Schans, Lemmer |3|

|     1    |     2    |     3    |     4    |     5    |     6    |

Uitbreiding en vernieuwing van zaken te Lemmer.

LEMMER. De laatste tijd leest men nog wel eens pessimistische klanken uit Lemmer, zoals: de N.T.M, opgeheven, Koppe's bootdienst Lemmer-Amsterdam gestaakt, weinig voordeel van de Noord-Oostpolder, het kanalenplan te ver van Lemmer enz. enz., maar als men klanken uit de winkelierskringen hoort, dan is men daar optimistisch.

En gelukkig, Lemmer staat nog niet ten dode opgeschreven, het heeft, mede door zijn ligging vertrouwen in de toekomst, en dat de „lege" plekken, die de laatste maanden zijn ontstaan, weer zullen aangevuld worden. Dat de winkeliers het hoofd nog niet in de schoot leggen, komt de laatste maanden wel sterk tot uitdrukking.

We hebben zo eens een kijkje genomen langs de winkels en hier en daar een praatje gemaakt. Op de Langestreek, zijn er twee winkels bijgekomen van de heren K. Koopmans en B. Steenstra, terwijl de heer Gorter binnenkort naar de Kortestreek en de fa. K. de Boer, in dat pand weer gaat uitbreiden voor bedden en matrassen.

Aan de Kortestreek heeft de heer G. v. d. Gaast, zijn pand geheel voor winkel ingericht, zodat deze nu overzichtelijk alles op het gebied van electriciteit. Waterleiding enz. bij elkaar heeft! De slagerij van Sonsma, heeft een geheel nieuwe voorgevel gekregen, in moderne stijl. De kroon op het werk zet de heer ,T. Gorter, die in het voormalige arbeidsbureau een geheel nieuwe zaak krijgt in goud- en zilverwerk, welke op 18 December officieel geopend zal worden.

De fruitwinkel van de heer W. Lemstra, is met de helft vergroot. Op de Nieuwburen heeft de heer Gort. bekend om zijn smeedwerk, de zaak overgenomen van de heer P. de Blauw en binnenkort zal het garagebedrijf en autodiensten van Aukema en De Vries, uitgebreid worden aan de Nieuwburen. De fa. Bijlhout, heeft ook nog plannen, door aankoop van het gehele bouwcomplex van de heren IJlst en Verbeek.

In de Schans, waar veel oorlogsschade was, door de bevrijding in April 1945, zijn verschillende panden aardig opgeknapt. Hierbij valt in de eerste plaats op het schoenenbedrijf van de heer Tj. Dijkstra. Daar heeft het bouwbedrijf van de fa. A. Bosma een modern winkelpand van gemaakt. Ook de schoenreparatie werkplaats is groter geworden. De heer Zuur, in manufacturen, heelt zijn zaak ook in moderne stijl gebracht met twee etalages.

Aan de haven, bij de ligplaats der boten, heeft de heer De Graaf uit Oosterzee, een winkel geopend in tuigwerk, met aanverwante artikelen. Ook de heer G. v. d. Bijl, uit de Schans heeft zijn zaak van binnen geheel gemoderniseerd, met een koelcel voor zijn zuivelproducten en tevens ook voor pluimvee te slachten.

In het vroegere pand van de heer J. v. d. Veen, in kruidenierswaren enz. heeft de heer S. v. d. Schoot, zijn intrede gedaan aan de Schulpen in werkmanskleding enz., dit is de uitbreiding van de zaak aan de Nieuwburen. Achter dit pand is nu gevestigd het handelshuis van de nieuwe fa Bos en Heida. Van meerdere, hier niet genoemde zaken, liggen plannen gereed voor modernisatie en uitbreiding.

Vaak brengt de uitbreiding moeilijkheden met zich mee, wat betreft het vinden van geschikte ruimte daarvoor. Het is mogelijk dat we een enkele vergeten hebben, maar we hebben willen aantonen, dat men in Lemmer nog de moed niet zakken laat, en ondanks dure tijden het nog aandurft, om opnieuw geld in de zaken te steken, met vertrouwen in de toekomst. En gelukkig, want ook Lemmer moet met zijn tijd mee.

