Voer voor genealogen 1
Van de eerste inwoners van De Lemmer weten we zo goed als niets. Wel weten we dat het dorp vele eeuwen lang klein is geweest met weinig inwoners. Dat was het. In de gemeente Lemsterland woonden in 1714, 1104 personen, ik schat het inwonertal van De Lemmer in dat jaar op een aantal tussen de achthonderd en negenhonderd. De bewoning vond aanvankelijk vooral plaats in de buurt van de Lemster sluis, langs beide oevers van de Zijlroede, langs de Rien, langs de toenmalige zeehaven (nu binnenhaven) en langs de Schans. Daarbuiten kwam sporadisch bewoning voor; straten als de Nieuwe Dijk en Nieuwburen (de namen zeggen het al) bestonden nog niet.
In de loop der jaren nam de bevolking langzaam toe en tegen het eind van de 18de eeuw woonden er in Lemsterland ongeveer vierentwintighonderd mensen, waarvan in De Lemmer ongeveer achttienhonderd. Deze toename was niet allen het gevolg van de gestegen geboorteoverschotten, maar ook van het feit, dat er vele honderden veenarbeiders uit Overijssel naar Lemsterland trokken en wel vooral naar het gebied bij het Tjeukemeer.
De grootste bevolkingstoename in De Lemmer vond echter plaats vanaf ongeveer 1880, toen werkloos geworden veen- en landbouwarbeiders naar het drop trokken om daar een – nieuwe – boterham te verdienen, onder meer in de Zuiderzeevisserij. Over deze migratie is vel bekend en we weten bijna precies wie in die jaren van buiten naar De Lemmer zijn getrokken.
Maar wie waren de oorspronkelijke inwoners van De Lemmer?
Vroeger bleven de Nederlanders veelal in het dorp of de stad wonen, waar ze geboren waren. Ze hadden daar hun werk, trouwden met een plaatsgenoot, kregen er kinderen, die vervolgens meestal in dezelfde plaats of hoogstens in een naburige plaats gingen wonen. Zo ging het eeuwen door. Zelden verhuisde men naar een plaats elders in het land. Het is dan ook wel zeker, dat de kern van de Lemsters altijd heeft bestaan uit dezelfde families, langzamerhand aangevuld met mensen van buiten. Het is moeilijk na te gaan wie die kernfamilies waren.
Maar gelukkig zijn er twee jaren geweest, waarin de toenmalige Lemster bevolking werd geregistreerd: 1749 en 1811. Hierdoor weten we vrij nauwkeurig, hoeveel mensen er toen in De Lemmer woonden en vooral wie dat waren. En dat is interessant voor de Lemsters, die naar de wortels van familie zoeken.
Om te beginnen 1749. Na een golf van onlusten in de Republiek der Zeven Vereenigde Nederlanden die gericht waren tegen de verpachting van belastingen werd ook in Friesland de belastingheffing aangepast. Zo werd o.a. de quotisatie, een belasting naar draagkracht, ingevoerd. Om dat mogelijk te maken werden in 1749 in elke stad en elke grietenij overzichten gemaakt van alle gezinnen: namen, beroepen, aantal gezinsleden en belastingaanslagen. Hieronder is te vinden
- a. de naam (voornaam en vadersnaam);
- b. beroep (of andere hoedanigheid) en
- c. gezinssamenstelling.
