Het beurtboot Amstel XV was een robuust zeeschip, ontworpen om elke overtocht over de Zuiderzee met succes te volbrengen. Dit schip, met een draagvermogen van 125 ton en eigendom van rederij Van Swieten, stond onder het gezag van Kapitein H. Bontekoe en verzorgde de geregelde verbinding tussen Groningen en Amsterdam in beide richtingen.
1934: Brand in de machinekamer: Incident met motorschip op het IJsselmeer. Gesleept naar Lemmer. Lemmer, 10 april — Het motorschip „AMSTEL XV", onder leiding van kapitein Bontekoe, heeft vanochtend het motorschip „Twee Gebroeders", eigendom van de Gebroeders Meyn en gevestigd te Bellingwolde, veilig naar Lemmer gesleept. Het betrokken schip was onderweg van Enkhuizen naar Arnhem toen zich maandagavond op het IJsselmeer een brand in de machinekamer voordeed, veroorzaakt door het ontbranden van een motorlamp. Door deze brand is het gehele achtergedeelte van het schip verloren gegaan. Bij het aanbreken van de ochtend werd de noodvlag gehesen, een signaal dat tijdig werd opgemerkt door het motorschip „Amstel XV", dat koers zette naar het getroffen schip en het vervolgens op sleeptouw nam naar Lemmer. Ook in Lemmer werd het noodsignaal waargenomen, waarop de reddingsboot „Hilda" uitrukte. Dankzij de nabijheid van de „Amstel XV" bleek verdere assistentie echter niet noodzakelijk. Opmerkelijk is dat er geen persoonlijke ongevallen hebben plaatsgevonden bij dit incident.
Sluis met zicht op Binnenhaven.
De binnenhaven met het Oliebootje "De Gulf" van Kees de Roos.
Hans Terpstra schreef in oktober 2019: Dit is nu Rintsjes snik. We hebben er van het zomer met onze snik bij gelegen. Was een leuke ontmoeting met de snik en de familie Cusiel (die er nu ruim 30 jaar eigenaar van is) Als model zit hij wat tussen de Groninger en Friese snik in. Het is meer het type snik uit het westelijk deel van de provincie Groningen. Hij heeft aan de kop geen stuiten. (berghouten) De Friese snikken hebben dat wel. De pake van Rintje Ritsma voer op dit oliebootje.
Lemmer, Binnenhaven in het jaar 1950. Op deze foto, genomen in de naoorlogse periode, is te zien dat het hoekpand aan de Emmakade destijds geen bovenverdieping had. Langs het water is een eenvoudige afrastering geplaatst. Verder valt op dat er in de Binnenhaven weinig activiteit zichtbaar is.
Staand: Ale Visser, Gerrit de Blauw en in het midden zit Jacob Kleis Visser "Japie van Kleis"
Binnenhaven Lemmer 1925: Geheel rechts is een deel zichtbaar van de boerderij van Jan Hendrik de Vries, die later werd verbouwd tot visopslag van Jan Zwarthoed en vervolgens tot de woning "Zonnehoekje," gebouwd door Jan Visser. De woning aan de linkerzijde, voorzien van een vlag, werd destijds bewoond door de familie De Rook. Rechts van het huis met de witte voorgevel bevond zich het winkeltje van slager Woud. Deze slager kwam tijdens de oorlogsjaren tragisch om het leven toen hij in het donker in de haven te water raakte.
Daarnaast bevonden zich de woningen van de dames Akke en Ida Katsma, op welke locatie Albert Schirm en zijn echtgenote later een nieuwe woning hebben laten bouwen. Aangrenzend was de kapsalon van de heer Booms gevestigd; op deze plek heeft Douwe Schirm tegenwoordig een nieuwe woning gerealiseerd, gekenmerkt door een fraai ontworpen gevel. Het volgende pand werd destijds bewoond door bakker Hofman, die daar zijn pensioenjaren doorbracht. Van het pand Andringastate is het gedeelte zichtbaar waar later de drogisterij van Boonstra was gevestigd. Het tabakswinkeltje van de familie Propsma vormt vervolgens het sluitstuk van de Schulpen.
Vanaf de Kortestreek zijn het dak van de ULO-school en het Waterschapsgebouw duidelijk waarneembaar. Vanaf de Oudesluis is de zijkant van bakkerij Loen zichtbaar, met daarnaast de winkel van Schotsman en de tabakszaak van Piet Zwart. Vermoedelijk was destijds tevens de stoffeerderij van Jelte de Jong op deze locatie gevestigd.
Lemmer - 1973. In de binnenhaven van Lemmer bevindt zich sinds enkele dagen een aalscholver (in het Fries bekend als ielgoes of skever). Tijdens het schutten van een aantal schepen is deze vogel vanuit het IJsselmeer de haven binnengekomen. Opmerkelijk genoeg lijkt hij of zij zich bijzonder goed aan te passen aan de aanwezigheid van mensen in de omgeving. De sportvissers bieden de aalscholver geregeld een aantal ondermaatse visjes aan, die door de vogel met zichtbaar genoegen worden geaccepteerd. Op de foto is de ielgoes te zien, comfortabel zittend op de rand van een roeiboot.
1997: Uitzicht op Lemmer, met op de voorgrond een groep reigers op het bevroren wateroppervlak.
LEMMER - Al geruime tijd wacht een kolonie reigers in de bevroren binnenhaven van Lemmer geduldig op de aankomst van het voorjaar, dat voorlopig nog in de verte lijkt te liggen. Deze dieren worden dagelijks voorzien van voedsel door ervaren vogelwachters uit Lemmer. Het voedsel bestaat uit resten schol en tong, afkomstig van het fileerbedrijf van de gebroeders Sterk. De groep, doorgaans bestaande uit ruim veertig reigers, heeft zijn oorsprong in "De Wiele", een bosgebied tussen Lemmer en Follega waar hun broedplaatsen zich bevinden.
"Wol hwat meager", zegt Pieter Bootsma, die ze dagelijks voert, "mar se komme net om". Hij trekt elke dag met zijn zoon Gauke en Paul Wind, langs de vogelconcentraties in en rond Lemmer om voedsel te brengen. Iedere middag storten de hongerige "ielreagers" zich wachtend op de visresten, per keer zo'n veertig kilo, terwijl ook plaatselijke vissers hun overschot wel eens op het ijs van de binnenhaven smijten.
"Sûnder help wienen se al lang dea west", meent Bootsma. Ter afwisseling konden de mannen dezer dagen de vogels eens op wat anders trakteren: kippenhartjes en levers, door een inwoner bij het slachten van pluimvee overgehouden: "En ek dat gie der bést yn", zo hebben de vogelwachters met genoegen vastgesteld.
Gezicht op de binnenhaven, 1955. Links op de kade ligt het schip De 'Jan Nieveen' aangemeerd. Rechts in het beeld is het kledingmagazijn van Schirm duidelijk zichtbaar.
