Verzameling van Sleat Eartiids |11|
DE GEDOEMDE BINNENZEE
VAN STILTE RUST EN RUIMTE
Toen we Stavoren verlieten, stond er een goede bries die flink zeilweer beteekende. De zee was echter ruiger dan wij hadden gedacht; er zat nog wind in en verraderlijke ruggen zetten zich, na lange poozen van gestadigheid, soms eensklaps op tegen 't roer.
We konden, met zoon zee, niet dicht de kust langs varen, want na hoogten volgen diepten en daarin konden we, door het vallen der golven, op 't Vrouwezand neersmakken. We moesten dus daaromheen, hetgeen een langen omweg beteekende. Maar langzaam sagen we toch de Friesche Zuidkust langs ons schuiven: het „Roode Klif" (een onbeduidend bobbeltje diluviale grond, waarvan ik de aarde — ik was er heen gewandeld van Stavoren uit —niet rood maar gelig had bevonden) en Laaxum (plaatsje met wat visschers zonder haven) en Mirns met ook zoon diluviaal glooiinkje) en het Gaasterlandsche Bosch en Marderhoek met, daarachter Oldemirdum (derde zoogenaamde „Klif") en daarmede waren we weer uit de „vrije zone" geraakt. de kust die kust zal blijven, die thans Zuiderzeekust is en kust van 't groote meer moet zijn en die, behoudens de Wieringermeer, loopt van Enkhuizen naar Medemblik en van Surig tot bij den Marderhoek. Althans naar de plannen tot nu toe.
We kregen dus nu weer een stuk (tot Vollenhove toe), dat niet meer kust zal zijn en dat verdwijnen zal, als zoodanig, in het nieuwe polderland. Ditmaal van den Noordoostelijken polder. De toren van Wijckel schoof voorbij en het beroemde stoomgemaal van Friesland dat staat bij Tacosijl en toen lag het silhouet van Lemmer vóór ons (bedorven door een bakbeest van een loods) en liepen we de ruime scheepvaarthaven van deze belangrijke Zuiderzeeplaats in. Ik moet zeggen dat Lemmer (De Lemmer, zegt men algemeen op de Zuiderzee) voor mij in zekeren zin een verrassing was.
Te voren had ik nooit geweten dat het een haven was met zoveel drukte. Als visschershaven kan het, dunkt mij, niet tegen Enkhuizen op ( er zijn in de Lemmer ongeveer 100 visschers) maar de vischvangst is hier niet de hoofdzaak; dat is de verkeershaven en in dat opzicht vond ik de Lemmer drukker dan Enkhuizen ( afgezien nu, van het stoombootveer) dat mij tot nu toe de belangrijkste havenplaats aan onze Binnenzee geschenen had. Het heeft een jaarlijksch verkeer van 16.000 á 17.000 schepen met een totalen inhoud van 1.700.000 ton!
Het spreekt vanzelf dat men in zoon plaats niet allereerst denkt aan de visscherij... al geeft haar toekomst hier dezelfde zorg als elders. Doch men hoopt op de opbrengst der zoetwatervisscherij op het groote meer (dat immers even groot zal zijn als al onze binnenwateren te zamen) en op de werkverschaffing door den polderaanleg. Men is dus in de Lemmer, althans buiten de kringen van de visscherij, niet pessimistisch gestemd mits de plaats maar havenplaats kan blijven en haar verbindingen te water, vooral die tusschen Amsterdam en Gronlngen die over de Lemmer loopt, behouden kunne. Nu zou het dat ook naar het bestaande plan wel kunnen blijven want bij den N. W.-hoek van den polder zou er, zooals men op onze kaart heeft kunnen zien, een schutsluis èn een keersluis komen. Maar mooier warè toch een heel open water met wat af ronden, tevens, van den N.W. polder-hoek.
