De Pompen

De firma Wed. S.J. de Vries in Lemmer noemt zich geen pompmaker. Dat is een beetje uitzonderlijk, want de meeste bedrijven in haar branche afficheren zich tegelijk als mast-, blok- en pompmaker*

‘Deze drie ambachten waren doorgaans in één bedrijf verenigd,’ Loomeijer (1980), 121.

Gerrit Wiersma en Zn, in Joure, , noemt zich zo, evenals S.O. de Vries in Ylst, en D.T. Wouters in Bolsward. Hoewel Rinsje en Jan Siebold zich geen pompmaker noemen, zijn ze dat wel. Personeelslid Gurbe van Brug maakt in het filiaal in Heeg pompen voor vissers, binnenschippers en boeren3 en doet hetzelfde in Lemmer na zijn overplaatsing naar het moederbedrijf.

De scheepspomp is een rond, houten product van de mastmakerij, dat gecompliceerder is dan een giek, een haakstok of een vlaggenmast. Een pomp [voor vrachtschepen] maakten we van een grenen balkje. We deden dat helemaal ouderwets, we hadden er geen aparte stelling voor: we legden het balkje gewoon op schragen. Pompen voor de visserslui waren altijd van ieperen [=iepenhout]. Grenen pompen scheurden te gemakkelijk. Dan zochten we een stuk hout op dat van onder een beetje krom was. We maakten een gat van 8, 8½ cm met een schulpenboor. Het emmertje liefst zo laag mogelijk.

De tekening van Peter Dorleijn toont hoe een iepen lenspomp in elkaar steekt:

 

 

 

 

 

 

Een lenspomp met: 1. pomphuis, 2. zuiger, 3. emmertje, 4. stang, 5. kloot en 6. jelt.

In de jaren twintig van de twintigste eeuw behoort de pomp nog steeds tot het assortiment, maar het bedrijf zet weinig volledige pompen af, wel veel onderdelen. Schipper E. v.d. Veen uit Lemmer bijvoorbeeld koopt voor zijn motorboot waarmee hij aardappelen vervoert, een nieuwe pompzuiger van 10½ cm6. Ook aan de gemeentereiniging worden pomponderdelen verkocht. De dienst beschikt over pompen in o.a. de Tuinstraat en de Parkstraat. Die in de Tuinstraat werkt in maart 1927 niet meer. Jan Siebold stuurt zijn werknemer Frens de Vries eropuit om het toestel te herstellen. Hij zet er een nieuwe zuiger in en voorziet het emmertje rondom van vet en hennep. Jan Siebold declareert 5 uur en vraagt zich af: Is bij deze 5 of 6 uur het maken emmertje bij?

In 1927 verkoopt Jan Siebold in totaal vier houten pompen en 48 onderdelen* De inkomsten hiervan bedragen slechts 0,75% van de jaaromzet. Voor de mastmaakster en haar zoon zijn pompen bijzaak.

8. Dit is uitgezonderd 1 ijzeren pomp (ƒ 22,50) en 4 oliepompjes (samen ƒ 14,30).

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.