De familie Beijering: periode 1934 - 1948
Herinneringen aan Lemmer van Familie Beijering: periode 1934 - 1948.
Door Jan Beijering.
Willem Beijering
Mijn vader Willem Beijering (1901) en moeder Annechien Lammers (1905) zijn als boerenzoon/dochter geboren in resp. Rolde en Rhee (bij Assen). De boerderij in Rhee is een monument, gebouwd in 1615 en in Drenthe bekend als de Picardt-hoeve.
Pa Willem Beijering is in 1924 aan een loopbaan bij de Belastingdienst begonnen: bij de douane in Twente (Lattrop bij Denekamp). In 1928 ging hij naar de zgn. binnendienst in Slagharen en toen zijn mijn ouders op 28-4-1928 getrouwd.
In Slagharen zijn de oudste drie kinderen geboren, t.w. Jan (22-12-1930), Boely (24-1-1933) en Tiny (8-9-1934). In 1934 werd verhuisd naar Lemmer: we hebben toen ruim een jaar gewoond op de Schans: naast de winkel van Rudolf Bouma en tegenover slager Lageveen en groentehandel Wouda aan de Benedenschans.
In het daaropvolgende jaar 1935 zijn we binnen Lemmer verhuisd naar de Langestreek nr. 76 (later vernummerd) en daar hebben we tot begin 1948 met heel veel plezier gewoond. Daar is op 29-12-1942 ook de jongste zoon Gerard geboren. Naaste buren waren toentertijd de familie De Vries (vader werkte bij de Zuid-Friesland, zoon Jan is later getrouwd met een dochter van Villa Nova), familie Sander Koehoorn/Goedbloed en achter in de dubbele woning familie Wietse v.d. Bijl (transportbedrijf; kinderen Meinte en Popkje)
De rechterhelft van de dubbele woning op de Langestreek is nr. 76. Naast het huis met het rode dak, liep vroeger de trambaan/brug.
Verder woonden op het laatste stuk van de Langestreek (voor de trambrug) o.a. kapt. Jan Bolhuis van de tramboot Friesland, van Kammen, De Vries (NBM), Anne/Wobbie Zeilstra (Minkie, Aly, Jeppie en Marten), De Vries (op een bovenwoning, boekhouder bij de Fa. Pen), aannemer Koenraad v.d. Wal (maakte in de oorlog klompen; zoon Siemen), Siene en Geffie de Vries, moeder en dochter Wever, v.d. Bijl, gemeente-secretaris De Boer en Peereboom. Voor de trambrug lag het woonbootje van binnenvisser Bruin (viste op het Stroomkanaal, Grote Brekken en Brandemeer).
Ik heb nog op de Bewaarschool aan de Lijnbaan gezeten (met bolderkarren etc) en daarna op de openbare lagere school (afgebroken in 2008) en vanaf 1943 op de openbare MULO-school aan het Dok. Aan beide scholen bewaar ik goede herinneringen.
Op de o.l.s. heb ik achtereenvolgens de volgende leerkrachten meegemaakt: juffrouw Froukje Huisman ( 1 + 2), meester Bouke v.d. Loon (3/4/6; was nogal streng), meester Sybren de Vries (5; bekend van het Duco-verhaal: Duco anker over boord, Pa er zit geen touw aan, Duco anker overboord en daar ging het anker; dochter Lies zat bij mij in de klas) en tenslotte in klas 7 bij het hoofd van de school Th. Scholten.
Schoolfoto o.b.s. 1941: Hier staan veel kinderen (broers/zussen) uit verschillende klassen op. Veel bekende gezichten, maar we kunnen lang niet alle gezichten benoemen. De kinderen Beijering staan er op: Jan (2e rij-2e rechts) Boely (3e rij-2e links) en Tiny (3e rij-2e rechts).
Op de MULO hadden wij in de oorlogsjaren als leraren De Vries (N.S.B.-er, na de oorlog ontslagen), Huese en Elskamp. Na de oorlog kwamen de heren E. de Boer (directeur) en Winter. Als sportleraar hadden we Charles de Bock, een voormalig voetbalinternational. Dit voorjaar in de L.C. een overlijdensadvertentie van zijn weduwe gezien, bijna 100 jr.
Schoolfoto 1945, 1e klas MULO. 1e rij: Sietse Oosterdijk, Minze Zeilstra, Jacob v.d. Wal, Rommie Aukema, Alie de Vries, Jeltje v.d. Veen, Jopie v.d. Berge, Tietje Visser, Jeppie Zeilstra, Aaltje Donker en Albertje Vlig.
2e rij: Marie Zandbergen, Arendje Petersen, Fetje Bootsma, Jenne Boerstra, Joh. de Vries, Willie Booms, Derk de Haan, Piet Stavinga en Michiel v.d. Berge. Achteraan en zijkant: Aaltje Veenstra, Wiesje de Haan, Siebe de Jong, Boely Beijering, Jan Stuurman, Jan Jongsma, Dicky Plooy, Marten v.d. Wal, Dhr. ?, Robert de Jong, Doetie van Waar en Andries Elskamp.
