Naamlijst Predikanten, Oosterzee en Echten.
Rotherus Johannes Al, is verroepen naar Kolderveen zeker kort in 1598 en wellicht kort voor den 12 Augustus, wanneer hij op vergadering te Rolde als predikant van Rolde wordt genoemd; het is echter eenigzins twijfelachtig of hij op de vergadering tegenwoordig is geweest, dan of hij reeds toen overleden was, daar wij nevens zijnen naam door de hand van den scriba dier vergadering aangeteekend vinden, „obiit pie". Zeker was hij al overleden den 11 September 1600.
- 1599. Warmoldus Hermanni Busch, hierin dienst gekomen den 1 Julij 1599, nam, verroepen naar Meppel, afscheid den 11 December 1608.
- 1609. Gerardus V: of Fokking, beroepen van Koudum, is hier gekomen na 22 Junij, en verroepen naar Vollenhove in 1620.
- 1621. Johannes Tebbitman, beroepen van Oudeschoot, heeft zulks den 28 Maart aangenomen.
- 1630. Johannes Theodorus Brunsveld, hier gekomen den 1 Januarij, overleed in Julij 1636; zijn dood werd aan de klassis bekend gemaakt den 3 Augustus. Over 't verkoopen van veen.
- 1637. Bernardus Aquila, geboren 1604, werd tot conrector en voorzanger te Dokkum beroepen in 1630, was student in November 1626, daarna kandidaat, is te Harlingen tot praeceptor benoemd den 1 Mei 1636, van daar naar hier beroepen, geapprobeerd den 3 Mei, bevestigd den 14 Mei, deed zijn intreerede den 18 , werd verroepen naar Jorwerd en gedimitteerd den 27 Februari 1639.
- 1639. Regnerus Tarquinii, ook R. Lanio, kandidaat, bev. den 28 Julij, overleed den 27 September 1654.
- 1655. Bernardus Lemstra, geboren 1633, kandidaat, geapprobeerd den 3 October, vertrok naar Oldeboorn, geapprobeerd en gedimitteerd den 12 October 1667. Hij was gehuwd met Froukje Broers Mertsma in het jaar 1660 te Oosterzee.
- 1667. Theodorus Wigersma, kandidaat, bevestigd den 1 December, overleed in 1676.
- 1676. Paulus Broeksma, Herm. zoon te Oldeberkoop ca., kandidaat, is geapprobeerd den 4 October; zijn dood werd den 31 Maart 1681 aan de klassis bekend gemaakt.
- 1681. Fredericus Duconides, geboren te Sneek, kandidaat, bevestigd den 16 Junij, overleed hier, oud omstreeks 50 jaren ; den 5 Mei werd de klassis verzocht om de vacante gemeente te bedienen.
- 1707. Hermannus Phocylides, geboren te Stavoren kandidaat, bevestigd den 23 October, vertrok naar de Lemmer ca., geapprobeerd en gedimitteerd den 3 Octcber 1715.
- 1716 Sybrandus Abrahami, geboren te Bolsward (A. A.Fr.) Annes broer te Kollum en van Lodewijk te Zweeloo, kandidaat, bevestigd den 10 Mei, overleed in 't laatst van 1720 ; zijne weduwe leefde nog in 1762.
- 1721. Joan Jacob Posthumus, geboren in 't laatst van Junij 1688 te Bolsward, zoon van Henr. P., Notaris, en Anna Magdalena Munckerus, dochter van Joh. Jac M. te Makkinga, kandidaat, bevestigd den 29 Junij, vertrok naar Idzegahuizen, gedimitteerd den 7 September 17-10.
- 1741. Gerardus Beckeringh, geboren te Nieuw-Beerta , Freder. zoon, proponent etc, Klassis Z 191, als kandidaat bevestigd den 8 October , vertrok naar Beerster Hamrik, in plaats van zijn vader, gedimitteerd den 11 October 1747; hij werd emeritus wegens zwakheid van gezicht in 1787; te Midwolde in 't Oldambt overleed hij den 15 Januarij 1801, oud bijna 84 jaren.
- 1748. Jakobus Kramer, geboren te Workum 1723, als kandidaat hier beroepen, vertrok naar Hindeloopen tot predikant en rector den 9" Junij 1754.
- 1754. Rudolphus Posthumus, geboren te Oosterzee den 18 April 1730, Johannes Jakobus zoon, kandidaat, bevestigd den 8 December, overleden den 26 Februari] 1776.
- 1778. Petrus Pettinga, geboren te Leeuwarden den 23 Februarij 1752, nam als kandidaat eenigen tijd den dienst waar voor Dominé Wassenbergh. te Lekkum; hij werd hier beroepen door de stemgeregtigden van Oosterzee; die van Echten verkozen den kandidaat de Paauw ; op de klassis te Heerenveen , den 29 April, werd het door het lot beslist en viel het beroep P. ten deel; hij werd bevestigd den 14 Julij en overleed den 12 Maart 1780.
