School Lemmer |1|
De scholen en schoolmeesters van Lemmer in de loop der tijden.
Onderwijs en schoolmeesters te Lemmer.
- In 1630 was ene mr. Reincke Annes, hier ouderling; het is niet zeker of hij ook schoolmeester was. In 1639 was hij hier nog.
- In 1641 werd mr. Luytien Zijtties, hier schoolmeester. Hij kwam van Idskenhuizen, samen met zijn huisvrouw Trijn.
- In juli 1646 was Johannes Thijssen, schoolmeester in Lemmer; hij was van Eesterga gekomen. Hij is overleden op 7 jan. 1649.
- In febr. 1649 is sprake van Jantien, de schoolmeesters weduwe. Ook op 1 febr. 1676 was zij hier nog: "schoolmeisters Jantien te Lemmer".
- In 1649 kwam mr. Paulus Jochums, als schoolmeester. Hij trouwde op 17 juni 1649 te Oosterzee met Beero Goyckensdr. Hij kwam van Oldelamer; was hier in 1652 nog en vertrok in 1664 naar Berlikum.
- In maart 1664 kwam mr. Petrus Abrahams Stelma. Hij trouwde op 13 nov. 1664 te Tzum met Hijltie Petrus Bechius van Tzum. Ze vertrokken omstreeks 15 juni 1666 met attestatie naar Ferwerd.
- Hij werd nog vóór febr. 1667 opgevolgd door mr. Claes Jacobs, schooldienaar. Hij was op 2 april 1671 te Eesterga getrouwd met Susanna Geestdorps, weduwe van Harlingen. Zij is overleden op 7 maart 1672. Op 24 nov. 1673 hertrouwde hij te Arum met Grietje Feddes van Arum. Ze zijn op 7 okt. 1679 naar Deventer vertrokken.
- Op 5 april 1676 was Feije Dirks "schoolmeyster" te Lemmer.
- Op 2 nov. 1679 kwam mr. Samuel Jemaar, schoolmeester, van Zuidveen onder Steenwijk. Zijn vrouw heette Aaltje Lamberts. Zij vertrokken reeds in 1680 naar Oldemarkt.
- Op 30 jan. 1681 kwamen mr. Jan Pieters, schoolmeester en Janke Stellings, zijn huisvrouw, met attestatie van Oudeschoot. In 1691 waren ze hier nog, doch zij zijn vòòr 1695 vertrokken, mogelijk naar IJlst.
- Op 7 sept. 1693 was Johannes Hajenius, taalmeester op de Lemmer.
- In juli 1695 was hier mr. Anthonij Kalsbeek, eerder schooldienaar te Eesterga. Hij was omstreeks 1674 geboren. Hij trouwde op 12 aug. 1694 met Grietje Meines, van de Kuinre en was toen nog schoolmeester te Eesterga. Mogelijk is hij hetzelfde jaar nog verhuisd naar Lemmer, waar op 28 juli 1695 een kind van hen werd gedoopt. Op 4 aug. 1695 werd hij hier op belijdenis van het geloof tot lidmaat aangenomen. Zijn vrouw deed op 26 jan. 1696 belijdenis. Ze waren hier in 1703 nog. Evenzo op 10 juni 1709: "mr. Anthonie Calsbeeck schooldienaer, Lemmer olt 36 jaar" was getuige in een proces. In juli 1709 was zijn vrouw Grijttie Meinesz, 38 jaar oud. Hij was hier in juni 1715 nog als schoolmeester.
- Op 23 juni 1724 was Johannes Calsbeek, schoolmeester te Lemmer, 21 jaar oud.
- In dec. 1736 was mr. Johannes Wagter, hier als schoolmeester; in 1749 was hij hier nog.
- In mei 1751 werd Jan Phocilides, schoolmeester te Lemmer; hij was blijkbaar een zoon van de predikant alhier. Hij is hier getrouwd op 24 nov. 1754 met Pijttie Hogenbrug, van Sneek. Hij was in mei 1772 nog in functie.
