Foto van Age van der Bles
Foto van Joop Hooiring: Coöperatiewinkel in 1923: van links naar rechts: Fokke Gaal, het knechtje. Lutske met Elsje, tante Minke Hooiring, Gerard met Trijntje.
Foto van Joop Hooiring: Dit is mijn moeder Lutske Hooiring-van der Harst en een nichtje. Mijn vader Gerard met de transsportfiets.
De mijnheer op de foto is Steven Visser
25 oktober 1969: Alle huizen op deze foto's, namelijk twee aan de Markt en drie in de Schans te Lemmer, werden afgebroken: onderdeel van een grootscheeps plan om het centrum van de plaats én een nieuw gemeentehuis én meer parkeerruimte te geven.
-Een aantal jaren geleden (de jaren 60) hebben Lemsters bezwaren geuit tegen de papieren plannen, die nu ook door de afbraak bij stukjes en beetjes gerealiseerd worden. Het is ons niet duidelijk geworden of men tijdig en op de juiste plaats de aandacht voor het eigen standpunt heeft gevraagd. In elk geval valt er tegen de aangekondigde afbraak nu en straks niets meer te doen. Tegen de de sloopwensen ten aanzien van het gemeentehuis natuurlijk wel. Maar de raad van Lemsterland heeft al jaren geleden - het begin vormde het dempen van de Vissersburen - gekozen voor een 'centrumpolitiek' van breken en slopen, terwijl er stellig mogelijkheden waren geweest voor een dorps renaissance zoals die elders met succes wordt nagestreefd. Hoe dit zij oud-Lemmer verdwijnt stelselmatig en men kan zich afvragen, welke zin het nog heeft de toeristen bij het langsrijden te lokken met de veelbelovende karakteristiek: 'Lemmer, een oude vissersplaats'.
Lemmer 21 September 1923. Het winkelhuis met magazijn van den heer I. Speijer alhier, is bij onderhandschen verkoop over gegaan in handen van de N.V. Albino Maatschappij te Groningen.
Zo was er Gerber, als eigenaar van die mooie kruidenierszaak op de Markt. Ene Wed Gerber, trouwde met Gaastra, die geen nazaat had. Vermoedelijk de oudste zoon Gerber, zat in die zaak op de markt. Hij was getrouwd met 'tante Foke' die zo genoemd werd. Ze hadden één zoon, die naar z'n stief-grootvader Doede heette. Om het helemaal mooi te maken, kocht Gaastra voor hem zijn naam erbij. Als opgeschoten jongen kwam deze Doede Gaastra Gerber, wel in de vakanties in de Lemmer en werd dan ook op de kermis gesignaleerd, hetgeen Annieke Kalsbeek de vraag ontlokte 'Vindt je grootvader dat wel goed?', waarop de jongeman antwoordde, dat het een spijker aan z'n doodkist was! Intussen was de kruidenier al gestorven en de weduwe weer getrouwd met ene Brouwer, zoon van de predikant, die vóór Ds. de Geus, in de Lemmer stond. Deze Brouwer had een Bank in de Boteringestraat in Groningen.
De familie woonde op 'Nienoord' in Leek, nu rijtuigmuseum. Doede is beroepsmilitair geworden. Dan was er ook een Gerber.. predikant in Assen. Hij preekte in de vakanties vaak in de Lemmer, hij liep op een snikhete zomermiddag te zingen: 'Hij werpt z'n ijs daarheen als stukken', hetgeen heel verfrissend was.
Toen Siebold de Vries in de kazerne in Assen lag, was hij welkom in de Geref pastorie. Deze Ds. Gerber was getrouwd met een dochter van Peereboom, die, na een mislukt huwelijk met Wed. Jongsma (eind Langestreek), bij de zuster van zijn eerste vrouw introk, waar ook zijn ongetrouwde dochter woonde. Hun adres was even vóór Luiking; (tante Rim en tante Frouk). Verder was er dan natuurlijk 'Juffrouw Betje', waar Kaatje Kooistra zolang huishoudster was.
En de schrijver G. Rijnsdorp in Rotterdam, (die steeds interessante artikelen in De Trouw schreef), was ook met een Gerber getrouwd. Toen Gaastra stierf; vermaakte hij aan de Geref kerk geld, om er nieuwe stoelen voor te kopen, die evenwel niet in de consistorie gebruikt mochten worden. Ook zorgde hij voor een legaat, waarvan, op z'n verjaardag, aardappelen moesten worden gekocht voor de armen. Dat was in de oorlog van 1914 -1918 niet zo eenvoudig, maar ja, dat kon hij ook niet voorzien.
Met rechts de viskar van Andries Visser (Panne)
Arbeidsbeurs N.O. Polder-Scheepvaart.
De bakkerij van Haveman op de Markt 8, bevond zich bij de ingang van het Achterom. In de deur staan: Jannes Haveman, Maria Haveman-de Boer en Maria haar moeder Sjoerdsje Visser, die gehuwd was met Pier de Boer
Henk En Esther Haveman: Ús heit, Hennie Haveman mei tante Griet fan der Gaast, suske fan Wim fan der Gaast foar it winkelrút. Tante Griet stie tidens de oarlochsjierren by ús yn de winkel. Nei de oarloch troud mei Cees Bangma.
Het linker jongetje is Hennie Haveman.
Fraaie fotokaart van Jan Wouter Jellema, met veel mensen in feestelijke stemming. De foto is genomen in september 1913.
"In Friesland zijn op verschillende plaatsen onafhankelijkheidsfeesten gehouden, ter gelegenheid van het 100 jarig einde van de overheersing van Napoleon. Helaas heeft de maker fotograaf A. de Jong, reizend fotograaf, uit Sneek niet vermeld op welke locatie hij de foto heeft genomen. Volgens mij heeft Sneek niet meegedaan aan de feestelijkheden, omdat de Koningin daar op 6 augustus 1913 geweest was en 2 keer achter elkaar feest, was een beetje teveel van het goede".
Jan Wouter
De dames en heren van de gymnastiekvereniging D.O.S. in optocht over de Markt
Hier is Schotsman's bazaar bij de brug te zien. De vrouw links bij de voordeur was de schoonmoeder van Evert de Vries, Mevr. Schirm. Voor haar trouwen werkte zij bij Schotsman, die een oom van haar was, in de winkel. In de deur met het kindje (Minke) op de arm is Ieke, een broer van Haaije Schotsman.
Op de klip zien we de lange boom van een lier. Dit materiaal werd gebruikt bij hoog water om de vloeddeuren te sluiten. Deze vloeddeuren moesten wel eens dicht ter wille van de schepen die van zee kwamen en door de Jeltebrug moesten. Doordat deze beide bruggen zo dicht bij elkaar waren was de stroom soms zo erg, dat de schepen niet door de Jeltebrug konden komen. Door de vloeddeuren te sluiten, werd dit dan wel mogelijk gemaakt. Naast de zaak van Schotmans zien we de winkel in rookartikelen van Jan Kokje.
Lemmer 1958: Door de demping van de Lemster Rien veranderde het straatbeeld in het centrum van Lemmer aanzienlijk. Er kwam een bushalte en parkeergelegenheid voor auto's. Ook zitbanken en bloembakken werden aangebracht. De bebouwing veranderde weinig.. Koning was nog slager. Alleen de ijscokar van Evert moest verhuizen naar de noordkant van de slagerij.