En het gerucht gaat, dat het plan inder-daad zal worden gewijzigd, zoodat de Westgrens van den Noordoosteljken polder tot beoosten Lemmer wordt verplaatst en de Lemmer dus aan het Binnenmeer blijft liggen. Natuurlijk is dit lijnrecht in strijd met dat, waarop Stavoren hoopt: 't verleggen van den waterweg Amsterdam-Groningen (door het graven van een nieuw kanaalpand) over die plaats. Als de Lemmer aan het groote meer komt te liggen, blijft de verbinding van thans vanzelf in stand. Zoo staan dus de belangen van de Lemmer en van Stavoren op dit punt in conflict. Doch ik kan niet anders zeggen, na den sterken indruk dien ik van eerstgenoemde plaats gekregen heb ( ze is ook veel grooter en fleuriger dan Stavoren, wezenlijk een stad) dat ik zonder aarzelen vóór 't behoud van het bestaande, d.w.z. vóór de Lemmer stem. Er zal dan tevens pictureel heel weinig (alleen van het Zuidoosten uit iets) aan het aspect van die plaats veranderd worden. Folkloristisch is er niets te bederven want er is geen volksdracht te bekennen. Alleen cultureel zou hier, als elders, wat gebroken worden: de vastheid van het traditionele bedrijf der visscherij.
EEN BURGEMEESTERS-HUWELIJK.
De burgemeester van Lemmer (gem. Lemsterland), de heer M. Krijger, trad te Schiedam in het huwelijk met mej. A, Lugtenburg.
Foto: Cliché's N. N. Cliché fabr., Groningen.
DE MODERNE TREKSCHUIT
Een moderne trekschuit. Een paard gespannen vóór een defecte auto is een mal gezicht. Maar een sleepboot vóór een watervliegtuig — dat n.b. door een tjalkschip aangevaren was — is ook wat vreemd. De inwoners van Lemmer zagen echter dezer dagen dit ongewone schouwspel. En onze fotograaf legde 't geval vast op de gevoelige plaat.
IJSBERGEN TE LEMMER
MEN ZOU AAN EEN FOTO VAN DE POOLZEE KUNNEN DENKEN, wanneer deze „inheemsche” jongens er niet op voorkwamen. De jeugd van Lemmer vermaakt zich — terwijl er verder in het land van ijs haast niets meer te bespeuren is — op de „ijsbergen", welke zich voor de Friesche kust hebben opgestapeld.
DE STOERE, KLOEKE BEMANNING VAN DE LEMSTER REDDINGSBOOT
Onze kloeke varensgasten. Zie hier het beeld van een aantal stoere, kloeke kerels: de bemanning van de te Lemmer gestationeerde Reddingsboot der Noord- en Zuid-Hollandsche Reddings-Maatsphappjj, die nog niet in gebruik geweest is.
We kiekten de Friezen — allen eenvoudige visscherskerels uit Lemmer tijdens een proeftocht bij stormweer op de Zuiderzee.
AANVARING SS. ‘FRIESLAND’ en SS. ‘JAN NIEVEEN’.
Rechtzaken.
Voor het kantongerecht te Lemmer is 20 December behandeld een zaak tegen Jan B. te Lemmer, kapitein op het stoomschip Friesland van de Holland-Friesland-Groningenlijn. Hem was ten laste gelegd dat de Friesland in de buitenhaven van Lemmer door zijn schuld in aanvaring was gekomen met het stoomschip Jan Nieveen van de Groninger-Lemmer Stoombootmaatschappij. De kantonrechter heeft thans ta deze zaak uitspraak gedaan en verdachte vrijgesproken. De eisch was f. 73 boete subs. 20 dagen hechtenis.
De bovengenoemde maatschappijen varen in vasten dienst van Lemmer op Amsterdam en voeren een verwoeden concurrentiestrijd. Beide booten varen 's nachts gelijktijdig van Amsterdam en komen ook gelijktijdig te Lemmer aan.
URK SINDS GISTEREN GEEN EILAND MEER!
IN DE GESCHIEDENIS DER ZUIDERZEEWERKEN was het een gedenkwaardig oogenblik, toen gister-namiddag de dijken, die van De Lemmer en van Urk uit naar elkander toe zijn gebouwd als toekomstige grens van land en water, één waren geworden en de burgemeester van het — nu voormalige! — eiland Urk, de heer G. Keyzer (rechts), en zijn collega van Lemsterland, mr. M. Krijger (links), staande boven het zoo juist gedichte gat, elkander de hand konden drukken.
Jelle de Jong bladert in het familieboek. Op zijn knie de jongste telg uit de Tuinierlijn, de anderhalf jaar oude Jetske.