- Zijn opvolger was Rijk van den Berg, die hier op 14 dec. 1777 trouwde met Hendrikje Hommes, “beide van Lemmer”. In maart 1780 vroeg hij in de Leeuwarder Courant een ondermeester, ook bekwaam in de kerkdienst. Hij stond in 1783 nog aan het hoofd van de school; hij was tevens koster en voorzanger. Hij was nog in okt. 1789 nog in functie. Volgens de Leeuwarder Courant was de school in aug. 1796 vacant.
- In het najaar van 1796 kwam mr. Nicolaas Koopmans, van Holwerd. Hij is op 8 juli 1798 te Lemmer als jongeman getrouwd met Freerkje Kleinhouwer jongedochter, beiden van Lemmer. Meester Koopmans, heeft hier gestaan tot 1845, toen hij gepensioneerd werd.
Ondertussen was in 1802 Rijk van den Berg, te Lemmer als tweede schoolmeester aangesteld. Hij trouwde in 1815 met Jantje J. Doedes. Hij bediende deze functie tot aan zijn dood op 13 sept. 1827; hij was toen 74½ jaar oud.
Deze school is toen nog enige jaren provisioneel waargenomen door Dirk Lourens Landmeter, en is in 1830 gecombineerd met de eerste school. In dat jaar werd, onder de directie van Nicolaas Koopmans, een nieuwe school gesticht, die in 1834 is vergroot en in 1836 werd gesplitst in een jongens- en een meisjesschool onder hetzelfde dak.
1831 Leeuwarden, notaris J.D. van der Plaats Nummerverwisseling - Dirk Lourens Landmeter te Gorredijk; bij de mobile schutterij - Albert Jans Glas te Haulerwijk
1843 Lemmer, notaris J.L.T. Waubert de Puiseau Borgtocht Betreft een kapitaal van fl. 800 - Dirk Lourens Landmeter te Lemmer, borg Betreft ondernemer postwagendienst van Lemmer, Sneek en Leeuwarden- Andries Tjallings Teitsma te Lemmer Betreft ondernemer postwagendienst van Lemmer, Sneek en Leeuwarden - Gerrit de Ruiter te Sneek
Meisjesschool.
- In 1836 werd Egbert Harmens Meijer, hoofd van de meisjesschool in Lemmer. Hij verkreeg met ingang van 1 jan. 1861 eervol ontslag, waarna de meisjesschool weer werd opgeheven.
Jongensschool.
- In 1836 werd Nicolaas Koopman, hoofd van deze school. In het voorjaar van 1845 ging hij met pensioen. Hij is op 80-jarige leeftijd te Lemmer overleden op 29 mei 1845.
- In 1845 werd Dirk Lourens Landmeter, adjunct onderwijzer, provisioneel aangesteld. Op 10 april 1845 kreeg hij een vaste aanstelling. Hij was geboren in 1805 en was gehuwd met Haukje Teitsma. Het inkomen aan de jongensschool bedroeg in 1845 ƒ 160, plus ƒ 60 voor huishuur en de schoolpenningen van ca. 170 leerlingen (ongeveer ƒ 400).
Per 1 jan. 1861, na de opheffing van de meisjesschool, werd de school weer bestemd voor jongens en meisjes en werd 'de Burgerschool' genoemd. Dirk L. Landmeter, hertrouwde in 1852 met Koopje J. de Vries, Ze kregen vier kinderen en er waren nog enige kinderen uit het vorige huwelijk. Zijn dochter Grietje - geboren te Lemmer op 19 april 1837 - werd later de moeder van Pieter Jelles Troelstra. Dirk L. Landmeter is gestorven op 29 aug. 1861. - Op 1 jan. 1862 kwam Herman van Braam, uit Ureterp. (Hij was reeds op 15 nov. 1861 benoemd.) Op 29 maart 1862 werd Jan Iedema, hulponderwijzer te Harlingen, op deze school als hulponderwijzer benoemd. In sept. 1862 kwam Jacob Klaren, als hulponderwijzer. Hij was daarvoor te Leeuwarden in deze functie werkzaam geweest. Herman van Braam, vertrok op 15 nov. 1867 naar Enschede.
