Christelijk onderwijs |15|
Beknopte omschrijving van de aangehaalde personen, door Jelle de Jong.
Voor wat betreft de gegevens van genoemde inwoners uit Lemmer, werd onderzoek gedaan in het bevolkingsarchief van de gemeente Lemsterland en het Rijksarchief te Leeuwarden. Voorts werd gebruik gemaakt van de artikelen-serie 'Lemmer om 1880 hinne', van M. Zeilstra, gepubliceerd in de Zuid-Friesland in de jaren 1950/51 en de Provinciale Almanak van Friesland. Ook hebben diverse mensen mij gegevens verstrekt, waarbij ik speciale dank ben verschuldigd aan de jonge heer Anne Hielke Lemstra, uit Lemmer, die van bijna iedere hier na te noemen persoon wel gegevens wist aan te dragen.
Betreffende de predikanten en de overige genoemde personen is onder meer geput uit de standaardwerken "Nieuw Nederlandsch Biographisch Woordenboek' onder redaktie van Dr. P. C. Molhuysen en Prof. Dr. P. J. Blok, Leiden 1911 t/m 1937, 'De Historie gaat door Het Eigen Dorp', 6 dln, A. Algra, Leeuwarden 1955 - 1960 en de Encyclopedie van Friesland, Leeuwarden 1958. De heer ds. J. J. Kalma, te Leeuwarden kon mij desgevraagd aanvullende gegevens verstrekken van diverse Friese predikanten, waarvoor mijn hartelijke dank. Tenslotte werd tevens dankbaar gebruik gemaakt van de onder NOTEN genoemde literatuur.
1. Lourens Hillebrandts van Noord (Lemmer 1830 - Lemmer 1893). Nederlands Hervormd. Zoon van Hillebrandt Lourens van Noord (6) en Janke Lourens de Rook. Gehuwd in 1860 te Lemsterland met Saakje Broers Voetberg (Delfstrahuizen 1832), dochter van Broer Roelofs, arbeider en Aafjen Rinkes Hornstra. Aannemer wonende in een huis aan de Langestreek, te Lemmer, naast dat van zijn ouders (later natuurvriendenhuis no. 61). Later opzichter van het dijkbestuur van het Waterschap Zeven Grietenijen en Stad Sloten. Wordt ook brandmeester genoemd, Aktief in de confessionele politiek. Had zelf geen kinderen. In 1863 namen hij en zijn vrouw een meisje bij zich in huis genaamd Aalmoed Louisa van Noord (Leeuwarden 1860 -Lemmer 1888). Zij was een nicht van Lourens. Mogelijk is zij de drijfveer geweest achter zijn inzet voor het Christelijk onderwijs in Lemmer. Was vanaf het begin voorzitter tot in 1880. Werd toen wegens zijn antipathieke houding jegens de Afgescheidenen van 1834 niet als voorzitter herkozen. In 1889 bedankte hij als lid in verband met de toen heersende crisis binnen de vereniging. Zijn vrouw is na zijn dood verhuisd naar Amsterdam, Beukenweg bij 't Oosterpark 12.
2. Hendrik Everts Loen (Kuinre 1833 - Lemmer 1899). Nederlands Hervormd, na de doleantie Gereformeerd. Zoon van Evert Hendriks Loen, bakker en Aaltjen van der Veen. Gehuwd in 1858 te Lemsterland met Ytje Brandenburg (Lemmer 1831 - Lemmer 1906), dochter van Roelof Hesselius, griffier kantongerecht en Dirkje Ages.
Acht kinderen:
1. Evert (1859), in 1878 vertrokken naar Utrecht
2. Dirkje (1862), tr. 1889 Alexander Berthold Hendrik Funcke (1857), weduwnaar van Fokeltje Reidsma. Hoofdonderwijzer te Lemmer.
3. Aaltje (1863), tr. 1889 Friedrich Theodoor Jacob Funcke (1860), winkelier, broer van voorgaande.
4. Rigtje (1864), tr. 1901 Gerben de Vries (1877), bakker te Dordrecht.
5. Antje (1866), tr. 1901 Jan Voogd (1867), bouwkundig opzichter te Enschede. Wordt later nog ingeschakeld voor werkzaamheden aan de school.
6. Roelof Hesselius (1868), bakker, in 1889 vertrokken naar Rotterdam.
7. Janna Anna (1871).
8. Lubbert (1871), tr. 1905 Tietje Derkje Funcke (1886), voordochter van de onder 2 genoemde hoofdonderwijzer. Hij was bakker te Lemmer. Nakomelingen wonen te Lemmer.
Hendrik Loen was bakker in een pand aan de oostzijde van de Oudesluis te Lemmer (nu Oudesluis 4). Was in zijn tijd een vooraanstaand confessioneel. Zat 36 jaar in het bestuur van de schoolvereniging, waarvan 17 jaar als voorzitter (1882 - 1898). In 1898 legt hij die funktie neer in verband met zijn hoge leeftijd, doch blijft bestuurslid. Een jaar later is hij overleden.
3. Hendrik Wiebe Brandsma (Kuinre 1823 - Lemmer 1872). Nederlands Hervormd. Zoon van Wiebe Rommerts en Trijntje Donker. Gehuwd in 1848 te Lemsterland met Jantje Visser (Lemmer 1828), dochter van Siemen Wiegers Visser, koopman en Aaltje Carstes Fortuin. Had negen kinderen, waarvan er vier jong zijn overleden. Zij vestigde zich in 1886 te Doetinchem met twee dochters, Aaltje en Trijntje en een zoon Siemen. Was koopman-winkelier aan de Schulpen te Lemmer, waarschijnlijk in een pand dat stond op de plaats waar later Hooijsma's schildersbedrijf is gevestigd. Zoon Siemen komt voor als leerling-kruidenier, mogelijk een aanwijzing voor het bedrijf dat hij uitoefende. Was reeds betrokken bij de eerste oprichtingspoging in 1853. Penningmeester vanaf de oprichting tot zijn dood op 30 augustus 1872. Op zijn verzoek was in juli van dat jaar zijn taak reeds overgenomen door een kommissie van twee leden. Stierf aan een ernstige ziekte. Zowel hij als later ook zijn weduwe zijn de vereniging tot grote financiële steun geweest. Behoorde evenals Hendrik Everts Loen -tot de vooraanstaande confessionelen in Lemmer.
