Tijmen de Boer vond een lijk
Door: Bruno Klappe, Eindhoven.
Tijmen de Boer 1852-1934 uitsnede
Tijdens de ontruiming van Schokland in 1859 was Tijmen de Boer pas zes jaar oud. Hij verhuisde in mei van dat jaar met zijn ouders naar Vollenhove, waar ze een nieuwe plek om te wonen vonden op het Oldehuisplein, het schiereilandje in de oude binnenhaven waar in die tijd meer Schokker gezinnen neergestreken zijn.
Tijmen, die zoals de meeste Schokkers visser is geworden, was 28 jaar oud en nog ongetrouwd toen hij in november 1881 iets in zee zag drijven. Hij zal hevig geschrokken zijn toen hij in de gaten kreeg (en rook…) dat het om het halfvergane lijk van een man ging. In Het Nieuws van den Dag van donderdag 24 november stond daarover:
Maandagmorgen heeft de visscher Tijmen de Boer, tusschen Kraggenburg en Schokland, drijvende in zee gevonden het lijk van een man in schipperskleeding, naar gissing ongeveer 40 jaren oud. Het lijk, dat in vergevorderden staat van ontbinding verkeert, is in het lijkenhuisje op het kerkhof te Vollenhove gedeeltelijk ontkleed en onderzocht. De kleeding is van zeer goede stof, bestaande uit een pilo buis, zwart lakensch vest, zwarten halsdoek, gestreept boezeroen, zwart bevertien broek, blauw katoenen borstrok, rood wollen hemd, blauw baaien onderbroek en zwarte sajettenkousen. Geld of geldswaarden heeft men niet gevonden, alleen twee gouden ringetjes in de ooren. Op de kleederen heeft men geene naamletters gevonden.
Het bleek te gaan om de 50-jarige schipper Jelle Alberts Dijkstra uit Lemmer, die al vijf weken vermist werd. Wat hem overkomen is vond ik in andere krantenartikelen.
Op 18 oktober 1881 was een schipper de haven van Lemmer binnengevaren met het verontrustende bericht dat tijdens een hevige storm twee schepen onder Schokland vergaan waren. Een van deze schepen zou het tjalkschip van schipper Dijkstra uit Lemmer zijn, beladen met 40.000 stenen. Over het aantal opvarenden waren niet alle kranten het eens: soms had men het over de schipper, zijn vrouw en vijf kinderen, andere schreven over de schipper, zijn vrouw, vier kinderen en een knecht. Wel was duidelijk dat allen verdronken moesten zijn. Meer bijzonderheden over dit drama waren de volgende dag te lezen in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant:
KAMPEN, 18 Oct. Gisteren namiddag werden hier door den Urker postschipper aan wal gebracht de lijken van twee kinderen van ongeveer 12 en 7 jaren. De schipper moet ze hebben gevonden, gebonden aan den mast van een niet ver van Schokland gezonken schip. De ouders hebben zeker, door de kinderen aan dien mast te bevestigen, ze voor den dood in de golven willen behoeden, doch het heeft niet gebaat. En ook zij zelve zijn met de twee andere kinderen, die ze bij zich aan boord hadden, en den knecht jammerlijk omgekomen. Van een ander schip zag men hen in nood, doch bij 't woeden der zee kon men hun onmogelijk hulp verleenen.
Die kinderen waren iets jonger dan aanvankelijk gedacht werd. De slachtoffertjes waren de 10-jarige Albert Dijkstra en zijn 5-jarig broertje Bouwe. Zij waren gevonden door de 66-jarige postschipper Dubbel Nentjes en de 34-jarige schippersknecht Klaas Romkes, beiden wonende op het eiland Urk.
De lijken van de 18-jarige Geertje Dijkstra, haar 9 jaar oude broertje Lieuwe en van hun moeder Antje Roelofs de Jong, 45 jaar oud, werden kort daarna uit het water opgevist. In de Opregte Steenwijker Courant van 24 oktober, stond daarover het volgende bericht, overigens weer met onjuiste leeftijden:
Men schrijft ons uit Genemuiden nog het volgende:
Bedroevend hebben de schippers, 23 in getal, die onder Schokland lagen, geleden. Schipper Jelle Dijkstra, met steen beladen, is met allen die er op waren gezonken. Zijn broeder lag kort bij hem maar kon geen hulp verlenen. Dijkstra schijnt nog een laatste poging te hebben gedaan om de zijnen te behouden; althans de lichtopsteker van het eiland heeft ze meerendeels aan de mast vastgebonden gevonden. Misschien heeft Dijkstra dat ook gedaan om de lijken bij elkaar te houden.
De vrouw, oud 50, eene dochter, oud 18, en een jongetje van 9 jaar zijn hier aan wal gebragt en ter aarde besteld. De lijken van twee jongetjes zijn naar Kampen gebragt en daar begraven, terwijl de schipper zelf en zijn zoon nog niet gevonden zijn.
Die lichtopsteker op de Zuidpunt van Schokland was Jelle Loosman (1834-1906), afkomstig van Urk.
We hebben inmiddels gezien dat Tijmen de Boer vijf weken na de scheepsramp het lijk van de schipper Jelle Alberts Dijkstra vond, ergens tussen Schokland en Kraggenburg.
Vijf maanden na het vergaan van de tjalk werd nóg een lijk gevonden. In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 15 maart 1882 schreef men daarover:
Kuinre, 13 Maart. Hedenmorgen is alhier op het zeestrand gevonden het in vergevorderden staat van ontbinding verkeerend lijk van een meisje, naar schatting ongeveer 12 jaren oud, geheel naakt, behalve zwart wollen kousen. Men vermoedt dat het tot het op 17 Oct. j.l. bij Schokland verongelukte gezin van schipper Dijkstra van Lemmer behoort.
Dit arme kind moet de 12-jarige Catholina Dijkstra geweest zijn.
Of er ook nog een knecht aan boord was blijft onduidelijk.
Dit trieste drama maakt weer eens duidelijk hoe gevaarlijk en verraderlijk de Zuiderzee was. De Schokker vissers zullen vaak doodsangsten hebben doorstaan als de wind weer eens flink aanwakkerde en de golven hoger en hoger werden.
Bruno Klappe, Eindhoven.
Reactie plaatsen
Reacties