- In 1868 kwam Jan Heemstra, van Drachten. (Hij was reeds op 14 dec. 1867 benoemd.) Hij werd in 1899 gepensioneerd.
- In 1899 kwam M. Schilstra van Wijckel. Hij is in april 1904 overleden.
Daarna werd deze school gecombineerd met de openbare school voor MULO, die hier op 2 aug. 1869 was geopend. Het eerste hoofd werd in 1869 Gerrit van Diermen, hulponderwijzer te Harlingen. Zijn traktement was ƒ 900 plus ƒ100 voor huishuur. Hij ging in 1904 met pensioen.
Hierna werd J. Radersma, van Oldeboorn hoofd van de gecombineerde school. Hij is gepensioneerd op 15 maart 1929. Hij is gestorven te Apeldoorn op 20 febr. 1932, oud 65 jaar. Zijn weduwe heette P. de Jong.
- In maart 1929 werd Wop Numan, hoofd van deze school. Deze school bleef na de nieuwe schoolwet van 1920 officieel de ULO terwijl er in 1921 weer een school voor gewoon lager onderwijs van werd afgescheiden. Wop Numan ging in het voorjaar van 1940 om gezondheidsredenen met pensioen. Hij is te Heerenveen gestorven op 3 dec. 1940, oud 44 jaar. In 1940 werd hij opgevolgd door Dirk de Vries, die hier reeds tijdelijk werkzaam was. In 1945 werd hij geïnterneerd wegens NSB. activiteiten. In 1946 werd hij ontslagen en werd hem de bevoegdheid ontzegd weer bij het onderwijs te dienen.
- In 1946 kwam E. de Boer, ULO-onderwijzer te Hoogezand. Hij werd omstreeks 1 april 1955 hoofd van de ULO te Hoofddorp.
De school voor lager onderwijs te Lemmer werd in 1921 weer losgemaakt van de MULO; in dat jaar werd G. Rienstra, van Sondel als hoofd benoemd.
- In 1926 werd hij opgevolgd door A. Schilstra, van Westhoek. Hij werd op 1 febr. 1932 hoofd van een school te Den Haag.
- In 1932 kwam zijn opvolger: T. Scholten, van Wanneperveen; in 1952 was hij hier nog.
In 1852 werd te Lemmer een openbare armenschool gesticht. Op 1 aug. 1852 werd de school
geopend met als eerste hoofd Berend Oebeles Veenstra, tweede rang. Hij kwam van De Blesse, waar hij provisioneel onderwijzer was. Zijn traktement bedroeg ƒ 200. B.O. Veenstra, schreef: Practisch Rekenboekje voor de lagere school (1858), Keur van rekenkundige voorstellen (1865), De kleine Rekenaar (1865) en Rekenen uit het hoofd (1865).
(Na een korte, weinig geslaagde carrière aan enkele scholen op het Friese platteland besloot Kluwer in 1882 boekhandelaar te worden. Als volontair deed hij ervaring op bij A.A. Land te Harlingen en bij H. Pyttersen Tz. in Sneek. In 1885 vertrok hij naar Veendam om daar samen met een compagnon, M.D. de Lange, een boekhandel te beginnen. Het bleef niet bij de verkoop van boeken en kantoorartikelen. In 1889 zette Kluwer de eerste voorzichtige schreden op het uitgeverspad met de publikatie van een schoolboek: De denker. Rekenboek voor normaallessen, kweekscholen, gymnasiën, instituten en hoogere burgerscholen , van de hand van de oud-hoofdonderwijzer Berend Veenstra. Enkele andere boeken zouden volgen. Het contact met Veenstra had echter een vervolg. Ook Berends zoon Nanne - een streek- en leeftijdgenoot van Kluwer en daarom waarschijnlijk voor hem geen onbekende - schreef namelijk boeken voor het onderwijs, en met deze laatste besloot Kluwer te gaan samenwerken). Bron: huygens.knaw.nl
Hij stond hier tot 1877, waarna de school werd opgeheven en gecombineerd werd met de Burgerschool, waar Jan Heemstra toen hoofd was.