4. Douwe Sietses van Veen (Lemmer 1829 - Lemmer 1892). Nederlands Hervormd. Zoon van Sietse Douwes, koopman en Minke Rienks Sleeswijk. Gehuwd 1853 te Lemsterland met Froukje Annes Wouda (Lemmer 1829), dochter van Anne Hansesz., schipper en Pietje Mensesz.
Was in het dagelijks leven koopman-winkelier, vermoedelijk met het aksent op zuivelprodukten. Woonde in een huis aan de haven (nu B.K. plein 2), waar op 16 december 1863 de eerste bestuursvergadering plaats vond. Speelde een belangrijke rol binnen het bestuur. Was het gezicht van de vereniging in de eerste jaren. Bezocht de landelijke vergaderingen van de Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs in Utrecht. Reisde ook naar Uithuizen om daar de kwaliteiten te beoordelen van het eerste schoolhoofd. Was later naast secretaris ook penningmeester. Bedankte in 1880 'met innig leedgevoel' voor beide funkties wegens de toenemende Gereformeerde signatuur binnen de vereniging. Eén en ander was in strijd met de eerste artikelen van de algemene bepalingen (statuten). Naar aanleiding hiervan ontstond in 1889 een crisis, als gevolg waarvan Van Veen, ook het lidmaatschap van de vereniging opzegde.
Kinderen:
1. Pietertje (1854- 1860).
2. Sietse (1856), tr. 1881 Oensckjen Brandenburg (1854), predikant te Molkwerum, later hoogleraar theologie (kerkgeschiedenis) te Utrecht Publiceerde 'De Gereformeerde kerk van Friesland in de jaren 1795 - 1804' (Groningen 1888).
3. Anne (1859 -1861).
4. Anne (1861), tr. 1893 Antje van Loo (1861), arts te Schermerhom.
5. Pietertje (1863).
6. Rienk (1865), tr. Oppedijk, (d.v. Walle Melis Oppedijk) nakomelingen noemen zich Oppedijk van Veen. Lid van de Tweede Kamer van 1901 - 1922 voor de C.H.U. (distrikt Dokkum). Nam veel obligaties op Friese scholen.
7. Minke (1869- 1869).
8. Fokke (1869).
5. Marten Pieters de Vries (Lemmer 1807 - 1872). Nederlands Hervormd. Zoon van Pieter Sikkes en Grietje Christiaans. Gehuwd in 1829 te Lemsterland met Idskje Folkerts de Vries (Kuinre 1805 - Lemmer 1855), dochter van Folkert Melis, scheepstimmermansknecht en Aaltjen Ypen. Marten is in 1856 hertrouwd met Grietje Pieters Walstra van Gorredijk, oud 48 jaar, weduwe van Tijmen Ikes Rippen (zie no. 17). Hij was de vader van no. 10. Begon in 1823 als zeilmakersknecht bij de zeilmaker Cornelis Rienksz. Sleeswijk. Bleef dit beroep uitoefenen tot aan het eind van de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Is daarna voor eigen rekening begonnen met een zeilmakerij en werd daarmee de grondlegger van de huidige zeilmakerij M. F. de Vries BV te Lemmer. Hoewel hij geen lid was van de vereniging, droeg hij deze wel een warm hart toe en stelde daarom zijn huis beschikbaar om daar de eerste ledenvergadering van de vereniging te kunnen houden, (artikel Zuid-Friesland d.d. 6 februari 1985).
6. Hillebrandt Lourens van Noord (Oudebildtzijl 1810 - Lemmer 1871). Nederlands Hervormd. Zoon van Lourens Poppes, timmerman en Renske Hillebrandts. Gehuwd in 1829 te Lemsterland met Janke Lourens de Rook (Lemmer 1805 - Lemmer 1863), dochter van Lourens Jurjens, bakkenroker en Dirkje Thomas. Hij is in 1871, twee maanden voor zijn dood, hertrouwd met Tjitske Johannes Reijenga (1805), dochter van Johannes Jetses en Hendrikjen Jans. Hillebrandt was de vader van no. 1 en een oom van no. 16, 17 en 24. Hij was evenals zijn zoon Lourens, de voorzitter, timmerman en aannemer. Hij had zijn bedrijf, een woonhuis met een timmerwinkel, aan de Langestreek. Hij kan gezien worden als de grondlegger van het huidige aannemersbedrijf A. H. Visser en Zonen te Lemmer. Via zijn schoonzoon Hendrik Visser, is dit bedrijf daarna steeds overgegaan van vader op zoon tot aan de huidige generaties. Behoorde tot de eerste leden van de vereniging. Wordt in 1855 genoemd in een lijst van 'ressorten' (afdelingen) en afgevaardigden in het Kerkelijk Maandblad en kan daardoor gezien worden als confessioneel gericht (Christelijk historisch).
7. Abe Melis van der Sluis (Langweer 1830 - Echten 1902). Nederlands Hervormd (ouderling). Gehuwd met Klaaske Klazes Dijkstra (Franeker 1830). Hij vestigde zich in 1856 vanuit Langweer met zijn vrouw en één kind in Lemmer als tuinman. Woonde aan de verlengde Langestreek; was in dienst bij de burgemeester C. L. van Beyma thoe Kingma, die op het einde van die straat een huis met een royale tuin bewoonde. In Lemmer werden nog zes kinderen geboren, waarvoor hij Christelijk onderwijs wenste en zich derhalve aanmeldde als lid van de nieuwe vereniging. Toen in de eerste algemene vergadering het aantal leden de tien overschreed, mocht het bestuur, volgens de statuten, met drie leden worden uitgebreid. Hij was één der drie nieuw gekozenen. Hij vervulde zijn taak tot 1873, toen een geschil met de onderwijzer Leppink, tot een breuk leidde met het bestuur. Hij bedankte ook als lid van de vereniging. Hij is in 1876 met zijn gezin vertrokken naar Echten.