Schoolvrienden waren vooral Pieter Slump (met onafscheidelijke alpinopet op het hoofd), Fimme Bootsma en Willem v.d. Bles. Met Fimme heb ik jaarlijks nog contact tijdens het skûtsjesilen op de Lemmer; reünie onder de Hoek. Veel aan sport gedaan in die jaren: turnen bij NASB, en later bij DOS (gymleraar Gerben Bootsma).
Voetballen bij de VV. Lemmer: zwarte broek en groene trui !. Daarvoor veel gevoetbald met buurtclubjes: in het begin nog met een varkensblaas als voetbal. Voetbalschoenen waren in de laatste oorlogsjaren nauwelijks te krijgen.
Examenklas Openbare Mulo (Dok) 1947. Staand achter: Dir. de Boer, Pieter Slump en Harm de Boer. Achterste rij: Tinie de Boer, Lies de Vries, Willem v.d. Bles en Jan Beijering. Voorste rij (en): Trijnie v.d. Wolf, Grietje v.d. Meer, Roely Gebben, Hendrik Groen, Hielke v.d. Wal en Frits Muller.
Juniorenelftal VV. Lemmer 1947. Staand: 1 en 2 onbekend, Jan Beijering, Fimme Bootsma, Minkie Zeilstra, Gerard Sterk en Elftalleider Jappie. Voorste rij: ?, Willy v.d. Bles, ?, Pieter Slump en Willem v.d. Bles.
Buurt-voetbalelftal Langestreek 1945/46. Zittend: Jan Beijering, Pieter Slump, Jappie Aukema en Minkie Zeilstra. Staand: Boely Beijering, Pieter de Boer, Jaap Bruin, ? Vos, J. Leijenaar en Obbe v.d. Meer.
Daarnaast werd er 's winters natuurlijk - zo mogelijk - volop geschaatst: Zijlroede, Brekken en Sloten vooral; soms zelfs na schooltijd nog met een groepje naar Sloten heen en weer. Ook veel gezeild met de familie De Blaauw en Jongsma (Turfland). Ben ook nog een paar keer fokkenist geweest bij kapt. Grijpma (Jan Nieveen) en brug/sluismeester Kingma (16 m2).
Ook de vistocht met de LE-9 van Harriet Kingma (Jilling, Koosje en Lykle) zal ik nooit vergeten. De LE-9 was destijds veruit de snelste lemsteraak. De volle vissershaven van vroeger met aken, botters en schouwen zie ik nog zo voor me.
De zomervakanties werden vnl. in Drente bij Opa en Opoe Beijering in Rolde gehouden. Gereisd werd met de tram: via Joure, Heerenveen, Gorredijk, Appelscha en Smilde naar Assen. Later met de bus, maar ook een paar keer met Pa Beijering op de fiets (90 km).
Mijn ouders waren vooral bevriend met de families Hendrik en Bontje de Blaauw (Vissersburen) en Siene en Geffie de Vries. De Blaauw was armmeester bij de gem. Lemsterland: tegenwoordig is dat de directeur van S.Z. en Siene de Vries was voorman op de Houtmolen. Mijn vader was naast zijn werk heel actief in de politiek (S.D.A.P., Us Honk in het Achterom) en in de vakbeweging F.N.V. Op 78-jarige leeftijd was hij nog voorzitter van de ABVA/KABO.
De oorlogsjaren 1940 - 45 waren voor ons gezin vrij ingrijpend. Met collega Fokelinus v.d. Wal werd mijn vader via de belastinginspecteurs Olsman (Heerenveen) en Jan Evenhuis/Krijn v.d. Helm (Leeuwarden) bij het verzet betrokken.
F.v.d. Wal werd in febr. 1943 - na een handtekeningenactie tegen tewerkstelling in Duitsland - opgepakt en via Leeuwarden naar het Kamp Vught overgebracht, waar hij na een longontsteking (?) in april 1943 is overleden. Zijn weduwe bleef met 10 kinderen achter. In Friesland is toen een fonds opgericht voor verzetsfinanciering, wat later in het N.S.F. resulteerde.
Het NSF was tijdens de oorlog een bank voor het verzet. Het NSF verdeelde tegoeden tussen verzetsgroepen, zowel in de vorm van bijvoorbeeld bonkaarten als geld.
Bij ons thuis kwamen min of meer regelmatig verzetsmensen over de vloer, zoals: Roelof Knol (Wim Reinders, leider K.P), Luit Mulder (Louis), Philippus Spits, Harm Douma, Ynze de Jong en de koeriersters Willy v.d. Gaast en Lena Koopmans.
Mijn vader heeft zich met name bemoeid met het onderbrengen van joden en onderduikers (L.O), distributie van bonkaarten etc. en met de inzameling gelden voor het N.S.F. (verzetsfinanciering). Ook werd door hem in sept. 1944 een verzetsgroep (B.S) opgericht: leden waren o.a. Harm Douma, Max Koole, Klaas Zwarthoed, Jetse de Haan.