Bijzonder onderwijs.
- In 1819 werd te Lemmer een maritieme school opgericht. Op 1 okt. 1819 trad als eerste hoofd
in functie: Egbert H. Meijer, tweede rang, van Franeker. Het traktement bedroeg toen ƒ 400 van het rijk, de schoolpenningen en een vrije woning. Deze school is opgeheven in 1836, bij de reorganisatie van het onderwijs alhier, waarna E.H. Meijer, onderwijzer werd van de meisjesschool. - In nov. 1863 werd de “Vereniging voor Christelijk Nationaal Onderwijs te Lemmer” opgericht. De opening van de bijzondere school voor chr. nat. onderwijs vond plaats op 16 aug. 1865. Als eerste hoofd trad toen M.J. Albracht, van Uithuizen in functie. In 1870 werd hij opgevolgd door J. Lanterman, die hier tot 1873 werkte.
- In 1873 kwam M.H. van Bessem, die in 1876 werd opgevolgd door J.W. Ort.
- Van 1877 tot 1886 was H. van Dehn, hoofd van deze school.
- In 1886 kwam Alexander Berthold Funcke, geboren op 7 juli 1856 te Doesburg. Hij was achtereenvolgens onderwijzer te Doesburg, Hoogeveen, IJlst en toen hoofd van de school te Oostburg. In 1892 kwam er een nieuw schoolgebouw. Hij ging in juli 1921 met pensioen en is gestorven in april 1933 te Ede, oud 76 jaar. In 1921 kwam zijn opvolger: S.T. van der Kooi.
In 1922 werd er een nieuwe school met 7 lokalen gebouwd: de Koningin Wilhelminaschool aan de Flevostraat. Meester van der Kooi, ging op 1 april 1948 met pensioen.
- Op 1 april 1948 kwam S. Lutgendorff, van Kantens (Gr.). Hij werd in juli 1951 hoofd van een
bijzondere school te Leeuwarden. Hij werd toen opgevolgd door M. Boiten, van Hasselt.
In 1954 werd de school met een verdieping uitgebreid. Hij werd eind 1954 hoofd van de chr. nat.
school te Haren (Gr.).
- In 1955 werd J. Boeijenga van Workum benoemd tot hoofd van deze school.
In 1919 werd te Lemmer een schippersschool gesticht, die per 1 okt. 1950 werd opgeheven. Aan deze school werd alleen 's winters onderwijs gegeven. Directeur van deze school was al die jaren S.D. de Vries. Hij was geboren te Akkrum op 19 febr. 1888. Hij werd in 1908 onderwijzer te Oranjewoud en in 1914 te Lemmer. Hij ging op 1 mei 1953 met pensioen.
In 1922 kwam te Lemmer een bijzondere ULO in de verlaten oude christelijke school; als hoofd werd toen J. Kamphorst, aangesteld. In 1925 werd hij opgevolgd door K. Jansen, en in 1930 kwam R. van Dijk. Op 9 nov. 1947 werd het 25-jarig bestaan van de school herdacht. Op 1 sept. 1953 ging hij met pensioen. Hij werd toen opgevolgd door J. van Basten uit Breukelen.
Te Lemmer was ook een lagere landbouwschool; in 1947 stond S. Terpstra aan het hoofd van deze school.
Omstreeks 1920 werd een rooms-katholieke school te Lemmer geopend met als eerste hoofd H. Molenaar, die in 1930 naar Enschede vertrok. In 1930 werd hij opgevolgd door G.J. van Dijk. Hij werd in 1946 hoofd van een landbouwschool te Kerkdriel. In dat jaar kwam C.P. de Groot, onderwijzer aan de RK-school te Vinkeveen.
Op 1 dec. 1852 werd te de Lemmer een "bijzondere school der 2e klasse", een "Fransche School" voor meisjes geopend. Het eerste hoofd was mej. Wilhelmina Jacoba Huijgens. Zij vertrok omstreeks mei 1855.