Hepkema’s courant: 13-12-1948

Wim Kuipers: Foto van carrosserie bedrijf Yntema

  • Maurice-Fenny Benoit-de Boer: In 1963 verhuisde we van Canada naar de Schans in het huis van Jan Pen. Daarnaast opende Van der Zee toen een meubelzaak met mijn vader Jan de Boer als beheerder van de winkel en boven stoffeerde. Dat pand was vroeger een nettenwaarhuis van Jan Pen. Volgens mij was van der Zee toen de nieuwe eigenaar van firma K. De Boer. Het liep niet goed dus na 2 jaar verhuisde we weer naar Canada. Mijn zus Henny kreeg toen ook een baan in de stoffen winkel van firma K de Boer totdat ze in de verpleging ging. Ik zelf ging naar de Ulo. Omdat school heel anders is dan in Canada moest ik in de 1st klas met studenten 2 jaar jonger dan mij. Gelukkig waren de meesten er leuk. De Lemmer was het dorp van mijn Beppe Fetje die toen in de Joure woonde. Haar broers Eibert Visser, Hendrik, Jan, Bauke en Steven kwamen geregeld op bezoek. De halve Lemmer was familie zoals ook de Bootsma's. Vond het wel jammer om weg te gaan. Wij konden boven in de gang van ons huis direct in de stoffeerderij lopen.

Fetje de Boer nu Benoit.

  • Froukje Zandstra: Heel bekend. In het rijtje huisjes woonde voorin W. de Blauw, dan de fam.de Vries en daarnaast pake en oate Liekele Poepjes. Dan de fam Dijkstra (later Ruurda), fam. Jaap Poepjes en dan Bartele Trip. Zijn echte naam weet ik niet meer.

Een opname van Bernard Hulscher, deze woonde in de Schans en verkocht daar behalve textiel ook klompen. Deze klompen werden met de naam 'Vissersklompen' aangeduid, omdat iedereen die wat met visserij te maken had uit te staan, dit merk kocht. Bernard was een wat apart man, maar wel geschikt en eerlijk. Als hij een paar klompen verkocht met een kwast erin, dan kreeg je die klompen vijftien cent goedkoper. De volle prijs per paar was vijfendertig cent.

Afdruk genomen in de Schans, waarschijnlijk waar later 'Het Geveltje' was gevestigd. De familie Van der Bijl. V.l.n.r. zien we Abe van der Bijl, vrijgezel, visser en zijn moeder Jantje van der Bijl, met kleinzoon Abe, zoontje van haar dochter Jeltje. Dan haar man, Willem van der Bijl, schipper van de LE 28 en hun zoon, de kleermaker Siebold.

Foto van Doorke Rijpkema: Deze foto is gemaakt voor de toenmalige Katholieke kerk omstreeks 1899/1900. Deze kerk stond in Benedenschans op de plek waar later Us Thus gebouwd werd. De foto is vermoedelijk gemaakt door mijn overgrootvader Jelte de Jong (1862-1941), de meisjes midden op de foto zijn zijn dochters, vooraan Marietje (geb. dec. 1894), links Anna (1888) en rechts Dora (1891, mijn grootmoeder). Het meisje achteraan is onbekend.

Behalve de dochters van Jelte staan op de foto zonen van zijn zus Maria, zij was getrouwd met Hendrik van den Berg (1848-1925). De zonen van Hendrik en Maria zijn: Sipke (1875), Gerard (1877), Andries (1880), Willem (1886), Inno (1889) en Anne (1893). De man links achteraan zou de organist zijn.

Deel van de Schans, thans de ingang vanuit de richting Oosterzee. Op de voorgrond staan een paar oude visserswoningen en de rooms-katholieke pastorie met kerk, welke in 1901 is gebouwd. Ook hier liet de jeugd van haar belangstelling blijken.

Lemmer 1925: Links de visrokerij van Sjeerp de Blauw, voor de rokerij staat een klein hok, dat diende als nachtverblijf voor de schapen die op de dijk graasden.. Geheel rechts is nog een gedeelte te zien van de boerderij van de familie Huitema. Een deel van de woningen in de Beneden Schans is reeds lang verdwenen. De rooms-katholieke kerk was toen tien jaar oud.

Ik ben zelf geboren in de beneden schans aan de kant van de vissersburen. Mijn vader was Auke Brouwer, en mijn moeder is Meintje Lammers. Wij woonden daar met een aantal gezinnen.
Naast de rooms-katholieke kerk ( tuin) was de timmerplaats van Willem de Blauw, als je het steegje aan de linkerzijde volgde naar de Vissersburen, dan woonde daar als eerste Albert Zandstra volgens de site Albert Poot. Deze was getrouwd met Janke, zij hadden twee kinderen Tineke en ?, daarnaast woonde Andries Bergsma (reade Okke, zie verhaal van Okke → Achterom) daarnaast woonde Jan en Jans Wouda en daarnaast woonden wij.

Aan de rechterkant van de steeg woonden Obbe Poepjes en Meye Deinum en Oetske en Meine Oebeles met een Duitse vrouw.

