Een prachtige afdruk van een schilderij ontvangen van Benno Pen. Het is Echtenerbrug, geschilderd door de heer Be Pen uit Joure. Zó mooi!
Echtenerbrug bij het binnen rijden van het dorp
Foto van: Gita Helfferich
Echtenerbrug 1927.
Echtenerbrug 1915.
Gezicht op Echtenerbrug en het Tjeukemeer.
Ontginningen in Lemsterland - Hoe de streek Nieuw-Echten vooruit gaat, kan men zien aan dit complex nieuwe huizen.
De grote houten boogbrug werd in ±1916 vervangen door een ijzeren ophaalbrug, evenals meerdere in deze omgeving. Aannemer Groothof uit Heerenveen belaste zich met deze taak. De man links op de foto is Hendrik Bakker, deze was schilders knecht bij Van der Veer. Na Van der Veer, kwam Albert Groen. Dezelfde woning werd later bewoond door Jacob P. de Haan.
Ychten by de brêge.
Hendrik Gerrits Muurling, (geboren op 3 augustus 1857 te Echten, overleden op 13 juli 1919, hij was toen 61 jaar oud, zoon van Gerrit Hendriks Muurling en Zwaantje van Eyck) werd op 11 maart 1870 herbergier bij de 2de brug in Echten, dat pand werd in 1898 door brand verwoest.
Muurling, was niet alleen kastelein, maar dreef ook nog handel in klompen en kruidenierswaren en verder allerlei andere artikelen, die in die jaren tot het dagelijks gebruik behoorden. Zoals bijv. wagensmeer, waarmee van houten boerenwagens, tilbury's (een soort sjees) dogkarren, hondenkarren, bakkerswagens enz. de houten of ijzeren assen werden gesmeerd. Ook olie voor verlichting was zo'n artikel. Met tuitlampen werden woonvertrekken en stallen enigzins verlicht. Roet en walm vierden daarbij hoogtij. Maar men wist niet beter en men had niets anders.
Muurling, had met deze handel heel veel concurrentie, want dit soort winkelbedrijfjes werd veelal naast een klein boerenbedoeninkje als extra door de vrouw bedreven. Men noemde dit 'winkelnering' en het bracht voor velen niet al teveel op. Het bleef armoede en men moest dan ook veelal 'de tering naar de nering' zetten. Dat geld tegenwoordig ook nog wel, maar wel even anders dan vroeger.
Hendrik Gerrits Muurling, was getrouwd (op 17 april 1891) met Hiltje de Vries (dochter van Dirk Rintjes de Vries en Geertrui Kornelis de Boer) Het echtpaar had vrier kinderen, te weten Zwaantje, Dirk, Geertruida en Sophia. Zwaantje trouwde met Herman Heikens en woonde later in Paterswolde.
In 1919 overleed vader Muurling. Zoon Dirk was toen student in Amsterdam en de beide andere meisjes waren nog in huis. Er was reden om het café annex winkel en veehoudersbedrijf te verkopen en zo werd Andries Seefat (geboren op 25 januari 1867 te Oldetrijne, overleden op 22 februari 1969 te Echten, hij was toen 102 jaar oud, zoon van Jannes Seefat en Grietje Andries Pijlman, getrouwd op 2 mei 1896 met Geeske Muurling, geboren op 10 augustus 1876 te Lemsterland, overleden op 2 mei 1943 te Echten, zij was toen 66 jaar oud, dochter van Gerrit Jochems Muurling en Margjen Pieters) in maart 1920 eigenaar en werd het bedrijf op dezelfde voet voortgezet.
Op bijgaande foto, die ook door de heer H. G. Muurling werd uitgegeven, staat Muurling voor de ingang van het café. Voor Muurling staat een klein karretje en daar weer naast een handkar met inspan voor een hond. Verder een grote wagen op vier wielen met een wit paard ervoor, deze wagen was van een broer van Muurling, die een groothandel in gedistilleerd had en woonachtig was in Sint Nicolaasga.
De verschillende cafés werden middels dit voertuig van het nodige voorzien. Er zat een opstap achter op de wagen, teneinde beter bij de kisten korven te kunnen komen. Drank werd toentertijd in grote flessen gevlochten in korven bij de kasteleins afgeleverd. Deze tapten het dan weer over in daarvoor bestemde flessen en/of karaffen.
Tussen twee rijtuigen door ontwaarden we nog een trog op poten. Veelal stond op zo'n trog de naam van de kastelein. Zo'n trog deed dienst als voertrog voor de paarden. Op grote schuurdeuren, een dubbele deur dus (men-deur) stond veelal 'doorreed' met grote letters aangegeven, men kon dan met paard en wagen doorrijden en verliet dan het onderdak door de kleinere zijdeur. Zo'n aanduiding 'doorreed' stond ook op de grote deuren van Muurling en later Seefat. Maar dat is op deze foto niet te zien.
Door P. van der Veen
Ychten, 2 de brêge roun 1930.
Jelle Bralts, (Beroep: koetsier, bus ondernemer, is geboren op 25 februari 1892 te Mildam, overleden op 22 september 1961 te Leeuwarden, hij was toen 69 jaar oud, zoon van
Jacob Bralts (Brals) en Antje Jongsma) hij trouwde op 27 april 1922 te Lemsterland, met Margje de Vries, (geboren op 3 oktober 1898 te Blokzijl, Overijssel, overleden op 3 oktober 1987 te Heerenveen, zij was toen 89 jaar oud, dochter van Anne de Vries en Jeltje van Eijck) Zij woonden in Oosterzee bij de brug, na hun trouwen verhuisde het jonge paar naar Echten en vestigden zich in een woning aan de Middenvaart achter Seefat.