3-1-1945 was een zwarte dag voor de verzetsgroep Lemsterland: door verraad werden in Echtenerbrug Wim Reinders, Luit Mulder, Wiepke Hof e.a. door de S.D. opgepakt en naar het beruchte Crackstate in Heerenveen overgebracht. Na veel martelingen - Luit Mulder was reeds op 8-1-45 overleden - werd op 17-3-1945 bij Doniaga een groep verzetsmensen gefusilleerd.
Pa Beijering (hij had twee schuilnamen: Willem ten Berge en Roelof van Slageren) is toen ondergedoken bij Wiebren Kraak in Echtenerbrug. Wij als gezin zonder vader hebben toen een paar dagen doorgebracht bij familie De Blaauw op de Vissersburen en zijn daarna met een veewagen van Kuipers Oosterzee naar mijn grootouders in Rolde gebracht en daar zijn we tot de bevrijding gebleven.
Kort na de bevrijding gingen we dus terug naar de Langestreek in Lemmer. In ons huis heeft in die periode het gezin van collega/evacué v.d.Gaast uit Zierikzee (oud-Lemsters) gewoond. Van der Gaast is ook nog even door de S.D. opgepakt, maar al spoedig weer vrijgelaten toen ze in de gaten kregen, dat ze de verkeerde persoon te pakken hadden.
Van de voedselschaarste hebben wij - afgezien van de kwaliteit - niet zo heel veel last gehad. Dat was in de Randstad tijdens de laatste Hongerwinter wel heel wat anders: ik zie de voedseltransporten met de Jan Nieveen nog voor me: mensen op fietsen met cushionbanden Friesland in om voedsel te kopen/ruilen.
Pa Beijering kwam veel bij boeren over de vloer en kwam dus regelmatig met een pakketje thuis. Tevens hadden wij bij boer Aze de Vries in Eesterga een volkstuin en daar haalden wij tweemaal in de week melk.
Ook hadden wij in Rolde een oom met o.a. een graanmalerij: periodiek werd bij bakker Boonstra aan het Turfland een mud rogge bezorgd en daar kregen wij dan weer een hele tijd dagelijks een brood voor.
Ook het ontstaan van de N.O.P. tijdens de oorlogsjaren hebben we dus van nabij meegemaakt: de sluiting van het laatste dijkgat in 1942 voor Lemmer, maar ook na de drooglegging de zomerplaag van groene muggen en de razzia's op onderduikers in de laatste jaren.
Van de oorlogsjaren zijn mij daarnaast vooral bijgebleven de beschietingen door Engelse jagers van trams, maar met name op de woensdagmiddagen op de tramboten Friesland/Holland, het overvliegen van de grote formaties Engelse en Amerikaanse bommenwerpers (naar Wilhelmshafen, Bremen, Hamburg en Berlijn) en het afschieten in Sondel van de Duitse raketten V1 / V2.
In januari 1948 zijn we naar Delfzijl verhuisd i.v.m. een promotie van mijn vader. Hij is in 1966 met pensioen gegaan en is in jan. 1988 overleden (moeder B. in sept. 1986). Zij beiden hebben vaak gezegd, dat hun Lemster-jaren de mooiste tijd van hun leven is geweest.
Willem en Annie Beijering-Lammers.
Ook ik heb - in navolging van mijn vader - (na drie jaren op een accountantskantoor) - 40 jaren bij de Belastingdienst gewerkt: 9 jaren in Delfzijl, 3 jaren in Leeuwarden, 5 jaren in Dokkum en de laatste 23 jaren weer in Leeuwarden (vanaf 1969).
Per 1-1-1991 ben ik met de VUT/pensioen gegaan en daar geniet ik nog steeds met volle teugen van.
Jan Beijering.
Foto van het gezin Beijering: Achter: Sien Beijering-Keijzer en Jan Beijering. Vooraan: de kinderen Lianne, Henk en Willem Beijering. De foto werd gemaakt in 1982 tijdens het 25 jarig huwelijk.
Jan Beijering en Sien Beijering-Keijzer.
Willem Beijering.
Reactie plaatsen
Reacties
Annechien Beijering-Lammers was een oudere zus van mijn opa Albert uit Rhee. Ook ik ben geboren op de Piccardthoeve in 1963. Graag kontakt opnemen voor familiegeschiedenis/genealogie.
Leeuwarden, 14 januari 2021
Geachte heer,
Bij het Fries Verzetsmuseum is een verhaal binnengekomen waarin de familie Beijering een rol speelt.
Omdat wij enkele passages willen verifiëren verzoeken wij u contact met ons op te nemen.
Uw reactie wordt zeer op prijs gesteld.
Vriendelijke groeten,
Douwe S. Drijver.
Hallo Jan,tijdens mijn zoektoch naar mn opa s oorlogs verleden(
,kom ik in de rapporten /politie
jouw vaders naam tegen in de archieven.Hij heeft mijn opa voorzien van illegale noodkaarten.Zijn naamwasDirk(Dick)Tel.Komt t je mogelijk bekend voor? mvg Corrie Boes
Prachtig mooi . Wat fijn dat jullie Lemmer tijd erg fijn is geweest. mooi verhaal en foto's.