Boukje Meijer en Haaije van der Molen.
Ter Herinnering aan mijn ouders: Boukje Meijer en Haaije van der Molen.
Geschreven door Jannie van der Molen.
Boukje 16 mei 1949
Op 25 januari 2012 is mijn moeder Boukje van der Molen-Meijer overleden. Op 7 juli van ditzelfde jaar is haar urn, samen met de urn van mijn vader Haaije van der Molen, bijgezet op de Nieuwe Begraafplaats van Lemmer.
Mama werd op 10 september 1919 in Lemmer geboren. Ze was de derde dochter van Lieuwe Meijer en Oeke Kingma. Clara was de oudste, daarna kwamen Gretha, mama, Joop, Trijnie en nakomertje Liesbeth. Mama vond de geboorte van Liesbeth fantastisch. Mama was al achttien toen haar jongste zusje geboren werd.
Zij vond het prachtig haar moeder te helpen in het drukke gezin, maar verliet toch op een gegeven moment Lemmer om in Amsterdam bij haar oudste zuster Clara en zwager Meine te gaan wonen. Daar heeft ze papa ontmoet op 13 april 1949. (Voor mijn ouders was 13 geen ongeluksgetal).
Op 31 augustus 1949 trouwden ze, heel snel, want papa had een baan in Indonesië geaccepteerd en hij moest voor deze betrekking getrouwd zijn. Hij ging daar lesgeven aan de zeevaartschool. Een prachtige tijd, vertelde mama regelmatig, lieve mensen en een mooi land.
Getrouwd. Haaije van der Molen & Boukje van der Molen-Meijer.
Op 18 mei 1951 kwam ik er ter wereld in Jakarta. Drie maanden daarna vertrokken mijn ouders naar Nederland omdat het te gevaarlijk werd. Ze kregen een woning in de Talmastraat in Amsterdam. Daar werd op 21 september 1952 mijn zuster Margreet geboren.
In 1960 verhuisden mijn ouders naar Drachten, waar papa bij Philips ging werken, want Friesland bleef toch trekken. Eerst naar een splinternieuwe woning met vier slaapkamers en een badkamer. Dus gigantisch groot, vergeleken met de woning in Amsterdam. Mijn zus en ik kregen een eigen kamer, wat een luxe. Later zijn ze verhuisd naar de J.M. Houwenstraat.
Mama was altijd thuis en zorgde voor het gezin, papa was de kostwinner. Het was heerlijk uit school te komen en samen een kopje thee of een glas limonade te drinken en dan even te vertellen. Een baan buiten de deur was “out of the question.” En diep in mijn hart geloof ik, dat mama dat wel fijn vond, hoewel ze het ooit heeft voorgesteld. Mama hield van zorgen en dat is altijd zo gebleven. Ze was eigenlijk altijd vrolijk en leefde voor haar man en kinderen, was ook erg sociaal voelend. Ze is jarenlang voorzitster van het reumafonds geweest en stond voor iedereen klaar.
± 1935: Anneke van der Loon, Boukje Meijer.
Ook toen mijn zuster en ik al op onszelf woonden, kwam ze regelmatig langs om te kijken of ze iets voor ons kon doen. Ritsen in een broek zetten, maar ook andere verstel-klusjes, ik had er een hekel aan en zij vond het prettig om te doen. Later haakte ze gordijntjes voor me, die jarenlang mijn ramen hebben gesierd.
Mama was een tevreden mens, gelukkig met de kleine dingen in het leven en zij en mijn vader hadden een goed huwelijk en dit 60 jaar lang. Ze vulden elkaar aan en waren het eigenlijk altijd met elkaar eens. En zo niet, dan werd erover gesproken. Ik kan me geen ruzies herinneren, hooguit een verschil van mening. Mijn jeugd verliep dus harmonisch. Mijn ouders waren niet streng, maar hun NEE was een NEE. Wij zijn met normen en waarden grootgebracht en daar ben ik nog steeds dankbaar voor.
Toen mijn ouders hun huis konden verkopen zijn ze naar Lemmer verhuisd. Naar de Prinsessenkade een mooie plek, langs het water. Daar hebben ze vele gelukkige jaren doorgebracht en wij gingen regelmatig op bezoek, want Lemmer was voor ons ook thuiskomen, na de vele logeerpartijtjes bij pake Lieuwe en beppe Oeke.
Beppe Oeke en pake Lieuwe 29 juli 1966 te Lemmer.
Toen mama haar gezondheid achteruit ging hebben mijn ouders hun huis verkocht en zijn ze naar een serviceflat in Heerenveen verhuisd. Toen de verzorging van mama te zwaar werd voor papa, weer een verhuizing, dit keer naar een zorgcentrum in Leeuwarden. Hier is papa op 9 december 2009 plotseling overleden, een vreselijk klap voor mama. Temeer, daar ze haar geliefde broer Joop een paar maanden daarvoor was verloren. Zij was nu de laatste van het gezin.
Zij is op 2 januari 2010 naar het Westen gekomen en heeft een half jaar bij ons in huis gewoond. Toen naar een zorgcentrum in Monnickendam. Maar het ging niet goed met mama. Hoewel ze bijna elke dag bezoek kreeg, was ze toch veel alleen. Ze wilde niet naar beneden om samen met andere mensen te eten. Ze voelde zich het prettigst in haar eigen omgeving met de foto’s van haar dierbaren om zich heen.
Op een gegeven moment had mama er geen zin meer in. Ze had veel pijn, miste papa en vond het welletjes. Dit zei ze ook regelmatig tegen me. Wij, haar kinderen, klein- en achterkleinkinderen waren nog haar enige doel in het leven. Mama is nog naar een verpleeghuis gebracht, maar stopte met eten en drinken. Zelfs haar sigaretje liet ze liggen.
We hebben gelukkig allemaal afscheid van haar kunnen nemen. Wij, de twee dochters, haar twee kleindochters Marlies en Irma met partners en haar twee achterkleinkinderen Guido en Tessa. Ze wilde geen afscheid van ons nemen en toen wij dus allemaal even naar huis waren, is ze rustig in slaap gevallen. Op weg naar papa, de man waar ze zoveel van heeft gehouden.
En op 7 juli 2012 zijn ze dus samen bijgezet in Lemmer.
Op de steen staat: “Werom yn it Heitelân”. De cirkel is rond.