In 1855 kwam mej. C.S. Eeg, die in 1861 werd opgevolgd door mej. G.I.C. Schouwenberg. Deze school voor meisjes werd in in 1869 opgeheven.
In het voorjaar van 1858 besloot de gemeenteraad tot de oprichting van een zeevaartkundige
school te Lemmer. Als hoofd van deze school werd benoemd: C.J. van Eeg, een gepensioneerde kapitein ter Zee, die hier reeds enige jaren zeevaartkunde doceerde.
In 1954 is hier een christelijke ambachtsschool geopend met als directeur J. Meijer.
Bron: Fryske Akademy
In 1932 wilde men te Lemmer een "Vrije School met de Bijbel" oprichten met als hoofd Fedde Schurer. Hij was geboren te Drachten op 25 juli 1898. Hij was sedert ca. 1920 onderwijzer aan een openbare school te Amsterdam geweest en was daarna tot 1 mei 1930 onderwijzer aan de chr. nat. school te Lemmer. Hij kreeg ontslag wegens zijn propaganda voor antimilitarisme en vredesbeweging. Vele leden van het chr. nat.onderwijs lieten zich toen schrappen en stichtten een Vrije School met de Bijbel. Deze school is echter nimmer van de grond gekomen, want het "stopwetje Marchant" heeft dit belet. Fedde Schurer is toen naar Amsterdam gegaan en kwam in 1946 naar Friesland terug als redacteur van de Heerenveense Koerier.
Fedde Schurer met zoontje Andrys.
Fedde Schurer, krijgt ontslag aan de Christelijk-Nationale school te De Lemmer.
Terugkerend van z'n werk ziet de 31-jarige Amsterdamse predikant Ds. J.J. Buskes (geschorst bij Geelkerken-conflict in 1926; daarna ‘Hersteld-Verbander’) een man in pilopak bij hem op de stoep staan.
Zeker weer een of andere sjacheraar in potloden, denkt de gereformeerde dominee. En omdat hij zeker weet niet ‘neen’ te kunnen zeggen, loopt hij door en wacht een paar huizen verder tot de kerel verdwenen zal zijn.
Maar de man verdwijnt niet. De deur gaat achter hem dicht en Ds. Buskes kan niets anders doen dan maar achter hem aan de trap opstommelen naar het bovenhuis.
Even later maakt hij kennis met de 32-jarige onderwijzer aan de christelijke school te De Lemmer in Friesland, Fedde Schurer. Toch wel een goeie gereformeerde, moet de dominee toegeven, ondanks het pilopak en de Domela Nieuwenhuis-das. Maar niet iedereen blijkt tot deze erkenning te kunnen komen. De onderwijzer is 1 mei 1930 door zijn schoolbestuur ontslagen omdat hij in ernstige mate van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zou zijn afgeweken. Fedde Schurer doet z'n verhaal nog maar eens.
Vorig jaar, in april, sprak hij in Leeuwarden voor de plaatselijke afdeling van de Christelijk-Democratische Partij, waarvan hij, evenals Buskes lid is. ‘Kristendom en Oarloch’ heet de rede, waarin hij o.a. uitroept:
"Volg de stem van uw geweten en laat u niet meer africhten en dresseeren voor moordenaarswerk".
Wat moet een Christelijk-Nationale school met een pacifist voor de klas? Fedde Schurer wordt op het matje geroepen. En in oktober vorig jaar wordt door het schoolbestuur schriftelijk, gevraagd: of Schurer den 80-jarigen oorlog aanvaardt als een volkomen gewettigden vrijheidsoorlog en een aan onze vaderen opgedrongen religiekrijg ter verdediging van de kerk des Heeren?
of Schurer de oorlogen van Israël aanvaardt als oorlogen des Heeren?
of het Schurer's bedoeling is aan te sporen tot het weigeren van militairen dienst?
