Visser, Tjeerd
Tjeerd Visser, geboren op 19 maart 1910 te Ballum, overleden op 4 januari 1945 te Neuengamme, zoon van Bertus Visser en Antje Benjamin Manje. Gehuwd met Tina Jetta de Boer.
Als politieagent werd hij benoemd in de gemeente Idaarderadeel, met als standplaats Warga. Tijdens de bezetting hielp hij in zijn functie van politieman vele onderduikers en joden. Als gevolg van verraad werd hij gearresteerd op 6 juli 1944. Visser werd overgebracht naar het politiebureau in Leeuwarden en de volgende dag naar het Huis van Bewaring. Op 29 augustus werd hij op transport gesteld naar kamp Amersfoort en in de nacht van 8 op 9 september met vele anderen naar het concentratiekamp Neuengamme gebracht. Van hieruit ging hij naar het werkkamp te Husum en weer terug naar Neuengamme, waar hij op 3 januari 1945 is overleden.
1946: Het verradersgilde.
Tot dit edele gilde behoorde in '44 de 44-jarige chauffeur-rijwielhersteller Wijtse Talsma, te Warga. Aan den Onderstormleider van de Ned. Landwacht Hendrik Geveke te Leeuwarden vertelde hij, dat de opperwachtmeester der Kon. Marechaussee te Warga, Tjeerd Visser, zijn radiotoestel op een naburige boerderij had verborgen, met het gevolg, dat Visser door de landwachters werd gearresteerd en later naar een Duits concentratiekamp is overgebracht, waar hij van ontbering is overleden.
Onder het uiten van dreigementen nam verdachte op genoemde boerderij dit radiotoestel in beslag en leverde het in op het bureau van de Landwacht te Leeuwarden. De weduwe van den opperwachtmeester verklaarde, dat haar man door Lammers en twee landwachters is opgehaald en naar Leeuwarden gebracht. Tijdens de arrestatie stond verdachte in de nabijheid van haar woning.
Getuige Rinsma, veehouder te Warga, bevestigde, dat Visser zijn radiotoestel bij hem verborgen had en dat dit later door verdachte bij hem is weggehaald. Getuige meest zich hij de S.D. te Leeuwarden melden.
Volgens getuige Castelein, caféhouder te Warga, verkeerde verdachte op de bewuste avond onder de invloed van sterke drank. Ook de beruchte Lammers werd als getuige gehoord. Met een vloed van woorden trachtte hij de schuld op Geveke te schuiven.
Verdachte gaf de hem ten laste gelegde feiten toe. Hij had Rinsma bedreigd met het platbranden van diens boerderij, indien hij het toestel niet afgaf. Uit zijn verhoor bleek, dat hij altijd een lastig persoon voor de politie is geweest.
De adv.-fiscaal noemde deze zaak buiten gewoon tragisch. Het meest ergerlijke vond spr.. dat verdachte met voorbedachte rade handelde, om zich van den door hem gehate politieman te ontdoen. Hij eiste tegen hem een gevangenisstraf van 15 jaar.
Reactie plaatsen
Reacties