- 1780. Hajo Menzonides, geboren te Schraard den 25 September 1755, kandidaat, bevestigd den 5 Augustus, nam, verroepen naar Marsum, afscheid den 16 Junij 1782.
- 1782. Frans Ernst Schmitz, geboren te Leeuwarden December 1760, kandidaat, bevestigd den 20 October , vertrok naar Finkum ca., en nam afscheid den 18 Junij 1786.
- 1789. Petrus van ? Marks?, een Oostfriesch kandidaat, bevestigd den 25, verroepen naar Nuttermoer, nam afscheid den 17 October 1790 , en overleed daar den 18 Maart 1792, oud 28 jaren.
- 1791. Johannes Wittermans, Nicolaas zoon te Pietersbierum, als kandidaat te Kerk. . . . in 1777.
- 1797. Jan Cornelis Venema, geboren te Groningen 23 Junij 1772, kandidaat, bevestigd den 2 Julij, nam, verroepen naar Wapserveen, afscheid den 14 November 1802, en ging naar Hasselt in 1804.
- 1803. Henricus Houwing ter Vehr, geboren te Iderhave in Oost-Friesland, deed als kandidaat bevestigd zijn intreerede den 3 Julij , vertrok naar Norden en Lutetsborg, en nam afscheid den 18 September 1808; daar is hij in zijnen dienst geschorst met behoud van 't halve traktement in 1818, doch in 't voorjaar van 1820 afgezet.
- 1809. Petrus Christiaan Koentz, beroepen van Haskerhorne ca., deed zijn intreerede den 23 April.
Er ontbreken J. G. A. v. d. Siepkamp 1845—69. N. S. Kappers 1870—83. S. G. Geertsema Beckeringh 1884—87.
Bron: tresoar.nl/wumkes/pdf
1912: Een nieuw schooldorp.
Zijn er in den oudtijd dorpen of buurten verdwenen in de gemeente Lemsterland, in onzen tijd is er een buurt verrezen, waar men vroeger een kerk zou hebben gesticht, dan was het een dorp geweest.
Thans is er enkel een school gebouwd en deze wordt reeds bezocht door meer dan honderd leerlingen. Het is de zoogenaamde school te Middenvaart onder Oosterzee, die in 1874 werd gesticht. Vóór het genoemde jaar hadden eenige gegoede ingezetenen een eigen school van hout laten bouwen aan de noordzijde der Kooisloot onder Echten. De bewoner van de oude kooiplaats, thans bemeierd door H. Boersma, had daartoe den stoot gegeven, doordat hij zijne kinderen les had laten geven door een Klaas Schippers, later H. d. S. in Noord-Holland.
In vereeniging met andere bewoners werd daarop het houten schooltje gebouwd, waar achtereenvolgens onderwijs is gegeven door de heeren Tost, Andringa, later te Follega, Kluwer en A. Kooistra, later gepensioneerd hoofd te Makkinga.
Onder Kooistra, is in 1874 de school van hout vervangen door een van steen, met een flinke woning er aan verbonden, die in 1810 te klein werd bevonden en plaats heeft gemaakt voor een nieuwe school met vier lokalen en een flink schoolhuis. Echter niet op de oude plaats, doch meer naar 't noorden en aan den weg door den polder. De naam bleef steeds „school te Middenvaart".
Onderwijs en schoolmeesters te Oosterzee.
- Van 1614 tot 1617 werd de school te Oosterzee bediend door Focke Jacobs, zoon van de predikant te Oldeberkoop. Hij was van 1604 tot 1611 op de triviale school te Joure en van 1611 tot 1614 op de Academie te Franeker. Van 1617 tot 1619 bediende hij de school te Spanga.
- In 1621 was Mijntije Jattijesz schooldienaar in Oosterzee.
- In 1642-1643 trad Abraham Pieters, schoolmeester tot Oosterzee c.a., op als getuige. In juni 1654 werd Abraham Pijtters Stelma, van Oosterzee, aangesteld als schoolmeester te Marssum. Hij was hier in Oosterzee blijkbaar ook schoolmeester geweest.
- In febr. 1742 vertrok mr. Hendrik Martens Kleynhouwer van Oosterzee naar Sloten.
- In 1749 was mr. Jan Pijtters schoolmeester in Oosterzee.
- In april 1774 was hier Jan Westerhof als schoolmeester. Zijn vrouw heette Aaltje Egberts. Op 13 mei 1781 trouwden hier Jolle Roelofs, jongman en Frouckjen Jentjes, jonge dochter, beiden van Oosterzee. Het is niet zeker of hij ook schoolmeester was, maar zij waren hier in 1795 beiden nog.
Volgens de Leeuwarder Courant was de school in aug. 1796 vacant.
- Op 18 juli 1797 trouwden hier Harmen Egberts Kluiver, schoolmeester te Oosterzee en Lolkje Sjoerds van Joure. Hij heeft na 16 maart 1808 afstand gedaan van zijn post. Op 23 mei 1863 is te Echten overleden: Harmen Egberts Kluwer, oud 90 jaar en 3 maanden, man van Margje Vaartjes.