8. Hendrik Luiking (Leeuwarden 1831 - Lemmer 1909). Nederlands Hervormd. Zoon van Frederik en Pietertje Sipkes Sevensma. Gehuwd met Tiete van Veen (Lemmer 1831), dochter van Sietse Douwes van Veen en Minke Rienks Sleeswijk. Er waren zes kinderen, waarvan de zoon Sietse later een rol binnen het bestuur zal vervullen. Was een zwager van de secretaris Douwe Sietses van Veen (no. 4). Werd in 1856 benoemd tot dijksgedeputeerde bij de Contributie der Zeven Grietenijen en Stad Sloten. Werkte als architect en is zodanig bekend als ontwerper van diverse gebouwen, zowel binnen als buiten Lemmer. Werd gekozen tot lid van de gemeenteraad in 1873, 1879 en 1885. In 1876 benoemd tot secretaris-ontvanger van het waterschap De Lemster-sluis. In 1877 idem van het waterschap De Lemsterpolders. Benoemd tot burgemeester van Lemsterland in 1886,1891,1897 en 1903. Gekozen tot lid van de Provinciale Staten van Friesland in 1886, 1892, 1898 en 1904. In 1909 bij enkele kandidaatstelling gekozen tot lid van de gemeenteraad. Was ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Was vanaf de oprichting bij de 'zaak' betrokken. Werd al spoedig als deskundige in de arm genomen, om de verbouw van het schoolgebouw in goede banen te leiden. Werd in 1871 namens de kerkeraad adviserend lid van het bestuur. In 1881 tot bestuurslid gekozen en had daarin nadien, tot zijn dood in 1909, zitting.
9. Harmen Oebeles Dijkstra (Lemmer 1820 - Lemmer 1865). Nederlands Hervormd. Zoon van Oebele Ages, voerman en Antje Harmens de Jong. Gehuwd met Maaike Hielkes Atsma (Lemmer 1820 - Lemmer 1881), dochter van Hielke en Geertje Faber. Twee kinderen: Geertje (1885) en Maartjen (1858). Hij was schoenmaker. Door zijn dood in april 1865 was hij slechts 16 maanden lid van de vereniging.
10. Pieter Martens de Vries (Lemmer 1832 - Lemmer 1913). Aanvankelijk Nederlands Hervormd, later - na 1880 - Christelijk Gereformeerd. Zoon van Marten Pieters, zeilmaker en Idskjen Folkerts de Vries (no. 5). Gehuwd 1856 te Lemsterland met Berendje Sipkes Koster (Lemmer 1835), dochter van Sipke Idses en Trijntje Joukes Post. Zes kinderen: Marten (1857), Trijntje (1857), Idskjen (1866), Sipkjen (1871), Folkert (1875-1876) en Aaltje 1880). Was aannemer-timmerman, wonende aan de Vissersburen te Lemmer. Stond in het dorp bekend als 'Piterbaes' en ook wel als 'Piters Berendsje'. Was de stichter van de Pietersbuurt in Lemmer, in de tachtiger jaren van de vorige eeuw. Uit zijn bedrijf is het latere aannemersbedrijf Frankema, voortgekomen, later Bouw en Aannemingsbedrijf Van der Molen. Tijdens de restauratie van de Nederlands Hervormde kerk (1983 - 1985) werd op één der kerkbanken een met potlood geschreven tekst gevonden, waaruit bleek dat Pieter Martens de Vries, in 1865 het interieur van de kerk had vernieuwd. Zijn lidmaatschap van de vereniging was van korte duur. Op 20 september 1865 bedankte hij als lid, vermoedelijk omdat hij het niet eens was met de statuten.
11. Renze Attes Talsma (Hartwerd 1828). Nederlands Hervormd. Zoon van Atte Rinzes en Dieuwke Eelkes Visser. Gehuwd met Grietje Wetterauw (Minnertsga 1830). Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren. Was bakker aan de Langestreek in Lemmer (later Pizzeria no. 11). Vertrok op 15 met 1895 met zijn vrouw naar Amsterdam, Verlengde Van Lennepkade 9. Was tot die tijd lid van de vereniging, doch bekleedde geen bestuursfunkties. Zat in de commissie die het eerste schoolhoofd beoordeelde, in diens woonplaats Uithuizen.
12. Johannes Jans Rippen (Lemmer 1828 - Lemmer 1875). Nederlands Hervormd. Zoon van Jan Ykes en Meintje Imkes de Vries. Gehuwd 1852 te Lemsterland met Piertjen Poppes de Boer (Echten 1827 - Lemmer 1910), dochter van Poppe Piers de Boer, arbeider en Jeltje Syboldts van Solkema, Kinderen: Jeltje (1853), Jan (1856), Poppe (1860) en Meintje (1865). Hij was scheepstimmerman. Bezocht twee keer een ledenvergadering, kort na de oprichting, maar wordt daarna niet meer genoemd. Was in 1874 geen lid meer.
13. Bouke Aukes van der Veen (Lemmer 1822 - Lemmer 1900). Nederlands Hervormd, in 1880 Christelijk Gereformeerd. Zoon van Auke Johannes, arbeider en Leentje Jurjens de Boer. Huwde eerste met Doetje Oebeles Dijkstra (Lemmer 1822 - Lemmer 1866), dochter van Oebele Ages, voerman en Antje Harmens de Jong. Zij was een zuster van no. 9. Bouke hertrouwde in 1866 te Lemsterland met Rinskje Rinkes de Hingst (Lemmer 1822 - 1901). Uit het eerste huwelijk vier kinderen: Oebele (1848), Amnne (1850), Jurjen (1855) en Bauke (1863). Uit het huwelijk met Rinskje de Hingst, werd een zoon Leendert geboren. Hij wordt timmerman genoemd. Werd op 11 april 1865 in het bestuur gekozen voor W. Poppe. Hij bedankte echter via een brief voor het lidmaatschap der vereniging en dus ook voor het bestuur.
14. Rinze Deinema (Leeuwarden 1826 - Lemmer 1866). Nederlands Hervormd. Zoon van Jetse en Jaantje van der Kamp. Trouwt te Lemsterland in 1860 met Tetje Hanses Boersma (Balk 1836). Drie kinderen: Sietske (1861), Adriana (1863 - 1864), Adriana (1865). Zadelmaker, Bezocht een enkele algemene vergadering en is spoedig daarna -in december 1866 - overleden.