De bevolkingssamenstelling van De Lemmer in 1749
1. De weduwe van Aldolphus Alsem, secretaris, 5 gezinsleden.
2. Regnerus van Andringa, `old grietman`, 4 gezinsleden
3. P. Jongh, secretaris, “gaat naar Oost-Indië”, 7 gezinsleden
4. Regnerus Lycklama à Nijeholt, grietman, 6 gezinsleden
5. Weduwe Sleeswijk, “leeft van haar eygen, maer onderteert”
6. Weduwe Witteveen, enig gezinslid. Sinds 1745 weduwe.
7. Aaltje Couperus, “kan bestaen”, enig gezinslid
8. Aaltje Jans, arbeidster, enig gezinslid
9. Attje Hotses, weduwe, “door haar kinders ondersteunt”
10. Abraham Jelgers, biesjager, geb. 1699, zoon van Jelger Wybrens; 2 gezinsleden
11. Age Doedis, weduwe, erven, Sneek, wonen in De Lemmer, enig gezinslid
12. Age Jans, koopman, vier gezinsleden
13. Age Wouters, timmerknecht, 4 gezinsleden
14. Ayse Rinses, “adsistent”, twee gezinsleden
15. Albert Hannes, matroos, 3 gezinsleden
16. Albert Pieters, molenaar, 2 gezinsleden
17. Albert Pieters, matroos, enig gezinslid
18. Albert Simkes, timmerman, 3 gezinsleden
19. Alth Johannes, sjouwer, 5 gezinsleden
20. Andries Lange, schoenmaker, 4 gezinsleden
21. Andries Jans, matroos, 4 gezinsleden
22. Anne Leffring, “gewesen cherger”, 7 gezinsleden
23. Anne Annes, matroos, enig gezinslid
24. Anne Edes, grofsmid, 4 gezinsleden
25. Anne Hielkes, arbeider, 2 gezinsleden
26. Anne Jakobs, zaagmolenaarsknecht, 5 gezinsleden
27. Anne Pieters, schipper, 3 gezinsleden
28. Anne Rienks, zeilmakersknecht, 3 gezinsleden
29. Anne Sanders, schipper/Oostzeevaarder. Trouwde 1718 Pierkje Hielkes, 2 gezinsleden
30. Anske Heeres, wagenmaker, 4 gezinsleden
31. Anske Teunis, geb. 1715. “Koffeschipper”/Oostzeevaarder. Trouwde circa 1744 Reikje Jans en daar 1754 Franske Annes; 3 gezinsleden
32. Antje Andries, naaister, enig gezinslid
33. Antje Foekes, winkelierse, enig gezinslid
34. Antje Oebles, weduwe; wasvrouw, enig gezinslid
35. Arend Jans, lijnslagersmeesterknecht, enig gezinslid
36. Aene Nannes, koopman, 4 gezinsleden
37. Arrien Folkerts, “setmeyer van Andringa”, 6 gezinsleden
38. Ate Heerkes, timmerknecht, 5 gezinsleden
39. Atze Heerkes, schipper, 4 gezinsleden
40. Augustijn Folkerts, sjouwer, 6 gezinsleden
41. Barre Cornelis, zeilmaker, 5 gezinsleden
42. Bauke Harmens, smakschipper/Oostzeevaarder, 3 gezinsleden
43. Bauke Poppes, koopman, tr. 1741 Hinke Ypes, 3 gezinsleden
44. Benjamin Oldendorp, schipper, 3 gezinsleden
45. Berend Ubes, schipper, 3 gezinsleden
46. Beeuw (Bieuwke) Martens, “oude vrouw; wint de kost”, 3 gezinsleden
47. Bontje Cornelis, “wasmeyd”, enig gezinslid
48. Botte Hielkes, zeilmaker, 9 gezinsleden
49. Bouwe Douwes, arbeider, 2 gezinsleden
50. Christiaan Cristoffels, grofsmid, 4 gezinsleden
51. Durk Jans, meestertimmerman, 6 gezinsleden
52. Durk Pieters, koopman, 5 gezinsleden
53. Durk Pieters, arbeider, enig gezinslid
54. Durk Tiemens, scheepstimmermansknecht, 4 gezinsleden