Jelle, was van beroep melkrijder en was dus veel aan de weg te vinden. Met paard en wagen werd de melk bij de boeren weggehaald en afgeleverd bij de zuivelfabriek. Tijdens zo'n rit werden ook allerlei boodschappen over en weer gedaan. Men was uren onderweg.
Jelle Bralts, veranderde van baan, toen Sipke Huzinga in Echten een z.g.n. Omnibusdienst ging exploiteren en Jelle koetsier werd. Weer wat later kwam de mogelijkheid om een woning over de brug te kopen. Deze woning was het voormalige Bondshotel ANWB. van Tj. Rijpkema.
Aan beide kanten van de brug was dus een café. Op de foto is te zien, dat naast de café deur de brievenbus was opgehangen. Deze bus verhuisde later naar de oostgevel van de schuur van Seefat. Verder zien we nog 2 paardenruiven en een fietsenrek. Twee dames staan in de deuropening. Voor een andere woning staat Albert Ruiter, deze had hier een kruidenierswinkel. Dat is zo aan het pand niet te zien.
Jelle Bralts, kwam dus in deze woning en begon hier een busonderneming. De eerste bus was een T-Ford met de banken in de lengte van de bus. Op de houten banken was maar plaats voor 8 á 9 personen. De zaken gingen goed. Schoonvader Anne de Vries werd chauffeur bij Jelle. Bovendien bewoonden ze het pand gezamenlijk. Ook Albert Groen, de latere schilder in Echten-Oosterzee, was wel chauffeur bij Bralts.
De foto toont de familie Bralts, toen er al drie bussen langs s'Heren wegen gingen. De oude bussen werden naderhand vervangen door moderner materiaal. Naast een vaste lijndienst op Lemmer en Sneek en Heerenveen, werden ook meermalen reisjes ondernomen.
Over een reis naar de ramp in Borkulo in 1925 (De stormramp van 1925, ook bekend als cycloon van Borculo[1] of stormramp van Borculo[2], betreft het noodweer dat in Nederland in de namiddag en vroege avond van 10 augustus 1925 van zuidwest naar noordoost over Brabant, via Nijmegen en de Achterhoek naar Twente en uiteindelijk Duitsland trok) is nog vele jaren gesproken, als Jelle met de bus ter sprake kwam.
Op de foto: Zwager Uilke Hoogeveen, met kind op de motorkap. Daarachter Anne de Vries, dan lytse Jan Bron. Vervolgens Jelle Bralts en Margje met zoon Jaap. De meest rechtse vrouw is niet bekend.
Door P. v.d. Veen
Bus van Jelle Bralts
Een familiegroep waarbij de naam Van Eijck centraal staat. Bovenaan van links naar rechts: Geertje Schippers (1902-1967) en haar man Uilke Hoogeveen (geboren op 1 oktober 1901 te Schoterland, overleden op 29 mei 1990 te Lemsterland). Dan Marie Mink en Lammert Hoogeveen (geboren op 10 december 1894 te Schoterland, overleden op 3 januari 1980 te Losser) En dan nog Harm Hoogeveen (geboren op 8 februari 1893 te Schoterland, overleden op 15 september 1968 te Nijmegen) en zijn vrouw Aaltje Hielkema (geboren op vrijdag 24 augustus 1894 te Nieuwehorne, overleden op donderdag 28 april 1966 te Nijmegen).
Zittend van links naar rechts: Margje Slootheer (geboren op 22 april 1889 te Weststellingwerf, overleden op 3 september 1973 te Lemmer) en haar man Kleis Huisman (geboren op 6 december te Lemsterland, overleden op 23 oktober 1959 te Echten).
Vervolgens, Tiemen Bok (geboren op 3 maart 1894 te Lemsterland) en Jeltsje Hoogeveen (geboren op 7 mei 1896 te Schoterland, overleden op 24 juli 1978 te Haskerland) en daarnaast Rinke Bok (1899-1965) en Popkje Hoogeveen (geboren op 26 augustus 1897 te Schoterland, overleden op 24 mei 1980 te Lemsterland)
Tot besluit Anne de Vries (1870-1946)en zijn vrouw Jeltje van Eijck (geboren op 17 april 1873 te Echten, overleden op 13 juni 1955 te Echten)
De genoemde Hoogeveen's zijn allen broers en zuster van elkaar en kinderen van Jelle Hoogeveen en Durkje van Eijck.
Lamkje van Eijck, de moeder van Kleis Huisman en Jeltje van Eijck, was eveneens een zuster van Durkje en Lamkje. Jeltje was de moeder van Margje de Vries, de echtgenoot van busondernemer Jelle Bralts. De familie Bralts en de Vries, woonden zoals boven al beschreven om en nabij de brug in Oosterzee. Jelle Bralts en Margje, kwamen na hun huwelijk te wonen in Echten, bij de tweede brug. Ook de ouders van Margje woonden in dezelfde woning, maar toch apart. Jelle en Margje kregen vier kinderen, namelijk: Jacob, Anne, Jeltje en Andries.
De Tweede brug te Echten.
Het bestuur en de feestcommissie der Vereniging voor Volksvermaken te Echten.
Straatmuzikant Sake Huizinga, in Echten.