15. Geert Sikkes Venema (Drachten 1823). Nederlands Hervormd. Gehuwd met Hendrikje Sterk (Leeuwarden 1819). Vestigde zich met zijn gezin op 12 mei 1860 als tuinman te Lemmer. Zij kwamen uit Idaard. Vertrok op 31 januari 1866 naar Wommels. Was lid van 28 december 1863 tot 20 september 1865. Mogelijk stond zijn opzegging in verband met het aanstaande vertrek naar Wommels.
16. Tjerk Tjeerds Ysbrandy (Lemmer 1839). Nederlands Hervormd. Zoon van Tjeerd Tjerks, zilversmid en Baukjen Lourens de Rook. Ongehuwd. Neef van de voorzitter (no. 1), zwager van het eerste schoolhoofd (no. 24) en een neef van no. 17. Zijn vader wordt in 1855 met Hillebrandt van Noord (no. 6), diens zwager, genoemd op een lijst van 'ressorten' (afdelingen) in het Kerkelijk Maandblad. Behoorde tijdens de opening van de school, op 16 augustus 1865, tot het ontvangstcomité. In januari 1869 'heeft hij door vertrek opgehouden lid te zijn'. Hij had zich toen te Doetinchem gevestigd.
17. Pieter Tiemens Rippen (Lemmer 1833 - 1922). Nederlands Hervormd. Zoon van Tijmen Ikes, pottebakkersknecht en Grietje Pieters Walstra, (zie no. 5). Gehuwd met Lutske Jurjens de Rook (Lemmer 1835 -Lemmer 1913), dochter van Jurjen Lourens en Grietje Poppes Langius. Kinderen: Jurjen (1859), Grietje (1862) en Elisabeth (1864 - 1864). Door zijn huwelijk met Lutske de Rook was hij verwant aan no. 1, 6, 16 en 24. Zelf was hij een neef van no. 12. Was schipper, buiten-vaarder = schipper op de Grote Vaart. Later ook winkelier. Woonde voor 1880 in de Dubbelstraat, vestigde zich daarna in een pand aan de Langestreek (later Makelaardij Friesland). In de kelder van dit huis had hij een aardappelhandel. Over zijn lidmaatschap moest nader worden beslist in verband met artikel 4, 2e lid van de statuten: "Wanneer andere personen tot deze vereeniging wenschen toe te treden, zal over hunne al of niet toe lating in eene algemeene vergadering worden beslist. Derzelver aanneming geschiedt niet dan bij volstrekte meerderheid van stemmen der aanwezige leden". Blijkbaar bezat hij de volstrekte meerderheid niet, doch in de eerst volgende vergadering wordt hij bij de leden genoemd zonder dat op deze zaak nader werd ingegaan.
18. Jochem Siebrens Heunsma (Lemmer 1810 - Lemmer 1865). Nederlands Hervormd. Zoon van Siebren en Knierke Jochems. Gehuwd met Rigtje Jans Stiksma (Lemmer 1807 - Lemmer 1871). Hij was koopman-winkelier in Lemmer. Behoorde tot de groep mensen die reeds in 1853 trachtten een christelijke school op te richten (zie noot c). Bedankt als lid der vereniging in oktober 1865, kort voor zijn overlijden.
19. Wiebe Hendriks Poppe (Lemmer 1827 - Lemmer 1903). Nederlands Hervormd, in 1880 Christelijk Gereformeerd. Zoon van Hendrik Seerps, scheepstimmermansknecht en Stijntje Wiebes Kuiper. Gehuwd in 1866 met Jitske Seldenthuis (Lemmer 1835 - Lemmer 1914). Kinderen: Hendrik (1867 - 1868), Hendrik (1869) en Janke (1872). Was huisschilder aan de Nieuwburen te Lemmer, later aan de Kortestreek, in één van de tweelinghuisjes, waarover bij de afbraak in 1972 zoveel was te doen. Werd op 25 februari 1864 lid van de vereniging en maakte drie weken later reeds deel uit van het bestuur. Opende regelmatig de bestuursvergaderingen met gebed, waaruit niet alleen blijkt dat hij een overtuigd Christen was, maar ook dat hij zich zeer bij de 'zaak' betrokken voelde. Bleek ook erg principieel te zijn, toen hij, in een geschil met de voorzitter Lourens van Noord over de sabbath-viering, zijn conclusies trok en het lidmaatschap opzegde. Ondanks verwoede pogingen van het bestuur hem op andere gedachten te brengen bleef hij bij zijn besluit; hij zou nimmer meer lid worden van deze vereniging.
20. Willem Monsma Kleinhouwer (Lemmer 1813 - Lemmer 1872). Nederlands Hervormd. Zoon van Hendrik, ontvanger der plaatselijke belastingen en Sjoukje Willems Monsma. Gehuwd in 1851 in Lemsterland met Abeltje Reitsma (Lemmer 1815). Zij hadden één zoon ; Hendrik (1857 - 1880). Was in 1851 pottebakker en werd bij zijn dood fabrikant genoemd. Woonde aan de Nieuwburen (nu no. 4), waar zijn vrouw een winkel dreef. Zij is in 1893 met een inwonende nicht vertrokken naar Sneek. Blijkbaar een man die vertrouwen genoot binnen de eerste algemene vergadering van de vereniging. Werd toen namelijk met ruime meerderheid in het bestuur gekozen, die toen alleen bestond uit de vier oprichters. Vervulde deze functie tot 29 december 1871, toen hij middels een brief liet weten 'ten gevolge (van) voortdurende ongesteldheid als lid van het Bestuur te moeten bedanken'. Vijf maanden daarna overleed hij. Kleinhouwer was voorts bestuurslid van het Ressort-bestuur Lemmer der Vrienden der Waarheid, die in 1867 toestemming vroeg de school te mogen gebruiken voor haar vergaderingen. Die toestemming werd uiteindelijk na een lange discussie verleend.