55. Doede Atsma, `afgedankte chercher`. In 1811 werd Atsma als familienaam aangenomen. 6 gezinsleden. (chercher of cherger is belastingcommies)
56. Doeke Hendriks, scheepstimmerknecht, enig gezinslid
57. Douwe Anskes, mastmakersknecht, enig gezinslid
58. Douwe Aukes, arbeider, 2 gezinsleden
59. Douwe Jelgers, weduwe van ,`kan de kost naulyx winnen`, 2 gezinsleden
60. Douwe Oeges, matroos, 3 gezinsleden
61. Egbert Hilles, “schuiteboer”, 2 gezinsleden
62. Ele Tjeerds, “een arm gezel”, 4 gezinsleden
63. Engele Haitses, matroos, 3 gezinsleden
64. Engele Jans, schippersknecht, 5 gezinsleden
65. Evert Rienks, sjouwer, 2 gezinsleden
66. Fedde Siebrens, scheepstimmerman, 4 gezinsleden
67. Feyte Tjerks, arbeider, 4 gezinsleden
68. Fekke Harmens, “setschipper”, 4 gezinsleden
69. Fettje Gosses, arbeider, 2 gezinsleden
70. Fokke Bartels, “zetschipper”, 6 gezinsleden (zet- of setschipper vaart voor rekening van de eigenaar van het schip)
71. Fokke Jans, huistimmerbaas, 2 gezinsleden
72. Fokke Lases, sjouwer, enig gezinslid
73. Folkert Verbeek, weduwe van, “arme oude swakke vrou”, 2 gezinsleden
74. Fouke Wybes, weduwe van, “arme weduwe”, 4 gezinsleden
75. Freerk Harmens, pottenbakker, 4 gezinsleden
76. Geeltje Feytes, naaister, enig gezinslid
77. Geert Hommes, matroos, enig gezinslid
78. Geert Jans, weduwe van, “arme vrouw”, 4 gezinsleden
79. Geert Waltes, arbeider, 2 gezinsleden
80. Geeske Johannes, “dienstmaegd en arme weduwe”, enig gezinslid
81. Geeuke Doedes, winkelier, twee gezinsleden
82. Gerben Hanses, varensgezel, 4 gezinsleden
83. Gerben Piers, matroos, enig gezinslid
84. Gerrit Velde, bakker, 6 gezinsleden
85. Gerrit Hendriks, arbeider, 2 gezinsleden
86. Gerrit Hilbrants, arbeider, enig gezinslid
87. Gerrit Joghums, matroos, 2 gezinsleden
88. Gosse Eeuwes, “coffeschipper”/Oostzeevaarder. Trouwde ca. 1743 Antje Jans. 4 gezinsleden
89. Gosse Lammerts, herbergier, 5 gezinsleden
90. Grietje Diemers, linnennaaister, enig gezinslid
91. Griet Elings, “oude arme vrouw”, enig gezinslid
92. Griet Pieters, “arme dienstmeyd”, enig gezinslid
93. Haitse Meints, schipper, overleed 1757, trouwde ca. 1732 Jetske Engels; 3 gezinsleden
94. Haitse Pieters, weduwe (Corneliske Hanses; in 1715 getrouwd) van Haitse ; “arme oude vrouw”, 2 gezinsleden
95. Hans Jacobs, `arm heel oud man`. Trouwde 1704 met Aaltje Gerbens. Enig gezinslid
96. Hans Piers , smakschipper/Oostzeevaarder. Tr. ca 1745 Sietske Jans.6 gezinsleden
97. Hans Pieters, matroos; geb. 1731 als zoon van Pieter Haitses; tr. ca. 1748 Sietske Melles, 2 gezinsleden
98. Hantje Hettes, veermansknecht, 4 gezinsleden
99. Harmanus Ferwerda, “oude” arbeider. Overleden 1751. Enig gezinslid
100. Harmen Phocilides, predikant. Trouwde ca. 1717; 3 gezinsleden
101. Harmen Jans, “ossekoper”; tr. ca. 1740 Geeske Jakobs; 6 gezinsleden
102. Hein Jans, brouwersknecht; trouwde ca. 1748 Grietje Meinerts; 3 gezinsleden
