijd last en hinder hebben ondervonden van de demping van de Rien, begint nu al aardig tekening in de nieuwe situatie te komen. De demping is nu voltooid en alleen aan de bestrating van een gedeelte aan de de Vissersburen wordt nog gewerkt. De provincie moet de sluis nu nog voltooien. De foto toont het pleintje, dat bij de Nieuwburen is ontstaan en ruimte biedt aan ongeveer twaalf auto's. Dan blijft er nog parkeerruimte over voor de lijnbussen, die daar hun station hebben.
Maar we gaan weer even terug naar hoe het was...
Op de kademuur is te lezen SDAP, lijst 5: De SDAP afdeling Lemmer is opgericht in 1870 als afdeling van de Algemeene Friesche Werklieden Vereeniging, vanaf 1883 aangesloten bij de SDB en in 1896 bij de Socialistenbond; bleef na de opheffing van de Socialistenbond in 1900 als zelfstandige Socialistische Vereeniging bestaan en sloot zich pas eind 1901 bij de SDAP aan.
Vlak voor 1900 was te Lemmer een afdeling van de SDAP opgericht. Er waren ongeveer 25 leden, nagenoeg allemaal niet-vissers. Omstreeks 1905 werd Seerp de Blauw voorzitter. Hij was een zoon van Andries, die in aanraking was gekomen met een lid van de atheïstische beweging 'de Dageraad'. Hij werd lid van het Nederlandsch Werkliedenverbond en was een fervent drankbestrijder.
Medeoprichters waren onder anderen Poppe de Rook, hangbaas en de handelaar Jan Pen. Zij waren beiden lid van het in 1871 opgerichte Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond. Romein noemt deze beweging 'een bij wagen van het liberalisme'. In het programma stond dat de leden "het bijzonder eigendomsrecht, mits ontsproten uit rechtvaardige en plichtmatige arbeid", erkenden. In 1896 ging een deel van de leden op in het Nederlandsch Werkliedenverbond. In 1877 werd Patrimonium opgericht. De leden waren te vinden onder de orthodoxe protestanten. Zij waren antisocialistisch en traden dan ook meermalen op als stakingsbrekers.
Deze foto is gemaakt vanaf het torentje van het postkantoor. Dat lijkt mij de enige mogelijkheid om een opname van dit geheel te maken.
Het is waarschijnlijk nog van voor de afsluiting van de Zuiderzee, in ieder geval voor de aanleg van de NOP. Achter Oost- en Westhavendam met vuurtoren is nog alles ruimte. Rien, Binnenhaven en Buitenhaven op één plaatje te zien.
Op wat toen nog Markt heette een paar rijtuigjes, een lantaarn en twee hogere palen. Die waren voor het telefoonverkeer bestemd. Behalve op de linkerkant waar nu (nog) het gemeentekantoor staat, daar is al het oude weg.
Op de linkerkant een stukje van het grote huis waarin o.a. het atelier van Molenberg. Dan de bakkerij van Haveman, de winkel van Schotsman, later Muurling. In het volgende hoge huis was de winkel van Excelsior. Op het hoekje daarnaast woonde een Bijlholt. Een stukje van de winkel van Funcke loert als het ware tussen dit en het volgende pand door.
Dat volgende pand is het tegenwoordige Restaurant Centrum. Daar staat ‘Hotel, biljart, nog geschreven als billard, stalhouderij’ waarschijnlijk van Oosten of Eilers. Aan de Prinsessekade winkel en woonhuis van de familie Schirm, de woning van bakker Hofman, de kapperszaak van Booms, eerder ook van Schirm die eigenaar bleef en het huis van de dames Katsma, nichten van de familie Schirm.
Johannes de Vries
Op de achtergrond zien we het tramstation met torentje en ook nog een hoek van de Tramhaven en het Skieppedykje. Die naam doet me weer denken aan Fedde Schurer die het dykje ook bezingt in It Liet fan De Lemmer. Op het pleintje staat een aantal rijtuigen, waarvan de paarden toen nog gestald konden worden bij het café dat daar gevestigd was. Helemaal rechts staat het brugwachtershokje.
Een foto van de oude Markt in Lemmer. Op de voorgrond ziet men nog de basalten kademuur van het toen nog niet gedempte vaarwater de Rien. Het eerste pand bij de brug is de Centra kruidenierswinkel van Lienos, voorheen Albino en daarna restaurant Cor Schaaf. Op de hoek van de Markt, het hoge pand, schuin tegenover hotel 't Centrum, de coöperatiewinkel met het bord 'Excelsior' op de gevel en de bakkerszaak van Haveman met het uithangbord 'Bakkerij' aan de gevel bij de ingang van het oude Achterom, met zijn stegen, een geliefkoosde speelplaats voor de jeugd van vroeger. Bij Douwe Thijsseling, in de steeg was er een poppenkastvoorstelling van Chris Dijkstra en Harm Lemstra, entree één 'botster', een stuiter. En 'Katteploegje' elke dag weer. Overkommertje spelen op de Markt.
De Markt, het frontgebied van de jongens uit de Parkstraat en de Schans waar menige veldslag spelenderwijs werd geleverd. De Markt, eens ook het vertrekpunt van de blauwe Noord-West-Hoek bus met o.a. chauffeur Albert Bijkerk. De Markt, waar in de oorlog '40-45'een Duitse soldaat aan een jongen de weg vroeg naar een kapper en de jongen hem doorverwees naar een slager.
Op deze foto zien we links in het water een soort rad met een zwenkhendel?. Het verkeersbord rechts was voor die tijd ook goed geregeld, maar ik denk dat niemand eraan dacht om in de Schans, in te gaan halen.
Het pand op het Hoekje was de Centra-kruidenier, van B. Lienos. Later cafetariahouder op deze plek. B. Lienos, is door een verkeersongeval in 1967 te Lemmer verongelukt op 61-jarige leeftijd.
- Een personenauto met het nummer B-4364 is een Austin A40 uit rond 1950 van Uco Keimpe van Wijk, Sneek. Afgegeven: 1-6-1921
- Tresoar meld verder: De andere auto's zijn afkomstig uit de provincie Overijssel: achter de B-4364 staat de E-31313, de Volkswagen links heeft kenteken E-50799.
Nopperts bazar, voorheen Schotsman's bazar, daarnaast het sigarenmagazijn van Piet Zwart.