21. Jan Rinzes Visser (Lemmer 1837 - Oosthuizen 1893). Nederlands Hervormd, in 1890 'kerkloos'. Zoon van Rinze Lupkes, schipper en Antje Jans de Vries. Gehuwd met Hinke Tjerks van der Leij (Edam 1839). Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren, die voor een groot deel buiten Lemmer ter wereld kwamen in verband met zijn beroep als schipper. Was woonachtig op zijn schip, dat domicilie had in Lemmer. Vier van zijn kinderen werden in Oosthuizen geboren, waar hij zelf ook is overleden. M. Zeilstra, schrijft in zijn artikelenserie 'Lemmer om 1880 hinne' over hem en zijn broer Lupke (no. 22) het volgende: "Ek foar it hûs fan Witteveen (Kortestreek 28 red.), efter dy bleken leinen winterdeis twa skippen. Dat wienen twa broers. Visser hjitten hja; ik mien wol fan Rinze en Lupke en it moast al raer ùtkomme as dy mei Sinterklaes net op har plak wienen. Ek dy hearden hjir en wienen yn de Lemmer thûs en begounen dan yn it foarjier wer to farren".
Was lange tijd lid van de vereniging - in 1881 nog - overigens zonder daarin een functie te bekleden.
22. Lupke Rinzes Visser (Lemmer 1839 - Lemmer 1929). Nederlands Hervormd. Zoon van Rinze Lupkes en Antje Jans de Vries. Gehuwd 1873 te Lemsterland met Aaltje Wiebes Visser (Follega 1840 - 1919), dochter van Wiebe Annes en Minke Hiddes Halbertsma. Drie kinderen: Antje (1875), Minke (1876) en Rinze (1878). Was evenals zijn broer schipper met Lemmer als domicilie. Bedankte in januari 1867 als lid van de vereniging. Was het oneens met de werkwijze van zowel het bestuur als de hoofdonderwijzer Albracht (24).
23. Andries Aants Riemersma (Lemmer 1816 - Lemmer 1917). Nederlands Hervormd, later Gereformeerd. Zoon van Aant Andries, turfdrager en Elisabeth Robberts Jasper. Gehuwd in 1839 te Lemsterland met Sietse Roukes Bakker (Woudsend 1813), dochter van Rouke Gerrits, schipper en Antje Annes Hofstra. Kinderen: Antje (1845), Elisabeth (1847), Bouke (1849), Antje (1853) en Jan (1859). Hij hertrouwde in 1877 te Lemsterland met Gatske Jacobs Bakker (Sloten 1836 - Lemmer 1918), dochter van Jacob Hartmans, beurtschipper op Leiden en Jacoba Trings. Zij was weduwe van Pieter Sipkes Kokje. Touwslager en dorpsomroeper te Lemmer, woonachtig aan het einde van de Schans (nu no. 49). De touwslagerij waar hij werkte was eigendom van Rienk Sleeswijk. De toegang daarvan was op het Turfland, via de steeg, gelegen naast de kerk van de Gereformeerde Gemeente. Hier werd touw geslagen voor vissers, boeren en schippers. M. Zeilstra schrijft over hem: „Andries Aentsz fortelde my doe, dat hij hjir yn 1848 ek in stik tou slein hie, dat ek 1848 poun woech. Dit maot dan wol in lang en dik tou west ha ! Andries fortelde my ris, doe't hij twa en sawntich jier waerd, dat hij krektlike âld wie as ús Kening; mar doe sjouwde hij noch wol mei oan eiste hân in hûnderdpounder. Dy moast er dan brüûke om der de saneamde slide mei to forswierjen. Dizze sliden waerden brûkt by it touslean en nou't ik seis dizze jierren ha, tink ik wol ris: dit moat dochs in sterke man west ha, hwant ik soe der hinne en binei de kans net ta sjen om soks to dwaen. En ja, it skynt wol dat dit in bysûnder slach fan minsken west hat, hwant hij hie ek in broer, dy't buten foer op in great sylskip. Dy is op in joun om tsien ure mei it oergean fan de fok by it troch de wyn gean, oer boat slein. De oare minsken dy't op it skip wienen ha doe noch wol om him socht en dat wie gjin maklik wurk mei al dy seilen en doe't hja him net fiene koenen, tochten hja dat hij fordronken wie. It wie in tige béste sweramer en hij hat doe sawat al syn klean swemmende wei útdien. De oare moams om fjouwer ûre waerd hij oppikt troch in Ingelsman, dy't him tafallich foarby foer. Andries Aentz wie ek omropper en as hij dan omroppe moast brûkte hij derfaor in koperen bekken, in soart fan skael en sloech der dan foar dat hij bigoun to roppen, der mei in roun houten stokje tsjin oan om de oandacht oan to heljen. Dit die hij altyd en nei myn maetgefoel sa as it hearde, nl. ting .... ting .... ting ting ting. Moast hij foar de gemeente omroppe lyk as by it ynintsjen en sa, dan gyng hij mei de tromme troch it plak en sloech er dan in koarte roffel foaróf op".
Over Riemersma kwam mij nog de volgende anekdote ter ore: Een jongedame bleek haar ring te zijn verloren, waarop Andries Aants, werd gevraagd dit om te roepen door Lemmer. Hij verzocht het dorp vriendelijk de eventueel gevonden ring bij de jongedame terug te bezorgen. Na afloop bleek hem dat zij haar ring zelf had gevonden in haar kleding. Opnieuw maakte hij een slag door het dorp en meldde dat de ring inmiddels terecht was.
Werd op 20 september 1865 in het bestuur gekozen voor W. Poppe (19) en zou daarin meer dan 50 jaar zitting hebben.
24. Martinus Jacobus Albracht (Groningen 1840 - Uithuizen 1887). Nederlands Hervormd. Zoon van Franciscus Carolus Leopoldus, boekbinder en Gebbina Monning. Gehuwd te Lemsterland in 1868 met Tjitske Ysbrandy (Lemmer 1846 - Lemmer 1870), dochter van Tjeerd Tjerks, zilversmid en Boukje Lourens de Rook. Eén zoon: Frans Carel Leopoldus (Lemmer 1869 - Lemmer 1870). Werd in 1865 als eerste schoolhoofd benoemd. Bekleedde die functie tot 1871, toen hij het ambt aanvaardde van hoofdonderwijzer aan de Christelijke scholen in de stad Groningen. Was ook lid van de vereniging. Verloor in 1870 kort na elkaar zijn vrouw en enigst kind, waarop zijn schoonzuster - Aaltje Ysbrandy - en schoonmoeder bij hem in kwamen wonen.