103. Helmich Tjebbes, “oude” sjouwer; tr. ca. 1716 Janke Hendriks en 1722 Geiske Jans; 2 gezinsleden
104. Hendrik, smidsknecht, 3 gezinsleden
105. Hendrik Durks, arbeider, 4 gezinsleden
106. Hendrik Jans, schipper, 5 gezinsleden
107. Hendrik Jans, wever, 4 gezinsleden
108. Hendrik Jurjens, smidsknecht; zou in 1752 Geertje Folkerts trouwen; enig gezinslid
109. Hendrik Stoffels, varensgezel; tr. ca. 1745 Janke Arjens en zou in 1760 trouwen met Trijntje Sibbeles; 7 gezinsleden
110. Heere Hinnes, schipper/Oostzeevaarder. Kwam uit IJlst, maar trouwde 1734 in Lemmer met Lokje Jans; 3 gezinsleden
111. Heere Ydes, “oude schuitevaerder”, 2 gezinsleden
112. Hessel Helperts, arbeider, 6 gezinsleden
113. Hessel Clazes, boerenarbeider, 3 gezinsleden
114. Hette Pieters, schipper/Oostzeevaarder. Tr. ca. 1746 Hendrikje Sipkes; 4 gezinsleden
115. Hielke Aukes, sjouwer. Tr. Janke Roelofs; 3 gezinsleden
116. Hielke Feytes, schipper/Oostzeevaarder; 3 gezinsleden
117. Hielke Simmes, arbeider, 3 gezinsleden
118. Hielke Siebes, “arme” weduwe van Hielke; enig gezinslid
119. Hinke Siebolts, “oude weduwe, 2 gezinsleden”
120. Hotse Freerks, overl., 1725, weduwe van Hotse was Grietje Jans, een “zobere vrouw”, enig gezinslid
121. Ienze Pieters, arbeider, enig gezinslid
122. Iepe Hendriks, schipper, ging in 1753 trouwen met Blijke Klases; acht gezinsleden
123. Iepe Jans, “welgesteld burger”, trouwde in 11718 met Geeske Jans (overl. in 1733) 3 gezinsleden. Iepe zou in 1757 overlijden.
124. Iepke Ales, matroos, enig gezinslid
125. Iepkjen Klazes, “arme” vrijgezel, enig gezinslid
126. Iesbrant Beerents, matroos, enig gezinslid
127. Ieske Folkerts, “gewesene cherger”, 5 gezinsleden (cherger=belastingcommies)
128. Jacob Annes, weduwe van Jacob, “vrouw die zonder ondersteuning niet kan bestaen”, 2 gezinsleden
129. Jacob Engels, schipper/Oostzeevaarder (“schuiteschipper”). Tr. ca. 1722 Aukje Siebrens; 6 gezinsleden. Jakob werd in 1696 geboren als zoon van de schipper Engel Jakobs en Femke Brands, die in 1692 waren getrouwd.
130. Jacob Fokkes, varensgezel, tr. 1737 Baukje Siebrens; 5 gezinsleden
131. Jakob Gosses. Smidsknecht, geb. 1674 als zoon van Gosse Ates; 2 gezinsleden
132. Jakob Greults, arbeider, tr. ca. 1740 Aatje Siebes; 4 gezinsleden
133. Jakob Hommes en Hiltje Hommes, “broeder en suster onder curatele”, 2 gezinsleden
134. Jakob Jans, timmerknecht, tr. ca. 1740 Antje Lieuwes; 4 gezinsleden
135. Jakob Johannes, “ballaster” (iemand die uitgaande schepen ballast verkoopt), 4 gezinsleden
136. Jakob Johannes Smid, grofsmid, 2 gezinsleden
137. Jakob Lammerts, schipper, 6 gezinsleden
138. Jakob Martens, stoker, tr. ca. 1740 Hiltje Wiebes; 4 gezinsleden
139. Jakob Oenes, scheepstimmerknecht, tr. ca. 1738 Jetske Teedes; 4 gezinsleden
140. Jakob Piers, “ossekoper”, enig gezinslid
141. Jakob Willems, schoenmaker, 2 gezinsleden
142. Jakobjen Annes, “kan redelijk de kost verdienen”, enig gezinslid