TUINIER, IN TROCHSNEE FAN DE MAATSKIPPIJ
DE HEER Jelle de Jong woont op één van de mooiste plekjes in Lemmer, met uitzicht op de oude sluis en op de binnenkomende en uitgaande schepen. Hij werkt op een architectenbureau, voetbalt in CVVO, maar houdt zich vooral bezig met zijn voorgeslacht. Geen sneuper van professie, maar wel een hartstochtelijk amateur. Hij heeft nagegaan hoe het nu zat met de voorouders van zijn moeder. Tuiniers zijn dat en die naam komt niet veel voor buiten Gaasterland. „Jo kinne der net maklik in typearring fan jaan. It is in trochsnee fan de maatskippij, neat besûnders mar ek neat abnormaals." Het onderzoek baarde een fors boek van 576 bladzijden, waarvan er vijftig van een illustratie zijn voorzien. „Der stiet in heap yn wat se allegear belibbe ha, mar net ien dy't der út rint. Se binne fan alle gesindten, mar ornaris wol tige tsjerklik ... Se trede net op 'e foargrün '.
„In jier as seis werom bin ik dermei begûn om it ris wat út te sykjen. Ik woe it geweldich graach witte. Ik hie earst al in boek oer ús eigen femylje - De Jong dus - makke en doe moast ús mem har femylje fansels ek. Tuinier, de namme sprekt wol oan, folle mear as De Jong, want dy is algemien". „Se soenen út Amsterdam komme, waard der sein, miskien wienen it ek wol Hugenoaten út Frankryk - Tuinjé bygelyks - mar it komt der op del dat it allegear rasechte Friezen binne, dy't út Ikkerwald komme. Ik bin oan 't 1693 takommen. Fierder koe ik net. Ik ha der fakminsken byhelle lykas Hessel Bierma fan De Ryp, en dy seagen noch wol in pear mooglikheden om fierder te gean, mar dat moast in berch sinten kostje en in soad tiid ..." „Gewoane arbeidersminsken ha it west, mar letter ek echt túnkers. Se fersoargen de tunen fan trije states op 'e Geast: Tjaardastate, Van Eysingastate en de state fan de Van Unia’s. Hoveniers wienen it, sa as it dan yn 'e argiven stiet. Dat is net alhiel bewezen, mar jo meie wol oannimme dat it sa wie".
“Yn 1753 binne se nei Gaasterlan ferhuze. Wêrom't dat west hat wit ik net, mar it leit foar de hân dat dat op oanrikkemedaasje west hat. Se kamen doe by it slot op Riis te wurkjen. Dêr wenne doe in Rengers en letter fansels de van Swinderens. Geart Wygers, de heit fan de stamfader (Arme Geerts) kaam op Murns te wenjen, yn in tsjinstwenning. Syn bern namen it berop fan hovenier ek oan; Sa is der ien yn Sondel kommen op it slot Beuckenswyck.”
Ander vak
“It fak is net yn'e femylje bleaun, want letter sjogge jo dat der arbeiders binne en ek lytse boeren. len tak is seis grut boer wurden op Harich. Net dat dat no dè minsken wienen, mar meer in gewoane boerefemylje. It is no noch sa: de measte Tuiniers yn Gaasterlân binne boer. Yn de froulike lijn binne der guon dy't it wat oars dien ha. Sa stiet de hjoeddeiske deputearre Jaap Mulder ek yn it boek en de skriuwer Piter Terpstra ek. Dat komt dan wer fan dy froulike lijn. Ja. dy ha'k ek úttsocht, want as jo in dochter ha is dy jo like nei as jo soan.”
Het boek van de heer De Jong bevat vier- tot vijfduizend namen en is bijgewerkt tot de dag van vandaag toe. Wat als hobby begon werd later bijna een heilig moeten met de stok van de drukker (Van der Eems in Oosterend) achter de deur. In feite zijn er weken geweest dat zo'n beetje alle vrije tijd er in ging zitten. Nu het klaar is geeft dat voldoening. “It is in kwestje fan folhâlden.
VROEGER VISCHNETTEN, NU WASCHGOED
Te Lemmer, waar de vischvangst lijdt onder de afsluiting der Zuiderzee, ziet men nu dikwijls slechts waschgoed aan drooglijnen die vroeger geheel met netten behangen waren.
Reactie plaatsen
Reacties