De gereformeerde onderwijzer antwoordt dat hij met zijn ganse ziel en zijn hele hartstocht staat aan de zijde der strijders voor vrijheid, recht en religie. En ook:
Ik wensch, dat ieder Christen ten opzichte van den modernen oorlog en deszelfs toerusting zichzelf in zijn geweten de vraag zal voorleggen: ‘Wat wil mijn Heiland dat ik doen zal?’
Het schoolbestuur kan er geen genoegen mee nemen. Fedde Schurer krijgt een tweede stel vragen toegestuurd, die geformuleerd zijn door de te hulp geroepen Mr. P.S. Gerbrandy (vrijwillige landstormer - tevens bekend als ‘de rode advocaat van Sneek’), en waarin hem het vuur nader aan de schenen wordt gelegd met het begrip ‘rechtvaardige oorlog’.
Maar Schurer zegt:
"Het nobele doel kan het satanische middel niet heiligen".
Op 10 februari 1930 krijgt Schurer een verklaring voorgelegd van het schoolbestuur, die hij moet tekenen, wil hij voor de klas blijven. O.a. moet hij verklaren:
Dat hij alles zal vermijden wat in de harten en hoofden der kinderen de overtuiging omtrent de positie van het overheidsgezag, gelijk die in Gereformeerde en confessionele kringen wordt beleden, zou ondermijnen...
Ook buiten de school zou Fedde Schurer z'n mening niet meer mogen propageren.
Schurer weigert. Thans is hij ontslagen. Of Ds. Buskes hem wil verdedigen voor de Commissie van Beroep (van de Scholen met den Bijbel), die 9 juli z'n zaak zal behandelen.
Zonder een ogenblik te aarzelen, stemt Ds. Buskes toe. Ook hij is met hart en ziel anti-militarist. Oorlog is zonde. Van het dagblad De Standaard, dat hen, CDU-ers, ziet als revolutionairen, anarchisten en ongelovigen, moet de predikant weinig hebben, maar volmondig is hij het eens met wat het blad vorig jaar, 2 januari 1929, schreef: Een nieuwe groote oorlog zou op den zelfmoord van Europa neerkomen. Immers zou die oorlog in hoofdzaak zijn een luchtkrijg, en die beteekent vernietiging van al wat leeft en bestaat.
Overigens maakt Buskes zich geen enkele illusie over de afloop van de zaak-Schurer. Maar het is een kans om te getuigen.
In een zaaltje van Terminus in Utrecht komen 9 juli de mannen-broeders bijeen. Het schoolbestuur wordt verdedigd door Mr. Gerbrandy; Schurer brengt mee Mr. Pollema, de heer Jungcurt, secretaris van de Unie van Christelijke Onderwijzers en Ds. Buskes. De commissieleden Mr. H.v.d. Vegte, Dr. K. Dijk, F. Kalsbeek, J. Schouten, J.C. Wirtz en Mr. D.W.O.A. Schut luisteren.
Maar Mr. J.A. de Wilde (a.r.-kamerlid) vindt dat kennelijk niet de moeite waard. Tijdens de betogen leest hij rustig z'n krantje.
‘Van welk artikel der Nederlandsche Geloofsbelijdenis wijkt Schurer af?’ zo wil Ds. Buskes weten.
Maar op 16 september 1930 beslist de Commissie van Beroep dat Schurer ontslagen blijft. Hij wordt onderwijzer aan een openbare school in Amsterdam. Voor anti-militaristen is op het gereformeerde erf geen plaats.
Dat blijkt diezelfde week ook uit de Asser Kerkbode. Op 12 september schrijft de enkele maanden tevoren in de gereformeerde kerk te Assen bevestigde 29-jarige Ds. B.A. Bos het volgende stukje:
teekent niet!
Er wordt een actie gevoerd!
Een actie onder schoone leuzen!
Het gaat tegen de bewapening van onze overzeesche gewesten, speciaal Curaçao.
De vlootwet moet, als helaas voorheen, vallen! Daarvoor wil de SDAP handteekeningen verzamelen en een petitionnement aan de Kamer richten. Wellicht komt men ook bij U.
Weest daarom op Uw hoede en teekent niet.
Reactie plaatsen
Reacties