143. Jolk (Jalkje) Gerbens, geb. 1697 als dochter van Gerben Joostes, was getrouwd in 1716 met Harmen Gooitsens; nu “arme” weduwe, enig gezinslid
144. Jan Bakker, molenaarsknecht, 4 gezinsleden
145. Jan Borneman, “chirurgijn”, 3 gezinsleden
146. Jan Jansen Schroor, Setschipper (schipper die vaart voor rekening van de eigenaar van het schip), trouwde 1729 Auke Gerbens; 7 gezinsleden
147. Jan Douwes, schoenmaker, 2 gezinsleden
148. Jan Innes (Ennes), geb. 1685 als zoon van Enne Sipkes, tr. Aukje Kornelis; nu “oude gewesen boer”, 5 gezinsleden
149. Jan Everts, “zober oud man”, geb. 1672 als zoon van Evert Nolles; tr. 1711 Grietje Gosses, enig gezinslid
150. Jan Fongers, molenaarsknecht, 4 gezinsleden
151. Jan Gerbens, schipper, 2 gezinsleden
152. Jan Haitses, schoenmaker, 3 gezinsleden
153. Jan Heddes, scheepstimmerknecht, enig gezinslid
154. Jan Jakobs, matroos, 4 gezinsleden
155. Jan Jans, smidsknecht, enig gezinslid
156. Jan Jansen, weduwe van Jan, “sobere vrouw”, 2 gezinsleden
157. Jan Jansen Post, scheepstimmerknecht (?), 5 gezinsleden
158. Jan Jelkes, grofsmid, 4 gezinsleden
159. Jan Joukes, “arm old man”, enig gezinslid
160. Jan Lases, schoenmaker, 6 gezinsleden
161. Jan Leenderts, matroos, 3 gezinsleden
162. Jan Luitsens, scheepstimmerknecht, enig gezinslid
163. Jan Luitsens, hovenier, 3 gezinsleden
164. Jan Pieters, scheepstimmerknecht, 4 gezinsleden
165. Jan Siebes, timmerknecht, 3 gezinsleden
166. Jan Stevens, mastenmakersknecht, enig gezinslid
167. Jan Tjalings, “bootjemaker”, (scheepsbouwer?), 3 gezinsleden
168. Jan Willems, sjouwer, 4 gezinsleden
169. Janke Lenses, vrouw van Gerrit Joekes, arbeidster, 2 gezinsleden
170. Jeep Johannes, scheepstimmerknecht, 3 gezinsleden
171. Jeltje Johannes, arbeidster, 2 gezinsleden
172. Jeltje Luitjens, weduwe, “waschter”, enig gezinslid
173. Jentje Pieters, smakschipper. Tr. ca. 1748 Meinou Hartmans, 3 gezinsleden
174. Jetske Pieters, winkelierse, 3 gezinsleden
175. Joeke Annes, sjouwer, enig gezinslid
176. Johannes Prillevitz, weduwe van Johannes; “wel in staat”, 4 gezinsleden
177. Johannes Wagter, schoolmeester, 3 gezinsleden
178. Johannes Binderts, scheepstimmerknecht, 3 gezinsleden
179. Johannes Diemers, “gewesene chercher” (belastingcommies), 3 gezinsleden
180. Johannes Gerkes, weduwe van Johannes; “weduwe die van haar revenues bestaet”, enig gezinslid
181. Johannes Harmens, schipper, 5 gezinsleden
182. Johannes Hebbes, kuiper, 8 gezinsleden
183. Johannes Jans, “oude” arbeider, 2 gezinsleden
184. Johannes Jelgers, schipper, 9 gezinsleden
185. Johannes Lourens, arbeider, 4 gezinsleden
186. Johannes Martens, timmerknecht, 3 gezinsleden
187. Johannes Michiels, “leerloyerknegt”, 4 gezinsleden
188. Johannes Sjoerd, koffeschipper. Tr. ca. 1731 met Piekje Sijes. 4 gezinsleden
189. Johannes Wiebrens, weduwe van Johannes; “arme oude vrouw”; enig gezinslid
190. Johannes Willems, arbeider, enig gezinslid
191. Joost Oldendorp, “adsistent”, 7 gezinsleden