- In 1808 kwam meester Jacob Annes Visser, derde ranger en afkomstig van Eesterga. Zijn inkomen werd in 1808 van f 100,- op f 200,- gebracht, plus de schoolpenningen. In 1818 werd de school vergroot. J.A. Visser is gestorven op 19 jan. 1823, oud 33 jaar en twee maanden. Hij was op dat moment 8½ jaar getrouwd geweest met Gotsche Hartmans Bakker.
- In 1824 kwam K.H. Kluiver, derde rang. Zijn vrouw heette Saakje Hillebrands de Jong (in 1829). Zijn traktement zag er als volgt uit: f 200,- en f 50,- als koster, plus de schoolpenningen van 80 leerlingen à 40 centen per kwartaal, tevens een vrije woning en f 15,- voor het beluiden van de doden. Hij kreeg eervol ontslag in het voorjaar van 1854.
- Op 12 mei 1854 kwam zijn opvolger: Lambertus Kreeft Jzn, tweede rang, van Doniaga. Hij is op 29 april 1855 getrouwd met Ida Katharina Cuperus van Sneek.
Op 4 mei 1865 werd de bouw van een nieuwe school aanbesteed.
- In 1888 kwam C.E. Keilholz, die in nov. 1890 naar Beneden-Knijpe vertrok.
- In 1890 kwam O. Broersma als hoofd van deze school.
- Op 16 febr. 1895 kwam S. Vogelzang, eerder onderwijzer te Ureterp en te Tzummarum. In 1907 kwam er een nieuwe school. Vanwege ziekte ging hij op 1 juli 1932 met pensioen.
- Op 1 juni 1932 kwam G.H. Scholten, onderwijzer te Vaassen en op 1 juli 1932 kreeg hij een vaste aanstelling. Hij was hier in 1950 nog als hoofd, Bijzonder onderwijs.
- In 1912 is te Oosterzee een school voor chr. nat. onderwijs gesticht met twee lokalen; op 30 november 1912 vond de opening plaats. Het eerste hoofd werd toen A.R. Koster, onderwijzer te Garijp. In 1920 is hij naar Zwammerdam vertrokken.
- In april 1920 kwam zijn opvolger: P. Pruiksma, onderwijzer te Woudsend. Op 1 jan. 1931 vertrok hij naar Makkum.
- In 1930 werd hij opgevolgd door D. Zuiderveld, onderwijzer in Rotterdam. Op 1 mei 1938 werd hij hoofd van de Jan van Nassauschool te Sneek.
- Zijn opvolger was in dat jaar J. Boeijenga, onderwijzer te Woudsend. In 1946 werd hij hoofd van de christelijke school te Workum.
- In 1946 kwam M. Fokkema, onderwijzer te Lemmer. In 1955 werd hij hoofd van de christelijke school te Broek op Langedijk.
- Zijn opvolger werd toen J. van Gorcum, onderwijzer te Amsterdam.
Er was nog een bijzondere (CVO) school onder Oosterzee, in de Echtener-Polder. In 1920 werd R. Nooitgedagt hoofd van deze school. In 1926 werd hij opgevolgd door A.B. Renema, die omstreeks 1 jan. 1930 naar Oudemirdum vertrok. In 1930 kwam B.G. Zinkweg, die op 1 april 1932 naar Akkrum vertrok. In 1932 kwam B. van Elswijk, onderwijzer te Benthuizen.
Bron: www.fryske-akademy.nl
School met schoolmeester woning te Oosterzee.
Voormalige o.l.s. te Oosterzee
Nov. 1966: Opening o.l.s. te Oosterzee
Coöperatieve stoomzuivelfabriek te Oosterzee. 1912
Foto van Ale Hendrik ten Boom
Foto van Ale Hendrik ten Boom
De zuivelfabriek op de achtergrond.
Detailfoto van bovenstaande
De Beverkooi in Oosterzee. Het monumentale pand De Beverkooy was het rechthuis van de grietenij Lemsterland. Het gebouw op de hoek van de Buren en de Molenweg werd gebouwd in 1782. Het pand heeft aan de voorzijde een bakstenen dakkapel met een klokgevel, voorzien van decoraties waarin het bouwjaar is verwerkt. Voor het huis staan zes stoeppalen. De gesneden toegangsdeur met bovenlicht bevindt zich in het midden. De voorgevel heeft, ter weerszijden van de deur, aan elke kant twee vijftienruits vensters, de verdieping telt vijf van deze vensters. Daarboven een forse kroonlijst en een zadeldak met meerdere hoekschoorstenen. Aan de achterzijde is het pand verlengd (Molenweg 2). In de zijgevel bevinden zich twee deuren, vier zesruits vensters en een klein venster. Aan de achterzijde heeft het pand, evenals aan de voorzijde, een dakkapel.
Beide delen van het pand De Beverkooij zijn erkend als rijksmonument.
Bron: wikipedia - De Beverkooy