25. Jacob Eelkes Zeilstra (Lemmer 1811 - Lemmer 1907). Nederlands Hervormd. Zoon van Eelke Tjeerds, timmermansknecht en Aaltje Jacobs Bos. Gehuwd in 1840 te Lemsterland met Jantje Ykes van der Veen (Lemmer 1815), dochter van Yke Pieters, timmerman en Trijntje Jans de Jong. Was timmerman te Lemmer, woonachtig in het Waaigat (westzijde). Zijn woonhuis stond aan het einde, tegen de sloot die de zeedijk scheidde van zijn woonerf.
26. Klaas Sybrens Andringa (Lemmer 1821 - Lemmer 1885). Nederlands Hervormd. Zoon van Siebren Sakes, timmerman en Attje Sytses de Boer Gehuwd in 1849 te West-Stellingwerf met Pietronetta Pieters Berkenbosch (Wolvega 1821 - Lemmer 1880), dochter van Pieter Roelofs, schoolonderwijzer en Mettje Lamberts Veenstra. Hij was timmerman en dijkopzichter, woonachtig aan de Kortestreek (later Gorter, no. 26). Was in zijn laatste levensjaren burgemeester van Lemsterland. Betekende veel voor zijn gemeente, vooral voor de Joden die hij daar heeft geholpen. (Gegevens deels ontleend aan "Andringa, geschiedenis van de verschillende families Andringa van 1450 tot heden", Werkgroep Adringa (Ype Brouwers), Leeuwarden 1983.
27. Hendrik Jacobs Schanstra (Oosterzee 1822 - Amsterdam 1887). Nederlands Hervormd. Zoon van Jacob Annes, en Neeltje Pieters van der Goot. Gehuwd in 1847 te Lemsterland met Dieuwke Sjoukes van der Zee (Lemmer 1822 - Lemmer 1863), dochter van Sjouke Lolkes en Akke Wiebes Kuiper. Hij is in 1863 te Lemsterland hertrouwd met Durkjen Jans Middendorp (Wolvega 1829 - Amsterdam 1921), weduwe van Tjalling Ligthart, die eerste stuurman was en in 1862 het leven liet, toen hij te Hamburg overboord sloeg. Zij was een dochter van Jan Luitjen en Antje Walles Westra. Hij was timmerman wonende aan de Nieuwedijk. Vertrok op 2 mei 1882 met zijn gezin - man, vrouw en vijf kinderen - naar Amsterdam, om zijn kinderen een betere toekomst te kunnen garanderen.
28. Mr. Guillaume Groen van Prinsterer (Voorburg 1801 - 's-Gravenhage 1876). Nederlands Hervormd, Antirevolutionair. Zoon van Dr. Petrus Jacobus, arts en Adriana Hendrika Caan. Gehuwd in 1828 met Elizabeth Maria Magdalena van der Hoop (1804 - 1879). Advocaat in Den Haag. In 1827 referendaris en in 1829 secretaris van het kabinet des Konings. Kwam in aanraking met de hofprediker J. H. Merie d'Aubigné en werd van een overtuigd rationalist een vooraanstaand Réveil-figuur. Nam in 1836 ontslag uit de dienst des Konings, daar hij het in velerlei opzicht oneens was met diens politiek. Was lid van de Tweede Kamer van 1849 tot 1857 en van 1862 tot 1866. Werd de grondlegger van de Antirevolutionaire Partij, die gegrondvest was op een streng protestantisme. Door zijn sterke overtuiging als historisch gericht protestant kreeg hij een ongemeen grote invloed en gezag. Verzette zich scherp tegen het in 1857 door zijn partijgenoot Van der Brugghen ingediende ontwerp van de lageronderwijswet en bedankte toen voor zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer, omdat hij dit ontwerp te liberaal vond. Daarna werd hij een strijdbaar voorstander van het bijzonder onderwijs. Was tot zijn dood de ziel der Vereniging van Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, opgericht in 1860.
(Literatuur: Dr. D. Langedijk, "Mr. G. Groen van Prinsterer", 's-Gravenhage, Dr. D. Langedijk, "Groen van Prinsterer en de schoolkwestie", Den Haag, 1947).
29. Dr. Gerrit Jan Vos Adriaansz., (Harderwijk 1836 - Amsterdam 1912). Theoloog. Predikant te Oostermeer (1862 - 1865) en te Spannum (1865 - 1869). Schreef over Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, opende vele scholen. Deed mee aan het "Friesch Maandblad" (redactie J. W. Felix) en redigeerde zelf de voortzetting het "Kerkelijk Weekblad". Vice-voorzitter van de Vereniging Vrienden der Waarheid.
30. Wessel Middelveld. (Meppel 1790 - Groningen 1877). Hervormd predikant Begon zijn ambt in Blokzijl (1810 - 1816) en stond vervolgens te Wolvega (1816 - 1822). Kwam in 1822 naar Lemmer en was daar werkzaam tot 1867. Was zeer geliefd onder de bevolking. Stond mensen in nood met raad en daad terzijde. In zijn afscheidspreek, op 25 augustus 1867, deelde hij mee, dat hij 7000 maal de kansel had beklommen, 3200 kinderen en volwassenen gedoopt, 1100 personen 'aangenomen', 179 maal het Heilig Avondmaal bediend, 630 huwelijken ingezegend en 700 begrafenissen geleid. Dat is te vinden in zijn afscheidspreek over 1 Joh. 2 : 18a, die in druk is verschenen.