Aan de sluiskant woonden de familie Eelke Rippen, en verder nog een oudere vrouw dat weet ik niet meer. Het verhaal van Reade Okke komt heel werkelijk over, mijn moeder bracht hem wel eten. Wij voetbalden altijd in de beneden schans, en zondags kreeg ik nadat Okke bij Pietje van der Werff* vandaan kwam altijd een dubbeltje.

Zo maar even een reactie na uw site te hebben gelezen.

Hennie Brouwer

Een opname van de Schans. Genomen vanuit de richting van de spuisluis. Links op de voorgrond de vroegere hang van Seerp de Blauw. Toen in handen van de Coöperatie die er een bakkerij in had. Lang heeft dat niet geduurd.

Toen werd alleen de ventwijk van Sjoerd de Wreede nog aangehouden. Het brood werd aangevoerd uit Leeuwarden. Als De Wreede van een of ander wat te weinig had haalde hij dat in de Centrale Bakkerij. Hij vertegenwoordigde een concurrent maar door zijn innemende persoonlijkheid merkte je dat niet, vertelde Johannes de Vries

De bakkersbakfiets in het midden had niets met dit bedrijf te maken. Het is Barteld Kortstra die toen voor Geert Hoekstra aan de Lijnbaan ventte. Helemaal rechts zien we een klein stukje van de boerderij van Huitema. Daarnaast de timmerwinkel van Willem de Blauw en de R.K. kerk met pastorie.

It fanke yn 'e Skâns. Van Fedde Schurer.

Der wennet in fanke foar yn 'e Skâns
Dy hat myn hert bilêzen;
Kom ik der jouns de strjitte lâns,
Dan sit hja foar de glêzen.
Ik knik har ta, hja knikt wêrom,
En 't wurdt my dan sa licht en rom,
En 't sjongt troch hiel myn wêzen:
Ja op dat fanke bin ik bigien,
Dêr wol ik op bouwe,
En mocht ik al frije mei mear as ien-
Mei dizze wol ik trouwe.

Der wennet in fanke foar yn 'e Skâns,
Dy stiet my aloan foar eagen;
Hja hâldt myn libben yn 'e blâns
Yn wear en wyn en weagen.
As 'k fiskje en far, en 'k tink om har,
Ja stoarm en ûnwear, bear dan mar-
Ik laitsje om jim fleagen,
Ja op dat fanke bin ik bigien,
Dêr wol ik op bouwe,
En mocht ik al frije mei mear as ien-
Mei dizze wol ik trouwe.

Het meisje van de Schans.

Er woont een meisje vooraan op de Schans
die heeft mijn hart gestolen;
kom ik daar 's avonds door de straat
dan zit ze voor de ramen.
Ik knik naar haar, ze knikt terug
en 't wordt mij dan zo licht om 't hart
en 't zingt door heel mijn wezen.
Ja, op dat meisje ben ik verliefd
daar wil ik op bouwen
en mocht ik al eens vrijen met meer dan één -
met deze wil ik trouwen.

Er woont een meisje vooraan op de Schans
die staat mij altijd voor ogen;
ze houdt mijn leven in balans
in weer en wind en wegen.
Als ik vis en vaar, en ik denk aan haar,
ja storm en onweer, schreeuw dan maar-
ik lach om jullie vlagen,
ja op dat meisje ben ik verliefd,
daar wil ik op bouwen,
en mocht ik al eens vrijen met meer dan een-
met deze wil ik trouwen.

De Lemster Vluchthaven, gezien vanaf de Zeedijk, links beneden het Oosthoekje, een stukje van de Oostdam en in de haven een baggermolen, bezig om het water op diepte te houden. Langs de kade liggen wat aken en schouwen van de Lemster vissersvloot. Recht vooruit zien we de spuisluis. Als je vanaf de Oostdam iets riep, antwoordde de echo even later vanaf de spuisluis. Links van de spuisluis staat het hokje waar de reddingboot in lag.

Het hek op de dijk moest het loslopende vee buiten het dorp houden, Onderaan de dijk staat het hokje voor de man die daar stond om het tolhek voor het doorgaande verkeer te openen. "De tolgaarders waren toen Jan Spiekholt en Andries Bergsma. Tegen een kleine vergoeding werd het hek onder aan de dijk geopend. Geheel rechts, naast het tolhek, de boot en wagenmakerij van Gerrit Wierda, de smederij van Van der Wolf en de boerderij van Huitema. Verder nog de toren van de R.K. Kerk en een kijkje de Schans in.

|     1    |     2    |     3    |     4    |     5    |     6    |