192. Joost Hielkes, mastenmakersknecht, 2 gezinsleden
193. Jouke Reyns, varensgezel, 2 gezinsleden
194. Jouwert Siebrens, koopman en lijnslager, 7 gezinsleden
195. Carste Jans, weduwe van Carste; “arm wyff”, enig gezinslid
196. Klaas Wemen, slager, enig gezinslid
197. Klaas Alberts, setschipper (schipper die op schip van eigenaar vaart), 3 gezinsleden
198. Klaas Deddes, setschipper, 3 gezinsleden
199. Klaas Feddes, scheepstimmerknecht, 2 gezinsleden
200. Klaas Freerks, “koffevaerder”, 4 gezinsleden
201. Klaas Ientes, veermansknecht, 5 gezinsleden
202. Klaas Piers, matroos, 2 gezinsleden
203. Klaas Roelofs, bakker, 3 gezinsleden
204. Klaas Ulbes, schipper/Oostzeevaarder. Tr. 1751 Fokje Gosses, 2 gezinsleden
205. Coenraat Harmens, matroos, 3 gezinsleden
206. Coert Rienks, “burgerman”, 2 gezinsleden
207. Cornelis Witteveen, brouwer, 5 gezinsleden
208. Cornelis Bonnes, zeilmakersknecht, enig gezinslid
209. Cornelis Joekes, grofsmid, 3 gezinsleden
210. Cornelis Martens, koffeschipper/Oostzeevaarder. Tr. 1738 Jeltje Fokkes, 5 gezinsleden
211. Cornelis Metskes, kuipersknecht, enig gezinslid
212. Corneliske Verbeek, “oude arme weduwe”, 2 gezinsleden
213. Lammert Gosses, schipper/Oostzeevaarder. Trouwde 4 keer: 1745 Grietje Everts; 1751 Pietje Hendriks; 1760 Pietje Mases en 1763 Hendrikje Hommes. 2 gezinsleden
214. Lammert Jans, smidsknecht, enig gezinslid
215. Liepkje Annes, “wollenaayster”, enig gezinslid
216. Lieuwe Baukes, scheepstimmerman, 6 gezinsleden
217. Lieuwe Baukes, “ballaster”( iemand die ballast verkoopt aan uitgaande schepen); 2 gezinsleden
218. Lieuwe Sietses, schipper/Oostzeevaarder. Tr. ca. 1739 Wietske Sjoerds, 2 gezinsleden
219. Lourens Synes Hottinga, smakschipper/Oostzeevaarder. Geb. Mildam ca 1695/1700; zoon van Syne Lieuwes. Ging later naar De Lemmer. Tr. ca 1725 Janke (Jantje)Jans; 7 gezinsleden
220. Lourens Jacobs, timmerknecht, 4 gezinsleden
221. Lubbert Jans, timmerman, 8 gezinsleden
222. Ludser Tammes, scheepstimmerknecht, 7 gezinsleden
223. Maaike Iebes, enig gezinslid (woont bij Arrien Folkerts onder de Lemmer)
224. Marten Brands, “wagenaer”, 4 gezinsleden
225. Marten Heins, schipper/Oostzeevaarder. Tr. 1742 Hendrikje Jurjens; 4 gezinsleden
226. Marten Jans, scheepstimmerknecht, 5 gezinsleden
227. Marten Jans, matroos, 2 gezinsleden
228. Marten Rinses, matroos, 3 gezinsleden
229. Marten Tjeerds, arbeider, 4 gezinsleden
230. Meine Alles, sjouwer, 5 gezinsleden
231. Meine Annes, `wint de kost`, 3 gezinsleden
232. Meine Barteles, boer, 2 gezinsleden
233. Melle Iebeles, smidsknecht, enig gezinslid
234. Melle Klaases Haen, `contrarolleur ter Adm.`, 6 gezinsleden
235. Michiel Oldendorp, ontvanger, 3 gezinsleden
236. Minke Roelofs, “arme meyd”, enig gezinslid
237. Mense (Minse, Minze) Hnedriksz, schoenmaker, tr. 1752 Grietje Fransdr. Foiseau. Nam in 1811 achternaam “De Vries” aan. In 1749 enig gezinslid.
