Welfing, Jan

Jan Welfing, geboren op 19 mei 1920 te Wijnjewoude/Duurswoude (gewoond hebbende in Hemrik) overleden op 14 april 1945 te Ureterp, zoon van Egbertus Welfing en Andriesje de Vries


Dood door misverstand.

Omstreeks drie uur ’s nachts zijn de Ureterpers Tump en Leenes doorgedrongen tot de streek Haulerwijk en Haule. In het donker voor zich ontwaren ze twee naderende silhouetten. Een stem spreekt hen in het Frans aan. Tump is in zijn illegale werk gewend in het donker te zeggen dat hij van de politie is. Het heeft hem altijd geholpen. Nu niet meer. De Franse parachutist voor hem schiet onmiddellijk. Door het hoofd van Tump. Dodelijk getroffen valt de politieman neer. Zijn metgezel duikt het weiland in en zet het op een rennen naar een voor hem liggend stuk bos. Hij komt daar veilig aan en ontsnapt.

In Ureterp zelf kijken Grytsje Veentra en Maaike de Wit kort na vijven boven uit het slaapkamerraam. Ze ontwaren in het donker een wagen met paarden ervoor, die van de oostkant het dorp binnenkomt. Ook de BS’ers zien de wagen en fietsers die er achteraan komen. Piet Lourens roept de onbekenden toe te stoppen. Een geweersalvo is het antwoord. Het blijkt een troep van zo’n 45 bewapende Duitse soldaten te zijn. De BS’ers schieten terug. De Duitsers gaan in dekking achter de paarden die door het vuur van de BS zijn geraakt.

De Veenstra’s verschuilen zich zodra het schieten begint in de kelder. Iedereen is bang. Door het kelderraam kunnen ze naar buiten kijken. Ze zien niet veel, maar er wordt hevig geschoten. Er vallen doden en gewonden. Vier Duitse soldaten laten het leven, de BS-leden Aalzen de Jager (45), Jan L. van der Broek (40), Jan Welfing (24) uit Hemrik en J. Visser (25) uit Drachten sneuvelen eveneens. De twintigjarige Jacobus ten Berge heeft de pech, dat zijn geweer weigert als hij de Duitsers onder vuur wil nemen.

Een Duitser krijgt hem te pakken en doodt hem met een nekschot. Dan ontploffen er Duitse granaten en worden pantservuisten afgeschoten. De BS wijkt terug voor zoveel geweld. De Veenstra’s horen Duitsers het huis binnenkomen. Ze besluiten eerst zich stil te houden, maar als er van boven wordt geschreeuwd of er ook mensen zijn, antwoordt vader Hoekstra: „Ja.” Foppe gaat voorop, zijn handen in de nek.

De anderen volgen. Ze lopen achter elkaar naar buiten en worden op een rij tegen de muur geplaatst. De Duitsers hebben de geweren in de aanslag. Ze beschuldigen Durk Veenstra op hen te hebben geschoten. Veenstra ontkent. Hij heeft de schijn tegen, aangezien enkele BS’ers op zijn erf vanachter stropakken lagen te schieten. Hij wordt niet geloofd. De Duitse officier besluit de Veenstra’s dood te schieten.

Maar dan komt er een soldaat het erf oplopen, die zijn kameraden toeroept dat ze nieuwe paarden nodig hebben, want de Canadezen komen er aan. De man die hem nog net wilde doodschieten, stuurt Durk Veenstra er op uit om paarden te halen. Durk trekt Foppe mee, de Duitser laat hem begaan. De rest van de familie blijft achter als gijzelaar.

Op de Weibuorren zien ze de chaos. Dode paarden en gesneuvelde mannen; de gewonden kermen. De Duitser hebben de gevangenen collaborateurs bij Gorter vrijgelaten. Die zoeken samen met drie Duitsers een goed heenkomen. Durk brengt zijn zoon onder bij Antje Bron en vindt na veel moeite een paard bij Durk Nijboer. Hij legt uit wat er aan de hand is en mag het paard meenemen.

Als hij terugloopt naar Gorter naderen over de Mounleane zes Canadese gevechtswagens. De bevrijders zijn in de vroege zaterdagochtend aan hun opmars naar Dokkum begonnen, die oostelijk Friesland deze dag de bevrijding zal brengen. De Canadezen hebben het lawaai even tevoren in Ureterp gehoord en beginnen nog voor ze het dorp binnenrijden te schieten. Durk Veenstra is net bij café Gorter aangekomen. Hij laat het paard los en vlucht het weiland in. De Canadezen schieten op hem, maar zigzaggend weet hij weg te komen.

Grytsje Veenstra staat achter haar huis, met de Duitser bij zich. Hij dreigt haar dood te schieten, maar gaat er vandoor als de Canadezen verder doordringen in het dorp. Het vuurgevecht duurt circa tien minuten. Dan geven zesentwintig Duitse soldaten en vier landwachters zich over. De drie Duitse soldaten die met de bevrijde collaborateurs naar een boerderij zijn gegaan, worden ook gevangen genomen.

Korte tijd later breekt er bij het kerkhof, westelijk van het dorp, opnieuw een vuurgevecht uit. Daarbij komt een jonge Ureterper om het leven: Gerard Hempenius. De gesneuvelden worden van de weg gehaald. Dan blijkt dat niet iedereen zich even waardig heeft gedragen. Twee dagen lang zoekt de vriendin van de gesneuvelde BS’er Jan Welfing naar de verlovingsring die haar aanstaande droeg. Zonder resultaat.

In Wijnjewoude is een straat vernoemd naar Jan de "Welfingstrjitte"

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.