31. Age Wiegers Schoonhoven (Workum 1813 - Workum 1869). Boter-koopman te Workum, ongehuwd, één der voormannen van het Fries Réveil. Zijn vader Wieger Ages Schoonhoven, voerde correspondentie met Bilderdijk. De zoon onderhield betrekkingen met Capadose, da Costa, de Liefde en andere Réveilmannen. Op zijn initiatief werd te Workum opgericht de Vereeniging tot heil des Volks', die evangeliseerde en tractaten verspreidde; verder organiseerde hij in zijn woonplaats de Afdelingsvergaderingen van de provinciale Vereeniging der Waarheidsvrienden en gaf de stoot tot de oprichting van een Christelijke school in 1858. Werd in 1858 gekozen tot lid van de Provinciale Staten, doch bedankte. Jarenlang was hij wethouder. Hij stond bekend als een vriend van het Oranjehuis. De prins van Oranje bracht hem in 1852 een bezoek met zijn gouverneur jhr. De Casembroot Zie: Levensbeschrijving in het Frirese tijdschrift "Yn ûs eigen Tael', 1910, 133 - 153, door G. A. Wumkes.
32. G. van Emmerik. Was de propagandist, ook wel de reizende agent genoemd, van de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs. Op meerdere plaatsen in Friesland heeft hij gesproken om mensen te bewegen tot of te steunen bij, het oprichten van een Christelijke school. Is als zodanig ook in Lemmer geweest.
33. Johannes Jacobus Asuerus Ploos van Amstel (Nieuwe Amstel 1835 -Reitsum 1895). Vermaard en geliefd rechtzinnig predikant; Reitsum (1863 - 1866 en 1876 - 1895), Anjum (1866 - 1868) en verder geruime tijd buiten Friesland. Zeer aktief op het gebied van Christelijk onderwijs. Speelde een voorname rol bij het ontstaan van de Protestantse scholen in Holwerd en Leeuwarden. In Reitsum ging hij met zijn gemeente tot de Doleantie over. Was vele jaren voorzitter van de Bond van Friese Jongelingsverenigingen.
34. Jacob Enderlé Tzn. (Utrecht 1838 - Scharnegoutum 1893). Hervormd predikant te Anjum (1862 - 1865), Kralingen (1865 - 1868), Ooster-bierum (1868 - 1871), Fijnaard c.a. (1871 - 1874), Axel (1874 - 1875), Wemeldinge (1875 - 1978) en Scharnegoutum (1878 - 1893). Voorzitter van de Provinciale Vrienden der Waarheid. Steunde in 1865 de uiteenzetting van G. van Emmerik (32) te Anjum, om een Christelijke school op te richten. Was een vermaarde spreker op bijeenkomsten. Hij nam een leidende positie in bij de Gereformeerde predikantenverenigingen, ijverde sterk voor de Vrije Universiteit Met de Doleantie ging hij echter niet mee.
35. Willem Arnoldus Becking (Oldehove 1813 - Oosterend (Henn.dl.) 1872). Hervormd predikant te Gauw c.a. (1840 - 1844), Hantum (1844 - 1852), Scharnegoutum (1852 - 1955), Genemuiden (1855 - 1860) en Oosterend (1860 - 1872). Was één der grote figuren uit de Friese Réveilkring. Op tal van plaatsen leidde hij samenkomsten; hij ijverde voor Christelijke scholen; op de samenkomsten van de Vrienden der Waarheid was hij één der gevierde sprekers en geliefde bidders. In Sneek en heel de Zuidwesthoek trad hij op, daar waar het Evangelie naar de Schriften niet meer werd bediend.
36. Louis Kijlstra (Tinalinge 1822 - Overschie 1872). Hervormd predikant te Oppenhuizen (1850 - 1853), Hantum (1853 - 1855), Wolsum (1855 -1858), Scharnegoutum (1858,- 1870) en Overschie (1870 - 1872). Promotor voor de zending en het Christelijk onderwijs. Gaf in 1867 de stoot tot de oprichting van de Christelijke school in Scharnegoutum.
37. Jan Hendrikus Guldenarm. (Oosthem 1824 - Utrecht 1907). In zijn tijd één der voornaamste en invloedrijkste Hervormde predikanten in Friesland. Rechtzinnig. Werd opgevoed ten huize van een halfbroer Wigle Visser, te Heeg. Kwam op 12-jarige leeftijd op de Latijnse school te Sneek, werd, 17 jaar oud, student te Utrecht, heeft doctoraal examen gedaan, maar is niet gepromoveerd. Aan de academie is hij tot bekering gekomen. Predikant te Engwierum 1849, Losdorp 1857, Oosthem 1859, Vuursche 1877, Nijland 1883, waar hij 1 augustus 1887 emeritaat genomen heeft De kracht van zijn leven en zijn meeste werk heeft hij gegeven in zijn geboorteplaats. Hij kreeg 127 beroepen. Zijn prediking was voor velen ten zegen; hij kende de 16e en 17e-eeuwse schrijvers uitstekend. Tijdens de doleantie waren veler ogen op hem gericht Dr. Hoedemaker en dr. Wagenaar, trachtten hem te bewegen de Nederlands Hervormde kerk te verlaten, maar hij bleef op zijn post. Hij was een vaste medewerker aan het Kerkelijk Weekblad (1865) onder redaktie van Dr. G. J. Vos. De opstellen, die hij daarin schreef werden veel gelezen en zijn later verzameld en uitgegeven. In de zuidwesthoek van Friesland had hij grote invloed.
38. Abraham Dirk Thuyn de Ligny (Bergen op Zoom - Nijkerk (Gld.) 1867). In 1844 theologisch student te Groningen. Predikant te Veen, Ulst (1863 - 1865), Garderen (1865 - 1866) en Nijkerk op de Veluwe van 1866 tot zijn dood. Van zijn hand zijn een aantal publikaties verschenen.
39. Hieltje Hanzes Ynzonides (Terkaple 1816 - Welsrijp 1875). Bekend Reveilpredikant Stond te Schraard (1843 - 1845), Paesens (1845 - 1847) en Welsrijp en Baijum (1847 - 1875). Was aktief binnen de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs. Correspondeerde met Groen van Prinsterer.
Overzicht van bestuurders van de Ver. voor Chr. onderwijs te Lemmer, Eesterga, Follega.
Verklaring:
• = adviserend lid.
* = wegens overlijden.
Het tweede en daaropvolgende jaartal is het jaar van herverkiezing. De zittingsperiode was normaal gesproken 7 jaar en men kon zich daarna weer herkiesbaar stellen.
In een latere periode is de zittingsperiode gewijzigd in 4 jaar.
De oprichters.