238. Minse Oiers, arbeider, 4 gezinsleden
239. Murk Jeltes, varensgezel, 3 gezinsleden
240. Nanne Arends, “old bijsitter” (lid van het grietenijgerecht), 3 gezinsleden
241. Nolke Oenes, matroos, 6 gezinsleden
242. Obbe Sipkes, schipper/Oostzeevaarder. Tr. 1728 Jeltje Sietses, 2 gezinsleden
243. Oege Jans, schipper, 2 gezinsleden
244. Oege Jans, schippersknecht, 2 gezinsleden
245. Paulus Hendriks, matroos, 2 gezinsleden
246. Paulus Uilkes Schuyl, bakker, 5 gezinsleden
247. Piebe Jentjes, “kan de kost niet winnen”, 6 gezinsleden
248. Piekje Hendriks, “linnennaeyster” enig gezinslid
249. Pier Jans, weduwe van Pier; “redelijk in staat”, 2 gezinsleden
250. Pier Sietses, matroos, 6 gezinsleden
251. Pieter Ankringa, beroep onbekend, enig gezinslid
252. Pieter Alberts, schippersknecht, 2 gezinsleden
253. Pieter Baukes, boer, 8 gezinsleden
254. Pieter Haitses, schoenmaker, 3 gezinsleden
255. Pieter Hielkes, turfdrager, 5 gezinsleden
256. Pieter Johannes, smidsknecht, enig gezinslid
257. Pieter Martens, matroos, 4 gezinsleden
258. Pieter Meines, keuterboer, 2 gezinsleden
259. Pieter Piers, weduwe van Pieter; “arme weduwe”, 5 gezinsleden
260. Pieter Pieters, timmerman, 4 gezinsleden
261. Pieter Siebouts, weduwe van Pieter, “arme oude vrouw”, 2 gezinsleden
262. Pieter Siemens, timmerknecht, enig gezinslid
263. Pieter Tammes, schippersknecht, 3 gezinsleden
264. Reinder Jakobs, arbeider. 2 gezinsleden
265. Rimmer Jans Falkema, executeur. 7 gezinsleden
266. Repke Johannes, varensgezel, 4 gezinsleden
267. Rienk Harmens, “wagenaer”, 7 gezinsleden
268. Rienk Joostes, “coffeschipper”, 4 gezinsleden
269. Rienk Remmerts, schipper, 7 gezinsleden
270. Rienk Siemens, timmerman, 4 gezinsleden
271. Rinske Meines, matroos, 2 gezinsleden
272. Rinske Rijkholts, “sobere weduwe”, enig gezinslid
273. Rintje Jans, timmerknecht, 4 gezinsleden
274. Romke Fokkes, arbeider, 3 gezinsleden
275. Ruurd Willems, pottenbakkersknecht, enig gezinslid
276. Sander Klaases, setschipper, 5 gezinsleden
277. Sanne Sjoukes, “zeer oud man”, 3 gezinsleden
278. Sibbele Cornelis, “oude arme man”, 2 gezinsleden
279. Sibbele Rienks, schoenmaker, enig gezinslid
280. Siebe Baukes, scheepstimmerknecht, 3 gezinsleden
281. Siebe Jans, mastenmaker, 2 gezinsleden
282. Siebout Greults (Greelts), kuiper, 3 gezinsleden
283. Siebout Pieters, schipper/Oostzeevaarder. Nam in 1811 achternaam De Boer aan. 4 gezinsleden
284. Siebout Pieters, schipper, 5 gezinsleden
285. Siebout Wouters, schoenmaker, 2 gezinsleden
286. Siebren Jonkman, “coffeschipper”, 2 gezinsleden
287. Siebren Abes, “boottjemaker”, 5 gezinsleden
288. Siebren Jans, arbeider, 2 gezinsleden
289. Sieger Sietses, scheepstimmerknecht, 3 gezinsleden
290. Siemen Jans, “arm man”, 6 gezinsleden
291. Siemen Jennes, scheepstimmerman, 4 gezinsleden
292. Siemen Sjoerds, weduwe van Siemen, boerin, 3 gezinsleden
293. Sietske Gosses, weduwe “wint de kost”, enig gezinslid
294. Sikke Sleeswijk, schipper/Oostzeevaarder. Tr. 1733 Korneliske Kornelis. 6 gezinsleden
295. Sikke Ages, weduwe van Sikke, winkellierse, enig gezinslid
296. Sipke Sluis, arbeider, 4 gezinsleden
297. Sipke Innes, “arm man”; “door zijn kinders onderhouden”, enig gezinslid
298. Sipke Hanses, schoenmaker, 5 gezinsleden
