Melot, Bernard
Bernard Guillaume Hubert Melot, directeur sociale zaken, geboren op 18 januari 1897 te Leeuwarden, overleden op 18 augustus 1944 te Vught, zoon van Mathieu Gerard Hubert Melot en Derkje Honders. Gehuwd met Maria Wilhelmina Hendriks
De ware toedracht rond de arrestatie van Bernard is nogal onduidelijk en dat zal ook wel zo blijven. Volgens sommigen is hij betrokken geweest bij het NSF, volgens anderen bij de Friese LO. Bernard is misschien wel gearresteerd omdat hij als directeur van sociale zaken uitkeringen verstrekt heeft aan de gezinnen van onderduikers en verzetslieden.
Bij zijn arrestatie vindt de SD een radio en een bedrag van f 5600,-. Beide vondsten zijn voor de Duisters in ieder geval reden genoeg om Bernard te arresteren. In de nacht van Bernards arrestatie, de nacht van 25 op 26 juli 1944 worden echter nog veel meer Friese verzetslieden gearresteerd.
Na de arrestatie van Bernard probeert zijn vrouw hem vrij te krijgen. De Nederlandse SD-ers die bij Bernards aanhouding betrokken zijn geweest hebben later verklaard dat Bernard slechts een licht geval is. Wellicht spelen er dan ook persoonlijke motieven bij de arrestatie van Bernard. Zo is een van de SD-ers nooit toegelaten bij de plaatselijke bridgeclub, waar Bernard bestuurslid van is.
Na de liquidatie van enkele Duitse sympathisanten door de KP Leeuwarden wordt Bernard met 15 andere Friezen op 18 augustus 1944 door de Duitsers gefusilleerd. Melot is gefusilleerd, daarna gecremeerd en heeft daarom geen aanwijsbaar graf.
Juli 1945: IN MEMORIAM B. G. H. MELOT
In een door een commissie uit het personeel belegde bijeenkomst is op sobere en waardige wijze op Zaterdag j.l. het verscheiden van den heer Bernard Guillaume Hubert Melot, in leven directeur van den gem. Dienst voor Sociale Zaken te Leeuwarden, herdacht. De heer M. v. d. Sleen opende namens het personeel de bijeenkomst en gaf daarna het woord aan den heer Westra,lid van het College van B. en W. en oud-wethouder van Sociale Zaken. Deze sprak namens B. en W., namens het bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon en namens het personeel.
Wij verliezen allen in hem een bekwame kracht en een humaan chef. De heer Melot toonde nimmer zijn liefde, doch zijn sterk gevoel voor rechtvaardigheid maakte hem toch tot de juiste man op de juiste plaats. Nimmer hadden we verwacht, dat zijn beroep hem tot heldhaftigheid zou brengen. Hij heeft echter op alle mogelijke manieren tijdens de bezetting gesaboteerd, zijn volledige steun aan de verzetsbeweging geschonken, om vele mannen uit de Duitsche klauwen te houden. Het groeien van de gevaren deed hem het risico niet schuwen, ook niet toen zijn leven er van af kon hangen. Spr. meende, dat wij zijn voorbeeld moeten navolgen. Wij kunnen hem niet beter eeren, dan door in zijn geest: in rechtvaardigheid en liefde te werken aan opbouw en vernieuwing.
Hierna sprak de heer Schalkwijk namens den Prov. leider van den K. P. Een van de daden van den K. P. heeft den dood van den heer Melot veroorzaakt: hij werd gevangen genomen en later te Vught gefusilleerd. Spr. noemde dit voor de familie pijnlijk, maar eervol. Hij heeft, evenals de leden van den K. P. zijn plicht als Nederlander gedaan. Hij was een spontaan en eerlijk mensch en wilde dikwijls den strijd met den onderdrukker openlijk aanbinden. Wij verliezen aan dergelijke menschen niet alleen iets voor het heden, maar bovenal ook voor den toekomst.
De heer Heijstra memoreerde namens de arbeidersorganisaties, hoe de heer Melot altijd openstond voor vragen en steeds de grootst mogelijke rechtvaardigheid had betracht Tenslotte sprak de heer A. de Walle als oud-ambtenaar van M. H. Ook in de verzetsbeweging had spr. met hem te maken gehad. Hij gaf de familie een troostwoord mede.
Aan mevr. Melot werd een condoleantie-album aangeboden en aan de Dienst voor Sociale Zaken een portret van de vroegere directeur. Dit laatste werd bij monde van den heer Beima aanvaard; het zal een ereplaats krijgen. Namens de familie dankte tenslotte de heer Buis. Een en ander werd afgewisseld door passende orgelmuziek.
Reactie plaatsen
Reacties