Weima, Douwe
Douwe Weima, geboren op 21 mei 1897 te Hidaard, overleden op 4 mei 1990 te Apeldoorn, zoon van Pieter Douwes Weima en Japke Sjerps Twijnstra. Gehuwd met Maria van Iperen.
Drents politicus en verzetsman.
Cornelis de Kock werd in 1937 op de jeugdige leeftijd van 29 jaar burgemeester van Oosterhesselen. Eén van zijn wethouders was de eveneens jeugdige Johannes Post (31 jaar). Gemeentesecretaris was de 40-jarige Fries Douwe Weima. In 1939 werd de 19-jarige Henk Veurink uit Dalerveen tweede ambtenaar ter secretarie en in 1941 volgde Wiepke van der Zee (23 jaar) uit Hindelopen als ambtenaar steunverlening en werkverschaffing, tevens controleur. Tenslotte werd op 14 augustus 1942 de 16-jarige Berend Jan Meijering aangesteld als volontair.
Zo kwamen er zes jonge mensen bij elkaar, die van het gemeentehuis van Oosterhesselen een haard van verzet tegen de Duitse onderdrukkers zouden maken. Douwe Weima, die op Duits bevel een lijst moest laten opstellen van tussen 1897 en 1924 in de gemeente geboren mannen om hen op te kunnen roepen voor tewerkstelling in Duitsland, schreef burgemeester De Kock, dat hij dit niet met zijn geweten kon verantwoorden. Hij vernietigde de al gereedgekomen lijst, nam het bevolkingsregister mee en dook op 13 juni 1943 onder.
Toen zijn vrouw en kinderen als represaille gearresteerd dreigden te worden, dook het gezin ook onder, terwijl het bevolkingsregister in twee gedeelten onder het stookhok van de familie Eiting en in de hooischuur van de familie Klaassen gedurende de hele oorlog verborgen bleef.
Wethouder Johannes Post, boer in Nieuwlande, raakte hoe langer hoe meer bij het actieve verzet betrokken. Het begon met het beschikbaar stellen van onderduikadressen voor door de Duitsers vervolgden: Joden, politieke vluchtelingen en gezochte verzetsmensen.
Nieuwlande, het dorp dat zweeg, zoals Jo Schoonewille het zo treffend noemde, was daarvoor de ideale plaats. Maar ook elders moesten mensen ondergebracht worden en van het een kwam het ander. Johannes Post ging deelnemen aan het gewapend verzet en werd tenslotte algemeen leider van de gezamenlijke 'knokploegen'.
In juli 1943 dook hij zelf ook onder, na door 'zijn mensen' bevrijd te zijn uit Duitse gevangenschap. Wiepke van der Zee en Henk Veurink hielden zich ten gemeentehuize onder andere bezig met het vervalsen van de verplichte persoonsbewijzen en met het wegwerken en wijzigen van gegevens in de bevolkingsadministratie. Hun activiteiten werden verraden en zij werden allebei gearresteerd op 22 maart 1944.
Op 28 juli van datzelfde jaar deelde Meijering, die ook persoonsbewijzen vervalst had, hetzelfde lot. Zo bleef Cornelis de Kock, die van alle illegale activiteiten op de hoogte was geweest, met een dubbel gevoel achter. Enerzijds wilde hij zo lang mogelijk voor zijn burgers aanblijven, anderzijds overwoog hij ook onder te duiken. Toen hij gedwongen tewerkstelling van gemeenteleden bij de versterking van Duitse linies niet langer zou kunnen tegenhouden, besloot hij ontslag te nemen.
Zo ver kwam het echter niet. Op 18 september 1944 werd hij plotseling door SD'ers (van de Duitse Sicherheitsdienst) gearresteerd en zogenaamd meegenomen voor verhoor. Dat bleek een voorwendsel, want al op de weg tussen Meppen en Aalden bij het bosje schoten zijn bewakers hem dood en lieten zijn lichaam aan de kant van de weg liggen. Een koelbloedige moord onder het codewoord Silbertanne; alleen om de bevolking angst aan te jagen. Die avond raakte Oosterhesselen in rep en roer.
Overal stonden groepjes verontwaardigde mensen en er werd om wraak geroepen. De Duitsers grepen in en kondigden een uitgaansverbod af. Dominee Blom en wijkzuster Annie Mohr trotseerden dat door op bezoek te gaan bij mevrouw De Kock. Tegengehouden door gewapende Duitsers, zei dominee beheerst: 'Der Pfarrer und die Schwester!' en dat bleek voldoende om hen door te laten.
Die nacht bleef Mohr in het burgemeestershuis om mevrouw De Kock bij te staan. Na de bevrijding kwam Douwe Weima terug en werd hij in 1946 burgemeester van Nijeveen.
Johannes Post, uitgegroeid tot nationale verzetsheld, werd na een mislukte bevrijdingsactie gearresteerd en op 16 juli 1944 in de duinen bij Overveen gefusilleerd.
Van der Zee werd ook gefusilleerd, op 6 juni 1944 en hij werd evenals Post ter aarde besteld op de erebegraafplaats in Bloemendaal.
Veurink stierf op 4 januari 1945 in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg en Meijering op 3 maart 1945 in het afschuwelijke vernietigingskamp Versen bij Meppen.
Berend Jan was de jongste van de verzetshelden van het gemeentehuis; hij werd maar negentien jaar oud.
Jaarlijks worden de Oosterhesselse oorlogsslachtoffers herdacht bij het nog door Annie Mohr onthulde monument bij de kerk en zij staan er allemaal vermeld. Burgemeester De Kocks nagedachtenis wordt ook geëerd in de naar hem genoemde straat en toch, als ik langs het bosje rijd, denk ik altijd 'Een eenvoudig monument zou ook hier op zijn plaats zijn'. Sta er eens een moment bij stil, in gedachten of daadwerkelijk, hier op deze gedenkwaardige plaats, na ruim 65 jaar.
Reactie plaatsen
Reacties