H. W. Brandsma
H. E. Loen
L. H. van Noord
D. S. van Veen
1863-1871-1872*
1863-1877-1884-1891-1898-1899*
1863-1873-1880
1863-1870-1878-1880
Bestuurders vanaf 17 maart 1864 tot heden.
A. van der Sluis
W. Poppe
W. M. Kleinhouwer
B. A. van der Veen
A. A. Riemersma
P. Cnossen
H. Willemsen
J. F. Koksma
H. Luiking
Ds. J. van Heerde
F. Semplonius
Ds. J. A. Ruys
P. Poorter
Ds. J. Hulsebos
F. Sleeswijk Visser
J. H. de Vries
A. Peereboom
D. Gaastra
L. Meyer
Ds. Brouwer
Ds. A. de Geus
G. Romkema
E. P. de Jong
F. R. Semplonius
M. F. de Vries
H. Semplonius
S. Luiking
B. H. Visser
D. van der Meer
Ds. Zoete
H. Dijkman
W. Propsma
G. Boonstra
G. Semplonius
Ds. P. Hekman
O. Plantinga
W. Th. de Vries
A. I. Bakker
B. Watering
C. Faber
D. van der Neut
Fok. van der Wal
Dhr. Onderweegs
A. H. Visser
G. van der Laan
J. Zijlstra
J. Kuipers
J. Koopmans
W. Poppe
B. Bergsma
J. Hofstee
R. van der Veen
J. Visser
H. Hak
L. Bijl
H. Th. M. van Wijk
mevr. D. Woudstra-Dijkstra
G. A. Hassink-Budding se
J. van der Ploeg
G. Wolting
R. Lemstra-van Dalen se
J. Tuinstra-Lodeweges
A. Kemink
F. van der Laan pe
Dhr. Eppinga
D. Reyenga
Dhr. Weits
E. Wijnsma
H. Zijlstra-Lemstra
A. Boersma
W. Boersma
1864-1868-1872-1873
1864-1865
1864-1872
1865-1865
1865-1876-1883-1890-1897-1904-1911-1917*
1871●-1872-1882-1889-1896-1897*
1872-1880
1873-1880. 1881-1885-1891
1871●-1881-1886-1893-1900-1907-1909*
1871●-1872●
1882●-1885●
1884-1882● -1892-1899-1906-1914-1917-1888●
1880-1881
1880-1882
1881-1888-1895-1902-1903*
1882-1887-1891
1882●-1892-1899-1906-1914-1917
1885●
1892-1894-1901-1902
1889●-1893●
1893●-1898-1903-1910-1917-1922-1923
1900-1902
1902-1906-1913-1919-1923-1930-1934
1903-1908
1903-1909-1916-1923-1925-1932-1938-1940 vz-1945-1953 *
1908-1915-1920
1909-1915-1921-1925
1917-1918-1920
1917-1920
1920-1921-1923-1928
1920-1927-1928VZ-1934-1936-1938-1941-1945-?
1920-1921
1921-1924-1931-1934*
1923-1929-1936-1940
1925-1928
1928-1935-1942-1945-1956
1928-1933-VZ-1940*
1934se-1945-l950
1934-1936
1934-1936-1940pe-1945
1940-1945
1940-1943*
1944-1945
1945vz-1951
1951-1965
1950se-1965
1956-1972
1962-1966
1962-1966
1961-1963
1963-1971pe -
1963-1966VZ-1972
1965-......
1965-1971VZ-1975
1970-1975
1970se-1975
1971-1975
1972-1974
1972-1979
1972-1976
1973-1975
1975-1979
1975-1979
1975-1979
1975-1979
1975-1979
1975-1979
1976-1979
1976-1979
1976-1979
1979-1979
Vanaf 1979 is de nieuwe bestuursstructuur in werking getreden met een Dagelijks Bestuur en Sectiebesturen.
Dagelijks bestuur.
voorzitter A. Kemink
secretaris J. Tuinstra-Lodeweges
penningmeester D. Heida
secretaris S. Landmeter
A. Tuinsma-van Dijk
voorzitter J. W. Kooi
penningmeester W. Roelevink
secretaris J. Pranger
notulist G. H. Koning
1979-1983
1979-1984
1979-1983
1984-1985
1983-1987-
1983-1987-
1984-1988
1985-
1986-
Sectie KWS
F. van der Laan
A. Bergstra
T. Akkerman-Op de Hoek
A. Brouwer
A. J. Hendrikse
A. Tinga-de Vries
J. Postma
A. E. Woudstra-Stoker
1979-1980
1981-1984
1983-1988
1983-
1983-1987
1984-1988
1988-
1988-
Sectie PBS
A. Boersma
K. de Boer
G. Kampen
C. A. M. Blessinga-Hoffer
I. Peelen-Boersma
G. J. Broek
C. Heida-Jansen
J. Ruiter-Mennema
1979-1980
1979-1984
1981-1985
1984-1987
1984-1987
1986-
1986-
1987-
Sectie De Morgenster
H. Zijlstra-Lemstra
E. Wijnsma
A. Lemstra-van der Veen
J. Evers-Salomons
W. Roelevink
mevr. Vrielink
E. van Leeuwen-Koster
T. Dijkman-Hoekstra
M. Speerstra
M. J. Noorman-Stam
1979-1983
1979-1980
1980-1984
1980-1983
1981-1984
1982-1986
1984-1988
1986-
1986-
1988-
Voortgezet Onderwijs
S. Kok
B. Eppinga
J. Tinga
S. Landmeter
D. Dijkstra
J. H. Slump
J. Kemink-Ruiter
mevr. T de Jong-Leyenaar
mevr. P. Jellesma-Nauta
1979-1983
1979-1981
1980-1981
1981-1984
1981-1985-
1984-1988
1984-1988
1988
1988
Overzicht van personeelsleden der lagere school (later te noemen Kon. Wilhelminaschool (KWS) vanaf de oprichting tot heden.
N.B. Er is getracht een zo volledig mogelijk beeld te geven van het personeel, verbonden geweest aan de school. De administratie hiervan is echter niet in elke bestuursperiode nauwkeurig bijgehouden, met het gevolg dat niet elk personeelslid volledig van een begin- en einddatum is voorzien.