299. Sipke Siemens, schoenmakersknecht, enig gezinslid
300. Sjoerd Annes, “arm old man”, 3 gezinsleden
301. Sjouk Harmens, “oude weduwe”, enig gezinslid
302. Swaantje Jans, “wolle nayster”, enig gezinslid
303. Teede Ates, uurwerkmaker, 4 gezinsleden
304. Teunis Anskes, arbeider, 2 gezinsleden
305. Teunis Pieters, arbeider en sjouwer, 5 gezinsleden
306. Thomas Bijlsma, herbergier (Wildeman?), 8 gezinsleden
307. Tiemen Folkerts, varensgezel, 2 gezinsleden
308. Tiemen Cornelis, schippersknecht, 3 gezinsleden
309. Tys (Ties) Harmens, scheepstimmerknecht, 4 gezinsleden
310. Ties Jentjes, bijzitter, koopman en leerlooier, 6 gezinsleden
311. Tietje Asses, linnennaaister, enig gezinslid
312. Tjeerd Jans, matroos, 2 gezinsleden
313. Tjeerd Tietes, “oud man”, 2 gezinsleden
314. Tjepke Thomas, matroos, 4 gezinsleden
315. Tjerk Thomas, koffeschipper/Oostzeevaarder. Kwam uit Heerenveen, maar trouwde 1748 Klaaske Jakles in De Lemmer, 2 gezinsleden
316. Tjitske Johannes, “arme oude meyd”, enig gezinslid
317. Trientje Bartles, “arme weduwe”, 2 gezzinsleden
318. Trientje Willems, “arme weduwe”, 2 gezinsleden
319. Uilke Jetses, praamvoerder, 2 gezinsleden
320. Uilke Sieniers, veerschipper, 6 gezinsleden
321. Ulbe Annes, kofschipper/Oostzeevaarder, 5 gezinsleden
322. Wale Holles, schipper/Oostzeevaarder. Kwam uit Woudsend maar touwde 1732 Aafke Sikkes in De Lemmer, 3 gezinsleden
323. Watse Pieters, arbeider, 6 gezinsleden
324. Wiebe Adams, mastenmakersknecht, 3 gezinsleden
325. Wiede Deddes, schipper, 6 gezinsleden
326. Wiebe Pieters, sjouwer, enig gezinslid
327. Wiebe Wiebes, huistimmerknecht, 3 gezinsleden
328. Wiebe Wouters, “zober vrijgezel”, enig gezinslid
329. Wiebren Jans, Ossekoper, 6 gezinsleden
330. Wiebren Sjoerds, schipper/Oostzeevaarder. Hij overleed in 1806. In 1749 4 gezinsleden
331. Wiebren Wouters, timmerman, 3 gezinsleden
332. Wieger Ludsers, wagenmaker, 2 gezinsleden
333. Wiepkje Ruurds, matroos, 6 gezinsleden
334. Wierd Hilles, matroos, 2 gezinsleden
335. Wietse Johannes, schoenmaker, 3 gezinsleden
336. Willem Knijf, weduwe van Willem, winkelierse, 5 gezinsleden
337. Willem Muurling, weduwe van Willem, “bezwaart met een zwaer huisgesin, door vrienden ondersteunt”, 5 gezinsleden
338. Willem Annes, bakker, 9 gezinsleden
339. Willem Jetses, matroos, 5 gezinsleden
340. Willem Linses, sjouwer, 6 gezinsleden
341. Willem Lucas, koffeschipper/Oostzeevaarder. Tr. ca. 1742 Geertje Pieters; 5 gezinsleden
342. Willem Piers, scheepstimmerknecht, 3 gezinsleden
343. Wobbe Jans, kuipersknecht, enig gezinslid
344. Wouter Klaases, boer, 5 gezinsleden
Reactie plaatsen
Reacties
Super tof. Ben er net achter dat nummer 66 uit de lijst familie is. Mocht iemand nog leuke info of weetjes hebben met betrekking tot Sybrens en vooral de daaruit voortkomende Spaan familie hoor ik het graag. Met vriendelijke groet Olga
Beste Jaap van der Zwaag,
Heel interessant, dank voor plaatsen van deze info / lijst.
Ik denk dat nr. 111 één van mijn voorouders is, Heere Ydes. Als dit klopt, is mijn info dat hij is geboren 1685, had hij een relatie met Grietje Jans, en hadden zij samen in 1714 dochter Yntje Ydes.
Erg leuk om hem in deze lijst aan te treffen!
Vriendelijke groet,
Boukje Tijhuis