Knol, Roelof
Roelof Knol, geboren op 21 oktober 1922 te Meppel, overleden op 17 maart 1945 te Doniaga,
zoon van Hendrik Knol en Jantje Schuring.
Roelof Knol (Schuilnaam, Wim Reinders) uit Meppel, geboren op 21 oktober 1922 in Meppel. Zijn vader had daar een textielwinkel, waar hij ook werkzaam was.
Was eerst lid van de KP-Meppel, maar vertrok naar Friesland, toen de grond hem in Meppel te heet onder de voeten werd. Hij dook onder in Echtenerbrug en werd de centrale figuur in het verzet in de gemeente Lemsterland.
Op 3 januari 1945 werd hij gearresteerd op de boerderij van Wiepke Hof in Echtenerbrug, waar hij toen samen met de verzetsman Luitjen ondergedoken was. Hij werd naar "Crackstate" in Heerenveen gebracht. Na martelende verhoren werd hij op transport gesteld naar een concentratiekamp in Duitsland, maar omdat de spoorwegen als gevolg van oorlogshandelingen geblokkeerd waren, kwam hij op "Crackstate" terug.
Op 17 maart 1945 werd hij met negen medegevangenen als represaillemaatregel op het erf van de boerderij van de familie Schotanus in Doniaga doodgeschoten.
Hij ligt, samen met zijn medestrijders van de Meppeler KP, begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Zomerdijk in Meppel.
Briefje dat door Roelof Knol, 4 dagen voor hij geëxecuteerd zou worden aan zijn ouders en jongere zuster geschreven is. Het briefje werd tussen het vuile wasgoed, in de zoom van zijn ondergoed, uit de gevangenis gesmokkeld.
'Ali' en 'Janny' zijn 2 joodse zusjes die respectievelijk bij Ynze de Jong en Jan Toering in Echtenerbrug waren ondergedoken. 'Flip' is verzetsman Philippus Spits. 'Rom' tenslotte is de vrouw van Wiepke Hof.
Roelof Knol, ofwel Wim Reinders, werd 21 october 1922 te Meppel geboren. Sinds maart 1943 was hij als L.O.-er werkzaam in Friesland, District IV.
De hoeveelheid werk, door Wim toen verzet, is geweldig groot. We noemen slechts het plaatsen
en verzorgen van onderduikers. Het eigenlijke grote werk voor hem, begon in Mei 1944, toen hij met enige anderen een K.P. oprichtte. Het K.P.-werk was een kolfje naar zijn hand, geboren leider als hij was.
Geen gevaar duchtte hij voor zichzelf, maar angstvallig waakte hij, dat er niet te veel risico voor de jongens aan verbonden was. De gevaarlijkste karweitjes knapte hij zelf op. Bij het eerste kraakje van een Distributiekantoor liet Wim zich insluiten, bracht toen 7 uur aan een stuk door in een klein kamertje, om 's nachts om 1 uur met een gelukkige glimlach ons de deur te ontsluiten.
Stonden we op een afwerp-terrein, dan kwam Wim langs om te informeren hoe of het ging, of er eten moest komen, of we het ook koud hadden, etc. Altijd voor ons in de bres springend. Een zorgzame vader voor ons, ondanks zijn jeugdige leeftijd. Een prachtkerel.
Wim was de leider van overvallen op Distributiekantoren, spoorwegsabotage, dorsmachine-sabotage, „droppings". Verder waren er nog verschillende werkzaamheden en operaties die hij persoonlijk ondernam, maar waar nooit over gesproken werd. 2 januari 1945 was de fatale dag. 's Nachts hadden we nog een schip met rogge gelost voor de mensen in Holland. We waren zodoende laat te bed gekomen: circa 5 uur.
De volgende morgen om 10 uur was Wim net aan tafel met zijn vriend Louis Molenaar en zijn kostbaas Wiepke Hof, toen de S.D. totaal onverwachts bij hen binnenstormde, hem gevangen nam en naar Heerenveen vervoerde.
We waren totaal verslagen. Alles werd in het werk gesteld om ze te verlossen, maar zonder
resultaat. We behielden contact met hem en hadden nog enige hoop, dat we hem nog eens
terug zouden zien.
Maar het mocht niet zo zijn. Op 17 maart 1945 werd hij met negen anderen lafhartig vermoord,
als represaillemaatregel te Doniaga.
Wederom was een held gevallen met het gezicht in de loop van de mitrailleur, waar hij om gevraagd had, en het Wilhelmus op de lippen.
Weekblad 'De Zwerver' 1946:
COR.
Zie ook: Siebe en Durk de Ruiter
Reactie plaatsen
Reacties